NL2000204C2 - Afsluitinrichting voor het afsluiten van een damwandprofiel, alsmede een samenstel en werkwijze. - Google Patents

Description

Afsluitinrichting voor het afsluiten van een damwandprofiel, alsmede een samenstel en werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een afsluitinrichting voor het afsluiten van een 5 damwandprofiel omvattende een afsluitlichaam welke een aan een damwandprofiel complementaire vorm omvat.

Een dergelijke afsluitinrichting is in de praktijk bekend voor het afsluiten van de ruimte tussen de bovenzijde van een opstaande wand en een zich dwars op die wand uitstrekkend damwandprofiel. In deze toepassing is het damwandprofiel veelal een over 10 de opstaande wand gelegen of op de bovenzijde van de opstaande wand bevestigde dakplaat met een damwandprofiel. De ruimtes tussen het damwandprofiel en de opstaande wand dienen onder andere afsloten te worden om tocht tegen te gaan.

Een nadeel van de bekende afsluitinrichting is dat tijdens de handeling van het plaatsen en bij het bevestigen van een damwandprofiel op een opstaande wand het 15 damwandprofiel vervormt. Dit heeft tot gevolg dat de vorm van de af te sluiten ruimtes tussen het damwandprofiel en de opstaande wand verandert. Hierdoor sluit de vorm van de bekende afsluitinrichting niet meer goed aan op het damwandprofiel. Het gevolg hiervan is dat de desbetreffende ruimtes niet goed afgesloten worden, waardoor (tocht)openingen tussen het damwandprofiel en de afsluitinrichting ontstaan.

20 Uit GB 2210399 is een geluiddempend element bekend voor een voeg in een weg.

DE 1273777 beschrijft een in te brengen profiel waarbij met vacuüm gewerkt wordt. Uit FR 1576835 is en vooraf samengeperst en later uitzetbaar deel bekend.

Een doel volgens de uitvinding is te voorzien in een afsluitinrichting welke goed 25 op een damwandprofiel aansluit, ook wanneer het damwandprofiel enigszins vervormd is.

Dit doel is met de afsluitinrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de afsluitinrichting een omhulsel omvat, welk omhulsel het afsluitlichaam gasdicht omhult en waarbij in het omhulsel een zodanig onderdruk gecreëerd is dat het afsluitlichaam 30 zich in een ingekrompen toestand bevindt en waarbij het afsluitlichaam ingericht is om uit te zetten naar een uitgezette toestand bij het tot een atmosferische druk in het omhulsel laten van een gas.

2 00 0 204 2

Het effect hiervan is dat de afsluitinrichting in een ingekrompen toestand in de ruimte van een damwandprofiel geplaatst kan worden. In deze positie wordt de gasdichte omhulling van het omhulsel doorbroken, bijvoorbeeld door het doorprikken van het omhulsel. Door het afsluit!ichaam ingericht is om uit te zetten zal er een gas, in 5 dit geval lucht, in het omhulsel gezogen worden totdat in het omhulsel een atmosferische druk heerst. Als gevolg daarvan zal afsluitlichaam zich vormen naar de vorm van het damwandprofiel, waardoor een nauwsluitende afsluiting van het afsluitlichaam op het damwandprofiel bereikt wordt. Door het verbreken van de gasdichte omhulling treedt er dus een zwelling van het afsluitlichaam in werking.

10 In een uitvoeringsvorm van de afsluitinrichting volgens de uitvinding omvat het afsluitlichaam elastisch materiaal. Het elastische materiaal heeft de voordelige eigenschap dat deze, omhult door een gasdicht omhulsel, zich bij een in het omhulsel heersende onderdruk ineen zal krimpen en bij het in het omhulsel laten van een gas uit zal zetten. Het uitzetten van het afsluitlichaam kan eveneens bereikt worden doordat het 15 afsluitlichaam middelen omvat welke bij het in contact komen met een gas een chemische reactie aangaan en het afsluitlichaam als gevolg daarvan uitzet.

In nog een uitvoeringsvorm van de afsluitinrichting volgens de uitvinding is de omvang van het afsluitlichaam in de ingekrompen toestand tussen de 30 en 15 % kleiner dan in de uitgezette toestand. In de praktijk blijkt dat hiermee een voordelige 20 nauwsluitende afsluiting van het damwandprofiel bereikt wordt. Bij voorkeur is de omvang van het afsluitlichaam in de ingekrompen toestand tussen de 20 en 25 % kleiner dan in de uitgezette toestand.

