NL2000482C2 - Op een dak aan te brengen veiligheidskoppeling. - Google Patents

Description

Op een dak aan te brengen veiligheidskoppeling

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel omvattende een aan een dak te bevestigen aangrijppunt voor een veiligheidsinrichting en een dakbekleding 5 ter plaatse van het aangrijppunt.

Een dergelijk samenstel is in de stand der techniek algemeen bekend. Bij hoge gebouwen wordt in het bijzonder bij hellende daken veiligheid gevraagd voor de daarop werkende personen. Daartoe zijn in de stand der techniek bekende haken aan te brengen die door de dakbedekking heen steken en waaraan een veiligheidsgordel of 10 -harnas bevestigd kan worden. Dergelijke haken zijn veelal uit brons vervaardigd en bestaan uit een haakvormig deel met een bevestigingseinde dat met behulp van bouten aan de dakconstructie bevestigd moet worden. Daarbij is het vanzelfsprekend van belang dat de haak zodanig aangebracht wordt, dat geen lekkage van het dak optreedt. Daarbij wordt ter plaatse van de bevestigingsbalk aanwezige dakbedekking verwijderd 15 en eerst een vervangende afdekplaat die normaliter uit lood of zink bestaat aangebracht.

Daarop wordt met bouten de haak bevestigd en daaroverheen wordt weer een verdere afdekplaat aangebracht, die zich tot boven het bevestigingspunt en over het bevestigingspunt uitstrekt om in waterdichtheid te voorzien. Dit is meestal een plaatvormig deel uit loodmateriaal dat zorgvuldig om de haak heen geklopt wordt. Dit 20 aanbrengen vereist grote deskundigheid van de dakbedekker. De haak strekt zich naar beneden ten opzichte van het bevestigingspunt daarvan over aanzienlijke afstand uit.

Bij de belasting op de haak zal daardoor een kantelmoment optreden dat er toe neigt de bevestigingsbouten uit het dakbeschot respectievelijk het dak te trekken. Daarom worden bijzonder hoge eisen gesteld aan de bevestigingsbouten en vaak kan niet 25 gedurende langere tijd gegarandeerd worden dat de betreffende sterkte te realiseren is.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een samenstel te voorzien dat ten minste een bij voorkeur verbeterde veiligheid geeft, eenvoudiger aan te brengen is, een weinig storend aanzicht heeft en veelzijdig bruikbaar is.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven samenstel verwezenlijkt doordat een 30 dakbekleding omvat een afdekplaat voorzien van een naar buiten uitstekend deel voorzien van een eerste opening en een aan de binnenzijde in die opening aangebracht vulblok, en dat dat aangrijppunt omvat een van een tweede opening voorzien plaatachtige deel, waarbij die eerste en tweede openingen in lijn met elkaar liggend op 2 elkaar aangebracht zijn en in afdichting tussen dat plaatachtige deel en het uitstekende deel is voorzien.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt voorgesteld zoveel mogelijk met standaardonderdelen te werken. Daardoor kan enerzijds een aanzienlijke verlaging van 5 de kostprijs verkregen worden, terwijl anderzijds door het gebruik van een plaatachtig deel zoals een koppelingsdeel het kantelmoment tussen het aangrijppunt (het plaatachtige deel) en de dakconstructie aanzienlijk verkleind wordt. Door het gebruik maken van universele delen worden aanzienlijk minder hoge eisen gesteld aan het vakmanschap van degene die het samenstel plaatst.

10 Het aanbrengen van het samenstel kan nog verder vereenvoudigd worden indien volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding eerst een steunplaat op het dakbeschot of dergelijke aangebracht wordt en vervolgens de hierboven beschreven afdekplaat en het vulmiddel/de vulbus. Immers, een dergelijke steunplaat kan aanzienlijk kleinere afmetingen hebben dan de afdekplaat en kan nauwkeurig daar 15 gepositioneerd worden waar de krachten in de dakconstructie ingeleid moeten worden. Een dergelijke steunplaat kan de krachten van het plaatachtige deel/koppeldeel over een groter oppervlak in de dakconstructie inleiden waardoor de piekbelasting verkleind wordt. Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding wordt gebruik gemaakt van twee openingen waardoor twee bevestigingsbouten in de dakconstructie aangebracht 20 worden. Deze twee openingen liggen vooral bij kappen met langsbalken bij voorkeur horizontaal op afstand van elkaar.

De afdekplaat bestaat bij voorkeur uit een materiaal dat eenvoudig te deformeren is en een behoorlijke levensduur heeft. Afgezien van kunststofmaterialen voldoen zink en lood daaraan.

