NL2000233C2 - Vlechten van gespaakte wielen. - Google Patents

Vlechten van gespaakte wielen. Download PDF

Info

Publication number
NL2000233C2
NL2000233C2 NL2000233A NL2000233A NL2000233C2 NL 2000233 C2 NL2000233 C2 NL 2000233C2 NL 2000233 A NL2000233 A NL 2000233A NL 2000233 A NL2000233 A NL 2000233A NL 2000233 C2 NL2000233 C2 NL 2000233C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
nipple
screwdriver
spoke
measuring needle
rim
Prior art date
Application number
NL2000233A
Other languages
English (en)
Inventor
Thomas Wilhelmus Johanne Bosch
Original Assignee
Holland Mechanics Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Holland Mechanics Bv filed Critical Holland Mechanics Bv
Priority to NL2000233A priority Critical patent/NL2000233C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2000233C2 publication Critical patent/NL2000233C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60BVEHICLE WHEELS; CASTORS; AXLES FOR WHEELS OR CASTORS; INCREASING WHEEL ADHESION
    • B60B31/00Apparatus or tools for assembling or disassembling wheels
    • B60B31/02Apparatus or tools for assembling or disassembling wheels for tightening or straightening wire spokes in situ; for extracting spokes from wheels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • A Measuring Device Byusing Mechanical Method (AREA)

Description

Vlechten van gespaakte wielen
De uitvinding betreft een inrichting voor het vlechten van gespaakte wielen overeenkomstig de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke inrichting is bekend ondermeer uit 5 EP A 0476750. Het nadeel van de bekende inrichting is dat deze niet geschikt is voor het vlechten van wielen waarbij de nippels niet door een gat in de velg gestoken worden maar waarbij alleen de spaak door een gat in de velg steekt. Bij de nippels van dergelijke wielen is namelijk de 10 grootste diameter van de nippel naar de velg gericht en wordt een schroevendraaier gebruikt welke schroevendraaier de nippel deels omvat tijdens het opschroeven. Het koppelen van de schroevendraaier met zodanig georiënteerde nippels wordt in de bekende inrichting belemmerd door de meetnaald. 15 Teneinde dit nadeel te vermijden is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met het kenmerk van conclusie 1. Hierdoor wordt bereikt dat tijdens het koppelen van de nippel met de schroevendraaier het uitwendige profiel van de nippel ongehinderd in het inwendige profiel van de schroe-20 vendraaier kan schuiven.
In overeenstemming met een uitvoeringsvoorbeeld is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 2. Hierdoor kan de nippel op eenvoudige wijze in het inwendige profiel schuiven .
25 In overeenstemming met een uitvoeringsvoorbeeld is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 3. Hierdoor is de koppeling van de nippel met de schroevendraaier verder vereenvoudigd .
Tevens omvat de uitvinding een werkwijze voor het vlechten 30 van gespaakte wielen overeenkomstig de aanhef van conclusie 4. Deze werkwijze is bekend uit EP A 0476750 en heeft de hiervoor omschreven nadelen.
2
Ten einde deze nadelen te vermijden wordt de werkwijze uitgevoerd in overeenstemming met het kenmerk van conclusie 4. Hierdoor kan de koppeling van de nippel met de schroevendraaier op eenvoudige wijze plaats vinden.
5 In overeenstemming van een uitvoering van de werkwijze wordt deze uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 5. Hierdoor wordt bereikt dat tijdens het naar de spaak transporteren en op de spaak drukken de nippel op juiste wijze georiënteerd blijft ten opzichte van de schroevendraaier 10 zodat de koppeling met de spaak probleemloos verloopt.