In een verdere uitvoeringsvorm van de afsluitinrichting volgens de uitvinding omvat de afsluitinrichting verbrekingsmiddelen voor het verbreken van de gasdichte 25 omhulling van het omhulsel.

Het afsluitlichaam kan geluidsisolerend materiaal omvatten. Dit is onder ander voordelig voor het geluidsisolerend afsluiten van een (deel) van een gebouw. Verder kunnen het afsluitlichaam en het omhulsel brandwerend materiaal omvatten. Op deze wijze wordt in een gebouw voorkomen dat een brand zich verspreidt door de ruimtes 30 tussen en de opstaande wand en het damwandprofiel. Hierbij kan het afsluitlichaam en het omhulsel respectievelijk steenwol en aluminiumfolie omvatten.

De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel van een damwandprofiel en een afsluitinrichting volgens de uitvinding. In een uitvoeringsvorm van het 3 samenstel volgens de uitvinding is de complementaire vorm van het afsluitlichaam in de uitgezette toestand groter is dan de vorm van het damwandprofiel. Hierbij is de complementaire vorm dan het afsluitlichaam in de uitgezette toestand bij voorkeur tussen de 5 en 10 % groter is dan de vorm van het damwandprofiel. De complementaire 5 vorm van het afsluitlichaam in de ingekrompen toestand is bij voorkeur tussen de 10 en 15 % kleiner dan de vorm van het damwandprofiel. Verder heeft de uitvinding verder betrekking op een gebouw omvattende samenstel volgens de uitvinding.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een samenstel volgens de uitvinding, omvattende de stappen van: 10 - het verschaffen van een bovenzijde omvattende opstaande wand, - het zodanig op de bovenzijde van de wand plaatsen van een damwandprofiel, dat het damwandprofiel zich dwars op de wand uitstrekt, - het tussen de bovenzijde van de wand en het damwandprofiel plaatsen van een afsluitinrichting en 15 - het verbreken van de gasdichte omhulling van het omhulsel.

Deze werkwijze kan de stap omvatten van het maken van een doorboring in het omhulsel.

De uitvinding zal verder in detail toegelicht worden aan de hand van de bij gevoegde tekeningen, waarin: 20 Fig. IA een schematisch aanzicht in perspectief toont van een uitvoeringsvorm van de afsluitinrichting volgens de uitvinding in een ingekrompen toestand,

Fig. 1B een schematisch aanzicht in perspectief toont van de afsluitinrichting van fig. IA in een uitgezette toestand,

Fig. 2 een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede langs lijn Il-II van fig. 3 toont 25 van een gebouw met een samenstel volgens de uitvinding,

Fig. 3 een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede langs lijn III-III van fig. 2 toont van het gebouw van fig. 2 en

Figuur 4 het aanzicht van fig. 3 toont, waarbij een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding weergegeven is.

30 Figuur IA toont een schematisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de afsluitinrichting 1 volgens de uitvinding in een ingekrompen toestand 5. De afsluitinrichting 1 voor het afsluiten van een damwandprofiel (2 van fig. 3) heeft een afsluitlichaam 3 met een aan een damwandprofiel complementaire vorm. Het 4 afsluitlichaam 3 bestaat uit elastisch materiaal. Om de afsluitinrichting 1 bevindt zich een omhulsel 4 welke het afsluitlichaam 3 gasdicht omhult en waarbij in het omhulsel 4 een zodanig onderdruk gecreëerd is dat het afsluitlichaam 3 zich in een ingekrompen toestand 5 bevindt. Op het omhulsel 4 bevinden zich verbrekingsmiddelen 7 in de vorm 5 van lip. Door het uitoefenen van een trekkracht op de lip wordt de gasdichte omhulling van het omhulsel 4 verbroken.

Figuur 1B toont een schematisch aanzicht van de afsluitinrichting 1 van fig. IA in een uitgezette toestand. De gasdichte omhulling van het omhulsel 4 is door de verbrekingsmiddelen 7 verbroken. Op het moment van deze verbreking zal door de 10 neiging van het afsluitlichaam 3 om uit te zetten, lucht in het omhulsel gezogen worden tot dat in het omhulsel 4 een druk heerst die gelijk is aan de atmosferische druk. Hierdoor zet het elastische afsluitlichaam 3 zich uit tot in de uitgezette toestand 6. Door het verbreken van de gasdichte omhulling treedt er dus een zwelling van het afsluitlichaam (3) in werking. De omvang van het afsluitlichaam 3 in de ingekrompen 15 toestand 5 is met stippellijnen aangegeven en is ongeveer 20 % kleiner dan de omvang in de uitgezette toestand 6.