25 Afdichting tussen de uitgestulpte delen in de afdekplaat en het koppeldeel kan verder bevorderd worden indien daartussen een opsluitbus aangebracht wordt. Bij voorkeur wordt de coniciteit en verdere uitvoering van het vulblok en de opsluitbus zodanig gekozen, dat het daartussen aangebrachte materiaal van de afdekplaat op optimale wijze ten opzichte van deze delen afsluit.

30 Zoals hierboven reeds beschreven kan het plaatachtige deel uitgevoerd zijn om een koppelingsdeel te omvatten. Daarbij kan een bijbehorend contrakoppelingsdeel aan een veiligheidsvoorziening, zoals een veiligheidsriem of -harnas aangebracht zijn van de persoon die op het desbetreffende dak aanwezig is. Echter, is het ook mogelijk 3 andere delen daaraan te bevestigen, bijvoorbeeld steigerdelen en andere constructies. Als voorbeeld van een losneembare koppeling wordt verwezen naar PCT/NL 2005/00251 van octrooihouder. Begrepen dient te worden dat andere koppelingsconstructies mogelijk zijn. Bovendien kan het plaatachtige deel zodanig 5 uitgevoerd zijn dat daarachter een ladder kan haken, waardoor een dergelijke ladder op veilige wijze aan een dakconstructie opgehangen is. Vanzelfsprekend speelt dit uitsluitend bij een hellend dak. Toepassing van de uitvinding is echter niet beperkt tot een hellend dak, maar omvat eveneens een plat dak en/of gevels.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een dakconstructie voorzien van het 10 hierboven beschreven samenstel.

De constructie volgens de onderhavige uitvinding kan, zoals hierboven aangegeven, op eenvoudige wijze aangebracht. Uitgaande van een vrijgemaakt deel van een dak waar het samenstel aangebracht moet worden, kan aan de hand van een spijkerpatroon of op andere wijze gebruikelijke wijze de positionering van een onder 15 het dakbeschot liggende balk of andere drager worden vastgesteld en daarboven de steunplaat geplaatst worden. In die gevallen waarin ter plaats geen balk aanwezig is, is het mogelijk met behulp van een hulpconstructie een afsteunpunt aan de binnenzijde van het dak te verwezenlijken. Na het voorlopig aanbrengen van de steunplaat kunnen daarop het vulblok, de afdekplaat, de opsluitbus en het plaatachtige deel aangebracht 20 worden. Indien een bevestigingsbout zich reeds vanaf de dakconstructie uitstrekt kunnen deze delen eenvoudig opgeschoven worden. Dit is met name het geval indien de bevestigingsmiddelen zoals bouten door en door in de balk aangebracht worden. In dat geval is eenvoudig mogelijk van binnenaf een zich door en door uitstrekkende opening aan te brengen, waardoor steeds gegarandeerd is dat deze opening ook precies 25 in het sterkste deel van de balk is aangebracht. Na het aanbrengen van de verschillende delen kan het plaatachtige deel tegen de dakconstructie gespannen worden door het aanhalen van de bevestigingsmiddelen. Deze bevestigingsmiddelen kunnen eveneens na het aanbrengen van het plaatachtige deel ter plaatse houtdraadbouten of dergelijke omvatten. De opening in het plaatachtige deel waarin de bevestigingsmiddelen 30 aangebracht zijn kan eventueel met een stop afgesloten worden.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van in de tekening afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 schematisch een uiteengenomen samenstel volgens de uitvinding; 4

Fig. 2 het samenstel volgens de uitvinding in combinatie met een dakconstructie in dwarsdoorsnede bij het aanbrengen daarvan;

Fig. 3 de constructie volgens Fig. 2 bij het voltooien van de dakbedekking en bij het aankoppelen van een veiligheidsgordel; en 5 Fig. 4 een alternatief voor bevestiging van het samenstel volgens Fig. 1.

In Fig. 1 is het samenstel volgens de onderhavige uitvinding in het geheel met 1 aangegeven. Dit bestaat uit een steunplaat 2 voorzien van hoofdopeningen 3 voor het opnemen van bevestigingsmiddelen zoals houtdraadbouten 19. Hulpopeningen 14 zijn aanwezig voor het tijdelijk aanbrengen van spijkers en schroeven voor het tijdelijk 10 positioneren van de steunplaat op een dakbeschot. Deze hulpopeningen 14 kunnen als hoofdopeningen gebruikt worden bij bevestiging aan verticale dragers (sporenkap).

