NL2000202C2 - Menginrichting met flexibele slang. - Google Patents

Menginrichting met flexibele slang. Download PDF

Info

Publication number
NL2000202C2
NL2000202C2 NL2000202A NL2000202A NL2000202C2 NL 2000202 C2 NL2000202 C2 NL 2000202C2 NL 2000202 A NL2000202 A NL 2000202A NL 2000202 A NL2000202 A NL 2000202A NL 2000202 C2 NL2000202 C2 NL 2000202C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mixing device
mixing
flexible hose
beverage
discharge channel
Prior art date
Application number
NL2000202A
Other languages
English (en)
Inventor
Romanus Eduard Verhoeven
Nicolaas Jozef Maria Koopman
Original Assignee
Bravilor Holding Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bravilor Holding Bv filed Critical Bravilor Holding Bv
Priority to NL2000202A priority Critical patent/NL2000202C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2000202C2 publication Critical patent/NL2000202C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/40Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea
    • A47J31/401Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea whereby the powder ingredients and the water are delivered to a mixing bowl
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/4482Details allowing to adapt the beverage-making apparatus to the size of the brewing vessel or the beverage container, e.g. with adjustable support for the beverage container or adjustable hot water outlet
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/46Dispensing spouts, pumps, drain valves or like liquid transporting devices

Description

Mcngin richting met flexibele slang
TECHNISCH GEBIED VAN DE UITVINDING
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebied van het bereiden van instantdrank. De onderhavige uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een hierbij gebruikte menginrichting voor het tot een mengsel mengen van een vloeistof, zoals water, met een instantingrediënt, zoals een instantpoeder of instantvloeistof, voor drank. Tevens betreft de uitvinding in het bijzonder een drankbereidingsinrichting voor 10 bereiding van een instantdrank.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Een menginrichting voor het bereiden van instantdranken is algemeen bekend.
15 Met deze menginrichting kan de vloeistof, doorgaans heet water, worden gemengd met het instantingrediënt, zoals een instantpoeder. De menginrichting heeft hiervoor een mengruimte met daarin een rotor. De mengruimte is doorgaans onderverdeeld in een invoerkamer en een rotorkamer. De invoerkamer heeft aan de bovenzijde een toegang via welke porties instantpoeder in de invoerkamer afgegeven worden. De invoerkamer 20 heeft voorts een inlaatmonding via welke het heet water wordt toegevoerd. Bij een ronde invoerkamer en radiaal georiënteerde inlaat treedt er in de invoerkamer een menging op doordat de vloeistof een rondgaande beweging maakt. Vanuit de invoerkamer gaat de vloeistof met instantpoeder naar de rotorkamer waarin zich de rotor bevindt. De rotor is meestal opgesteld om rond een horizontale rotatiehartlijn te 25 roteren. Dientengevolge is er tussen de invoerkamer en de rotorkamer doorgaans een bochtdeel voorzien. De rotor kan verschillende functies, al dan niet in combinatie, vervullen en kan, mede om deze reden, diverse vormen hebben. Een ftmetie is verbetering van het mengen. Een andere functie is het opschuimen van de drank door het erin kloppen van lucht of anderszins. Nog een andere functie is een transportfunctie. 30 Op de mengruimte, doorgaans op de rotorkamer nabij de rotor, is verder een afVoer aangesloten om het gevormde mengsel af te voeren doorgaans naar een houder, zoals beker, mok, kop of kan, vanuit welke de drank te consumeren of verder uit te schenken is. De afvoer is doorgaans horizontaal georiënteerd met aan het eind een 2 uitloopdeel met een via een bocht naar beneden gerichte uitstroomopening. De afVoer vanuit de mengruimte naar een drankhouder is gevormd door een stijve buis.
In een drankbereidingsinrichting voor bereiding van instantdrank bevinden zich meestal meerdere menginrichtingen. De stijve aiVoerbuizen van deze menginrichtingen 5 worden naar een gemeenschappelijke afgifteplaats geleid. Een gebruiker kan de drankbereidingsinrichting verschillende dranken laten bereiden, die elk schijnbaar uit dezelfde opening komen. De drankhouder, zoals een beker of kop, van de gebruiker plaatst hij of zij telkens op dezelfde locatie. De gebruiker kan de drankhouder niet onbedoeld op een verkeerde plaats zetten. Hoewel de aiVoerbuizen uit een punt lijken 10 te komen, blijven deze in werkelijkheid onderling gescheiden. Het risico dat drankresten terechtkomen in een drankhouder van een volgende gebruiker, blijft hierdoor minimaal. Voor het schijnbaar uitstromen uit één afgiftepunt moeten de stijve aiVoerbuizen echter dicht bij elkaar worden gebracht. Dit is lastig, de constructie neemt veel ruimte in en bovendien is de constructie slecht toegankelijk bij onderhouds-15 werkzaamheden, omdat de aiVoerbuizen in de weg zitten.
Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen een verbeterde menginrichting, die in het bijzonder geschikt is voor toepassing bij een drankbereidingsinrichting met meerdere afvoerkanalen die dicht bij elkaar uitmonden.