Figuur 2 toont een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede langs lijn II-I1 van fig. 3 van een gebouw 11 met een damwandprofiel 2 en een afsluitinrichting 3 volgens de uitvinding. Het gebouw 11 wordt gevormd door van de bodem 20 af uitrekkende 20 buitenmuren 15. Tussen de buitenmuren 15 strekt zich als dak een damwandprofiel 2 uit. Door een in het gebouw 11 bevindende opstaande wand 12 wordt het gebouw in twee kamers 18 opgedeeld. In elke kamer 18 bevindt zich een systeemplafond 17 welke door middel van ophangmiddelen 16 aan het damwandprofiel 2 bevestigd is. Het damwandprofiel 2 steunt op en is bevestigd aan de bovenzijde 14 van de opstaande 25 wand 12. In de ruimte tussen het damwandprofiel 2 en de bovenzijde 14 van de opstaande wand 12 is een afsluitinrichting 1 geplaatst. Bij de afsluitinrichting 1 is de gasdichte omhulling van het omhulsel (niet getoond) doorbroken, zodat het afsluitlichaam 3 de neiging heeft om uit te zetten. Hierdoor wordt een nauwsluitende afsluiting van de ruimte tussen de bovenzijde van de opstaande wand 12 en het 30 damwandprofiel 2 bereikt. Het afsluitlichaam 3 omvat geluidsisolerend materiaal, hierdoor zijn geluiden uit de ene kamer 18 niet hoorbaar vanuit de andere kamer 18. Daarbij omvatten het afsluitlichaam 3 en het omhulsel 4 brandwerend materiaal, 5 waardoor een in de ene kamer 18 uitslaande brand belemmerd wordt om via de ruimte tussen de opstaande wand 12 en het damwandprofiel 2 over te slaan.

Figuur 3 toont een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede langs lijn III-1II van fig. 2 van het gebouw van fig. 2. In dit aanzicht is de aan het damwandprofiel 2 5 complementaire vorm goed zichtbaar. In de uitgezette toestand is de complementaire vorm van het afsluitlichaam 3 7 % groter dan de vorm van het damwandprofiel 2. Dit houdt in dat in de getoonde situatie de afsluitinrichting door de neiging van het afsluitlichaam om uit te zetten met een drukkracht klem zet tussen de bovenzijde 14 van de opstaande wand 12 en nauwsluitend aansluit op de bovenzijde 14 en het 10 damwandprofiel 2.

Figuur 4 toont het aanzicht van fig. 3, waarbij een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding weergegeven is. Voor de duidelijkheid is het systeemplafond (17 van fig. 3) niet weergegeven. Tussen de bovenzijde 14 van de wand 12 en het damwandprofiel 2 bevinden zich een eerste, tweede, derde en vierde 15 ruimte 21,22, 23 en 24. In de verschillende ruimtes 21, 22, 23 en 24 zijn verschillende stappen van het installeren van de afsluitinrichtingen 1 weergegeven. In de eerste ruimte 21 is een zich in de ingekrompen toestand 5 bevindende afsluitinrichting 1 op de bovenzijde 14 van de wand 12 geplaatst. In de tweede ruimte 22 wordt de gasdichte omhulling van het omhulsel (4 van fig. 1) doorbroken door het met een scherp 20 voorwerp, in dit geval een nagel 25, doorboren van de het omhulsel. Als gevolg hiervan zet de afsluitinrichting 1 zich uit in de door de pijlen 26 weergegeven richting, zoals weergeven in de derde ruimte 23. Het eindstadium is weergeven bij de vierde ruimte 24. Door het uitzetten van het afsluitlichaam 3 zet de afsluitinrichting 1 zich klem tussen de bovenzijde 14 en het damwandprofiel 2. Dit resulteert in een nauwsluitende 25 aansluiting van de afsluitinrichting 1 op de bovenzijde 14 en het damwandprofiel 2, waardoor de vierde ruimte 24 nauwsluitend afgesloten is.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een afsluitinrichting, samenstel, gebouw en werkwijze omvattende een of een combinatie van meer dan een in dit document beschreven en/of in de figuren weergegeven kenmerken. Het zal de vakman duidelijk 30 zijn dat vele varianten van de afsluitinrichting, samenstel, gebouw en werkwijze volgens de uitvinding mogelijk zijn zonder buiten de in dit document beschreven en/of in de figuren weergegeven beschermingomvang te treden.