De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van een tekening. In de tekening toont
Figuur 1 een doorsnede van de schroevendraaier volgens de bekende techniek waarbij een nippel zodanig voor de schroe-15 vendraaier ligt dat de nippel door een gat in een velg op een spaak geschroefd kan worden,
Figuur 2 een doorsnede door de velg en de nippel in de situatie nadat de nippel zoals getoond in figuur 1 op een spaak geschroefd is, 20 Figuur 3 een doorsnede van de schroevendraaier in de situatie volgens de uitvinding waarbij een nippel zodanig voor een schroevendraaier ligt dat een kop van de nippel in de richting van de velg gepositioneerd is,
Figuur 4 een doorsnede van de schroevendraaier in de situa-25 tie overeenkomstig figuur 3 waarbij de nippel in de richting van de velg is geschoven,
Figuur 5 een doorsnede van de schroevendraaier in de situatie overeenkomstig de figuren 3 en 4 waarbij de nippel is gekoppeld met de schroevendraaier, 30 Figuur 6 een doorsnede van de schroevendraaier in de situatie overeenkomstig de figuren 3, 4 en 5 waarbij de nippel en de schroevendraaier zodanig gekoppeld zijn dat de nippel op de spaak geplaatst kan worden, 3
Figuur 7 een doorsnede van de schroevendraaier in de situatie overeenkomstig de figuren 3-6 waarbij de schroevendraaier naar de velg is bewogen, en
Figuur 8 een doorsnede door de velg en de nippel met een 5 overeenkomstig de uitvinding op een spaak geschroefde nippel, waarbij alleen de spaak door de velg steekt.
Een inrichting voor het vlechten van gespaakte wielen is ondermeer beschreven in de publicatie EP-A-0476750. Kort samengevat wordt bij het vlechten van gespaakte wielen in 10 de beschreven inrichting een velg waarin nippelgaten zijn aangebracht op een montagetafel geplaatst. In het midden van de velg wordt een naaf in een houder geplaatst. De naaf is bij voorkeur voorzien van spaken die elk aan de velg gemonteerd moeten worden door de spaak door het nippelgat te 15 steken en er aan de buitenkant van de velg een nippel op te schroeven met behulp van een schroevendraaier. Nadat de nippel op de spaak geschroefd is steken de nippel en de spaak door het nippelgat in de velg en rust de kop van de nippel aan de buitenzijde op de velg. Om te bereiken dat de 20 spanningen in de spaken na het in de velg monteren van de spaken bij alle spaken zo veel mogelijk gelijk zijn wordt de positie van de spaak ten opzichte van de nippel tijdens het opschroeven met een meetnaald gemeten en stopt het opschroeven van elke nippel door het wegtrekken van de 25 schroevendraaier als de nippel op een van te voren vastgestelde positie op de spaak geschroefd is.
In de figuren 1 en 2 is deze bekende techniek getoond. Bij het opschroeven van de nippels 5 op een spaak 14 wordt de werkwijze gevolgd zoals beschreven in het document 30 EP-A-476750. Voor het in een binnenwand 13 van een velg 12 plaatsen van een nippel 5 heeft de inrichting een nippelge-leider 2 met een toevoeropening 3 voor toevoer van steeds een enkele nippel 5. De toegevoerde nippel 5 valt door een 4 nippelkanaal 4 voor een schroevendraaier 1. De nippel 5 heeft een nippelboring 8 met schroefdraad die op een schroefdraad 15 van de spaak 14 geschroefd kan worden. De schroevendraaier 1 roteert met een min of meer constant 5 toerental om een hartlijn 11. De schroevendraaier 1 heeft nokken 10 die in ingrijping kunnen komen met een zaagsnede 19 in een kop 18 van de nippel 5. In het hart van de schroevendraaier 1 is een meetnaald 9 aangebracht die in de richting van de nippel 5 puntvormig eindigt en enige af-10 stand voor de nokken 11 van de schroevendraaier 1 uitsteekt. De diameter van de meetnaald 9 is zodanig dat deze binnen de schroefdraad van de nippel 5 gestoken kan worden. Nadat de nippel 5 door het nippelkanaal 4 voor de roterende schroevendraaier 1 is gevallen beweegt de nippelgeleider 2 15 in de richting van de hartlijn 11 in de richting van de schroevendraaier 1. Daar zowel de kop 18 een zoekende over-gang heeft naar de boring 8 en de meetnaald 9 puntvormig eindigt, schuift de nippel 5 op de meetnaald 9 zodra de nippel 5 door een centreerrand 6 van de nippelgeleider 2 in 20 de richting van de schroevendraaier 1 wordt geduwd. Nadat de nippel 5 op de hiervoor omschreven wijze met de schroevendraaier 1 gekoppeld is kan de schroevendraaier 1 in de richting van een opening in een binnenwand 13 van een velg 12 bewogen worden waarbij de nippel 5 door een uitvoerope-25 ning 7 naar de voor de opening 7 gebrachte spaak 14 beweegt en op de spaak 14 schroeft. Daarbij beweegt een schacht 17 van de nippel 5 door de opening in de binnenwand 13 tot de kop 18 tegen de binnenwand 13 rust.