20 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door het verschaffen van een menginrichting voor het tot een mengsel mengen van een vloeistof, zoals water, met een instantingrediënt voor een drank, waarbij de menginrichting omvat: 25 · een mengruimte; • een rotor voorzien in de mengruimte; • een afvoerkanaal voor het afvoeren van het gevormde mengsel naar een drankhouder, zoals een beker of kop, welk afvoerkanaal is aangesloten op de mengruimte; 30 met het kenmerk dat het afvoerkanaal een flexibele slang omvat. Doordat het afvoerkanaal ten minste gedeeltelijk flexibel is uitgevoerd kunnen de afvoerkanalen van meerdere menginrichtingen volgens de uitvinding eenvoudig langs en om elkaar heen worden geleid. De uitstroomopeningen van de afvoerkanalen kunnen gemakkelijk 3 dicht bij elkaar in eenzelfde afgiftepunt van een drankbereidingsinrichting worden geplaatst. De flexibele afvoerslangen van meerdere menginrichtingen volgens de uitvinding kunnen immers door een geringe buiging daarvan enigszins worden gemanipuleerd. In tegenstelling tot de bekende stijve afvoerbuizen hoeven deze 5 flexibele afvoerslangen niet nauwkeurig ten opzichte van elkaar te zijn uitgelijnd. Het assembleren van een drankbereidingsinrichting en daaraan uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden zijn door toepassing van de menginrichting volgens de uitvinding vereenvoudigd.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de menginrichting een behuizing 10 met daarin de mengruimte, waarbij het afvoerkanaal een behuizingsgedeelte omvat, dat is aangebracht aan de behuizing, en waarbij de flexibele slang een instroomeind heeft dat is verbonden met het behuizingsgedeelte. Het behuizingsgedeelte van het afvoerkanaal vormt in dit geval een aansluitingsorgaan voor het aansluiten van de flexibele slang. Daarbij kan de flexibele slang volgens de uitvinding stroomafwaarts 15 van het behuizingsgedeelte van de behuizing als afzonderlijk geheel aansluitbaar zijn op dat behuizingsgedeelte.
Het behuizingsgedeelte kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld is het behuizingsgedeelte een afzonderlijk onderdeel dat is bevestigd aan de behuizing. Bij voorkeur is echter het behuizingsgedeelte als een geheel met de 20 behuizing is gevormd. Als het behuizingsgedeelte uit een stuk is gemaakt met de behuizing, zijn er minder onderdelen. Een klein aantal onderdelen is gunstig voor bijvoorbeeld de assemblagekosten van de menginrichting.
Het verdient volgens de uitvinding de voorkeur dat de flexibele slang een open uitstroomeind omvat, dat is uitgevoerd om uit te monden in een drankhouder, zoals een 25 beker of kop. In dit geval vormt de flexibele slang een verbindingskanaal vanaf het met de mengruimte verbonden gedeelte van het afvoerkanaal tot het afgiftepunt voor de drank in de drankbereidingsinrichting.
Als het uitstroomeind van de flexibele slang een rondlopende groef heeft, kan die rondlopende groef in een beugel van de drankbereidingsinrichting worden geklikt. Die 30 beugel is bijvoorbeeld geschikt voor het daarin door een klikverbinding opnemen van drie flexibele slangen. De uitstroomopeningen van de flexibele slangen bevinden zich dan aangrenzend aan elkaar.
4
De flexibele slang kan direct op het behuizingsgedeelte aangesloten worden, zoals hierboven aangegeven, als ook indirect via een tussenliggend gedeelte. Ook is het denkbaar dat de flexibele slang al dan niet direct op het behuizingsgedeelte is aangesloten en dat er daarnaast stroomafwaarts van de flexibele slang nog een verdere 5 leiding is die op de flexibele slang is aangesloten. Deze verdere leiding is volgens de uitvinding bijvoorbeeld een in hoofdzaak stijf uitloopdeel. Het stijve uitloopdeel kan zijn gemaakt van kunststof, zoals polymeren of copolymeren die harder en minder flexibel zijn dan het rubberachtige materiaal van de flexibele slang volgens de uitvinding. Overigens is het mogelijk, dat het stijve uitloopdeel metaal omvat, zoals 10 staal. Dit uitloopdeel is met de uitstroomopening daarvan geplaatst in het afgiftepunt van de drankbereidingsinrichting. Tussen dit uitloopdeel en de menginrichting is echter de flexibele slang verbonden. De flexibele slang tussen de menginrichting en het uitloopdeel maakt mogelijk, dat meerdere slangen van verschillende menginrichtingen van een drankbereidingsinrichting eenvoudig langs elkaar kunnen verlopen.
15 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het afvoerkanaal bijvoorbeeld conisch uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk om de uit het afvoerkanaal komende, in de drankhouder terecht komende stroom vloeistof beter te controleren. Het alVoerkanaal kan volgens de uitvinding overigens ook cilindrisch of anders zijn uitgevoerd.
Het is volgens de uitvinding mogelijk, dat ten minste een ribbe is voorzien in het 20 afvoerkanaal, waarbij de ribbe in langsrichting van het afvoerkanaal verloopt. De ribbe kan zich uitstrekken in de flexibele slang en/of het uitloopdeel. Het vervaardigen van het stijve uitloopdeel met een inwendige ribbe is productietechnisch eenvoudiger dan het aanbrengen van een inwendige ribbe in een flexibele slang.
