NL2000746C2 - Kraan voor verwarmingsinrichting voor water met een temperatuur die hoger is dan 80°C. - Google Patents

Description

Kraan voor verwarmingsinrichting voor water met een temperatuur die hoger is dan 80°C

De uitvinding betreft een kraan voor het besturen van de uitgaande waterstroom van een 5 inrichting voor het verwarmen van water met een temperatuur die hoger is dan 80°C, waarbij de kraan een afsluiter en een met de hand bedienbare knop omvat, die is ingericht voor het aandrijven van de afsluiter, waarbij de knop beweegbaar is tussen een open positie waarin de afsluiter geopend is en een gesloten positie waarin de afsluiter is gesloten.

10

In richtingen voor het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik, zoals boilers of geisers zijn in het algemeen ingericht voor het leveren van water van een temperatuur die lager is dan 80°C. Toch bestaat er behoefte aan een dergelijk inrichting die water van een hogere temperatuur kan leveren, bijvoorbeeld voor het bereiden van thee of 15 andere op heet water gebaseerde dranken. Het betreft hier in het bijzonder inrichtingen die een voorraad water van deze temperatuur beschikbaar hebben opdat direct heet water kan worden geleverd. Het kunnen afleveren van dergelijke hoeveelheden heet water brengt potentiële gevaren met zich mee zoals het ongewild laten doorlopen van de stroom heet water, hetgeen verbranding tot gevolg kan hebben. Ook kan na het 20 wegvallen van de waterdruk kan het gevaar ontstaan dat bij het terugkeren van waterdruk de stroom heet water ongemerkt wordt hervat, hetgeen tot gevaarlijke situaties kan leiden.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke inrichting 25 waarbij bovengenoemde problemen worden vermeden. Dit doel wordt bereikt door een dergelijke inrichting die is voorzien van een met de afsluiter gekoppeld dringelement voor het van de open positie naar de gesloten positie dringen van de afsluiter.

Als gevolg van deze maatregelen, moet de gebruiker de kraan bewust open houden 30 zodat wordt voorkomen dat de kraan omgemerkt geopend blijft.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm is de afsluiter ingericht om door rotatie te worden aangedreven en is de knop ingericht om te worden geroteerd. Hiermede wordt 2 aangesloten bij de gebruikelijke constructie van een kraan, zodat gebruik kan worden gemaakt van gemakkelijk verkrijgbare en aldus goedkope onderdelen.

Volgens een verder voorkeursuitvoeringsvorm omvat het dringelement een veer.

5 Alhoewel het in principe mogelijk is een kraan met een functionaliteit volgens de uitvinding te vervaardigen op basis van de waterdruk, maakt het gebruik van een veer een eenvoudige constructie mogelijk.

Het is in principe mogelijk de veer direct met de afsluiter te koppelen, maar de 10 constructie wordt vereenvoudigd wanneer de veer via een onderdeel van de knop is gekoppeld met de afsluiter.

Voorts wordt een aantrekkelijke constructie verkregen wanneer de veer een schroefveer is welke is ingericht om te worden getordeerd en wanneer de veer rondom een 15 cilindrisch roteerbaar deel van de knop is geplaatst.

Alhoewel de bovenstaande maatregelen voorzien in het onbewust open houden van de kraan, kunnen er bovendien ongewenste situaties ontstaan wanneer de kraan per ongeluk wordt geopend, bij voorbeeld door een ongelukkige beweging of wanneer deze 20 wordt geopend door personen zoals kinderen die niet op de hoogte zijn van de hoge temperatuur van het uit de kraan vloeiende water. Om deze gevaren te vermijden verschaft een verdere uitvoeringsvorm de maatregel dat de knop is gekoppeld met een blokkeringselement dat door een tweede dringelement naar een blokkerende positie wordt gedrongen en dat door de bediening naar een vrijgevende positie beweegbaar is 25 waarbij het blokkeringselement in beide posities is opgenomen binnen de omhullende van de knop.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de knop hoofdzakelijk cilindrisch en omvat het blokkeringselement een in axiale richting van de knop beweegbaar, in het kopvlak 30 van de knop opgenomen element. Hiermede wordt de ontgrendelingsbeweging van het blokkeringselement vereenvoudigd; er is immers de referentie van de knop. Het blokkeringselement wordt ten opzichte van de knop bewogen, zodat de vingers die het blokkeringselement bewegen, de betreffende beweging gemakkelijk en bewust kunnen uitvoeren.

