NL2000825C2 - Breisel met ten minste twee lagen die lokaal op afstand van elkaar zijn gelegen en werkwijze ter vervaardiging van een dergelijk breisel. - Google Patents

Description

Breisel met ten minste twee lagen die lokaal op afstand van elkaar zijn gelegen en werkwijze ter vervaardiging van een dergelijk breisel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een breisel omvattende ten minste twee 5 breilagen die lokaal op afstand van elkaar zijn gelegen, welke lagen daar waar deze op afstand zijn gelegen door ten minste één op de beide breilagen aangrijpende afstanddraad onderling zijn verbonden. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze ter vervaardiging van een dergelijk breisel.

10 Breien is een werkwijze om van draad een geluste structuur te maken met behulp van meerdere naalden. Er werd al door de Egyptenaren handmatig gebreid maar tegenwoordig bestaan er breimachines waarmee op industriële schaal stoffen worden vervaardigd. Breimachines met wel honderden naalden breien in minder dan een paar seconden een rij. Er bestaan ondermeer rondbreimachines voor het in ronde vorm breien 15 van grotere hoeveelheden stof; deze rondbreimachines breien stof in de vorm van een cilinder. De industriële breimachines beschikken over vele mogelijkheden; zij kunnen computergestuurd verschillende soorten steken en ontwerpen maken. Bij het machinaal breien wordt doorgaans gebruik gemaakt van dunnere draden zoals acrylgaren, katoen, wol-acryl en katoen-acryl. Op industriële breimachines wordt ondermeer zogeheten 20 “afstandbreisel” vervaardigd; een breisel dat ondermeer wordt toegepast in matrasbekleding en moltons. Twee overliggende breilagen met tussenliggende afstanddraden (ook wel aangeduid als “pooldraden”) zorgen dat de breilagen in onbelaste toestand op afstand van elkaar zijn gelegen. Het voordeel van een tussen de breilagen liggende luchtlaag is dat tussen de breilagen luchtcirculatie mogelijk is. Zo 25 kan bijvoorbeeld een persoon die gelegen is op een matras of molton vervaardigd met afstandbreisel de lichaamstemperatuur beter reguleren en kunnen afvalstoffen zoals vocht makkelijker worden afgevoerd.

Een nadeel van het bestaande afstandbreisel is dat dit ondermeer beperkte 30 mogelijkheden verschaft ten aanzien van de dessinering en/of decoratie ervan.

De uitvinding heeft tot doel het met handhaving van de voordelen van de stand der techniek vervaardigen van een breisel met ten minste twee breilagen die lokaal op afstand van elkaar zijn gelegen, een zogeheten afstandbreisel, dat meer mogelijkheden 2 verschaft ten aanzien van de dessinering/decoratie. Tevens is het een doel een werkwijze te verschaffen waarmee een dergelijk afstandbreisel kan worden vervaardigd.

De uitvinding verschaft daartoe een breisel van het in aanhef genoemde type waarbij het 5 breisel tevens lokaal slechts een enkele gecombineerde breilaag omvat in welke enkele gecombineerde breilaag draden afkomstig uit de op afstand van elkaar gelegen breilagen zijn verenigd in de enkele gecombineerde breilaag. Met een breisel wordt bedoeld een gebreid textiel dat in het onderhavige geval lokaal uit meerdere lagen bestaat. Daar waar de lagen zich op afstand van elkaar bevinden zullen zij gebruikelijk in hoofdzaak 10 evenwijdig aan elkaar verlopen. Het moge duidelijk zijn dat de locaties waar twee lagen op afstand van elkaar zijn gelegen worden afgewisseld door de locaties waar het breisel lokaal slechts een enkele gecombineerde breilaag omvat. Aldus zal het afstandbreisel aan de vlakke naar buiten gekeerde zijden hoger gelegen gebieden (daar waar twee lagen op afstand van elkaar zijn gelegen op afstand gehouden door de ten minste ene 15 afstanddraad) afgewisseld zien door lager gelegen gebieden (daar waar slecht een enkele gecombineerde breilaag aanwezig is). Door de afwisseling van hoger en lager gelegen gebieden gecontroleerd aan te brengen kunnen dessins, patronen en/of symbolen in reliëf in het afstandbreisel worden aangebracht. Dit geeft de mogelijkheid naar believen namen, markeringen, versieringen of anderszins in het afstandbreisel aan 20 te brengen. Dit vergroot de attractie van de toepassing van afstandbreisel; naast de voordelige eigenschappen vanwege de ingebedde luchtlaag bestaat er ten gevolge van de onderhavige uitvinding ook een zeer grote vrijheid ten aanzien van het gecontroleerd aanbrengen van een reliëf naar keuze. Nog een groot voordeel is dat de lokaal aanwezige enkele gecombineerde breilaag tot een grote samenhang leidt van de twee 25 breilagen dat waar deze slechts zijn verbonden door de afstanddraad. Het breisel overeenkomstig de uitvinding heeft dus intrinsiek ook een verhoogde stevigheid en/of compactheid ten opzichte van het afstandbreisel volgens de stand der techniek.