Bij de bekende menginrichting is de door het afvoerkanaal naar de drankhouder 25 toegevoerde stroom vloeistof, de drank, vaak zeer turbulent. Deze turbulentie vindt in belangrijke mate zijn oorsprong in de rotor. Ingevolge de functie van de rotor is opwekking van turbulentie aldaar doorgaans onvermijdelijk.
Als zodanig is de turbulentie voor het opwekken van schuim en of het goed mengen van het instantingrediënt, zoals instantpoeder of instantvloeistof, met het - hete 30 of koude - water een gewenst verschijnsel. Echter, deze turbulentie heeft ook tot gevolg een onrustig uitstroombeeld van de drank die het afvoerkanaal aan het eind verlaat om in een drankhouder te stromen. Bij dranken waarbij bijvoorbeeld een schuimlaag 5 bovenop de drank in de drankhouder gewenst is, kan dit onrustige beeld ook tot aantasting van de schuimlaag leiden.
Een in het afvoerkanaal voorziene ribbe, die zich in langsrichting van het afvoerkanaal uitstrekt kan de eerder opgewekte turbulentie uit de stroom halen zonder 5 dat dit tot een merkbare afname van de juist door de turbulentie opgewekte gewenste effecten leidt. De zich in langsrichting van het kanaal en in het kanaal uitstrekkende ribbe geleidt de stroom op een wijze zodat deze een rustiger, tot zelfs laminair karakter verkrijgt.
Genoemde ten minste ene ribbe kan volgens de uitvinding zeer eenvoudig zijn 10 uitgevoerd als bijvoorbeeld een in dwarsdoorsnede rechthoekige strip die aan de binnenwand van het afvoerkanaal is vastgezet of daar als een geheel mee is gevormd. Het zal duidelijk zijn dat dit een ribbe kan zijn, maar ook dat het meerdere ribben kunnen zijn. In het geval van meerdere ribben kunnen deze bijvoorbeeld gelijkmatig over de omtrek van het alVoerkanaal verdeeld zijn, doch een ongelijkmatige verdeling 15 is ook goed denkbaar. Het is verder bijvoorbeeld denkbaar dat de dwarsdoorsnede van het afvoerkanaal in hoofdzaak stervormig is uitgevoerd.
De menginrichting volgens de uitvinding is in het bijzonder van het type, waarbij de rotor rond een horizontale rotatiehartlijn roteerbaar is.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een drankbeieidingsinrichting voor 20 bereiding van een hete of koude instantdrank, waarbij de drankbereidingsinrichting omvat: • ten minste een menginrichting volgens de uitvinding; • een watertoevoersysteem voor het toevoeren van heet of koud water aan een inlaatmonding naar de mengmimte van de ten minste ene menginrichting; 25 · ten minste een voorraadhouder voor instantingrediënt, zoals instantpoeder of instantvloeistof; en • een ingrediënttoevoerkanaal dat de voorraadhouder verbindt met een toegang naar de mengruimte van de ten minste ene menginrichting.
Bij voorkeur is de drankbereidingsinrichting voorzien van een afgifteplaats voor 30 het afgeven van drank aan een drankhouder, en waarbij de flexibele slang zich uitstrekt tot de afgifteplaats. Hierbij bevindt het open uitstroomeind van de flexibele slang zich ter plaatse van de afgifte van de drank, d.w.z. de gevormde drank stroomt vanuit de menginrichting door de flexibele slang naar de drankhouder. De verbinding tussen het 6 met de mengruimte verbonden (behuizings)gedeelte van het afvoerkanaal tot het afgiftepunt voor de drank is geheel flexibel uitgevoerd.
De uitvinding betreft daarnaast het gebruik van een menginrichting voor het bereiden van een hete of koude instantdrank, zoals koffie, soep, chocolademelk, thee, 5 bouillon, limonade of vruchtensap.
UITVOERINGSVORM VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding zal in het navolgende toegelicht worden aan de hand 10 van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm. Hierin toont:
Figuur 1 schematisch en perspectivisch een aanzicht op een drankbereidingsinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 2 schematisch en perspectivisch een aanzicht op de drankbereidingsinrichting volgens de uitvinding in geopende toestand; 15 Figuur 3 schematisch in doorsnede een eerste uitvoeringsvorm van een menginrichting volgens de uitvinding;
Figuur 4 schematisch in doorsnede een tweede uitvoeringsvorm van een menginrichting volgens de uitvinding;
Figuur 5 een aanzicht in dwarsdoorsnede volgens pijlen IV-IV in figuur 4; en 20 Figuur 6 een aanzicht in dwarsdoorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm overeenkomstig figuur 5.