Het samenstel bestaat bovendien uit twee vulblokken 4 die van openingen 5 voorzien zijn en in de getoonde positie conisch toelopend naar boven uitgevoerd zijn. Daarboven is een afdekplaat 6 getoond die uit een weersbestendig materiaal bestaat 15 zoals lood. Deze is voorzien van twee uitstulpingen 7, waarbij de afstand tussen de openingen 8 overeenkomt met de afstand tussen de openingen 3.

Vervolgens zijn opsluitbussen 9 aanwezig eveneens voorzien van openingen die met 13 aangegeven zijn. Daarboven is een plaatachtig deel of koppel deel 11 aangegeven dat is voorzien van openingen 12 en enigerlei koppeIconstructie in het 20 getoonde voorbeeld een sleuf 15 liggend binnen een verzonken deel 16 en een daaronder liggende uitsparing 16 (zie Fig. 2).

Een en ander is uitgevoerd voor het opnemen van houtdraadbouten 19.

In Fig. 2 is de bevestiging van deze constructie aan een dakconstructie 20 getoond. Deze dakconstructie bestaat uit een horizontale balk 22 en een dakbeschot 21. 25 Door de balk 22 strekt zich een doorgaand gat 23 uit voor het in dit geval opnemen van een bout of draadeinde 29 die/dat de eerder beschreven houtdraadbout 19 vervangt. Na het eventueel verwijderen van bestaande dakbedekking wordt steunplaat 2 aangebracht. Steunplaat 2 is ten opzichte van afdekplaat 6 verhoudingsgewijs klein. Deze dient slechts voor het gelijkmatig verdelen van de in het samenstel werkende krachten over 30 het dakbeschot/de balk. Indien reeds bouten 29 aanwezig zijn kan de steunplaat via de openingen 3 op deze bouten 29 geschoven worden. In alle andere gevallen verdient het de voorkeur nagels of schroeven door de hulpopeningen 14 aan te brengen voor het tijdelijk positioneren van de steunplaat 2 ten opzichte van het dakbeschot. Vervolgens 5 wordt het vulblok aangebracht, gevolgd door de afdekplaat 6 (kan eventueel in één stap) bij het al dan niet op de afdekplaat reeds aanwezige opsluitbus 9. Daarna wordt het koppeldeel 11 aangebracht en vervolgens wordt het bevestigingsmiddel zijnde hetzij de doorgaande bout 29 hetzij een houtdraadbout 19 aangehaald, waardoor het 5 koppel deel 11 naar balk 23 getrokken wordt. Door de vorm van het vulblok dat uitwendig conisch is en de opsluitbus 9 die inwendig conisch is wordt het daartussen liggende materiaal van de afdekplaat dat enigszins uitsteekt ten opzichte van het overige vlak van de afdekplaat afdichtend aangegrepen. Dat wil zeggen: mocht al water komen in het verhoogde deel dan is het niet mogelijk dat dit bij de dakconstructie komt 10 door de hierboven gerealiseerde afdichting. Verdere afdichtmiddelen kunnen aanwezig zijn om deze afdichting te verzekeren. Na het in de juiste positie vastleggen van het koppeldeel 11 wordt een dop 17 aangebracht voor het afsluiten van de uitsparing waarin de bout 29 aangebracht is. Het zal hier begrepen worden dat het ook mogelijk is een draadeinde in een blinde opening voor het koppeldeel te schroeven en een en ander 15 vanaf de binnenzijde vast te zetten.

Nadat deze werkzaamheden plaatsgevonden hebben is het mogelijk de dakconstructie waterdicht te maken door van boven een afdekdeel 24 en van onderen een afdekdeel 25 aan te brengen. Daarna is de constructie voor gebruik gereed. Zoals uit Figuren 3 blijkt is het mogelijk een veiligheidsgordel 30 aan te koppelen bestaande 20 uit een band die aan een harnas, steigerconstructie of dergelijke bevestigd kan worden en een daarmee verbonden contrakoppelingsdeel 32, dat samen kan werken met het koppeldeel 11. Door een eenvoudige draaibeweging zoals beschreven in de eerdere PCT-aanvrage van octrooihouder kan koppeling tot stand gebracht worden respectievelijk teniet gedaan worden. Echter, het moet duidelijk zijn dat andere 25 koppelingsconstructies mogelijk zijn.

Met het ten opzichte van de overige dakbedekking uitstekend koppeldeel 11 is het mogelijk daarachter een plaat van een ladder te haken, zodat deze op gewaarborgde wijze bevestigd is aan een dakconstructie.

Krachten die op de hierboven beschreven constructie werken grijpen direct aan 30 op het plaatachtige deel, waarbij de afstand tussen het aangrijppunt en de bouten 19/29 verhoudingsgewijs klein is, zodat slechts een gering koppel werkt op het samenstel volgens de uitvinding.

