NL2003205C2 - Tapkraan voor het tappen van kokend water en koud water. - Google Patents

Description

Tapkraan voor het tappen van kokend water en koud water

De uitvinding betreft een tapkraan voor het tappen van kokend water uit een inrichting voor het bereiden van kokend water, omvattende een kraanhuis, een in het kraanhuis 5 geplaatste kokendwateraansluiting die is ingericht voor verbinding met de inrichting voor het bereiden van kokend water, een met de kokendwateraansluiting verbonden, thermisch isolerend in het kraanhuis opgenomen kokendwaterafsluiter en een op het kraanhuis geplaatste uitlooptuit, waarin een op de kokendwaterafsluiter aangesloten thermisch isolerend kokendwaterkanaal zich doorheen uitstrekt.

10

Een dergelijke tapkraan is bekend uit EP-0 792 970.

Deze tot de stand van de techniek behorende tapkraan is slechts geschikt voor het tappen van water dat afkomstig is van een toestel voor het bereiden van kokend water.

15 Onder kokend water wordt water verstaan dat een temperatuur heeft die hoger is dan 95 °C. Hierbij wordt opgemerkt dat het water in de bereidingsinrichting weliswaar temperaturen kan bereiken die boven de 100 °C liggen, maar dat de temperatuur van het uit de kraan tredende tapwater door warmteverlies als gevolg van expansie en warmteoverdracht aan de het water geleidende kanalen veelal lager is. Ook water van 20 een dergelijke temperatuur wordt beschouwd als ‘kokend’ water.

Dergelijke toestellen voor het bereiden van kokend water worden in keukens toegepast voor bereiden van water voor het zetten van thee, of voor het koken van spijzen. Veelal worden dergelijke toestellen geplaatst wanneer een nieuwe keuken wordt geplaatst. Dan 25 wordt het aanrechtblad voorzien van een opening voor het plaatsen van de kraan van het hierboven toegelichte type en een opening voor een kraan voor het tappen van kouder water.

Ook in bestaande keukens bestaat de behoefte aan het plaatsen van een dergelijk toestel 30 voor het bereiden van kokend water. Dit vereist het aanbrengen van een tweede opening voor het plaatsen van de kokendwaterkraan. Het boren van een opening in een reeds geïnstalleerd aanrechtblad is veelal lastig. Immers aanrechtbladen zijn veelal gemaakt van materialen waarin slechts met gespecialiseerd gereedschap kan worden geboord, zoals natuursteen, kunststofcomposieten, met een laag kunststof bedekt houtvezelplaat 2 of met roestvast staal gelamineerd hout. Het naderhand plaatsen van een extra kraan brengt aldus moeilijkheden met zich mee.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van middelen voor het plaatsen van een 5 toestel voor het bereiden van kokend water en een daarbij behorende tapkraan waarvoor geen nieuwe openingen in het aanrechtblad behoeven te worden geboord.

Dit doel wordt bereikt door een kraan van de bovengenoemde soort, die is voorzien van een koudwateraansluiting die is ingericht voor verbinding met een toevoer van water 10 met een lagere temperatuur dan die van kokend water, een met de koudwateraansluiting verbonden, in het kraanlichaam opgenomen koudwaterafsluiter en een met de koudwaterafsluiter verbonden, zich door de uitloop heen uitstrekkend koudwaterkanaal.

De tapkraan volgens de onderhavige uitvinding vervult aldus de gecombineerde functie 15 van een tapkraan voor kokend water en voor koud water, waarbij de noodzaak voor het boren van een extra opening komt te vervallen. Voorts is minder ruimte op het aanrecht noodzakelijk, omdat slechts behoeft te worden volstaan met een enkele kraan. Hierbij wordt opgemerkt dat onder ‘koud water’ water wordt verstaan dat kouder is dan het kokende water. Dit koude water kan aldus worden gevormd door onverwarmd water 20 maar evenzeer door bijvoorbeeld door een boiler verwarmd water met temperaturen tot 85 °C.

[2] Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm wordt de koudwaterafsluiter gevormd door een mengbatterij, die behalve met de koudwateraansluiting tevens is verbonden 25 met een warmwateraansluiting die is ingericht om te worden verbonden met een inrichting voor het bereiden van warm water. Hiermede wordt een combinatie verkregen van een tapkraan voor het tappen van kokend water in combinatie met de gebruikelijke mengkraan voor het tappen van warm of koud water.

