NL2015386B1 - Afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank. - Google Patents

Afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank. Download PDF

Info

Publication number
NL2015386B1
NL2015386B1 NL2015386A NL2015386A NL2015386B1 NL 2015386 B1 NL2015386 B1 NL 2015386B1 NL 2015386 A NL2015386 A NL 2015386A NL 2015386 A NL2015386 A NL 2015386A NL 2015386 B1 NL2015386 B1 NL 2015386B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
dispensing
capsule
hot
water
hot water
Prior art date
Application number
NL2015386A
Other languages
English (en)
Inventor
Theodoor Peteri Niels
Original Assignee
Domestech R&D Services B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Domestech R&D Services B V filed Critical Domestech R&D Services B V
Priority to NL2015386A priority Critical patent/NL2015386B1/nl
Priority to PCT/NL2016/050612 priority patent/WO2017039448A1/en
Priority to EP16775874.7A priority patent/EP3344096B1/en
Priority to EP22216830.4A priority patent/EP4179927A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2015386B1 publication Critical patent/NL2015386B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/4403Constructional details

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een afgifte-inrichting (1) voor het afgeven van een warme drank, omvattende een warmwaterinrichting (13) voor het verschaffen van warm water, een bereidings- en afgifteeenheid (2) ingericht voor het bereiden en afgeven van de warme drank, een warmwaterkanaal (19) voor het geleiden van warm water van de warmwaterinrichting naar een capsuleruimte. De bereidings-en afgifteeenheid (2) omvat een capsulehouder (26) voor het houden van een capsule (90) in een capsuleruimte (29), een afgifteopening ( 4) voor het afgeven van een warme drank, en een afgiftekanaal (28) voor het geleiden van warme drank van de capsuleruimte naar de afgifteopening. Volgens de uitvinding omvat de bereidings- en afgifteeenheid (2) verder een montageinrichting (10) voor het monteren van de bereidings-en afgifteeenheid op of in een opening (76), in het bijzonder een opening in een aanrechtblad (75), en is de afgifte-inrichting zodanig ingericht dat, na montage van de montage-inrichting op of in de opening, het warmwaterkanaal (19) door de opening loopt.

Description

Titel: Afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank
De uitvinding heeft betrekking op een afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank gebruik makend van een capsule met daarin een ingrediënt voor het bereiden van de warme drank.
Een uitvoeringsvorm van een dergelijke afgifte-inrichting omvat een warmwaterinrichting voor het verschaffen van warm water en een bereidings- en afgifteeenheid voor het bereiden van een warme drank en het afgeven van de warme drank. De bereidings- en afgifteeenheid omvat een capsulehouder voor het houden van een capsule in een capsuleruimte, een afgifteopening voor het afgeven van een warme drank, en een afgiftekanaal voor het geleiden van warme drank van de capsuleruimte naar de afgifteopening. De afgifte-inrichting omvat verder een warmwaterkanaal voor het geleiden van warm water van de warmwaterinrichting naar de capsuleruimte.
Dergelijke afgifte-inrichtingen en capsules voor gebruik daarin zijn op zich bekend.
De uitvinding is in het bijzonder gericht op het gebruik van een cup-vormige capsule voor het bereiden van koffie of andere warme dranken, d.w.z. een afgeknot-kegelvormige houder waarin een ingrediënt voor het bereiden van koffie of andere warme dranken is opgenomen. Door deze cup te laten doorstromen met het warme water kan de warme drank worden bereid en afgegeven door het afgiftekanaal. Dit type capsule wordt meestal aangeduid als koffiecup. De uitvinding kan echter ook worden toegepast voor andere typen capsules.
Een bekend type inrichting voor het bereiden en afgeven van koffie gebruik makend van capsules, typisch voor thuisgebruik, omvat een op het aanrecht te plaatsen enkele behuizing waarin een warmwaterinrichting en een bereidings- en afgifteeenheid zijn voorzien. De bekende inrichting omvat doorgaans een invoermechanisme voor het inbrengen van een capsule en een waterreservoir voor het beschikbaar stellen van water dat door een verwarmingsinrichting van de warmwaterinrichting wordt opgewarmd en vervolgens gebruikt voor het bereiden van een warme drank.