6

In Fig. 4 is een variant getoond, waarbij het een sporenkap aanwezig is, hetzij het gewenst is het samenstel in een positie aan te brengen waarbij geen achterliggende balk aanwezig is. Twee op afstand liggende balken 35 en 36 zijn aanwezig die zich schuin hellend verticaal uitstrekken. Volgens deze variant van de uitvinding wordt daartussen 5 een zich in hoofdzaak uitstrekkende horizontale hulpbalk 37 aangebracht die voorzien is van openingen 38, waarvan de afstand precies overeenkomt met de afstand tussen de openingen 3. Het dakbeschot is met 39 aangegeven. Hierop kan op de hierboven beschreven wijze het samenstel volgens de uitvinding aangebracht worden. Begrepen zal worden dat hulpbalk 37 ook tussen balken 35 en 36 geplaatst kan worden of zelfs 10 daarvoor kan worden aangebracht, dus direct achter het dakbeschot 39.

Na het lezen van bovenstaande beschrijving zullen bij degene bekwaam in de stand der techniek dadelijk varianten opkomen. Dit betreft met name varianten voor het uitvoeren van het plaatachtige deel. Allerlei soorten koppelconstructies voor bevestiging van een veiligheidsgordel of riem kunnen daarbij toegepast worden.

15 Eveneens kan de afdichting tussen de afdekplaat en het plaatachtige deel op andere wijze verzekerd worden, waarbij een of meer van de hierboven beschreven onderdelen geïntegreerd kunnen worden in hetzij de steunplaat, hetzij de afdekplaat, hetzij het koppeldeel. Deze en verdere varianten liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies. Daarbij worden niet alleen rechten gevraagd voor conclusie 1 in 20 combinatie met de volgconclusies, maar ook voor de volgconclusies afzonderlijk, d.w.z. zonder combinatie met conclusie 1.

Claims (12)

1. Samenstel (1) omvattende een aan een dak (20) te bevestigen aangrijppunt (11) voor een veiligheidsinrichting (30) en een dakbekleding ter plaatse van het 5 aangrijppunt, met het kenmerk, dat die dakbekleding omvat een afdekplaat (6) voorzien van een naar buiten uitstekend deel (7) voorzien van een eerste opening (8) en een aan de binnenzijde in die opening aangebracht vulblok (4), en dat dat aangrijppunt omvat een van een tweede opening (12) voorzien plaatachtige deel (11), waarbij die eerste en tweede openingen in lijn met elkaar 10 liggend op elkaar aangebracht zijn en in afdichting tussen dat plaatachtige deel (11) en het uitstekende deel (7) is voorzien.

2. Samenstel volgens conclusie 1, omvattende een onder die afdekplaat (6) aan te brengen steunplaat (2) voorzien van een derde opening (3) in lijn liggend met 15 die eerste en tweede opening.

3. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende zich door die eerste en tweede opening uitstrekkende bevestigingsmiddelen (19) uitgevoerd voor aangrijping op een dakconstructie. 20

4. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die afdichting tussen dat plaatachtige deel (11) en het uitstekende deel (7) omvat een daartussen aangebrachte opsluitbus (9) .

5. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die afdekplaat een lood- of zinkmateriaal omvat.

6. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies omvattende twee op afstand liggende uitstekende delen (7). 30

7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij in gebruikstoestand die op afstand liggende delen (7) in hoofdzaak volgens een horizontale lijn zijn aangebracht.

8. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat plaatachtige deel (11) een koppelingsdeel omvat.

9. Samenstel volgens conclusie 8, omvattende een contrakoppelingsdeel (32) 5 uitgevoerd voor losneembare samenwerking met dat koppelingsdeel.

10. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat vulblok/die opsluitbus roestvast staalmateriaal omvat.

11. Dakconstructie (20) omvattende een balk (22), een daarop aangebracht beschot (21) en een samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, alsmede zich in die balk uitstrekkende bevestigingsmiddelen (19).

12. Werkwijze voor het op een dakconstructie aanbrengen van een samenstel 15 volgens conclusie 2, omvattende het aanbrengen van die steunplaat (2) op het dakbeschot (21) van die dakconstructie (20), het op die steunplaat aanbrengen van die afdekplaat (6) met vulblok bij het in lijn zijn van de eerste en derde openingen, het aanbrengen van het plaatachtige deel met de tweede opening in lijn met de eerste en derde opening en het aanhalen van een zich door die eerste-20 derde opening uitstrekkend bevestigingsmiddel.