NL2000324C1 - Buffertransporteur. - Google Patents

Buffertransporteur. Download PDF

Info

Publication number
NL2000324C1
NL2000324C1 NL2000324A NL2000324A NL2000324C1 NL 2000324 C1 NL2000324 C1 NL 2000324C1 NL 2000324 A NL2000324 A NL 2000324A NL 2000324 A NL2000324 A NL 2000324A NL 2000324 C1 NL2000324 C1 NL 2000324C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
transfer device
transfer
case
drive
Prior art date
Application number
NL2000324A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Accuveyor B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Accuveyor B V filed Critical Accuveyor B V
Priority to NL2000324A priority Critical patent/NL2000324C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2000324C1 publication Critical patent/NL2000324C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/34Devices for discharging articles or materials from conveyor 
    • B65G47/46Devices for discharging articles or materials from conveyor  and distributing, e.g. automatically, to desired points
    • B65G47/51Devices for discharging articles or materials from conveyor  and distributing, e.g. automatically, to desired points according to unprogrammed signals, e.g. influenced by supply situation at destination
    • B65G47/5104Devices for discharging articles or materials from conveyor  and distributing, e.g. automatically, to desired points according to unprogrammed signals, e.g. influenced by supply situation at destination for articles
    • B65G47/5109Devices for discharging articles or materials from conveyor  and distributing, e.g. automatically, to desired points according to unprogrammed signals, e.g. influenced by supply situation at destination for articles first In - First Out systems: FIFO
    • B65G47/5113Devices for discharging articles or materials from conveyor  and distributing, e.g. automatically, to desired points according to unprogrammed signals, e.g. influenced by supply situation at destination for articles first In - First Out systems: FIFO using endless conveyors
    • B65G47/5118Devices for discharging articles or materials from conveyor  and distributing, e.g. automatically, to desired points according to unprogrammed signals, e.g. influenced by supply situation at destination for articles first In - First Out systems: FIFO using endless conveyors with variable accumulation capacity
    • B65G47/5131Devices for discharging articles or materials from conveyor  and distributing, e.g. automatically, to desired points according to unprogrammed signals, e.g. influenced by supply situation at destination for articles first In - First Out systems: FIFO using endless conveyors with variable accumulation capacity by relative displacement between conveyors or conveyor parts and bridging means therebetween

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)

Description

! ι NL 9349-Me/td Buffertransporteur
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een buffertransporteur.
De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, die uitvoeringsvoorbeelden van de buf-5 fertransporteur volgens de uitvinding zeer schematisch weergeven.
Fig. 1 is een zeer schematisch zijaanzicht van een eerste uitvoering van de transporteur volgens de uitvinding.
Fig. IA, 1B en IC zijn verkleinde bovenaanzichten van 10 de buffertransporteur van Fig. 1, waarbij de variatie van de buffercapaciteit door de verplaatsing van een overzetter is geïllustreerd.
Fig. 1D is een op grotere schaal weergegeven winding van de buffertransporteur met een eerste uitvoeringvoorbeeld 15 van een overzetter volgens de uitvinding.
De Fig. 2-22 zijn met Fig. 1D overeenkomende schematische bovenaanzichten van verdere uitvoeringsvoorbeelden van de buffertransporteur volgens de uitvinding.
De tekeningen tonen een buffertransporteur voor het 20 transporteren en bufferen van producten. Een dergelijk bufferen vindt in zijn algemeenheid plaats in een productielijn waarin de producten op verschillende plaatsen worden onderworpen aan verschillende verwerkings- of behandelingsstappen en waarin tijdelijke verschillen in de verwerkingssnelheden op 25 deze plaatsen moeten worden opgevangen. De producten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit houders, in het bijzonder houders zo-! als flessen, blikken, potten, pakken en dergelijke, doch vele andere stukgoederen, zoals sigaretten, dozen, kisten of dergelijke zijn denkbaar. In het geval van flessen of pakken zal de 30 bewerkingslijn bestaan uit een vullijn voor het vullen van de betreffende houders, zoals een bottellijn voor het vullen van de flessen met een drank. De buffertransporteur kan bijvoorbeeld zijn aangebracht tussen een depalletiseerstation en een 2 was- en/of vulstation, tussen het vulstation en een labelsta-tion en tussen het labelstation en een pakstation. Ook andere toepassingsgebieden zijn natuurlijk denkbaar.