Figuren 1 en 2 tonen perspectivisch en schematisch een drankbereidingsinrichting 1 volgens de uitvinding. Deze drankbereidingsinrichting omvat een in hoofdzaak gesloten kast 9, een scharnierende deksel 8 en een scharnierende deur 6. Op de deur 6 25 is een bedieningspaneel 5 voorzien, waarmee de gebruiker zijn keuze voor een bepaalde drank kan maken. Aan de voorzijde, onder, is op een paneel een opstelplaats 3 voor een kop of mok voorzien. Boven de opstelplaats 3 is in de deur 5 een afgiftepunt 4 voor de drank voorzien. Het afgiftepunt 4 is bepaald door een opening in de deur 6. Vanzelfsprekend kunnen volgens de uitvinding meerdere opstelplaatsen, zoals twee of 30 drie, zijn voorzien.
Wanneer de deur geopend is, zie figuur 2, zijn vier voorraadhouders 7 zichtbaar. In elke voorraadhouder kan een andere grondstof voor bereiding van een instant drank zitten. Zo kan bijvoorbeeld in de linker houder 7 melkpoeder zitten, in de tweede 7 houder vanaf links instantkoffiepoeder voor capuchino, in de derde houder vanaf links instantkoffiepoeder voor gewone of espresso koffie, en in de rechter houder instantsoeppoeder. In plaats van instantpoeder kunnen de houders ook instantvloeistof bevatten alsook kan het zo zijn dat er houders met instantpoeder naast houders met 5 instantvloeistof voorzien zijn.
Onder de voorraadhouders 7 bevinden zich drie menginrichtingen 2 volgens de uitvinding die via poedertoevoerkanalen met de voorraadhouders verbonden zijn. Opgemerkt zij dat bij een drankbereidingsinrichting volgens de uitvinding ook meer of minder menginrichtingen volgens de uitvinding voorzien kunnen zijn.
10 Bij de drankbereidingsinrichting volgens de uitvinding zijn overeenkomstig de normNEN-EN-IEC60335-2-75 drie zogenaamde “areas” te onderkennen, te weten de zogenaamde “user area” (artikel 3.109 van de norm), de zogenaamde “maintenance area” (artikel 3.110 van de norm), en de zogenaamde “service area” (artikel 3.111 van de norm).
15 De user area is de ruimte waar de gebruiker de drank verkrijgt De user area is dus in hoofdzaak het van buitenaf toegankelijke gebied, zoals dit in figuur 1 is afgebeeld.
De maintenance area is de ruimte waar het gewone, vaak dagelijks, onderhoud wordt uitgevoerd, in het bijzonder het bijvullen van de voorraadhouders. Om de 20 maintenance area toegankelijk te maken is aan de voorzijde van de drankbereidingsinrichting 1 een scharnierende deur 6 voorzien en is aan de bovenzijde van de drankbereidingsinrichting 1 een scharnierende klep 8 voorzien. De scharnierende klep 8 kan overigens ook ontbreken.
De zogenaamde service area bevindt zich in de door het kastvormige frame 9 25 omsloten ruimte. Deze service area is alleen voor technisch onderhoudspersoneel toegankelijk. In de service area bevinden zich elektrische onderdelen, zoals de voeding, elektromotoren, verwarmingsmiddelen etc.
Figuur 3 toont in doorsnede een eerste uitvoeringsvorm van de menginrichting 2 volgens de uitvinding. Zonder vooralsnog op de uitvinding zelf in te gaan, zal deze 30 menginrichting 2 eerst in algemene zin besproken worden.
De in figuur 3 getoonde menginrichting 2 omvat een mengruimte 13, 16,24. De mengruimte is onderverdeeld in een invoerkamer 13, een rotorkamer 24 en een bochtdeel 16 dat de invoerkamer 13 met de rotorkamer 24 verbindt. In de rotorkamer 8 24 bevindt zich een rotor 25. De rotor 25 wordt door een elektrische motor 23, in het kort elektromotor genoemd, aangedreven. Deze elektromotor 23 is buiten de rotorkamer opgesteld en via een aandrijfas 26 met de rotor 25 verbonden.
Op de invoerkamer 13 is een afzuigkap 10 voorzien. Deze afzuigkap 10 begrenst 5 een toegang 14 tot de invoerkamer 13. De afzuigkap 10 heeft verder een aansluiting 15 voor aansluiting op een afzuigkanaal. Zoals in figuur 2 te zien komen er in de toegang 14 één of meer poedertoevoerkanalen 27 uit. Via deze poedertoevoerkanalen 27 wordt er tijdens gebruik instantpoeder, althans porties instantpoeder, toegevoerd en in de invoerkamer 13 afgeleverd. In de invoerkamer 13 bevindt zich verder een 10 inlaatmonding 12 voor toevoer van heet water. Dit hete water wordt in horizontale richting toegevoerd, overeenkomstig de pijl 30, om in de invoerkamer uit te stromen. Tengevolge van de komvorm van de invoerkamer zal het hete water aldus een rondwervelende beweging uitvoeren. Het instantpoeder, dat via de toegang 14 in de invoerkamer wordt ingeleid, zal hierdoor al in de invoerkamer menging met het hete 15 water ondergaan en daarbij geheel of gedeeltelijk kunnen oplossen.