Tijdens het op de spaak 14 schroeven van de nippel 5 duwt 30 de spaak 14 de meetnaald 9 in de richting van de schroevendraaier 1. De positie van de meetnaald 9 ten opzichte van de schroevendraaier 1 wordt gemeten en als de nippel 5 voldoende op de spaak 14 geschroefd is wordt dit door een be- 5 sturing van de inrichting gedetecteerd en beweegt de schroevendraaier 1 weg van de nippel 5 en deels uit de nip-pelgeleider 2, waardoor het nippelkanaal 4 weer geopend wordt en de volgende nippel 5 weer voor de schroevendraaier 5 1 kan vallen. Ook wordt een volgende opening in de velg 13 en de volgende spaak 14 vóór de schroevendraaier 1 gebracht en de cyclus herhaalt zich.
Zoals in figuur 2 te zien steekt de kop 18 van de nippel 5 slechts gering uit boven de naar de buitenomtrek van de 10 velg 12 gerichte zijde van de binnenwand 13. De nippel 5 steekt voor het grootste deel door de binnenwand 13 en een sleutelvlak 16 is toegankelijk langs de spaak 14, zodat de spaakspanning ook veranderd kan worden door het schroeven van de nippels 5 als er een band (niet getoond) om de velg 15 12 ligt. Het zal duidelijk zijn dat bij deze bekende con structie het gat door de binnenwand 13 ten minste groot genoeg moet zijn voor de schacht 17.
De hiervoor beschreven inrichting kan aangepast worden en geschikt gemaakt worden voor het samenbouwen van wielen op 20 een vergelijkbare wijze als hiervoor beschreven waarbij de nippel 5 niet door de binnenwand 13 steekt maar is uitgevoerd als oplegnippel. Bij dit andere wielontwerp kan de opening in de binnenwand 13 kleiner worden. In dergelijke gevallen is de velg meestal uitgevoerd met een binnenwand 25 en een buitenwand en steekt de oplegnippel niet buiten de buitenwand.
In de figuren 3-7 zijn de verschillende stappen getoond in het samenvoegen en op de spaak 14 schroeven van een oplegnippel 21. Figuur 8 toont de spaak 14 met oplegnippel 21 op 30 een dubbelewand velg 25 na montage.
De te monteren oplegnippels 21 hebben geen zaagsnede 19 en worden zodanig door de toevoeropening 3 toegevoerd dat ze met de kop 18 in de richting van de uitvoeropening 7 van de 6 nippelgeleider liggen. Voor opschroeven van de nippel wordt een schroevendraaier 1 met een inwendig vierkant 23 gebruikt. Bovendien wordt de inrichting uitgebreid met de mogelijkheid om de meetnaald 9 tijdens het koppelen van de 5 schroevendraaier 1 met de oplegnippel 21 tijdelijk terug te trekken uit een meetpositie naar een koppelpositie en daarna weer terug te brengen in de meetpositie. Ook is er eventueel een voorziening toegevoegd waarmee gemeten kan worden of de oplegnippel 21 en de schroevendraaier 1 op de juiste 10 wijze gekoppeld zijn.