Een nadeel van de bekende inrichting is dat deze als geheel in een enkele behuizing boven op een aanrechtblad wordt geplaatst, d.w.z. warmwaterinrichting en bereidings- en afgifteeenheid, inclusief een waterreservoir. Dit neemt relatief veel ruimte op het aanrecht in.
Een bijkomend nadeel is dat afvalwater en vuil zich kan verzamelen tussen het aanrechtblad en de onderzijde van de behuizing, wat in het algemeen ongewenst is. Verder dient er een netsnoer over het aanrechtblad naar een stopcontact geleid moeten worden.
Een verder nadeel van de bekende inrichting is dat deze is voorzien van een afzonderlijk waterreservoir dat dient te worden gevuld met koud water om water beschikbaar te hebben voor het bereiden van een warme drank. Dit koude water wordt door middel van de verwarmingsinrichting verwarmd en vervolgens door een capsule geleid om de warme drank te bereiden. Om meerdere hoeveelheden warme drank te kunnen bereiden is het gewenst om een aanzienlijke hoeveelheid water beschikbaar te hebben, wat resulteert in een aanzienlijke grootte van het waterreservoir dat op het aanrechtblad is geplaatst.
Daarnaast is het gewenst om vers water te gebruiken voor het bereiden van de warme drank. Dit heeft in de praktijk als gevolg dat reeds aanwezig water in het waterreservoir wordt weggegooid en vervangen door vers water om de warme drank met vers water te bereiden. Dit leidt dus tot verspilling van kraanwater.
Een ander verder nadeel van de bekende inrichting is dat de gebruikte capsules worden opgevangen in de behuizing van de afgifte-inrichting, waarbij ruimte beschikbaar moet zijn voor het opvangen van de gebruikte capsules. Enerzijds is het gewenst om zo veel mogelijk capsules op te vangen in de behuizing van de inrichting. Hiervoor is meestal een opvangbak voorzien waar deze gebruikte capsules in worden opgevangen. Anderzijds is het gewenst om een beperkte ruimte voor de gebruikte capsules beschikbaar te stellen, aangezien deze ruimte de behuizing van de afgifte-inrichting verder vergroot.
Een bijkomend nadeel van het opvangen van de capsules is dat deze een onaangename geur kunnen verspreiden, wanneer deze voor langere tijd in de opvangbak worden gehouden. De opvangruimte is meestal aan de bovenzijde open zodat de lucht van de capsules zich vrij kan verspreiden.
Tenslotte wordt opgemerkt dat de gebruikte capsules nog een hoeveelheid vloeistof in zich dragen die zich of onderin de opvangbak verzamelt of door in de bodem van de opvangbak voorziene openingen doorstroomt naar een lager gelegen vloeistofopvang. In beide gevallen is een hoeveelheid afvalvloeistof aanwezig in de behuizing die geregeld moet worden afgevoerd. Daarbij is het dan tevens gewenst dat de opvangbak wordt gereinigd.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank gebruik makend van een capsule, waarbij de afgifte-inrichting weinig ruimte inneemt op het aanrechtblad, often minste het verschaffen van een verbeterde afgifte-inrichting voor het bereiden en afgeven van een warme drank die werkt op basis van capsules.
Het doel wordt bereikt met een afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank, omvattende: een warmwaterinrichting voor het verschaffen van warm water, een bereidings- en afgifteeenheid ingericht voor het bereiden en afgeven van de warme drank, omvattende: een capsulehouder voor het houden van een capsule in een capsuleruimte, een afgifteopening voor het afgeven van een warme drank, en een afgiftekanaal voor het geleiden van warme drank van de capsuleruimte naar de afgifteopening, en een warmwaterkanaal voor het geleiden van warm water van de warmwaterinrichting naar de capsuleruimte, met het kenmerk, dat de bereidings- en afgifteeenheid een montage-inrichting omvat voor het monteren van de bereidings- en afgifteeenheid op of in een opening, in het bijzonder een opening in een aanrechtblad, en dat de afgifte-inrichting zodanig is ingericht dat, na montage van de montage-inrichting in de opening, het warmwaterkanaal door de opening loopt.