De weergegeven buffertransporteur is voorzien van een 5 frame, in dit geval met een centrale kolom 1 met een basis 2 en een schroeflijnvormige geleidingsgoot 3 welk zich om de kolom heen uitstrekt en daaraan is bevestigd. Uiteraard zijn ook allerlei andere soorten van frameconstructies denkbaar. Een eindrol is aan het onderste uiteinde 4 en het bovenste uitein-10 de 5 van de geleidingsgoot aangebracht, en een terugkeergoot 6 van het frame strekt zich uit tussen de uiteinden van de schroeflijnvormige geleidingsgoot 3. Bij dit uitvoeringsvoor-beeld van de buffertransporteur volgens de uitvinding ondersteunen de geleidingsgoot 3 en de terugkeergoot 6 een 15 eerste langgerekte transporteur 7 en een tweede langgerekte transporteur 8, die elk bijvoorbeeld zouden kunnen zijn uitgevoerd met één of meer naast elkaar geleide eindloze transportbanden. Het transportpart en terugkeerpart van de twee transporteurs 7, 8 bewegen langs verschillende banen. Het 20 is ook denkbaar om een uitvoering de gebruiken waarbij het terugkeerpart langs de onderzijde van de geleidingsgoot 3 voor het transportpart wordt geleid.
Verschillende uitvoeringen van de eerste en tweede transportbanden 7, 8 zijn mogelijk, zolang een bij voorkeur 25 min of meer gesloten transportoppervlak wordt verkregen. Voorbeelden van dergelijke transportbanden zijn lamellenbanden, schakelbanden, lamellenkettingen van roestvrij staal, textiel-banden, PVC banden, stalen banden en dergelijke, waarbij de laatst genoemde typen in het algemeen alleen geschikt zijn 30 voor gebruik in een rechte, dat wil zeggen niet-gekromde transportband. De uitvinding strekt zich echter ook uit tot rechte transportbanden, tot transportbanden die alleen in een horizontaal vlak zijn gekromd, transportbanden die (ook) in de hoogterichting verlopen en transporteurs die anders dan als 35 eindloze band zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als rollentrans-porteur, of als lucht- of magneettransporteur.
In de weergegeven uitvoering volgens Fig. 1 is de schroeflijnvormige goot 3 voorzien van 8 windingen, doch het j 3 is ook mogelijk om een groter of kleiner aantal te gebruiken, afhankelijk van het betreffende toepassingsgeval. Bijvoorbeeld door het gebruik van geleidingsrollen op de transportbanden 7, 8 kunnen de transportbanden over een groot aantal windingen 5 worden aangedreven zonder enig aandrijfprobleem. De twee transportbanden 7, 8 bezitten elk hun eigen aandrijfmotor 9, 10, welke motoren daarbij in dit geval door de motoren nabij de bovenste eindrol 5 zijn aangebracht en de bijbehorende transportband 7, 8 aandrijven. Het is overigens ook mogelijk 10 dat de beide transporteurs zijn gekoppeld aan aan- of afvoerende transportinrichtingen en dan dus worden aangedreven en aangestuurd door deze transportinrichtingen.
De twee transporteurs 7, 8 uit Fig. 1A-1C (die daar elk twee transportbanden omvatten) kunnen onafhankelijk van 15 elkaar worden aangedreven, in dit geval in tegengestelde richting, dat wil zeggen dat producten bovenwaarts worden getransporteerd vanaf een aanvoereinde aan het onderste uiteinde 4 over het transportoppervlak van de eerste transportbanden 7, zoals aangeduid door de pijl Pi en weer naar 20 beneden over het transportoppervlak van de tweede transportbanden 8 (zie pijl P2) naar een afvoereinde aan het onderste uiteinde 4. Bij de door de pijl Pi,2 aangeduide plaats worden de producten van het transportoppervlak van de eerste transportbanden 7 overgebracht naar het transportoppervlak van de 25 tweede transportbanden 8 door middel van een overzetter 11.