2 000 204

Claims (17)

1. Afsluitinrichting (1) voor het afsluiten van een damwandprofïel (2) omvattende een afsluitlichaam (3) welke een aan een damwandprofïel (2) complementaire vorm 5 omvat, met het kenmerk, dat de afsluitinrichting (1) een omhulsel (4) omvat, welk omhulsel (4) het afsluitlichaam (3) gasdicht omhult en waarbij in het omhulsel (4) een zodanig onderdruk gecreëerd is dat het afsluitlichaam (3) zich in een ingekrompen toestand (5) bevindt en waarbij het afsluitlichaam (3) ingericht is om uit te zetten naar een uitgezette toestand (6) bij het tot een atmosferische druk in het 10 omhulsel (4) laten van een gas.

2. Afsluitinrichting volgens conclusie 1, waarbij dat afsluitlichaam (3) in uitgezette toestand een hoofdzakelijk trapeziumvormige doorsnede heeft, waarvan de vorm overeenstemt met de vorm van de ribben van het af te sluiten damwandprofïel. 15

3. Afsluitinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het afsluitlichaam (3) elastisch materiaal omvat.

4. Afsluitinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de om vang 20 van het afsluitlichaam (3) in de ingekrompen toestand (5) tussen de 30 en 15 % kleiner is dan in de uitgezette toestand (6).

5. Afsluitinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de omvang van het afsluitlichaam (3) in de ingekrompen toestand (5) tussen de 20 en 25 % 25 kleiner is dan in de uitgezette toestand (6).

6. Afsluitinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afsluitinrichting (1) verbrekingsmiddelen (7) omvat voor het verbreken van de gasdichte omhulling van het omhulsel (4). 30

7. Afsluitinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het afsluitlichaam (3) geluidsisolerend materiaal omvat. 2 00 0 204 4

8. Afsluitinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het afsluitlichaam (3) en het omhulsel (4) brandwerend materiaal omvatten.

9. Afsluitinrichting volgens een van de voorgaande conclusies waarbij het 5 afsluitlichaam (3) steenwol omvat.

10. Afsluitinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het omhulsel (4) aluminiumfolie omvat.

11. Samenstel van een damwandprofiel (2) en een afsluitinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies.

12. Samenstel volgens conclusie 11, waarbij de complementaire vorm van het afsluitlichaam (3) in de uitgezette toestand (6) groter is dan de vorm van het 15 damwandprofiel (2).

13. Samenstel volgens conclusie 12, waarbij de complementaire vorm dan het afsluitlichaam (3) in de uitgezette toestand (6) tussen de 5 en 10 % groter is dan de vorm van het damwandprofiel (2). 20

14. Samenstel volgen een van de conclusies 11-13, waarbij de complementaire vorm van het afsluitlichaam (3) in de ingekrompen toestand (5) tussen de 10 en 15 % kleiner is dan de vorm van het damwandprofiel (2).

15. Gebouw (11) omvattende een samenstel volgens een van de conclusies 11 - 13 en een opstaande wand (12), welke wand (12) een bovenzijde (14) omvat en waarbij het damwandprofiel (2) op de bovenzijde (14) gepositioneerd is en zich dwars op de opstaande wand (12) uitstrekt.

16. Werkwijze voor het vervaardigen van een samenstel volgens een van de conclusies 11-13, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een bovenzijde (14) omvattende opstaande wand (12), - het zodanig op de bovenzijde (14) van de wand (12) plaatsen van een » * damwandprofiel (2), dat het damwandprofiel (2) zich dwars op de wand (12) uitstrekt, - het tussen de bovenzijde (14) van de wand (12) en het damwandprofiel (2) plaatsen van een afsluitinrichting (1) en 5 - het verbreken van de gasdichte omhulling van het omhulsel (4).

17. Werkwijze volgens conclusie 16, welke omvat de stap van het maken van een doorboring in het omhulsel (4). 2 00 0 204