De afgifte-inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de bereidings-en afgifteeenheid wordt gemonteerd op of in een opening, in het bijzonder op of in een opening in een aanrechtblad, waarbij het warmwaterkanaal dat warm water leidt van de warmwaterinrichting naar de capsuleruimte na montage door de opening loopt. Dit betekent dat bij montage de warmwaterinrichting aan een zijde van de opening wordt geplaatst, in het bijzonder aan de onderzijde van een aanrechtblad, terwijl ten minste de capsuleruimte en de afgifteopening van de afgifte- en bereidingseenheid aan de andere zijde van de opening, in het bijzonder aan de bovenzijde van de opening wordt geplaatst.
Hierdoor wordt een aanzienlijk deel van de afgifte-inrichting aan de andere zijde van de opening geplaatst. Bij plaatsing op een aanrechtblad is er dan dus minder ruimte benodigd aan de bovenzijde om het bereiden en afgeven van een warme drank mogelijk te maken. Aan de onderzijde van het aanrechtblad is meestal voldoende ruimte voor het plaatsen van een warmwaterinrichting. De warmwaterinrichting kan bijvoorbeeld worden voorzien in een gootsteenkast van een keukenblok, waarbij de bereidings- en afgifteeenheid kan worden geplaatst in een opening naast de gootsteen.
De opening is in het bijzonder een montage-opening voor het bevestigen van de bereidings- en afgifteeenheid op een plaat, bijvoorbeeld een aanrechtblad, waarin de montageopening is aangebracht. Het voordeel van de afgifte-inrichting volgens de uitvinding is dat de opening niet alleen gebruikt wordt voor het monteren van de bereidings- en afgifteeenheid, maar ook voor het van de ene zijde van de opening naar de andere zijde van de opening door het warmwaterkanaal geleiden van warm water.
De opening is bij voorkeur cirkelvormig, maar kan ook elke andere geschikte vorm te hebben.
Door middel van de montageinrichting kan de bereidings- en afgifteeenheid op een vaste positie ten opzichte van het aanrecht worden gemonteerd. Een dergelijke vaste montagepositie biedt de mogelijkheid om de bereidings- en afgifteeenheid aansluitend op het aanrechtblad te plaatsen, bijvoorbeeld door middel van een bij voorkeur elastisch afsluitelement, zoals een elastische afsluitring. Hierdoor wordt het verzamelen van vuil en/of water tussen de bereidings- en afgifteeenheid en het aanrechtblad aanzienlijk verminderd of zelfs voorkomen.
In een uitvoeringsvorm omvat de montage-inrichting een door de opening te plaatsen montagebus, die zich aan een onderzijde van de bereidings- en afgifteeenheid uitstrekt, en die door middel van een bevestigingselement aan de andere zijde van de opening vast te zetten is, waarbij het warmwaterkanaal door de montagebus loopt. De montageinrichting omvat voordeligerwijs een montagebus die door de opening te plaatsen is. De montagebus omvat bij voorkeur een in hoofdzaak cilindrische vorm en heeft een lengte die groter is dan de dikte van de plaat waarin de opening is aangebracht.
In een uitvoeringsvorm is de montagebus aan een buitenzijde van schroefdraad voorzien, waarbij het bevestigingselement een op de schroefdraad te schroeven bevestigingsmoer omvat. Door de bevestigingsmoer aan de van de afgifteopening afgekeerde zijde van de opening op de montagebus te schroeven, waarbij de montagebus van de andere zijde van de opening door de opening is geplaatst, kan de bereidings- en afgifteeenheid worden vastgeklemd in de opening. De bevestigingsmoer kan eventueel door middel van een borging, zoals een aantal schroeven worden vastgezet.
In een uitvoeringsvorm is het deel van de bereidings- en afgifteeenheid dat zich na montage boven de opening, in het bijzonder boven het aanrechtblad uitstrekt pilaarvormig, bijvoorbeeld cilindervormig, waarbij de afgifteopening is voorzien in een zich vanuit de pilaarvorm uitstekend deel. Het pilaarvormige deel kan elke gewenste doorsnede hebben, zoals cirkelvormig, vierkant, ovaal etc.