5 3

Om het uiterlijk van de knop te verfraaien, heeft het de voorkeur dat het buitenvlak van het blokkeringselement in de blokkerende positie samenvalt met het kopvlak van de knop.

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm is de knop hoofdzakelijk cilindrisch en omvat het blokkeringselement een in axiale richting beweegbare ring die is opgenomen in het mantelvlak van de knop. Hiermede worden weliswaar dezelfde voordelen verkregen als bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, doch in een andere configuratie.

10

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm, die overigens eveneens ook zonder de hierboven toegelichte maatregelen met betrekking tot de knop kan worden toegepast, omvat de kraan een vast te bevestigen deel en een draaibaar daarin bevestigde uitlooppijp waarvan de binnenzijde tenminste gedeeltelijk is bekleed met een slang. Bij 15 het openen van de kraan, zal het in aan de kraan en de uitloop van de kraan toegevoerde water worden onderworpen aan een drukverlaging, die kan leiden tot het koken van water, hetgeen in de meeste gevallen minder gewenst is. Om dit verschijnsel tegen te gaan, is het van de belang de drukverlaging zo veel mogelijk te beperken, hetgeen kan worden bereikt door de doortocht van de uitloop klein te maken. Dit wordt bereikt door 20 het aanbrengen van de slang. Voorts heeft de slang een thermisch isolerende werking, waardoor het door de uitloop heen vloeiende hete water niet leidt tot een hete uitloop, hetgeen tot verbrandingsverschijnselen zou kunnen leiden.

Uit proeven is gebleken dat een van siliconen bevattend materiaal vervaardigde slang 25 tot goede resultaten leidt.

Om te voorkomen dat de slang door het stromende water naar buiten wordt gewerkt, en het in principe mogelijk is de slag door middel van bijvoorbeeld lijmen te bevestigen, heeft het de voorkeur wanneer de slang aan tenminste een einde van de uitloop door 30 middel van een inzetstuk is gefixeerd.

Om gemakkelijke montage mogelijk te maken heeft het de voorkeur dat de slang aan de zijde van het vaste deel door middel van een eerste inzetstuk is gefixeerd.

4

De montage wordt verder vergemakkelijkt wanneer het eerste inzetstuk van een zich aan de binnenzijde van de slang uitstrekkend deel is voorzien dat een borst omvat die door middel van een in de uitlooppijp aangebrachte zich binnen uitstrekkende ril met behulp van de slang door vormopsluiting is gefixeerd.

5

Ter verbetering van de bevestiging is het aantrekkelijk wanneer de slang aan de uitloopzijde van de uitloop door middel van een tweede inzetstuk is gefixeerd.

Ook de montage aan de uitloopzijde wordt verbeterd wanneer het tweede inzetstuk door 10 middel van vormopsluiting tussen een perlator en de uitloop is gefixeerd.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren, waarin voorstellen:

Figuur 1: een schematisch aanzicht van een kraan volgens de onderhavige 15 uitvinding;

Figuur 2: een doorsnedeaanzicht van de knop van de in figuur 1 afgebeelde kraan;

Figuur 3: een doorsnedeaanzicht van de uitloop van de in figuur 2 afgebeelde kraan;

Figuur 4: een detaildoorsnedeaanzicht van het instroomeinde van de in figuur 3 20 afgebeelde kraan; en

Figuur 5: een detaildoorsnedeaanzicht van het uitstroomeinde van de in figuur 3 afgebeelde kraan.