De overzetter 1 is beweegbaar binnen de buffertrans-porteur en is in de ruimte tussen de eerste en tweede transporteur geleid. De positie van de overzettter 11 is afhankelijk van de vereiste buffercapaciteit tussen het 30 invoereinde en het afvoereinde van de buffertransporteur. Indien de toevoersnelheid van de eerste transporteur 7 hoger is dan dat van de afvoersnelheid van de tweede transporteur 8 dan dient de overmaat van toegevoerde producten in de buffertrans-porteur te worden gebufferd en in dat geval dient de 35 overzetter 11 van het aanvoereinde van de buffertransporteur weg te bewegen teneinde meer producten op de buffertransporteur te verzamelen (zie Fig. 1A-1C). Indien in een ander geval de snelheid van de toevoerende eerste transporteur 7 lager is 4
dan die van de afvoerende tweede transporteur 8, dient de J
| overzetter 11 te bewegen in de richting van het afvoereinde j teneinde het afvoereinde te bevoorraden met gebufferde producten. In de praktijk kan de buffertransporteur bijvoorbeeld een 5 aantal producten bufferen dat voldoende is voor bijvoorbeeld 5 tot 15 minuten buffertijd en deze tijd is in het algemeen voldoende voor het herstellen van de balans tussen de aanvoer- en afvoersnelheid.
Teneinde de overzetter 11 van plaats te laten veran-10 deren in de buffertransporteur, is deze voorzien van een aandrijving voor het aandrijven van de overzetter 11, waarbij deze aandrijving bij voorkeur afhankelijk is van de snelheden van de eerste en tweede transporteur 7, 8. Deze aandrijving van de overzetter 11 is voorzien van een aandrijfmotor 12, die 15 ten minste gedeeltelijk de bewegingen van de overzetter volgt.
In de hierna volgende uitvoeringsvoorbeelden van Fig.
1D en Fig. 2-22, zijn verschillende uitvoeringen weergegeven van buffertransporteurs met overzetters 11 die op verschillende manieren aandrijfbaar zijn.
20 Fig. 1D toont een buffertransporteur volgens Fig. 1, waarbij de eerste transportband 7, de tweede transportband 8 en de overzetter 11 met aandrijfmotor 12 zijn te herkennen. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de aandrijfmotor 12 bevestigd aan een montagedeel 13 dat stijf of beweegbaar met de overzetter 25 11 is verbonden, afhankelijk van het feit of de kromming van de transportbanden 7, 8 in het traject waarover de overzetter kan bewegen varieert, bijvoorbeeld rechte en kromme stukken bevat. In dat geval kunnen de overzetter 11 en het montagedeel 13 bijvoorbeeld om een althans ongeveer verticale as ten op-30 zichte van elkaar verdraaien. Op deze wijze kan bij een wijziging van de kromming van het traject waarover de eerste en tweede transportband 7, 8 zich evenwijdig aan elkaar uitrekken de stand van de aandrijfmotor 12 zich aan de vorm van het traject aanpassen. Dit is in het bijzonder van belang in-35 dien de aandrijfmotor 12, die bijvoorbeeld kan bestaan uit een elektromotor, via een overbrenging 14 in ingrijping is met een stationair deel, in dit geval een tandkrans 15 die in ingrijping is met een rondsel 16 van de overbrenging 14. Indien het 5 montagedeel 13 ten opzichte van de overzetter 11 kan bewegen, | is de plaats van ingrijping van het rondsel 16 met de tand- ! krans 15 niet kritisch. In het weergegeven geval heeft de aandrijfmotor 12 een horizontale rotatieas, zodat de overbren-5 ging 14 haaks is om het om een eveneens horizontale, doch dwarse rotatieas van het rondsel 16 te kunnen aandrijven.