Figuur 3 toont de situatie nadat de oplegnippel 21 in de nippelgeleider 2 gevallen is, waarbij de kop van de oplegnippel 21 nabij de uitvoeropening 7 ligt. In de figuur 3 is de roterende schroevendraaier 1 al enigszins in de richting 15 van de uitvoeropening 7 bewogen. De meetnaald 9 is zover teruggetrokken dat een inwendig vierkant 23 aan het uiteinde van de schroevendraaier 1 ten minste aan de naar de oplegnippel 21 gerichte zijde zodanig open is dat het sleu-telvlak 16 van de oplegnippel 21 langs een afgeschuinde 20 rand 20 in het inwendige vierkant 23 kan glijden en waardoor oplegnippel 21 gekoppeld kan worden met de schroevendraaier 1. Het is daarbij voldoende om de meetnaald 9 zover terug te trekken dat het inwendige vierkant 23, gezien vanaf de nippelzijde, over een lengte V die min of meer gelijk 25 is aan de inwendige diameter in het inwendige vierkant 23, niet in contact komt met de meetnaald 9. De meetnaald 9 is dan in de koppelpositie.
In figuur 4 is de situatie getoond waarbij de draaiende schroevendraaier 1 ten opzichte van de nippelgeleider 2 30 verder in de richting van de uitvoeropening 7 is bewogen en waarbij de oplegnippel 21 is verschoven en nu met de kop 18 tegen de centreerrand 6 rust. In deze situatie is er een afstand a tussen het uiteinde van de schroevendraaier 1 en 7 de uitvoeropening 7. Figuur 5 toont de situatie waarbij de roterende schroevendraaier 1 verder naar de uitvoeropening 7 is bewogen en waarbij de oplegnippel 21 met het sleutel-vlak 16 door de weerstand bij de centreerrand 6 in het in-5 wendige vierkant 23 is geschoven.
De relatieve beweging van de nippelgeleider 2 ten opzichte van de schroevendraaier 1 vindt plaats onder veerbelasting waarbij de optredende krachten niet groot zijn en het in het inwendige vierkant 23 schuiven van het sleutelvlak 16 10 zeer geleidelijk kan plaats vinden. Nadat de koppeling op de hiervoor besproken wijze succesvol is uitgevoerd, is er een afstand b tussen het uiteinde van de schroevendraaier 1 en de uitvoeropening 7. Met een sensor kan de afstand tussen het uiteinde van de schroevendraaier 1 en de uitvoer-15 opening 7 (of een vergelijkbare maat) gemeten worden en als deze afstand de waarde b voldoende genaderd is kan in de besturing vastgesteld worden dat de schroevendraaier 1 en de oplegnippel 21 op de juiste wijze gekoppeld zijn. Nadat dit is vastgesteld kan de meetnaald 9 terug in de meetposi-20 tie gebracht worden, zoals in figuur 6 is getoond.
In de in figuur 6 getoonde situatie is de inrichting gereed voor het opschroeven van de oplegnippel 21 op de spaak 14. Zodra de operator en/of de besturing aangeeft dat de spaak 14 door een spaakgat 26 in de binnenwand 13 van een dubbe-25 lewand velg 25 gestoken is kan de roterende schroevendraaier 1 met de roterende oplegnippel 21 door een gat in een buitenwand 24 van de dubbelewand velg 25 gestoken worden en kan de oplegnippel 21 op de spaak 14 geschroefd worden. Daarbij duwt de schroevendraaier 1 de oplegnippel 21 door 30 en/of langs de centreerrand 6 omdat de nippelgeleider 2 wordt tegengehouden om te voorkomen dat de nippelgeleider 2 contact maakt met de buitenwand 24.
