NL2000530C2

NL2000530C2 - Gebouw voorzien van een werkplek, alsmede systeem en werkwijze voor het stofarm houden van de werkplek.

Info

Publication number: NL2000530C2
Application number: NL2000530A
Authority: NL
Inventors: Martin Van Schaik
Original assignee: Martin Van Schaik
Priority date: 2007-03-08
Filing date: 2007-03-08
Publication date: 2008-09-09

Description

Gebouw voorzien van een werkplek, alsmede systeem en werkwijze voor het stofarm houden van de werkplek 5 BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een gebouw voorzien van een werkplek, 10 alsmede van afzuigmiddelen voor het afzuigen van stofhoudende en/of verontreinigde lucht. Onder een werkplek dient hierbij een ruimte verstaan te worden waarbinnen een werker zich begeeft tijdens het werken aan een in de werkplek aanwezige machine of inrichting.

15 Stand van de techniek.

Een dergelijk gebouw voorzien van een werkplek is algemeen bekend. Vaak bevindt de werkplek zich op een plateau of bordes en zijn de afzuigmiddelen onder het plateau of bordes aanwezig. Op de werkplek is vaak een machine of inrichting aanwezig 20 waarbij tijdens gebruik stof vrijkomt. Voorts bevindt zich vaak buiten de werkplek stofhoudende lucht of verdere machines of inrichtingen waarbij tijdens gebruik stof vrijkomt. Ten behoeve van de gezondheid van de werker is het gewenst de werkplek zo goed als mogelijk stofvrij/stofarm te houden.

25 Samenvatting van de uitvinding.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een gebouw van de in de aanhef omschreven soort waarbij de werkplek beter stofarm gehouden kan worden dan in het bekende gebouw. Hiertoe is het gebouw volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het 30 gebouw voorts is voorzien van een systeem voor het stofarm houden van de werkplek, welk systeem blaasmiddelen omvat, die aanwezig zijn aan de rand van de werkplek en die lucht kunnen blazen, zodanig dat voorkomen wordt dat omgevingslucht van buiten de werkplek, 2 de werkplek binnenstroomt. Door niet alleen de stofhoudende lucht af te zuigen maar bovendien te voorkomen dat stofhoudende omgevingslucht de werkplek binnen kan stromen, wordt de werkplek beter strofarm/strofvrij gehouden dan bij het bekende gebouw.

Een uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding is gekenmerkt, 5 doordat de blaasmiddelen de lucht pulserend kunnen blazen. Hierdoor ontstaan geen continue luchtstromen die tocht kunnen veroorzaken en het welzijn van de werker negatief kunnen beïnvloeden.

Een verdere uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de blaasmiddelen verticale kolommen omvatten voorzien van 10 horizontaal gerichte uitstroomopeningen en/of horizontale kolommen voorzien van verticaal gerichte uitstroomopeningen. Bij voorkeur zijn er twee of drie onder 90 graden ten opzichte van elkaar staande uitstroomopeningen aanwezig.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het systeem voorts meetmiddelen omvat voor het meten van 15 luchtstromingen en/of de aanwezigheid van stofdeeltjes in de lucht, welke meetmiddelen eveneens aanwezig zijn aan de rand van de werkplek, alsmede stuurmiddelen die gekoppeld zijn met de meetmiddelen en de blaasmiddelen, welke stuurmiddelen de blaasmiddelen aansturen zodra uit de gegevens van de meetmiddelen volgt dat lucht en/of stof van buiten de werkplek naar de werkplek stroomt of dreigt te stromen.

20 De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het stofarm houden van een werkplek voor toepassing in een gebouw volgens de uitvinding, welk systeem blaasmiddelen omvat voor het blazen van lucht. Voor wat betreft het systeem is de uitvinding gekenmerkt, doordat het systeem voorts meetmiddelen omvat voor het meten van luchtstromingen en/of de aanwezigheid van stofdeeltjes in de lucht, welke 25 meetmiddelen en blaasmiddelen opgesteld kunnen worden aan een rand van een werkplek om te voorkomen dat omgevingslucht en/of stof van buiten de werkplek de werkplek binnenstroomt, en dat het systeem voorts stuurmiddelen omvat die gekoppeld zijn met de meetmiddelen en de blaasmiddelen, welke stuurmiddelen de blaasmiddelen aansturen zodra uit de gegevens van de meetmiddelen volgt dat lucht en/of stof van buiten de werkplek naar 30 de werkplek stroomt of dreigt te stromen.

Bij voorkeur kunnen de blaasmiddelen de lucht pulserend blazen. Voorts omvatten de blaasmiddelen bij voorkeur verticale kolommen voorzien van horizontaal 3 gerichte uitstroomopeningen en/of horizontale kolommen voorzien van verticaal gerichte u itstroomopeningen.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het stofarm houden van een werkplek, omvattende het afzuigen van stofhoudende en/of verontreinigde 5 lucht ter plaatse van de werkplek. Voor wat betreft de werkwijze is de uitvinding gekenmerkt, doordat voorts lucht wordt geblazen aan de rand van de werkplek, zodanig dat voorkomen wordt dat omgevingslucht en/of stof van buiten de werkplek, de werkplek binnenstroomt.

Bij voorkeur wordt hierbij de lucht pulserend geblazen. Voorts worden bij 10 voorkeur luchtstromingen en/of de aanwezigheid van stofdeeltjes in de lucht aan de rand van de werkplek gemeten, waarbij lucht geblazen wordt zodra gemeten wordt dat lucht en/of stof van buiten de werkplek naar de werkplek stroomt of dreigt te stromen.