In plaats van de ingrijping tussen het getande rondsel 16 en de tandkrans 15 zou ook gebruik kunnen worden gemaakt van een wrijvingsingrijping tussen een wiel en een 10 langs het traject van de transportbanden 7, 8 lopende baan.
Ten behoeve van het overzetten van de producten van de eerste transportband 7 naar de tweede transportband 8 is de overzetter 11 voorzien van een overzetorgaan 17 en een overze-telement 18. Het overzetorgaan 17 is in dit geval uitgevoerd 15 met een aangedreven snaar, die op zichzelf bekend is.
Het overzetorgaan 17 en het overzetelement 18 kunnen de producten tussen zich in klemmend van de eerste naar de tweede transporteur overbrengen. De aandrijving van deze beide onderdelen kan op verschillende manieren plaatsvinden en dit 20 zal aan de hand van andere uitvoeringsvoorbeelden nog nader worden toegelicht.
In de uitvoering volgens Fig. 2 is de aandrijfmotor 12 direct draaibaar aan de overzetter 11 is bevestigd. Het al dan niet getande rondsel 16 van de overbrenging 14 is in dit 25 geval niet in ingrijping met een stationaire tandkrans of baan maar met één van de transportbanden 7, 8, (in dit geval transportband 8) zodat de verplaatsing direct ten opzichte van één van de transportbanden 7, 8 wordt bewerkstelligd.
Fig. 3 toont de uitvoeringsvorm, waarbij de aandrijf-30 motor 12 direct op de overzetter 11 is gemonteerd met de rotatieas daarvan althans ongeveer verticaal. De aandrijfmotor 12 staat met de in dit geval als snaar uitgevoerde overbrenging 14 in aandrijvende verbinding met een tand- of wrijvingswiel 16 dat eveneens om een althans ongeveer vertica-35 le as kan draaien en in aan- of ingrijping is met de buitenzijde van de in dit geval met een grote diameter uitgevoerde kolom 1.
6
Fig. 4 toont een variant van de buffertransporteur, waarbij de overzetter 11 wordt aangedreven via een arm 19 die enerzijds draaibaar is verbonden met de kolom 1 en aan of nabij het andere uiteinde aandrijvend is verbonden met de 5. overzetter 11. In het geval van een in de hoogterichting bewegende overzetter 11, is de arm 19 in de hoogterichting verplaatsbaar ten opzichte van de kolom 1, zodanig dat de arm j 19 op hetzelfde niveau blijft als de overzetter 11, wanneer deze zich over het schroeflijnvormige traject beweegt. De arm 10 19 kan daarbij in de hoogterichting worden bewogen via bij voorbeeld een afzonderlijke aandrijving, doch in dit uitvoeringsvoorbeeld via een schroef die in dit geval is gevormd door het schroeflijnvormige traject van de transportbanden 7, 8. Hiertoe rust de arm 19 met een wiel 20 15 op de eerste transportband 7. Het tandwiel aan de uitgaande as van de aandrijfmotor 12 is in ingrijping met een planeetwiel of tandkrans 15 die verdraaivast, doch in hoogterichting beweegbaar met de kolom 1 is verbonden.
Fig. 5 toont een variatie van de vorige uitvoerings-20 vorm, waarbij de aandrijfmotor 12 niet op de arm 19 is gemonteerd en ook niet met de arm 19 meedraait en dus verdraaivast met kolom 1 is verbonden, doch wel in hoogterichting meebeweegt met de arm 19. Daartoe kan de aandrijfmotor 12 in verticale richting zijn geleid door bijvoorbeeld een glijla-25 gerkoppeling die in verbinding staat met de arm 19.
Fig. 5A toont een verdere uitvoeringsvariant van die van Fig. 4, waarbij de arm 19 niet in hoogterichting beweegbaar is doch boven de bovenste of onder de onderste winding van de spiraalvormig verlopende transportbanden 7, 8 verloopt 30 en uitsteekt tot voorbij de buitenomtrek van de eerste transportband 8 (of binnen de binnenomtrek van de tweede transportband 8 stopt). De arm 19 en de overzetter 11 zijn in dit geval onderling verbonden door een verbinding 21 die in lengte kan variëren, teneinde de variatie in het hoogtever-35 schil tussen de arm 19 en de overzetter 11 te kunnen opvangen.