In een uitvoeringsvorm omvat de bereidings- en afgifteeenheid een kraandeel en een ten opzichte van het kraandeel beweegbaar sluitdeel, waarbij het kraandeel en het sluitdeel een capsuleruimte definiëren, waarbij het sluitdeel ten opzichte van het kraandeel beweegbaar is tussen ten minste een gesloten positie, waarin de door het kraandeel en het sluitdeel gevormde capsuleruimte gesloten is voor het bereiden van de warme drank, en een open positie, waarin een capsule te plaatsen is in de capsuleruimte en na gebruik verwijderd kan worden.
In een uitvoeringsvorm wordt de capsuleruimte gevormd door de capsulehouder en een persplaat. Daarbij is de capsulehouder bijvoorbeeld een onderdeel van het sluitdeel en de persplaat een onderdeel van het kraandeel.
Door een ten opzichte van het kraandeel beweegbaar sluitdeel te verschaffen kan het sluitdeel in een open positie en een gesloten positie worden geplaatst ten opzichte van het kraandeel. In de open positie kan een capsule geplaatst worden in de capsuleruimte. Daarna kan het sluitdeel van de open positie naar de gesloten positie worden bewogen, zodanig dat een tussen het kraandeel en sluitdeel geplaatste capsule bij voorkeur afdichtend wordt ingesloten in de capsuleruimte. Vervolgens kan het warme water door de zich in de capsuleruimte bevindende capsule worden geleid voor het bereiden van een warme drank.
In een uitvoeringsvorm is het sluitdeel scharnierbaar gemonteerd ten opzichte van het kraandeel, waarbij de bereidings- en afgifteeenheid een vergrendelinrichting heeft die is ingericht om, in de gesloten positie, het sluitdeel te vergrendelen ten opzichte van het kraandeel.
Het sluitdeel kan scharnierbaar zijn ten opzichte van het kraandeel om het sluitdeel ten opzichte van het kraandeel tussen de open positie en de gesloten positie te bewegen. Om in de gesloten positie te waarborgen dat het sluitdeel in de gesloten positie blijft, ook bij de relatief hoge druk in de capsuleruimte die kan optreden bij het bereiden van een warme drank, kan een vergrendelinrichting zijn voorzien die het kraandeel en het sluitdeel ten opzichte van elkaar vergrendelt in de gesloten positie. De vergrendelinrichting kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een mechanische sluiting die tussen een vrije positie en een vergrendelde positie kan worden bewogen. In de vrije positie kunnen het kraandeel en het sluitdeel ten opzichte van elkaar bewegen, terwijl in de vergrendelde positie de vergrendelinrichting een beweging van het sluitdeel ten opzichte van het kraandeel verhindert.
In een uitvoeringsvorm is het kraandeel vast met de montageinrichting verbonden, waarbij het sluitdeel beweegbaar op het kraandeel is gemonteerd. Het kraandeel kan bijvoorbeeld door een vaste behuizing van de bereidings- en afgifte-inrichting worden gevormd, waarbij het sluitdeel een ten opzichte van de vaste behuizing beweegbaar klepelement is. In een verdere uitvoeringsvorm kan dit klepelement om een horizontale as scharnierbaar zijn aangebracht. In een dergelijke uitvoeringsvorm kan het klepelement langwerpig zijn, waarbij een uiteinde van het klepelement scharnierend is verbonden met de vaste behuizing. Indien een dergelijk klepelement in de open positie ten opzichte van de behuizing wordt geplaatst, kan een capsule in de capsuleruimte worden gebracht door de opening die is gecreëerd tussen de vaste behuizing en het klepelement.
In een uitvoeringsvorm omvat de bereidings- en afgifteeenheid een capsuleafvoerkanaal voor het na de bereiding van de warme drank afvoeren van de capsule, waarbij de afgifte-inrichting zodanig is ingericht dat, na montage, het capsuleafvoerkanaal door de opening loopt. Door het verschaffen van een capsuleafvoerkanaal dat door de opening loopt, kan een gebruikte capsule, d.w.z. een capsule die in de capsuleruimte is gebruikt voor het bereiden van een warme drank, worden afgevoerd door de opening. Indien de montageinrichting een montagebus omvat, kan het capsuleafvoerkanaal bijvoorbeeld door een montagebus van de montageinrichting worden geleid.