In een voorkeursvariant verloopt de ten minste ene afstanddraad daar waar lokaal 30 slechts een enkele gecombineerde breilaag aanwezig is in hoofdzaak evenwijdig aan de enkele gecombineerde breilaag. De stevigheid van de afstanddraad die voordelig kan zijn daar waar de breilagen op afstand van elkaar worden gehouden hoeft aldus niet te leiden tot nadelige gevolgen daar waar het breisel slechts uit een enkele gecombineerde breilaag bestaat; de ligging evenwijdig aan de enkele gecombineerde breilaag maakt dat 3 de afstanddraad aldaar hoegenaamd niet zichtbaar en/of voelbaar hoeft te zijn. In de enkele breilaag kan ook sprake van lusvorming zijn, waardoor een “badstof-effect” ontstaat. In het bijzonder wordt afstanddraad toegepast dat is vervaardigd uit bijvoorbeeld synthetisch garen zoals bijvoorbeeld polypropyleen, polyester of nylon.

5 Deze garens bestaan minimaal uit één filament. Een garen met één filament wordt ook wel aangeduid als “visdraad”. Wanneer dit enkel (mono-)filament-garen wordt toegepast ontstaat veelal een stug doek. Door de toepassing van draad met meer filamenten (multi-filament-garen) ontstaat een doek dat minder hard aanvoelt. Ook de combinatie van mono-filament-garen en multi-filament-garen is mogelijk; ook op deze 10 wijze kan een flexibel doek worden gemaakt. De afstanddraad kan ter plekke van de enkele gecombineerde breilaag vlak (of althans in hoofdzaak vlak) in de breilaag zijn geïncorporeerd. Het voordeel hiervan is dat de afstanddraad kan worden geoptimaliseerd voor de omstandigheid waarin deze functioneert voor het afstandhouden.

15

In een voorkeursvariant is een draad die deel uitmaakt van maar één van beide breilagen, daar waar slechts een enkele gecombineerde breilaag aanwezig is, zichtbaar aan de zijde van de enkele gecombineerde breilaag die is afgekeerd van deze ene van de beide breilagen. Wanneer de draad een van overige draden afwijkend uiterlijk heeft kan 20 zo ook het uiterlijk van het afstandsbreisel verschillen op de locaties waar twee breilagen en respectievelijk de enkele gecombineerde breilaag aanwezig zijn. Zo wordt het mogelijk de reliëfverschillen in het breisel verder te benadrukken door verschillende kleuren en of verschillende glans van deze oppervlaktedelen van het breisel.

25 Verschillen in het uiterlijk van het afstandsbreisel op de locaties waar twee breilagen en de locaties waar de enkele gecombineerde breilaag aanwezig zijn kunnen ook worden verkregen in een andere uitvoeringsvariant waarin één of meerdere draden vlak tussen de twee breilagen worden geplaatst welke ten minste ene draad naar keuze op alle of slechts een deel van de locaties waar de enkele gecombineerde breilaag gelegen 30 zichtbaar wordt. Naar wens is/zijn deze draden, die niet zichtbaar zijn op de locaties met twee breilagen, zichtbaar aan één of beide zijden van de locaties met de enkele gecombineerde breilaag. Het is zelfs mogelijk hierin af te wisselen, hetgeen wil zeggen dat op locaties met de enkele gecombineerde breilaag afwisselend deze draad zichtbaar 4 is. Zo kan het afstandbreisel daar waar dit uit de enkele gecombineerde breilaag bestaat een kleur hebben die elders niet zichtbaar is.