8
Tijdens het opschroeven van de oplegnippel 21 op de spaak 14 drukt de spaak 14 tegen de meetnaald 9 en als de verplaatsing van de meetnaald 9 groot genoeg is wordt in de besturing geconstateerd dat de oplegnippel 21 op de goede 5 positie op de spaak 14 geschroefd is en wordt de schroevendraaier 1 los getrokken van de oplegnippel 21. Doordat meetnaald 9 nu niet meer door de spaak 14 wordt weggedrukt beweegt deze weer naar zijn oorspronkelijke meetpositie, waaruit de besturing concludeert dat de oplegnippel 21 op 10 de juiste wijze op de spaak 14 is geschroefd. De cyclus kan zich nu herhalen om de volgende oplegnippel 21 op de volgende spaak 14 te schroeven.
In figuur 8 is zichtbaar hoe de oplegnippel 21 op de spaak 14 geschroefd is. In de dubbelewand velg 25 is in de bin-15 nenwand 13 slechts een klein spaakgat 26, terwijl de oplegnippel 21 met zijn grootste oppervlak van de kop 18 op de binnenwand 13 af kan steunen. Het zal duidelijk zijn dat hierdoor de spaakkracht hoger kan zijn dan bij de in figuur 2 getoonde situatie. Dit is een voordeel dat aansluit bij 20 de hogere belastbaarheid van de dubbelwandige velgen 25.
In het hiervoor weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is een oplegnippel 21 beschreven waarvan de vorm in belangrijke mate overeenkomt met de vorm van de nippel 5, die door de binnenwand 13 van velg 12 gestoken wordt en voorzien is van 25 een schacht 17. Het zal duidelijk zijn dat de oplegnippel 21 ook vele andere uitvoeringsvormen kan hebben, bijvoorbeeld zonder schacht 17, zodat de afstand tussen de binnenwand 13 en de buitenwand 24 van de dubbelewand velg 25 kleiner kan zijn. Ook kan het sleutelvlak 16 in plaats van 30 vierkant, zeskantig zijn of een andere geschikte vorm hebben. Bij de hier getoonde uitvoering van de nippelgeleider 2 zal steeds de kop 18 een grotere diameter hebben dan het sleutelvlak 16, zodat de schroevendraaier 1 een kleinere 9 diameter kan hebben dan de kop 18 en de kop 18 door de cen-treerrand 6 geklemd kan worden terwijl de schroevendraaier 1 langs de centreerrand 6 kan schuiven.
Bij uitvoeringen van de nippelgeleider 2 waarbij de cen-5 treerrand 6 verend weggedrukt kan worden of waarbij de nippelgeleider 2 in langsrichting gedeeld is en door veerkracht samengedrukt is, kan de naar de velg 25 bewegende schroevendraaier 1 een grotere diameter hebben dan de grootste diameter van de nippel 21. De schroevendraaier 1 10 kan dan met zoveel kracht worden bewogen dat deze de centreerrand 6 opzij kan duwen.
Voor het in de richting van de hartlijn 11 bewegen van de meetnaald 9 die met de schroevendraaier 1 roteert van de meetpositie naar de koppelpositie en omgekeerd, kunnen di-15 verse constructies ontworpen worden. Een van de mogelijkheden is om de beweging met een pneumatische cilinder te laten plaats vinden, waarbij de lucht voor activeren van de cilinder via een roterende koppeling wordt toegevoerd.
Een andere uitvoeringsvorm is om de meetnaald 9 door middel 20 van veerkracht in zijn koppelpositie te drukken en aan de meetnaald 9 een schijf te bevestigen die met de schroevendraaier 1 en de meetnaald 9 mee roteert. De schroevendraaier 1 is op een slede gemonteerd voor de beweging naar de velg 12,25 en op deze slede is dan ook een vork gemonteerd 25 met twee rollen die diagonaal tegenover elkaar tegen de schijf kunnen drukken en die zo de meetnaald 9 ten opzichte van de schroevendraaier 1 bewegen.