30 [3] Bij voorkeur zijn het koudwaterkanaal en het kokendwaterkanaal concentrisch in de uitlooptuit opgenomen, strekt het koudwaterkanaal zich buiten het kokendwaterkanaal uit, en is aan het einde van de uitloop een perlator aangebracht die is ingericht voor het verenigen van de uit het kokendwaterkanaal en het koudwaterkanaal vloeiende waterstroom. Het pas aan het einde van het traject door de kraan heen uitstrekkende 3 traject verenigen van de kanalen voor kokend water en kouder water, maakt het tappen van water van beide temperaturen onafhankelijk. Dit heeft tot gevolg dat wordt voorkomen dat na het tappen van kokend water de uitlooptuit gevuld blijft met kokend water en bij het vervolgens tappen van kouder water aanvankelijk het kokend hete water 5 uit de uitlooptuit vloeit. Dit zou immers kunnen hebben leiden tot verbranding van onder de uitlooptuit gehouden handen.

[4] Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de uitloop om een hoofdzakelijk verticale as draaibaar op het kraanlichaam bevestigd, wordt het kokendwaterkanaal door 10 een van thermisch isolerend materiaal vervaardigde slang gevormd die zich in de uitloop uitstrekt. Hiermede wordt het mogelijk de maatregelen volgens de uitvinding te gebruiken bij een gebruikelijke zwenkbare uitloop. De slang dient hierbij voor het thermisch isoleren van de kanalen voor het kokende water en het koudere water binnen de uitloop.

15 [5] Om de constructie te vereenvoudigen, is de uitloop bevestigd op een draaibaar in het kraanhuis bevestigd draaistuk, strekt de slang zich centraal door de uitloop heen uit en is de slang bevestigd op een centraal aan het draaistuk aangevormd, zich naar boven uitstrekkend buisstuk. Voorts wordt hiermede bereikt dat de inwendige slang met de 20 uitloop en het draaistuk mee roteert, zodat de uitloop volledig vrij kan roteren en afknelling van de slang en het kokendwaterkanaal door voortgezette torsie van de slang wordt voorkomen.

[6] De constructie van de tapkraan is gecompliceerd; er moet immers een groot aantal 25 onderdelen in worden geplaatst. De constructie wordt echter vereenvoudigd wanneer aan het draaistuk een zich centraal naar beneden uitstrekkend, op het zich naar boven uitstrekkende buisstuk aansluitend buisstuk is aangebracht, onder het zich naar beneden uitstrekkende buisstuk in het kraanlichaam een met de uitstroomopening van de kokendwaterafsluiter verbonden kamer is uitgespaard, het draaistuk van tenminste één 30 naar beneden gerichte opening is voorzien en onder een resterend deel van het draaistuk een met de uitstroomopening van de koudwaterafsluiter verbonden kamer is uitgespaard.

4 [7] Het gebruik van een tapkraan voor kokend water brengt het gevaar van verbranding van in het bijzonder de handen met zich mee. Om ongewild open laten staan van de tapkraan voor kokend water te vermijden is volgens een voorkeursuitvoeringsvorm de kokendwaterafsluiter met een veer gekoppeld die is ingericht voor het naar zijn gesloten 5 positie terugdringen van de afsluiter.

[8] Om ongewild openen van de kokendwaterafsluiter te vermijden is bij voorkeur de kokendwaterafsluiter met een beweegbare bedieningsknop gekoppeld en is de bedieningsknop van een blokkeerelement voorzien dat is ingericht voor het in zijn 10 rustpositie blokkeren van beweging van de bedieningsknop en voor het in zijn tegen een veerdruk ingedrukte positie vrijgeven van de beweging van de bedieningsknop.