In figuur 1 is een in zijn geheel met 1 aangeduide kraan afgebeeld die bevestigd is op 25 een vlakke ondergrond 2, zoals een werkblad van een aanrecht. De kraan 1 omvat een kraanlichaam 3, dat door middel van een toevoerbuis 5 is verbonden met de ondergrond 2, waarbij de toevoerbuis 5 zich door de ondergrond 2 heen uitstrekt. Door middel van een niet in de tekening weergegeven bevestigingsmiddel is de toevoerbuis 5 verbonden met de ondergrond. Tegen het kraanlichaam 3 aan is een bedieningknop 6 aangebracht, 30 waarmee de kraan bediend kan worden. In het kopvlak 7 van de knop 6 is een blokkeringselement 8 aangebracht. Op het kraanlichaam 3 is een uitstroombuis 9 bevestigd, waarop een uitloop 10 draaibaar is bevestigd.

5

Door de knop 6 over een hoek van maximaal 45° te verdraaien, wordt de kraan geopend en kan heet water worden getapt. Hierbij is de toevoerbuis 5 verbonden met een inrichting voor het bereiden van heet water, in het bijzonder met een boiler die is ingericht voor het bereiden van dergelijk heet water.

5

De in figuur 2 afgebeelde knop 6 omvat een huls 11, die in rotatie is verbonden met een deel 12, dat in rotatie is verbonden met de as 13. Rondom het deel 12 en een vast cilindrisch deel 14 is een schroefveer 15 aangebracht, die door middel van klemmen 16, respectievelijk 17 voor krachtoverdracht is opgesloten tussen de delen 12 respectievelijk 10 14. De kraan wordt geopend door de knop 6 tegen de door de schroefVeer 15 opgewekte kracht in te draaien naar de open positie. Wanneer de knop 6 wordt losgelaten dringt deze veer 15 de knop 6 en daarmede de kraan 1 weer terug naar de gesloten positie.

Voorts is in de knop 6 een blokkeringselement 8 aangebracht dat in de niet bediende 15 toestand de rotatie van de knop 6 blokkeert door middel van een nok 18, die zich uitstrekt tot in een in het blokkeringselement 8 aangebracht groef. Het blokkeringselement 8 kan echter tegen de door een veer 19 opgewekte veerdruk in weer ingedrukt, waardoor de nok 18 vrij komt van de groef en het blokkeringselement 8, dat voor rotatie is verbonden met de knop 6, vrij kan roteren. Hiermede wordt voorkomen 20 dat de kraan ongewild wordt geopend.

Figuur 3 toont de uitloop 10 van de kraan, die roteerbaar is verbonden met de uitstroombuis 9 van de kraan 1. De uitloop 10 omvat een bij voorkeur van metaal zoals messing of roestvast staal vervaardigd gebogen buisdeel 25, dat aan zijn binnenzijde is 25 voorzien van een bekleding in de vorm van een slang 26, die van hittebestendig materiaal zoals een siliconen bevattend materiaal of een andere hittebestendige kunststof is gevormd. Deze slang is zowel aan de toevoerzijde als aan de uitloopzijde van de uitloop 10 verbonden met het buisdeel 25.

30 In figuur 4 is getoond hoe de slang 26 aan de toevoerzijde met het buisdeel 25 is verbonden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de reeds voor plaatsing van afdichtende O-ringen 27 en 28 in het buisdeel 25 aanwezige rillen 29, 30. Ter fixatie van de slang 26 is een rotatiesymmetrisch inzetstuk 31 aangebracht, dat van een smal deel 32 en een breed deel 33 is voorzien. De dikte van het brede deel 33 komt overeen met die van het 6 buisdeel 25, zodat een doorgaand geheel wordt verkregen. Het smalle deel 32 dient voor het klemmen van de einde van de slang in het einde van het buisdeel 25. Het smalle deel 32 is voorts van een borst 34 voorzien, die - nadat het inzetstuk 31 op zijn plaats is gebracht - opgesloten wordt achter de eerste ril 29 en aldus zorg draagt voor het fixeren 5 van het inzetstuk 31. Hierbij wordt opgemerkt dat de diameter van het in het inzetstuk 31 aangebrachte kanaal overeenkomt met die van het in de slang 26 aanwezige kanaal, zodat de door de uitloop 10 heen vloeiende vloeistof nauwelijks aan veranderingen in de doortocht is onderworpen. Voorts vereist deze wijze van fixatie een mate van samendrukbaarheid van het materiaal waarvan de slang 26 is gemaakt.