De inrichting is zodanig uitgevoerd dat de oplegnippel 21 over een van te voren opgestelde lengte op de spaak 14 30 wordt geschroefd. De meetnaald 9 detecteert door de verplaatsing ten opzichte van de schroevendraaier 1 te meten wanneer de oplegnippel 21 op enige afstand op de schroefdraad geschroefd is. Na deze waarneming wordt in de bestu- 10 ring het aantal omwentelingen geteld en na een vastgesteld aantal omwentelingen wordt de schroevendraaier 1 losgetrokken van de oplegnippel 21. De verplaatsing van de meetnaald 9 ten opzichte van de schroevendraaier 1 kan zowel plaats 5 vinden door het wegdrukken van de meetnaald door de spaak 14 en ook door het actief terugtrekken van de meetnaald 9 als deze in de koppelpositie wordt gebracht. In de besturing zijn voorzieningen die het verschil tussen beide oorzaken kunnen vaststellen.

Claims (5)

1. Inrichting voor het vlechten van gespaakte wielen omvattende een ondersteuning voor een velg (12; 25) en een door spaken (14) met de velg te koppelen 5 naaf, een schroevendraaier (1) voor het op de spa ken schroeven van nippels (5; 21), welke schroevendraaier ten opzichte van de ondersteuning verplaatsbaar is en een nippelgeleider (2) voor het tussen de schroevendraaier en de velg positioneren 10 van nippels, waarbij de schroevendraaier met een in de nippelgeleider gepositioneerde nippel gekoppeld kan worden en de schroevendraaier voorzien is van een meetnaald (9) voor het detecteren van een positie van een spaak in een op de spaak geschroefde 15 nippel met het kenmerk dat de schroevendraaier (1) voorzien is van een holte met een inwendig profiel (23) voor het koppelen van de schroevendraaier met een uitwendig profiel (16) van de nippel (21) en middelen aanwezig zijn voor het tijdelijk uit ten 20 minste een deel van de holte trekken van de meet naald (9) .
2. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij de meetnaald (9) over een zodanige afstand (v) uit het inwendige profiel (23) getrokken kan worden dat de meetnaald 25 het inwendige profiel vrij laat over een afstand die ten minste gelijk is aan de inwendige diameter van het inwendige profiel.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 waarbij tussen het inwendige profiel (23) en het einde van de 30 schroevendraaier (1) een zoekrand (20) is aange bracht .
4. Werkwijze voor het vlechten van gespaakte wielen waarbij achtereenvolgens bij elke spaak (14) een nippel (5;21) voor de spaak wordt gebracht, waarna een roterende schroevendraaier (1) met de nippel 5 gekoppeld wordt en vervolgens de schroevendraaier de nippel op de spaak drukt en schroeft en de schroevendraaier van de nippel wordt losgetrokken nadat de nippel door het opschroeven een vooraf ingestelde positie op de spaak bereikt heeft en waar-10 bij voor het bepalen van het tijdstip waarop de schroevendraaier moet worden losgetrokken met een in de schroevendraaier aangebrachte meetnaald (9) wordt gemeten dat de spaak een bepaalde positie ten opzichte van de nippel heeft met het kenmerk dat de 15 schroevendraaier (1) een inwendig profiel (26) heeft voor het ten minste deels omvatten van de op te schroeven nippel (21) en dat voordat de roterende schroevendraaier gekoppeld wordt met de nippel de meetnaald (9) uit het inwendige profiel wordt 20 getrokken zodat de op te schroeven nippel in het inwendige profiel kan schuiven.