[9] Bij de tot de stand van de techniek behorende mengkranen hoeven slechts twee toevoerleidingen te worden aangesloten. Bij de kraan volgens de uitvinding moeten er 15 echter drie worden aangesloten, die alle vanaf de onderzijde van het aanrechtblad naar de kraan leiden en die dus alle het aanrechtblad moeten passeren. De meeste bestaande tapkranen zijn gemonteerd in een ronde opening met een diameter van 35mm. Om geen nieuwe boorhandelingen of andere verspanende bewerkingen aan de opening te hoeven verrichten, heeft het de voorkeur dat ook de tapkraan volgens de uitvinding van een 20 dergelijke opening gebruik kan maken. Dit blijkt mogelijk te zijn doordat het kraanlichaam aan zijn onderzijde is verbonden met een bus die is ingericht voor het bevestigen van de kraan op een montageblad in een positie waarin de bus zich door een in het montageblad aangebrachte opening heen uitstrekt en de wateraansluitingen zich door de bus heen uitstrekkende kanaalstukken omvatten. Hierbij dient de bus voor een 25 stevige bevestiging van het kraanlichaam, waarbij het inwendige van de bus vrij blijft voor het doorleiden van de aansluitkanalen. De toepassing van een bus heeft voorst het gevolg dat de bus niet alleen door klemwerking wordt bevestigd, maar dat deze ook met zijn mantelvlak tegen de wanden van de opening aan ligt voor het verkrijgen van een betere stabiliteit.

30 [10] De constructie van de bevestiging op het aanrechtblad wordt verder vereenvoudigd wanneer de bus door middel van een tot op een aan het ondereinde van de bus aangebrachte schroefdraad schroefbare moer op het montageblad bevestigbaar is.

5 [11] Om de kraan een aantrekkelijk uiterlijk te verschaffen en om de bediening te vereenvoudigen, heeft het de voorkeur dat de afsluiters beide hoofdzakelijk cilindrisch zijn en dat zij concentrisch aan weerszijden van de uitlooptuit van zijn geplaatst.

5 Vervolgens wordt de onderhavige uitvinding toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen:

Figuur 1: een schematisch perspectivisch aanzicht van een tapkraan volgens de uitvinding;

Figuur 2: een doorsnedeaanzicht van het kraanlichaam van de in figuur 1 10 afgebeelde tapkraan; en

Figuur 3: een doorsnedeaanzicht van het vrije einde van de uitlooptuit van de in figuur 1 afgebeelde tapkraan.

De in figuur 1 afgebeelde, in zijn geheel met 1 aangeduide tapkraan in geplaatst op een 15 werkblad of aanrechtblad 2, waarin een opening 3 is aangebracht voor het doorlaten van een bevestigingsbus 4 en daarin opgenomen toevoerkanalen 5, 6 en 7. De tapkraan 1 omvat voorts een bijvoorbeeld van verchroomd messing vervaardigd kraanhuis 8, dat in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld hoofdzakelijk kruisvormig is met een zich hoofdzakelijk verticaal uitstrekkende kolom 9 en een zich hoofdzakelijk horizontaal 20 uitstrekkend kraanhuisdeel 10. Op de kolom 9 is een uitloop 11 om een hoofdzakelijk vertikale as zwenkbaar geplaatst. Het horizontale deel 10 van het kraanhuis 8 omvat aan weerszijden elk een bedieningsknop 12, respectievelijk 13.

Vervolgens zal de constructie van de tapkraan nader worden toegelicht aan de hand van 25 figuur 2. De kolom 9 van het kraanhuis 8 is aan zijn onderzijde voorzien van een ring 14 waarmee de kolom op het werkblad 2 rust. De bevestigingsbus 4 is bijvoorbeeld door middel van schroefdraad aan de kolom 9 bevestigd. De buitenzijde van de bevestigingsbus 4 is voorzien van schroefdraad en door middel van een moer 15 is de bus vastgeschroefd tegen het werkblad 2 voor het verkrijgen van een stabiele 30 bevestiging van het kraanhuis 8 op het werkblad 2.

In de rechter helft van het horizontale deel 10 van het kraanhuis 8 is een mengafsluiter 20 aangebracht, van het type dat ook wel als mengbatterij wordt aangeduid. Deze mengafsluiter 20 is bedienbaar door de bedieningsknop 13, die ter vergemakkelijking 6 van de bediening van een hefboom 21 is voorzien. De bediening van de mengafsluiter 20 vindt plaats op gebruikelijke wijze, namelijk door het kantelen van de hefboom 21 regelen van de hoeveelheid water en door het om zijn horizontale as draaien van de hefboom 21 regelen van de temperatuur van het water. In de linker helft van het 5 horizontale deel 10 is een afsluiter 22 aangebracht, die in het bijzonder geschikt is voor het hanteren van een waterstroom met een hoge temperatuur. Omdat deze afsluiter 22 zelf eveneens een hoge temperatuur aan kan nemen is deze door tussenvoeging van een thermisch isolerende bus 23 in het betreffende deel van het kraanhuis 8 geplaatst.