De onderlinge afstand tussen de breilagen die lokaal op afstand van elkaar zijn gelegen 5 is bij voorkeur in hoofdzaak constant. Dit maakt het mogelijk het afstandbreisel doelmatig op machinale wijze te breien.

De uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het machinaal breien van een breisel zoals bovengaand beschreven, waarbij het breisel in slechts een enkele breigang wordt 10 vervaardigd. Daarbij is de beweging van de naalden uiteraard zeer kritisch. Door middel van een geautomatiseerde aansturing van de naalden op basis van een specifiek daartoe opgesteld programma kunnen afstandbreisel volgens de onderhavige uitvinding worden vervaardigd met specifieke vormgeving van zowel de patronen in de afwisseling van meerdere breilagen met een enkele gecombineerde breilaag als de patronen in de 15 afwisseling van de zichtbaarheid van bepaalde garens.

De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur IA een perspectivisch aanzicht op een uitvoeringsvariant van een breisel volgens 20 de onderhavige uitvinding, figuur 1B een dwarsdoorsnede door de uitvoeringsvariant van het breisel zoals getoond in figuur IA, figuur 2A een perspectivisch aanzicht op een alternatieve uitvoeringsvariant van een breisel volgens de onderhavige uitvinding, 25 figuur 2B een dwarsdoorsnede door de uitvoeringsvariant van het breisel zoals getoond in figuur 2A, figuur 3A een dwarsdoorsnede door de weer een volgende uitvoeringsvariant van het breisel volgens de onderhavige uitvinding, en figuur 3B een dwarsdoorsnede door nog een andere uitvoeringsvariant van het breisel 30 volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur IA toont een breisel 1 met twee breilagen 2, 3 die door een afstanddraad 4 uiteen worden gehouden. In het breisel 1 zijn er ook segmenten 5, 6 opgenomen die bestaan uit slechts een enkele gecombineerde breilaag 7. Deze segmenten 5, 6 met een enkele 5 gecombineerde breiiaag 7 liggen verdiept ten opzichte van de omgeving waar de twee breilagen 2, 3 door de afstanddraad 4 uiteen worden gehouden. Aldus kunnen in reliëf bijvoorbeeld tekstsegmenten 5 en louter decoratieve segmenten 6 in het breisel worden geïncorporeerd.

5

In figuur 1B is aangegeven hoe de breilagen 2, 3 uit figuur IA door middel van de afstanddraad 4 op afstand van elkaar worden gehouden. Het moge duidelijk zijn dat de afstanddraad 4 hiertoe over enige stevigheid dient te beschikken. Daar waar de breilagen 2, 3 zijn overgegaan in de enkele gecombineerde breilaag 7 is de afstanddraad 10 4 min of meer vlak in de gecombineerde breilaag 7 opgenomen.

Figuur 2A toont als alternatieve uitvoeringsvariant breisel 10, eveneens voorzien van twee breilagen 11, 12 die door een afstanddraad 13 uiteen worden gehouden. Ook in het breisel 10 zijn segmenten 14 opgenomen die bestaan uit slechts een enkele 15 gecombineerde breilaag 15. De segmenten 14 met de enkele gecombineerde breilaag 15 onderscheiden zich niet alleen door reliëf van het overige deel van het breisel 10 maar ook omdat de gecombineerde breilaag-segmenten 14 aan de weergegeven zijde een afwijkende kleur bezitten ten opzichte van de omgeving. De achterliggende reden hiervan is dat de gecombineerde breilaag-segmenten 14 een afwijkend zicht verschaffen 20 op ten minste één van het breisel deel uitmakende draad welke draad aan de zichtzijde elders niet op dezelfde wijze visueel toegankelijk is. Met het afwijkende uiterlijk wordt dus het zicht op de segmenten 14 vergeleken met het zicht op de gecombineerde breilaag-segmenten 14 omgevende breilaag 11.