De plaatsing van de aandrijfmotor 12 is vergelijkbaar met die van Fig. 4, waarbij in dit geval echter de arm 19 en dus de 7 aandrijfmotor 11 alleen roteren en niet transleren ten opzichte van de kolom 1.
Fig. 6 toont een verdere variant van het uitvoerings-voorbeeld van Fig. 4, waarbij het traject van de 5 transportbanden 7 en 8 wederom in een schroeflijnvorm verloopt, waarvan de grondvorm echter niet cirkelvormig is, doch ovaal. Dit houdt in dat ten eerste de kromming van de transportbanden 7 en 8 over het traject varieert, terwijl daarbij tevens de horizontale afstand tussen de overzetter 11 en de 10 kolom 1 over de lengte van het traject varieert. De arm 19 is daartoe uitgerust met middelen voor aanpassing aan de variërende afstand tussen de overzetter 11 en de kolom 1, welke middelen in dit uitvoeringsvoorbeeld zijn voorzien van een telescopisch armgedeelte 22. Dit telescopische armgedeelte 22 is 15 met de overzetter 11 verbonden op zodanige wijze dat een onderlinge verdraaiing om een althans ongeveer verticale as mogelijk is, bijvoorbeeld via een verticaal scharnier 23.
Fig. 7 toont een variant van de uitvoeringsvorm volgens Fig. 1D, waarbij het belangrijkste verschil is dat ook in 20 dit geval het schroeflijnvormige traject een ovale grondvorm bezit en het montagedeel 13 met daarop de aandrijfmotor 12 via een althans ongeveer verticaal scharnier 24 met de overzetter 11 is verbonden.
Fig. 8 toont weer een variant van het uitvoerings-25 voorbeeld volgens Fig. 4, waarbij in dit geval de aandrijfmotor 12 zodanig op de arm 19 is gemonteerd dat zijn rotatieas verticaal is gericht en een via een snaaraandrijving 25 met een riemschijf aan de kolom 1 is verbonden. Deze riem-schijf is wederom verdraaivast maar in hoogterichting 30 verstelbaar met de kolom 1 verbonden.
Fig. 9 toont een variant van de uitvoering volgens Fig. 8, waarbij de overzetter 11 geschikt is gemaakt voor het overzetten van producten P die in een massastroom worden getransporteerd. Het gaat hierbij in dit geval om producten met 35 een ronde doorsnede, zoals flessen, potten of dergelijke. In j dit geval zijn de eerste en tweede transporteur 7, 8 (die elk ook uit een aantal naast elkaar gelegen transportbanden kunnen bestaan) met niet of nauwelijks tussenruimte naast elkaar ge- 8 leid, waardoor producten direct van de .eerste transporteur 7 naar de tweede transporteur 8 kunnen worden overgezet. Het overzetorgaan 17 van de overzetter 11 kan uit een eenvoudige, niet-beweegbare geleider bestaan die er voor zorgt dat de te-5 gen de geleider van het overzetelement 18 aanlopende producten zijdelings naar de tweede transporteur 8 worden overgezet. De geleider van het overzetorgaan 17 kan daarbij ook worden bewogen om het overzetten te stimuleren.
Fig. 10 toont een variant met een beweegbaar overzet-10 orgaan 17 in de vorm van een circulerend aangedreven overzetsnaar die aan de naar de producten P toegekeerde zijde van de eerste transporteur 7 naar de tweede transporteur 8 beweegt .
Fig. 11 toont een variant van het uitvoeringvoorbeeld 15 volgens Fig. 9, waarbij aan de radiale buitenzijde van de eerste transporteur 7 en aan de radiale binnenzijde van de tweede transporteur 8 een aan de betreffende transporteurs 7, 8 bevestigde en derhalve hiermee meelopende geleiding 26 is gemonteerd voor het geleiden van de producten.