10

Ten slotte toont figuur 5 het uitloopeinde van het uitloop 10. Hierbij is door middel van op het betreffende einde van het buisdeel 25 aangebrachte schroefdraad 35 een huls 36 geschroefd die, zoals gebruikelijk, een perlator 37 fixeert. In het onderhavige geval is een inzetstuk 38 aanwezig dat gefixeerd wordt tussen de perlator 37 en het buisstuk 25.

15 Het buisstuk is voorzien van een flens 39 die wordt vastgeklemd tussen de perlator 37 en het buisstuk en een cilindrisch deel 40 dat de slang 26 opsluit.

Het zal duidelijk zijn dat talloze variaties kunnen worden aangebracht van de hierboven genoemde constructies binnen het kader van de uitvinding.

20

Claims (16)

1. Kraan voor het besturen van de uitgaande waterstroom van een inrichting voor het verwarmen van water tot een temperatuur die hoger is dan 80°C, waarbij de kraan 5 een afsluiter en een met de afsluiter gekoppelde, met hand bedienbare knop omvat, die is ingericht voor het aandrijven van de afsluiter, waarbij de knop beweegbaar is tussen een open positie waarin de afsluiter geopend is en een gesloten positie waarin de afsluiter is gesloten, gekenmerkt door een met de afsluiter gekoppeld dringelement voor het van de open positie naar de gesloten positie dringen van de afsluiter. 10

2. Kraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afsluiter is ingericht om door rotatie te worden aangedreven en dat de knop is ingericht om te worden geroteerd.

3. Kraan volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het dringelement een 15 veer omvat.

4. Kraan volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de veer via een onderdeel van de knop is gekoppeld met de afsluiter.

5. Kraan volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de veer een schroefVeer is welke is ingericht om te worden getordeerd en dat de veer rondom een cilindrisch roteerbaar deel van de knop is geplaatst.

6. Kraan volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 25 knop is gekoppeld met een blokkeringselement dat door een tweede dringelement naar een blokkerende positie wordt gedrongen en dat door de bediening naar een vrijgevende positie beweegbaar is waarbij het blokkeringselement in beide posities is opgenomen binnen de omhullende van de knop.

7. Kraan volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de knop hoofdzakelijk cilindrisch is en dat het blokkeringselement een in axiale richting van de knop beweegbaar, in het kopvlak van de knop opgenomen element omvat.

8. Kraan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het buitenvlak van het blokkeringselement in de blokkerende positie samenvalt met het kopvlak van de knop.

9. Kraan volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de knop hoofdzakelijk 5 cilindrisch is en dat het blokkeringselement een in axiale richting van de knop beweegbare ring omvat die is opgenomen in het mantel vlak van de knop.

10. Kraan volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kraan een vast te bevestigen deel en een draaibaar daarin bevestigde uitlooppijp omvat, 10 waarvan de binnenzijde tenminste gedeeltelijk is bekleed met een isolerend materiaal.

11. Kraan volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het isolerende materiaal door een slang is gevormd die van siliconen bevattend materiaal is vervaardigd.

12. Kraan volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de slang aan tenminste een einde van de uitloop door middel van een zich tot binnen de slang uitstrekkende inzetstuk in de uitloop is gefixeerd.

13. Kraan volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de slang aan de zijde van het 20 vaste deel door middel van een eerste inzetstuk is gefixeerd.

14. Kraan volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het eerste inzetstuk van een zich aan de binnenzijde van de slang uitstrekkend deel is voorzien dat een borst omvat die door middel van een in de uitlooppijp aangebrachte zich binnen uitstrekkende ril 25 met behulp van de slang door vormopsluiting is gefixeerd.

15. Kraan volgens conclusie 12,13 of 14, met het kenmerk, dat de slang aan de uitloopzijde van de uitloop door middel van een tweede inzetstuk is gefixeerd.

16. Kraan volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het tweede inzetstuk door middel van vormopsluiting tussen een perlator en de uitloop is gefixeerd.