10 De uitloop 11 strekt zich uit tot op een draailichaam 25 dat draaibaar gelagerd is in het kraanhuis 8. De uitloop 11 omvat een van metaal zoals messing vervaardigde en veelal met een chroomlaag bedekte buis 26 die aan zijn onderzijde bijvoorbeeld door solderen met het draailichaam 25 is verbonden. Het draailichaam 25 is voorts voorzien van een zich naar boven uitstrekkend buisstuk 27, waaromheen het ondereinde van een van 15 thermisch isolerend materiaal zoals siliconen vervaardigde slang 28 klemmend is bevestigd. Aan het vrije einde van de uitloop 11 is een perlator 29 bijvoorbeeld door een moer bevestigd. Boven de perlator 29 is een flens 30 geplaatst dat op zijn buitenomtrek met de uitloop is verbonden. De flens 30 is van diverse openingen voorzien waardoor het koudere water uit het kanaal voor kouder water de perlator 29 kan bereiken. De 20 flens 30 is voorts voorzien van een zich naar boven uitstrekkend buisstuk 32, waaromheen het vrije einde van de slang 28 is geklemd. Aldus is een constructie verkregen waarmede de beide kanalen, en wel het door de slang 28 ingesloten kokendwaterkanaal en het tussen de slang 28 en de buis 26 ingesloten kanaal voor kouder water naar de perlator 29 leiden. Hierbij wordt de positie van tenminste beide 25 einden van de slang 28 bepaald. Voor het afdichten van de buis 26 ten opzichte van een in de kolom 9 van het kraanhuis 8 geplaatste bus 34 zijn in de buis 26 twee groeven aangebracht waarin O-ringen zijn geplaatst.

In het kraanhuis 8 is een kraanlichaam 40 geplaatst dat bijvoorbeeld van messing is 30 vervaardigd. Het kraanlichaam 40 dient voor het bepalen van de plaats van diverse in het kraanhuis 8 te plaatsen delen zoals de afsluiters 20, 22 en het draaistuk 25. Het draaistuk 25 is in het kraanlichaam 40 gelagerd. Voorts is het kraanlichaam 40 voorzien van kanalen voor het geleiden van het water. Zo is het kraanlichaam 40 aan zijn onderzijde voorzien van aansluitingen 41, 42 respectievelijk 43 voor verbindingslangen 7 voor het toevoeren van kokende water, warm water en koud water aan de tapkraan 1. Van de aansluiting 41 voor kokend water leidt een in de tekening niet zichtbaar kanaal 44 naar de toevoeropening van de afsluiter 22 voor kokend water en van de afvoeropening van deze afsluiter 22 leidt een in de tekening niet zichtbaar kanaal naar 5 een holte 45 onder een zich vanaf het draaistuk naar beneden uitstrekkend buisstuk 25. Van de aansluiting 42, 43 voor koud, respectievelijk warm water leiden niet in de tekening weergegeven kanalen door het kraanlichaam naar de betreffende toevoeropening van de mengafsluiter 20. Van de afvoeropening van de mengafsluiter 20 leidt een kanaal 46 naar een onder het draaistuk 25, rondom de het zich naar beneden 10 uitstrekkende buisstuk uitstrekkende holte 47. Door in het draaistuk 25 aangebrachte openingen komt het water in het kanaal voor kouder water van de uitloop 11 terecht.

Het zal overigens duidelijk zijn dat op diverse plaatsen afdichtingsringen zijn aangebracht tussen de diverse onderdelen.

15 Overigens wordt voor de constructie van de bedieningsknop van de kokendwaterafsluiter verwezen naar het Nederlandse octrooi NL-2000746.

Vervolgens zal de werking van de tapkraan worden toegelicht. Nadat de tapkraan is geïnstalleerd en de toevoerleidingen voor respectievelijk kokend water, warm water en 20 koud water zijn aangesloten, kan de tapkraan worden gebruikt. Voor het tappen van kokend water, bijvoorbeeld voor het vullen van een theeglas, wordt de blokkeringsknop ingedrukt en wordt de bedieningsknop verdraaid. Hierna zal kokend water uit de perlator van de uitlooptuit vloeien. Bij het loslaten van de knop en het sluiten van de afsluiter stopt de stroom van kokend water. De bediening van de mengkraan geschiedt 25 op de thans algemeen bekende wijze.