Tengevolge van het hete water zal er in de invoerkamer 13 damp aanwezig zijn en tengevolge van het instantpoeder zullen er in de invoerkamer 13 ook fijne, in de damp zwevende, poederdeeltjes aanwezig zijn. Deze damp dient, zoals duidelijk zal zijn, niet in de poedertoevoerkanalen 27 terecht te komen. Dit is de reden waarvoor de 20 afzuigkap 10 is voorzien. Via de aansluiting 15 zal er tijdens bedrijf vanuit de invoerkamer 13 worden afgezogen, zodat damp en fijne poederdeeltjes weggevoerd worden naar de omgeving.
De bodem 28 van de invoerkamer 13 is als het ware trechtervormig uilgevoerd om centraal uit te komen bij de ingangsopening 29 van het bochtdeel 16. Dit bochtdeel 25 16 maakt een bocht over circa 90° om bij de uitgangsopening 31 van het bochtdeel 16 in de rotorkamer 24 uit te monden.
In de rotorkamer 24 wordt het mengsel verder behandeld door de rotor 25. Deze rotor kan volgens de uitvinding van uiteenlopend type zijn. De in figuur 3 afgebeelde rotor is in hoofdzaak plat en schijfVormig. De rotor kan echter ook anders zijn 30 uitgevoerd, bijvooibeeld overeenkomstig de rotor van EP639924 of overeenkomstig de rotor van W003/068039. De rotor 25 kan volgens de uitvinding overigens bijvoorbeeld zijn vervangen door elk ander meng- en/of pomporgaan voor het mengen en/of verpompen van het mengsel.
9
Aan de achterzijde is de rotorkamer 24 begrensd door een achterwand 19, welke in deze octrooiaanvraag ook aangeduid wordt met het begrip eerste wanddeel. Dit eerste wanddeel 19 is voorzien van een asafdichting 21 via welke de aandrijfas 26 in de rotorkamer 24 steekt.
5 De achterwand 19 is opgenomen in de motorsteun 17 welke de elektromotor 23 draagt. De motorsteun 17 is bij inbouw aan de voorwand van de kast 9 bevestigd. De motorsteun 17 draagt verder de behuizing 32 waarin de mengruimte is ondergebracht. De achterwand 19 is aan de omtrek voorzien van een flexibele afdichting 20 waartegen een ribbe 34 van de mengruimtebehuizing 32 afdicht.
10 In het navolgende zal meer specifiek worden ingegaan op de uitvinding en wel in het bijzonder op een verbetering die de uitvinding voorziet aan de menginrichting.
Deze verbetering heeft betrekking op het leiden van het mengsel vanuit de mengruimte 13,16,24 naar het afgiftepunt 4 van de drankbereidingsinrichting 1. De menginrichting 2 heeft hiervoor een afvoerkanaal 100. Het in de mengruimte 13,16, 24 gevormde 15 mengsel stroomt via het afvoerkanaal 100 naar het afgiftepunt 4 boven de opstelplaats 3.
In de in figuur 3 weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm omvat het afvoerkanaal 100 een behuizingsgedeelte 101, dat is aangebracht aan de behuizing 32. Het behuizingsgedeelte 101 van het afvoerkanaal 100 heeft een instroomeind 103 dat is 20 aangesloten op de rotorkamer 24. Tegenover het instroomeind 103 heeft het behuizingsgedeelte 101 een uitstroomeind 105.
Het alVoerkanaal 100 omvat verder een flexibele slang 107. De flexibele slang 107 is gemaakt van een rubberachtig materiaal. De flexibele slang 107 heeft een instroomeind 109 dat vloeistofdicht is verbonden met het uitstroomeind 105 van het 25 behuizingsgedeelte 101. De flexibele slang 107 omvat een open uitstroomeind 111, waarin zich een uitstroomopening 110 bevindt. De lengte van de flexibele slang 107, d.w.z. de afstand tussen het instroomeind 109 en het uitstroomeind 105, kan in werkelijkheid groter zijn dan schematisch is aangegeven in figuur 3. De flexibele slang 107 verloopt immers vanaf de menginrichting 2 naar het afgiftepunt 4 (zie figuur 2).
30 In de drankbereidingsinrichting 1 is de uitstroomopening 110 in het afgiftepunt 4 boven de opstelplaats 3 aangebracht. De flexibele slang 107 omvat een bocht 112, die een in hoofdzaak horizontaal deel van de slang 107 verbindt met een naar beneden 10 gericht deel van de slang 107. Het mengsel kan hierdoor in hoofdzaak een recht naar beneden uit de uitstroomopening 110 stromen.
De flexibele slang 107 heeft verder een rondlopende groef 114, die is aangebracht in het uitstroomeind 111. De rondlopende groef 114 kan samenwerken met een niet 5 weergegeven beugel van de drankbereidingsinrichting 1. Meerdere flexibele slangen 107 van verschillende menginrichtingen 2 zijn bevestigbaar in eenzelfde beugel in het afgiftepunt 4 boven de opstelplaats 3.