25 In figuur 2B is getoond hoe tussen de breilagen 11,12 uit figuur 2A met de afstanddraad 13 op afstand van elkaar worden gehouden. Daar waar de breilagen 11, 12 overgaan in de enkele gecombineerde breilaag 15 wordt ten minste één van een onderste breilaag 12 deel uitmakende draad 16 nu zichtbaar aan de overliggende (bovenste) breilaag 11. Aldus zal het gecombineerde breilaag-segment 14 visueel (bijvoorbeeld in kleur en/of 30 textuur) afwijken van de omgevende breilaag 11.

Figuur 3A toont een dwarsdoorsnede door weer een ander breisel 20 met een segment bestaande uit twee breilagen 21, 22, welke breilagen 21, 22 door een afstanddraad 23 uiteen worden gehouden. Tussen de breilagen 21, 22 is naast de afstanddraad 23 ook 6 een additionele draad 24 gehuisvest. Ter hoogte van de twee breilagen 21,22 is deze los maar ter hoogte van de enkele gecombineerde breilaag 25 is de additionele draad 24 zodanig in deze gecombineerde breilaag 25 aangebracht dat er van de ten minste van een kant van het breisel 20 op de additionele draad 24 . Als - hier niet getoond -5 alternatief is het is het eveneens mogelijk dat de additionele draad 24 van beider zijden van het breisel 20 ter hoogte van de gecombineerde breilaag 25 zichtbaar is. Ook op deze wijze kan worden gerealiseerd dat de gecombineerde breilaag 25 visueel afwijkt van de omgevende breilagen 21, 22.

10 Weer een ander alternatieve uitvoeringsvariant van een breisel 30 overeenkomstig de uitvinding wordt in dwarsdoorsnede getoond in figuur 3B. Het breisel kent lokaal weer twee breilagen 31, 32, welke breilagen 31, 32 echter nu slechts over een deel van hun oppervlakten door een afstanddraad 33 uiteen worden gehouden. Over een ander deel van de oppervlakten van de breilagen 31, 32 (n.b. dit deel is aangeduid met verwijscijfer 15 34) zijn de breilagen 31, 32 echter niet gekoppeld door middel van de afstanddraad 33.

Verder lijkt het hier weergegeven breisel in verregaande mate op het breisel 1 zoals weergegeven in figuur 1B. Daar waar de breilagen 31,32 overgaan in een enkele gecombineerde breilaag 34 is de afstanddraad 33 min of meer vlak in de gecombineerde breilaag 34 opgenomen.

20

Claims (7)

1. Breisel omvattende ten minste twee breilagen die lokaal op afstand van elkaar zijn gelegen, welke lagen daar waar deze op afstand zijn gelegen door ten minste één op 5 de beide breilagen aangrijpende afstanddraad onderling zijn verbonden, waarbij het breisel tevens lokaal slechts een enkele gecombineerde brei laag omvat in welke enkele gecombineerde breilaag draden afkomstig uit de op afstand van elkaar gelegen breilagen zijn verenigd in de enkele gecombineerde breilaag.

2. Breisel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de lagen daar waar deze zich op afstand van elkaar bevinden in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar verlopen.

3. Breisel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de ten minste ene afstanddraad daar waar lokaal slechts een enkele gecombineerde breilaag aanwezig is in 15 hoofdzaak evenwijdig aan de enkele gecombineerde breilaag verloopt.

4. Breisel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een draad die deel uitmaakt van maar één van beide breilagen daar waar slechts een enkele gecombineerde breilaag aanwezig is zichtbaar is aan de zijde van de enkele 20 gecombineerde breilaag die is afgekeerd van deze ene van de beide breilagen.

5. Breisel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat ten minste één draad op locaties met twee breilagen vlak tussen deze twee breilagen wordt geplaatst, welke ten minste ene draad naar keuze zichtbaar wordt op ten minste een deel 25 van de locaties met de enkele gecombineerde breilaag.

6. Breisel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de onderlinge afstand tussen de breilagen die lokaal op afstand van elkaar zijn gelegen in hoofdzaak constant is. 30

7. Werkwijze voor het machinaal breien van een breisel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het breisel in slechts een enkele breigang wordt vervaardigd.