20 Fig. 12 toont een andere variant van het uitvoerings- voorbeeld volgens Fig. 9, waarbij tussen de eerste en tweede transporteur 7, 8 een evenwijdig daaraan verlopende middenge-leiding 27 is aangebracht. Deze middengeleiding 27 volgt de bewegingen van de overzetter 11. Hiertoe is de middengeleiding 25 27 met de overzetter 11 gekoppeld of synchroon met de overzetter 11 aandrijfbaar. Het naar het overzetorgaan 17 toegekeerde uiteinde van de middengeleiding 27 bevindt zich op vaste afstand daarvan, zodat de producten P in de ruimte tussen de middengeleiding 27 en het overzetorgaan 17 van de eerste 30 transporteur 7 naar de tweede transporteur 8 kunnen worden overgezet. De middengeleiding 27 kan in een geringe ruimte tussen de transporteurs 7 en 8 zijn geleid of aan een boven de transportbanden 7 en 8 gemonteerde geleiding zijn opgehangen.
In de variant volgens Fig. 13 is aan het naar het 35 overzetorgaan 17 toegekeerde uiteinde van de middengeleiding 27 een overzetelement 18 bevestigd. Dit actieve overzetelement 18 is bedoeld voor het bevorderen van het overzetten van de producten P. Hiertoe kan het overzetelement 18 bijvoorbeeld om 9 één of meer verticale assen draaibaar zijn, zodat een soort propeller ontstaat die de producten actief overzet, doch ook een excentrisch heen en weer gaande beweging van het overzete-lement 18 is denkbaar (een zogenaamde "kwispeleenheid").
5 Verdere varianten zijn mogelijk.
In de variant volgens Fig. 14 is de middengeleiding 27 met het al dan niet actieve overzetelement 18 gecombineerd met een actief in dit geval circulerend overzetorgaan 17. In dit geval is de middengeleiding 27 tussen de eerste transpor-10 teur 7 en de tweede transporteur 8 geleid en de daardoor ontstane tussenruimte is ter plaatse van het gebied tussen het overzetorgaan 17 en het overzetelement 18 voorzien van een buigzaam brugelement 28, waarvan het bovenoppervlak althans ongeveer in hetzelfde vlak is gelegen als het transportopper-15 vlak van de eerste en tweede transporteur 7, 8, zodat de producten via het buigzame brugelement 28 van de eerste transporteur 7 naar de tweede transporteur 8 kunnen worden overgezet. Het brugelement 28 kan een geheel vormen met de middengeleiding 27 of kan uit een afzonderlijk element bestaan 20 dat ofwel met de overzetter 11, dan wel met de middengeleiding 27 is gekoppeld om ten minste in een gedeelte van het traject de bewegingen van de overzetter 11 te volgen.
Fig. 15 toont een variant van de uitvoering volgens Fig. 10, waarbij nu de eerste transporteur 7 en de tweede 25 transporteur 8 op een geringe onderlinge afstand van elkaar zijn geleid en in de kleine tussenruimte tussen de transporteurs een stationair brugelement 29 is aangebracht, dat zich over ten minste een gedeelte van het traject van de eerste en tweede transporteur 7, 8 uitstrekt, evenwijdig daaraan. Het 30 oppervlak van het brugelement 29 ligt weer althans ongeveer in hetzelfde vlak als het transportoppervlak van de transporteurs 7 en 8. In dit geval bewegen de producten bij de overzetter 11 via het stationaire brugelement 29 van de eerste transporteur 7 naar de tweede transporteur 8.