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

15

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een gebouw voorzien van een werkplek volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een schematische weergave van een werkplek in het gebouw 20 volgens de uitvinding in bovenaanzicht; en

Figuur 2 een zijaanzicht van de in figuur 1 weergegeven werkplek.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

25 In de figuren 1 en 2 is een uitvoeringsvorm van een in een gebouw aanwezige werkplek volgens de uitvinding weergegeven in boven- respectievelijk zijaanzicht. De werkplek 1 bevindt zich op een plateau of bordes 3 waarop tevens een machine 5 aanwezig is die door een vakman bediend wordt. De vloer van het plateau of bordes 3 rond de machine vormt hier de werkplek voor de vakman. Tijdens werking van 30 de machine 5 komt stof vrij die afgezogen dient te worden. Hiertoe zijn onder het plateau of bordes 3 afzuigmiddelen 7 aanwezig.

Het gebouw is voorzien van een systeem dat blaasmiddelen 9 heeft voor het 4 blazen van lucht waarmee voorkomen kan worden dat omgevingslucht van buiten de werkplek de werkplek binnenstroomt. Het systeem heeft voorts meetmiddelen 11 voor het meten van luchtstromingen en/of de aanwezigheid van stofdeeltjes in de lucht. De meetmiddelen 11 en de blaasmiddelen 9 zijn opgesteld aan de rand van de werkplek 1. Het 5 systeem heeft voorts stuurmiddelen 13 die gekoppeld zijn met de meet- en de blaasmiddelen. De stuurmiddelen 13 sturen de blaasmiddelen 9 aan zodra uit de gegevens van de meetmiddelen 11 volgt, dat lucht en/of stof van buiten de werkplek 1 naar de werkplek stroomt of dreigt te stromen.

De blaasmiddelen 9 zijn gevormd door verticale kolommen 15 voorzien van 10 onder een hoek van 90 graden ten opzichte van elkaar aanwezige verticale uitstroomopeningen 17. De blaasmiddelen 9 zijn zodanig uitgevoerd of worden zodanig aangestuurd dat zij de lucht pulserend kunnen blazen. Hierdoor ontstaan geen continue luchtstromen die tocht kunnen veroorzaken.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de 15 tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader. Zo kunnen de blaasmiddelen naast of in plaats van de hier getoonde verticale kolommen ook horizontale kolommen omvatten, die bijvoorbeeld 20 aan het plafond opgehangen of in de vloer aanwezig zijn, en die lucht in verticale richting blazen.

Claims

1. Gebouw voorzien van een werkplek, alsmede van afzuigmiddelen voor het afzuigen van stofhoudende en/of verontreinigde lucht, met het kenmerk, dat het gebouw voorts is voorzien van een systeem voor het stofarm houden van de werkplek, welk 5 systeem blaasmiddelen omvat, die aanwezig zijn aan de rand van de werkplek en die lucht kunnen blazen, zodanig dat voorkomen wordt dat omgevingslucht van buiten de werkplek, de werkplek binnenstroomt.

2. Gebouw volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de blaasmiddelen de lucht pulserend kunnen blazen.

3. Gebouw volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de blaasmiddelen verticale kolommen omvatten voorzien van horizontaal gerichte uitstroomopeningen en/of horizontale kolommen voorzien van verticaal gerichte uitstroomopeningen.

4. Gebouw volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het systeem voorts meetmiddelen omvat voor het meten van luchtstromingen en/of de aanwezigheid van 15 stofdeeltjes in de lucht, welke meetmiddelen eveneens aanwezig zijn aan de rand van de werkplek, alsmede stuurmiddelen die gekoppeld zijn met de meetmiddelen en de blaasmiddelen, welke stuurmiddelen de blaasmiddelen aansturen zodra uit de gegevens van de meetmiddelen volgt dat lucht en/of stof van buiten de werkplek naar de werkplek stroomt of dreigt te stromen.

5. Systeem voor het stofarm houden van een werkplek voor toepassing in een gebouw volgens conclusie 4, welk systeem blaasmiddelen omvat voor het blazen van lucht, met het kenmerk, dat het systeem voorts meetmiddelen omvat voor het meten van luchtstromingen en/of de aanwezigheid van stofdeeltjes in de lucht, welke meetmiddelen en blaasmiddelen opgesteld kunnen worden aan een rand van een werkplek om te 25 voorkomen dat omgevingslucht en/of stof van buiten de werkplek de werkplek binnenstroomt, en dat het systeem voorts stuurmiddelen omvat die gekoppeld zijn met de meetmiddelen en de blaasmiddelen, welke stuurmiddelen de blaasmiddelen aansturen zodra uit de gegevens van de meetmiddelen volgt dat lucht en/of stof van buiten de werkplek naar de werkplek stroomt of dreigt te stromen.

6. Systeem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de blaasmiddelen de lucht pulserend kunnen blazen.

7. Systeem volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de blaasmiddelen verticale kolommen omvatten voorzien van horizontaal gerichte uitstroomopeningen en/of horizontale kolommen voorzien van verticaal gerichte uitstroomopeningen.

8. Werkwijze voor het stofarm houden van een werkplek, omvattende het afzuigen van stofhoudende en/of verontreinigde lucht ter plaatse van de werkplek, met het 5 kenmerk, dat voorts lucht wordt geblazen aan de rand van de werkplek, zodanig dat voorkomen wordt dat omgevingslucht en/of stof van buiten de werkplek, de werkplek binnenstroomt.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de lucht pulserend wordt geblazen.

10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat voorts luchtstromingen en/of de aanwezigheid van stofdeeltjes in de lucht aan de rand van de werkplek worden gemeten, waarbij lucht geblazen wordt zodra gemeten wordt dat lucht en/of stof van buiten de werkplek naar de werkplek stroomt of dreigt te stromen.