Alhoewel dit in de huidige uitvoeringsvorm niet is voorzien, kan een onderlinge blokkering worden toegepast om te voorkomen dat beide afsluiters tegelijkertijd geopend zijn.

30

Claims (11)

1. Tapkraan voor het tappen van kokend water uit een inrichting voor het bereiden van kokend water, omvattende: 5. een kraanhuis; - een in het kraanhuis geplaatste kokendwateraansluiting die is ingericht voor verbinding met de inrichting voor het bereiden van kokend water; - een met de kokendwateraansluiting verbonden, thermisch isolerend in het kraanhuis opgenomen kokendwaterafsluiter; 10. een op het kraanhuis geplaatste uitloop, waarin een op de kokendwaterafsluiter aangesloten thermisch isolerend kokendwaterkanaal zich doorheen uitstrekt, gekenmerkt door: - een in het kraanhuis geplaatste koudwateraansluiting die is ingericht voor verbinding met een toevoer van water met een lagere temperatuur dan die van kokend water; 15. een met de koudwateraansluiting verbonden, in het kraanhuis opgenomen koudwaterafsluiter; en - een met de koudwaterafsluiter verbonden, zich door de uitlooptuit heen uitstrekkend koudwaterkanaal.

2. Tapkraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koudwaterafsluiter wordt gevormd door een mengbatterij, die behalve met de koudwateraansluiting tevens is verbonden met een in het kraanhuis opgenomen warmwateraansluiting die is ingericht om te worden verbonden met een inrichting voor het bereiden van warm water.

3. Tapkraan volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het koudwaterkanaal en het kokendwaterkanaal concentrisch in de uitloop zijn opgenomen, dat het koudwaterkanaal zich buiten het kokendwaterkanaal uitstrekt, dat aan het einde van de uitloop een perlator is aangebracht die is ingericht voor het verenigen van de uit het kokendwaterkanaal en het koudwaterkanaal vloeiende waterstroom. 30

4. Tapkraan volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de uitloop om een hoofdzakelijk verticale as draaibaar op het kraanlichaam is bevestigd, dat het kokendwaterkanaal door een van isolerend materiaal vervaardigde slang wordt gevormd die zich in de uitlooptuit uitstrekt.

5. Tapkraan volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de uitloop is bevestigd op een draaibaar in het kraanlichaam geplaatst draaistuk, dat de slang zich centraal door de uitlooptuit heen uitstrekt en dat de slang is bevestigd op een centraal aan het draaistuk 5 bevestigd, zich naar boven uitstrekkend buisstuk.

6. Tapkraan volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat aan het draaistuk een zich centraal naar beneden uitstrekkend buisstuk is bevestigd, dat onder het zich naar beneden uitstrekkende buisstuk in het kraanlichaam een met de uitstroomopening van 10 de kokendwaterafsluiter verbonden kamer is uitgespaard, dat het draaistuk van tenminste één naar beneden gerichte opening is voorzien en dat onder een resterend deel van het draaistuk een met de uitstroomopening van de koudwaterafsluiter verbonden kamer is uitgespaard.

7. Tapkraan volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kokendwaterafsluiter met een veer gekoppeld is die is ingericht voor het naar zijn gesloten positie terugdringen van de afsluiter.

8. Tapkraan volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat 20 de kokendwaterafsluiter met een beweegbare bedieningsknop is gekoppeld en dat de bedieningsknop van een blokkeerelement is voorzien dat is ingericht voor het in zijn rustpositie blokkeren van beweging van de bedieningsknop en voor het in zijn tegen een veerdruk ingedrukte positie vrijgeven van de beweging van de bedieningsknop.

9. Tapkraan volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kraanhuis aan zijn onderzijde is verbonden met een bus die is ingericht voor het bevestigen van de tapkraan op een werkblad in een positie waarin de bus zich door een in het montageblad aangebrachte opening heen uitstrekt en dat de wateraansluitingen zich door de bus heen uitstrekkende kanaalstukken omvatten. 30

10. Tapkraan volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de bus door middel van een tot op een aan het ondereinde van de bus aangebrachte schroefdraad schroefbare moer op het werkblad bevestigbaar is.

11. Tapkraan volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsluiters beide hoofdzakelijk cilindrisch zijn en dat zij concentrisch aan weerszijden van de uitlooptuit in het kraanhuis zijn geplaatst.