Een tweede uitvoeringsvorm van de menginrichting 2 volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 4. In figuur 4 zijn dezelfde of overeenkomstig onderdelen 10 aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers. Deze menginrichting 2 verschilt slechts van de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm doordat het uitstroomeind 111 van de flexibele slang 107 vloeistofdicht is verbonden met een uitloopdeel 33. Het uitloopdeel 33 is bijvoorbeeld gemaakt van een kunststof, zoals polymeren en/of copolymeren die harder en minder flexibel zijn dan het rubberachtige materiaal van de flexibele slang 15 107. De flexibele slang 107 is verbonden tussen het behuizingsgedeelte, welke als één geheel is gevormd met de behuizing 32 van de mengruimte 13,16,24, en het uitloopdeel 33. In het uitloopdeel 33 bevindt zich de uitstroomopening 110 waarmee het mengsel wordt afgegeven in de kop of beker. Het zal duidelijk zijn (zie figuur 2) dat de lengte van de flexibele slang 107 aanzienlijk groter kan zijn dan schematisch is 20 aangegeven in figuur 4 indien de menginrichting 2 niet direct boven de opstelplaats 3 is voorzien.
Het uitloopdeel 33 in figuur 4 beschrijft een bocht vanuit in hoofdzaak horizontaal stromend naar in hoofdzaak verticaal wegstromend. Het uitstroomeind 65 van het uitloopdeel 33 is naar beneden gekeerd. Verder is te zien in figuur 4 dat de 25 buitenbochtzijde 66 van het het uitstroomeind 65 lager ligt dan de binnenbochlzijde 67. Dit bevordert een nette uitstroom uit het uitloopdeel.
Verwijzend naar in het bijzonder figuren 5 en 6 zal thans nader worden ingegaan op een bijzondere uitvoering van het afvoerkanaal 100. Het is bekend dat ten gevolge van juist de gewenste rotorwerking de door het afvoerkanaal 100 stromende vloeistof 30 turbulent is en bij uitstroming in een kop of beker een onrustig beeld veroorzaakt. Om dit onrustige beeld te voorkomen is het bekend om de uitloopmonding, dat wil zeggen het uiteinde van de uitloop, van specifieke maatregelen te voorzien. De uitvinders hebben nu gevonden dat de turbulente stroming zich zeer goed tot een rustige stroming 11 laat brengen door in het afvoerkanaal 100 een ribbe te voorzien die zich in langsrichting van het afvoerkanaal uitstrekt. Deze ribbe heeft een geleidend effect op de stroming door het afvoerkanaal en brengt deze stroming tot rust. Verrassenderwijs wordt hierbij de kwaliteit van de vloeistof, zoals daarin opgewekt schuim en dergelijke, 5 niet of althans nauwelijks merkbaar aangetast.
Bij het in figuur 4 getoonde uitvoeringsvoorbeeld is deze ten minste ene ribbe voorzien in het uitloopdeel 33. Van het uitloopdeel 33 uit figuur 4 is in figuur 5 een dwarsdoorsnede afgebeeld. Hierin is te zien dat inwendig in het afvoerkanaal 100, hier dus in het uitloopdeel 33, een ribbe 62 is voorzien. Deze ribbe 62 strekt zich uit in 10 langsrichting van het afvoerkanaal. In het bijzonder strekt de ribbe 62 zich uit evenwijdig aan de langsrichting van het afvoerkanaal. Voorts strekt de ribbe 62 zich met voorkeur uit langs de gehele bocht van het uitloopdeel. Daar het hier een bochtdeel 33 betreft, zal de ribbe 62 dan dus de bocht volgen, zoals ook in figuur 4 is te zien. Het blijkt in het bijzonder van voordeel om deze ten minste ene ribbe 62 aan het meest aan 15 de buitenbochtzijde gelegen gedeelte van het bochtdeel 33 te voorzien. De vloeistof wordt in het bochtdeel naar buiten gedreven en zal aldus maximaal aan de geleidende werking van de ribbe 62 onderworpen worden.
Figuur 6 toont, in dwarsdoorsnede, een alternatieve uitvoering van het uitloopdeel 33. Hier zijn additioneel aan de ribbe 62 uit figuur 4 nog drie additionele ribben 63, 64 20 voorzien. Aldus wordt een kruisvormige dwarsdoorsnedevoma verkregen.
In figuur 4 is verder te zien dat de ribbe 62 met een eind 68 uit het uitstroomeind 65 uitsteekt in neerwaartse richting. Dit bevordert het uit het uitloopdeel loskomen van laatste vloeistofresten bij het beëindigen van het vullen van een beker of kop. Aldus wordt nadruppelen beperkt. Dit nadruppelen laat zich hierbij nog verder beperken door 25 het uitstekende ribeind 68 puntig te laten toelopen in de richting van de langshartlijn van het afvoerkanaal, zoals middels pijl 69 in figuur 4 is aangegeven.
Hoewel bij het in figuur 4 getoonde uitvoeringsvoorbeeld de ribbe 62 slechts is aangebracht in het uitloopdeel 33, is het eventueel ook mogelijk, dat de ribbe 62 zich uitstrekt in de flexibele slang 107 en/of het uitloopdeel 33. Bovendien kan de ribbe 62 30 volgens de uitvinding worden toegepast bij de in figuur 3 getoonde als één geheel uitgevoerde flexibele slang 107. De ribbe 62 kan zich dan geheel of gedeeltelijk binnen de flexibele slang 107 uitstrekken.