5. Werkwijze volgens conclusie 4 waarbij nadat de op te schroeven nippel in het inwendige profiel is geschoven de meetnaald deels in de op te schroeven 25 nippel wordt gestoken.
NL2000233A 2006-09-12 2006-09-12 Vlechten van gespaakte wielen. NL2000233C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000233A NL2000233C2 (nl) 2006-09-12 2006-09-12 Vlechten van gespaakte wielen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000233A NL2000233C2 (nl) 2006-09-12 2006-09-12 Vlechten van gespaakte wielen.
NL2000233 2006-09-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000233C2 true NL2000233C2 (nl) 2008-03-13

Family

ID=38008042

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000233A NL2000233C2 (nl) 2006-09-12 2006-09-12 Vlechten van gespaakte wielen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2000233C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1505855A1 (de) * 1965-03-26 1970-07-09 Maillard Maurice Ets Vorrichtung zum Richten und Spannen von Speichenraedern
EP0476750A1 (en) 1990-09-18 1992-03-25 Holland Mechanics B.V. Apparatus for mounting spokes between a hub and rim of a spoke wheel
US20030062762A1 (en) * 2001-09-28 2003-04-03 Rolf Dietrich Tensioned spoked wheel assembly and spoke rim and nipple therefor

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1505855A1 (de) * 1965-03-26 1970-07-09 Maillard Maurice Ets Vorrichtung zum Richten und Spannen von Speichenraedern
EP0476750A1 (en) 1990-09-18 1992-03-25 Holland Mechanics B.V. Apparatus for mounting spokes between a hub and rim of a spoke wheel
US20030062762A1 (en) * 2001-09-28 2003-04-03 Rolf Dietrich Tensioned spoked wheel assembly and spoke rim and nipple therefor

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1239275B2 (en) Apparatus and method for measuring uniformity and/or dynamic balance of a tire
US4202213A (en) Device for automatically locking motor vehicle wheels on to balancing machines
EP0824410B1 (fr) Machine pour et procede de mise en place de bourrelets de pneumatique
KR101430288B1 (ko) 타이어 예비 조립체 제조 장치
CN1899924B (zh) 卷轴和用于展开卷轴的系统
US6516855B2 (en) Wheel rim locking device for tire removal machines
US20070273108A1 (en) Wheel Chuck
EP0179724B1 (fr) Attelage d'éjection pour presse à injecter
FR2491823A1 (fr) Procede et dispositif pour la fabrication de pneumatiques radiaux comprenant une carcasse, une structure annulaire de renforcement et une bande de roulement, la structure annulaire de renforcement et la bande de roulement etant fabriquees sur deux tambours differents
NL2000233C2 (nl) Vlechten van gespaakte wielen.
WO2003024756A2 (en) Method and apparatus for tensioning an emergency brake system on a vehicle
CN112224126B (zh) 一种半挂车钢卷固定装置
CN116086332B (zh) 一种多功能的刹车盘检测工装
US5613288A (en) Blind hole bearing puller
FR3048473B1 (fr) Moteur pour systeme de relachement de freins externe, systemes associes, et procedes associes
CN217654486U (zh) 刹车盘跳动检测设备
KR100317837B1 (ko) 샤프트에서요소를회전으로고정되게맞추는방법
CN212432100U (zh) 带有测头收张结构的双传感器孔径测量装置
US6588273B2 (en) Fixture for locking motorcycle wheels onto balancing machines
FR3048042B1 (fr) Systeme de frein avec mesure d'usure
CN219645080U (zh) 用于抽吸检测装置的辅助装置及抽吸检测系统
EP1462214B1 (fr) Procédé de vérification du positionnement d'une pièce mécanique dans un support et dispositif associé
CN210374857U (zh) 一种薄壁角接触球轴承沟槽精度检测装置
CN117102076B (zh) 一种物流分拣转运车用包胶滚轮生产检测装置
CN212180510U (zh) 一种动压式卷烟硬度测量装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100401