35 Fig. 16 toont een variant van de uitvoering volgens
Fig. 14, waarbij is weergegeven op welke wijze het actieve overzetelement 18 kan worden aangedreven. In dit geval wordt het overzetelement 18 via een snaarverbinding 30 aangedreven i____ 10 met behulp van een aandrijforgaan 31. Dit aandrijforgaan 31 kan een aandrijfmotor zijn of kan bijvoorbeeld via een differentieel zijn gekoppeld met de beide transporteurs 7, 8 teneinde te worden aangedreven in afhankelijkheid van het 5 snelheidsverschil tussen de eerste en tweede transporteur 7, 8. Een aandrijving door één van de transporteurs 7, 8 is ook mogelijk. Het aandrijforgaan 31 wordt tevens benut voor het aandrijven van het overzetorgaan 17.
Fig. 17 toont een uitvoering van Fig. 4, waarbij het 10 aandrijforgaan 31 voor het overzetorgaan 17 is weergegeven.
Hiertoe is de overzetsnaar van het overzetorgaan 17 langs het aandrijforgaan 31 geleid.
Fig. 18 toont dat het aandrijforgaan 31 ook in deze uitvoering kan worden benut voor het aandrijven van het over-15 zetelement 18 dat tegenover het overzetorgaan 17 is geplaatst.
Fig. 19 illustreert op welke wijze de aandrijfmotor 12 voor de overzetter 11 kan worden bestuurd. Fig. 19 toont een besturingseenheid 32 die enerzijds is gekoppeld met de aandrijfmotor 12 en anderzijds is aangesloten op sensoren 33 20 die de snelheden van de eerste en tweede transporteurs 7, 8 vaststellen, direct aan de transportbanden of via hun aandrijving. Op basis van de waarnemingen van de sensoren 33 berekent de besturingseenheid de benodigde snelheid voor de aandrijfmotor 12. Dit gebeurt op basis van een formule waarin het 25 verschil in snelheid van de eerste en tweede transporteur 7, 8 een rol speelt en nog eventueel een (variërende) factor.
Fig. 20 toont dat de besturingseenheid 34 ook kan zijn gekoppeld aan het in dit geval als een aandrijfmotor uitgevoerde aandrijforgaan 31 voor het overzetorgaan 17 en het 30 overzetelement 18. Ook de besturing van dit aandrijforgaan 31 kan plaatsvinden op basis van de informatie van de sensoren 33. Voor het aansluiten van de aandrijfmotoren 12 en 31 op een bijbehorende energiebron, in het bijzonder het elektriciteitsnet, kan gebruik worden gemaakt van sleepcontacten die in 35 hoofdlijnen evenwijdig aan het traject van de transporteurs 7, 8 verlopen, doch het is ook mogelijk om een roterende verbinding te hebben, waarbij de kabels bijvoorbeeld vanuit de kolom 1 naar de aandrijfmotoren 12, 32 verlopen. De verbinding tus- 11 sen het besturingseenheid 32 en de aandrijfmotoren 12 en 31 kan op dezelfde wijze plaatsvinden of bijvoorbeeld via een radiosignaal of inductief.
Fig. 20a toont een uitvoeringsvariant waarbij te zien 5 is dat de eerste en tweede transporteur zijn aangesloten op een aanvoertransporteur 34 en een afvoertransporteur 35 die in dit geval zijn geïntegreerd. Sensoren 36 en 37 meten de hoeveelheid producten op de aan- en afvoertransporteur 34, 35 (geen, genoeg of teveel aan- of afvoer) en de besturingseen-10 heid 32 bestuurt (mede) op basis van deze gegevens de aandrijfmotoren 9 en 10 van de eerste en tweede transporteurs 7, 8, de aandrijfmotor 12 van de overzetter 11 en/of het aandri jforgaan 31 van het overzetorgaan 17.
In Fig. 20b zijn de aan- en afvoertransporteur 34, 35 15 losgekoppeld en bestuurt de besturingseenheid 32 tevens motoren 38 en 39 van de aan- en afvoertransporteur en zorgt deze voor de optimale afstemming van de verschillende transport-schakels in het systeem voor het afstemmen van het transport op de voor- en nageschakelde, en tevens bewaakte, verwerkings-20 of behandelingsprocessen in de lijn.