12
Door het behuizingsgedeelte 101 van het afvoerkanaal 100 zonder geleidingsribben uit te voeren kan men een universele behuizing 32 gebruiken en de ribben in de flexibele slang 107 en/of het uitloopdeel 33 specifiek afstemmen op het gewenste doel, in het bijzonder de door het afvoerkanaal 100 te voeren vloeistof. Bij 5 een fors schuimende vloeistof worden er andere eisen aan de geleidingsribben gesteld dan bij een weinig schuimende vloeistof of bij een soepvloeistof.
Alhoewel de menginrichting volgens de uitvinding hiervoor is besproken als een menginrichting voor het mengen van een instantpoeder met vloeistof, in het bijzonder water, wordt opgemerkt dat de menginrichting volgens de uitvinding ook zeer wel van 10 het type kan zijn waarbij een instantvloeistof- in de praktijk vaak aangeduid met de term ‘vloeibaar ingrediënt’ - met water gemengd wordt. De viscositeit van een dergelijk vloeibaar ingrediënt kan, overeenkomstig de uitvinding, uiteenlopen van laag tot hoog - tot zelfs zeer stroperig - zijn. Bij een dergelijk vloeibaar ingrediënt kan men volgens de uitvinding bijvoorbeeld denken aan een geconcentreerd extract of ingedikte 15 vloeistof. Het zal de vakman duidelijk zijn dat ingeval van een vloeibaar ingrediënt de toevoer naar de mengruimte anders uitgevoerd kan zijn. De afzuigkap kan geheel vervallen (maar kan ook aanwezig blijven). De invoerkamer kan anders gevormd zijn (maar kan eventueel ook ongeveer hetzelfde zijn).
Voorts wordt opgemerkt dat met de menginrichting volgens de uitvinding 20 bruikbaar is bij het bereiden van zowel hete als koude dranken. Hete dranken zijn, overeenkomstig de uitvinding, te bereiden zowel uit instantpoeder als uit een instantvloeistof - zogenaamd ‘vloeibaar ingrediënt’ Dit zelfde geldt voor koude dranken. Ook koude dranken zijn, overeenkomstig de uitvinding, te bereiden zowel uit instantpoeder als uit een instantvloeistof - zogenaamd ‘vloeibaar ingrediënt’-.
25 Als voorbeelden van met een menginrichting volgens de uitvinding respectievelijk met een drankbereidingsinrichting volgens de uitvinding bereidbare dranken kunnen onder meer genoemd worden: thee, ijsthee, (cafe)ftappe (ijskoffie), (koude) limonade, soep, bouillon, (kunstmatige) vruchtensap, gezondheidsdrank -zoals AA-drink® -. Deze dranken zijn in wezen alle, naar keuze, bereidbaar uit een 30 instantpoeder of instantvloeistof - zogenaamd ‘vloeibaar ingrediënt’-.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. De vakman kan verschillende aanpassingen aanbrengen die binnen de reikwijdte van de uitvinding liggen.

Claims (17)

1. Menginrichting voor het tot een mengsel mengen van een vloeistof, zoals water, 5 met een instantingrediënt voor een drank, waarbij de menginrichting omvat: • een mengruimte (13,16, 24); • een rotor (25) voorzien in de mengruimte (13,16,24); • een afvoerkanaal (100) voor het afvoeren van het gevormde mengsel naar een drankhouder, zoals een beker of kop, welk afvoerkanaal (100) is aangesloten op 10 de mengruimte (13, 16, 24); met het kenmerk, dat het afvoerkanaal (100) een flexibele slang (107) omvat.
2. Menginrichting volgens conclusie 1, waarbij de menginrichting (2) een behuizing (32) omvat met daarin de mengruimte (13,16,24), en waarbij het afvoerkanaal (100) 15 een behuizingsgedeelte (101) omvat, dat is aangebracht aan de behuizing (32), en waarbij de flexibele slang (107) een instroomeind (109) heeft dat is verbonden met het behuizingsgedeelte (101).
3. Menginrichting volgens conclusie 2, waarbij het behuizingsgedeelte (101) als een 20 geheel met de behuizing (32) is gevormd.
4. Menginrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de flexibele slang (107) stroomafwaarts van het behuizingsgedeelte (101) van het afvoerkanaal (100) als afzonderlijk geheel aansluitbaar is op dat behuizingsgedeelte (101). 25
5. Menginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de flexibele slang (107) een open uitstroomeind (111) omvat, dat is uitgevoerd om uit te monden in een drankhouder, zoals een beker of kop.
6. Menginrichting volgens conclusie 5, waarbij de flexibele slang (107) een bocht omvat die van een in hoofdzaak horizontale richting naar een benedenwaartse richting draait, en waarbij het open uitstroomeind (111) in hoofdzaak naar beneden is gekeerd.
7. Menginrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij het uitstroomeind (111) van de flexibele slang (107) een rondlopende groef (114) heeft.
8. Menginrichting volgens een van de conclusies 1-4, waarbij de flexibele slang 5 (107) een uitstroomeind (111) omvat, dat is verbonden met een in hoofdzaak stijf uitloopdeel (33).
9. Menginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het uitloopdeel (33) een bocht omvat die van een in hoofdzaak horizontale richting naar 10 een benedenwaartse richting draait, en waarbij het uitloopdeel (33) een naar beneden gekeerd open uitstroomeind (65) heeft.
10. Menginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een ribbe (62) is voorzien in het afvoerkanaal (100), waarbij de ribbe (62) in 15 langsrichting van het afvoerkanaal (100) verloopt.
11. Menginrichting volgens conclusie 10, waarbij de ribbe (62) zich uitstrekt in de flexibele slang (107).
12. Menginrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij de ribbe (62) zich uitstrekt in het uitloopdeel (33).
13. Menginrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de rotor (25) rond een horizontale rotatiehartlijn (26) roteerbaar is. 25
14. Menginrichting volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een motor (23) die aandrijvend met de rotor (25) verbonden is.
15. Drankbereidingsinrichting (1) voor bereiding van een instantdrank, waarbij de 30 drankbereidingsinrichting omvat: o ten minste een menginrichting (2) volgens een van de voorgaande conclusies, o een watertoevoersysteem voor het toevoeren van water aan een inlaatmonding (12) naar de mengruimte (13, 16, 24) van de ten minste ene menginrichting (2); o ten minste een voorraadhouder (7) voor instantingrediënt; o een ingrediënttoevoerkanaal (27) dat de voorraadhouder verbindt met een toegang naar de mengruimte (13, 16, 24) van de ten minste ene menginrichting (2). 5
16. Drankbereidingsinrichting volgens conclusie 15, waarbij de drankbereidingsinrichting (1) is voorzien van een afgifteplaats (4) voor het afgeven van drank aan een drankhouder, en waarbij de flexibele slang (107) zich uitstrekt tot de afgifteplaats (4). 10
17. Gebruik van een menginrichting (2) volgens een der conclusies 1-13 voor het bereiden van een instantdrank, zoals koffie, soep, chocolademelk, thee, bouillon, limonade of vruchtensap.
NL2000202A 2006-08-29 2006-08-29 Menginrichting met flexibele slang. NL2000202C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000202A NL2000202C2 (nl) 2006-08-29 2006-08-29 Menginrichting met flexibele slang.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000202A NL2000202C2 (nl) 2006-08-29 2006-08-29 Menginrichting met flexibele slang.
NL2000202 2006-08-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000202C2 true NL2000202C2 (nl) 2008-03-03

Family

ID=38066613

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000202A NL2000202C2 (nl) 2006-08-29 2006-08-29 Menginrichting met flexibele slang.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2000202C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010124941A1 (de) * 2009-04-28 2010-11-04 Wmf Württembergische Metallwarenfabrik Ag Getränkeautomat
NL2006361C2 (nl) * 2011-03-09 2012-09-11 Bravilor Holding Bv Drankbereidingsinrichting met een vervormbaar uitstroomkanaal.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3335911A (en) * 1965-04-13 1967-08-15 Canadian Vendbar Ind Ltd Beverage blending machinery
DE1454137A1 (de) * 1963-03-05 1968-11-21 Snelwegerfabriek Olland N V Verkaufsautomat fuer Getraenke
US20050079265A1 (en) * 2002-02-11 2005-04-14 Gerhard Ufheil Mixing and frothing device and method
US7036687B1 (en) * 2002-08-13 2006-05-02 Bunn-O-Matic Corporation Liquid beverage mixing chamber

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1454137A1 (de) * 1963-03-05 1968-11-21 Snelwegerfabriek Olland N V Verkaufsautomat fuer Getraenke
US3335911A (en) * 1965-04-13 1967-08-15 Canadian Vendbar Ind Ltd Beverage blending machinery
US20050079265A1 (en) * 2002-02-11 2005-04-14 Gerhard Ufheil Mixing and frothing device and method
US7036687B1 (en) * 2002-08-13 2006-05-02 Bunn-O-Matic Corporation Liquid beverage mixing chamber

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010124941A1 (de) * 2009-04-28 2010-11-04 Wmf Württembergische Metallwarenfabrik Ag Getränkeautomat
NL2006361C2 (nl) * 2011-03-09 2012-09-11 Bravilor Holding Bv Drankbereidingsinrichting met een vervormbaar uitstroomkanaal.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2000166C2 (nl) Menginrichting met rotorribbe.
NL2000164C2 (nl) Menginrichting met bochtdeel.
NL2000218C2 (nl) Bereidingsinrichting.
RU2752302C2 (ru) Устройство для выдачи жидкости с ограничителем капель
RU2753221C2 (ru) Устройство для выдачи жидкости с регулятором скорости
US11889942B2 (en) Centrifugal coffee brewer and method of brewing coffee with same
NL2000202C2 (nl) Menginrichting met flexibele slang.
NL2001559C2 (nl) Waterreservoir voorzien van een slakkenhuisvormige pompholte, alsmede van een motorondersteuning.
NL2000163C2 (nl) Menginrichting met uitloop.
NL2015386B1 (nl) Afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank.
NL2000165C2 (nl) Menginrichting met lekindicator.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140301