In de uitvoeringsvariant van Fig. 21 zijn de besturingseenheid 32 en de sensoren 33 op of aan de overzetter 11 gemonteerd, zodat de communicatie en aansluitingen aanzienlijk zijn vereenvoudigd. Indien ook de energiebron op de overzetter 25 11 is aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van een accu, kan de overzetter 11 zelfstandig functioneren. In dit geval meten de sensoren 33 niet de absolute snelheid van de transporteurs 7, 8, doch de snelheid daarvan ten opzichte van de overzetter 11, en op basis hiervan kan ook de benodigde snelheid van de 30 overzetter 11 worden berekend.
Fig. 22 toont nog een variant van de overzetter 11 die in het bijzonder is bedoeld voor het overzetten van producten P die bijvoorbeeld groot zijn of vanwege hun vorm niet door een continu circulerende overzetter kunnen worden ver-35 plaatst. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is sprake van een "flappenband" pusher als overzetorgaan 17, doch er kan ook bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een stangenpusher of degelijke. In beide gevallen wordt een discontinue slag door 12 het overzetorgaan 17 gemaakt, en een dergelijke slag wordt alleen uitgevoerd indien door een sensor een product bij het overzetorgaan 17 wordt waargenomen. Het overzetorgaan 17 maakt dan een overzetbeweging en in het weergegeven geval waarbij 5 een circulerende band wordt gebruikt voor het bewegen van de pushers is het overzetorgaan dan direct weer klaar voor het overzetten van een volgend product P. De slag van het overzetorgaan kan ook worden geïnitieerd door een computerberekening, zoals bekend is uit tracing systemen.
10 Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvin ding een buffertransporteur verschaft die op velerlei wijzen uitvoerbaar is en een veelzijdige manier van het overzetten van producten biedt. De aandrijving van de overzetter kan gemakkelijk aan het toepassingsgeval worden aangepast. De 15 verschillende uitvoeringen kunnen desgewenst worden gecombineerd, zodat bepaalde kenmerken van een uitvoering ook in een andere uitvoering kunnen worden geïntegreerd.
s j

Claims (1)

1. Buffertransporteur voor het transporteren en bufferen van producten, welke uitblinkt door eenvoud en betrouwbaarheid. i
NL2000324A 2006-11-21 2006-11-21 Buffertransporteur. NL2000324C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000324A NL2000324C1 (nl) 2006-11-21 2006-11-21 Buffertransporteur.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000324 2006-11-21
NL2000324A NL2000324C1 (nl) 2006-11-21 2006-11-21 Buffertransporteur.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000324C1 true NL2000324C1 (nl) 2006-12-22

Family

ID=37774897

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000324A NL2000324C1 (nl) 2006-11-21 2006-11-21 Buffertransporteur.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2000324C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8522960B2 (en) 2008-10-21 2013-09-03 Laitram, L.L.C. Spiral belt conveyor

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8522960B2 (en) 2008-10-21 2013-09-03 Laitram, L.L.C. Spiral belt conveyor

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2000319C2 (nl) Buffertransporteur voor het transporteren en bufferen van producten.
NL1035783C2 (nl) Buffertransporteur voor het transporteren en bufferen van producten.
US9145270B2 (en) Apparatus for handling and accumulating articles in a buffer area
US6152291A (en) Apparatus for controlling the flow of articles
US8622201B2 (en) Device for transporting objects
US7775344B2 (en) Device for buffering products and a method of operating this
US8413798B2 (en) Device for conveying products
CN102372160B (zh) 容器的缓冲装置及缓冲容器的方法
CN103596862B (zh) 用于累积产品的装置
US8997970B2 (en) Storage device
US20110259713A1 (en) Spiral conveyor apparatus with automatic flow control and merge/divert attachment
US8100254B2 (en) Conveyor for conveying and buffering articles
NL2001875C2 (nl) Buffertransporteur voor het transporteren en bufferen van producten.
NL2000324C1 (nl) Buffertransporteur.
NL1025991C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bufferen van producten.
EP2001770B1 (en) Conveyor for conveying and buffering products
NL1029294C2 (nl) Bochttransporteur.
JPH018973Y2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100601