Hiermee kan de capsule van boven een aanrechtblad naar een ruimte onder het aanrechtblad worden gebracht. Hier kan een capsuleopvanginrichting, zoals een opvangbak of -zak worden aangebracht waarin de capsules worden opgevangen. Dit heeft het voordeel dat er boven het aanrechtblad geen ruimte benodigd is voor het opvangen van de gebruikte capsules, en dat onder het aanrechtblad een relatief grote ruimte voor het opvangen van capsules beschikbaar kan worden gesteld.
Het wordt opgemerkt dat een capsuleafvoerkanaal dat door een opening, in het bijzonder een opening in een aanrechtblad loopt, ook kan worden toegepast in afgifte-inrichtingen, waarin de bereidings- en afgifteeenheid niet is ingericht om te worden gemonteerd in deze opening en/of waarin het warmwaterkanaal van de bereidings- en afgifteeenheid na montage niet door deze opening loopt. Dus ook in een afgifte-inrichting volgens de aanhef van conclusie 1, maar zonder het kenmerkende deel van conclusie 1 kan een capsuleafvoerkanaal met voordeel worden toegepast.
Een dergelijke afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank, omvat een warmwaterinrichting voor het verschaffen van warm water; een bereidings- en afgifteeenheid ingericht voor het bereiden en afgeven van de warme drank, omvattende: een capsulehouder voor het houden van een capsule in een capsuleruimte, een afgifteopening voor het afgeven van een warme drank, en een afgiftekanaal voor het geleiden van warme drank van de capsuleruimte naarde afgifteopening; en een warmwaterkanaal voor het geleiden van warm water van de warmwaterinrichting naar de capsuleruimte, waarbij de bereidings- en afgifteeenheid een capsuleafvoerkanaal omvat voor het na de bereiding van de warme drank afvoeren van de capsule, waarbij het capsuleafvoerkanaal is ingericht om dooreen in een aanrechtblad voorziene opening te lopen, d.w.z ingericht om door een in een aanrechtblad voorziene opening lopend te worden aangebracht.
Het capsuleafvoerkanaal omvat bijvoorbeeld een, bij voorkeur flexibel, buisvormig element dat door de opening kan worden geplaatst voor het daardoorheen voeren van de gebruikte capsules. De afgifte-inrichting kan verder een capsuleopvanginrichting, zoals een opvangbak of-zak, omvatten om de door de opening/het buisvormige element afgevoerde capsules op te vangen
In een uitvoeringsvorm van een afgifte-inrichting volgens de uitvinding met een kraandeel en een ten opzichte van het kraandeel beweegbaar sluitdeel, kan bij het verplaatsen van het sluitdeel van de gesloten positie naarde open positie, het capsuleafvoerkanaal in verbinding worden gebracht met de capsuleruimte zodanig dat een in de capsuleruimte aanwezige capsule door het capsuleafvoerkanaal wordt afgevoerd. Hiertoe kan een uitwerpmechanisme zijn voorzien, waarmee de capsule wordt uitgeworpen uit de capsuleruimte om afgevoerd te worden door het capsuleafvoerkanaal.
Bij voorkeur valt de capsule door zwaartekracht naar beneden door het capsuleafvoerkanaal. Het capsuleafvoerkanaal kan bijvoorbeeld een flexibel buisvormig element omvatten waardoorheen de capsule neerwaarts kan vallen.
In een uitvoeringsvorm is in het capsuleafvoerkanaal een kantelinrichting voorzien voor het kantelen van de capsule van een eerste oriëntatie naar een tweede oriëntatie, waarbij de tweede oriëntatie het meest geschikt is om de capsule door het daarna gelegen capsuleafvoerkanaal te voeren.
Het capsuleafvoerkanaal kan in het bijzonder gebruikt worden om koffiecups af te voeren. Deze koffiecups hebben veelal een grotere lengte dan diameter waardoor de diameter van het capsuleafvoerkanaal het kleinst kan zijn, wanneer de koffiecups met de longitudinale symmetrielijn evenwijdig liggen met de longitudinale hartlijn van het capsuleafvoerkanaal. In het geval van een bekende koffiecup ligt in de tweede oriëntatie de longitudinale symmetrieas van de koffiecup dus evenwijdig aan de longitudinale hartlijn van het capsuleafvoerkanaal na de kantelinrichting.
Echter kan het gewenst zijn dat de capsule zich in de capsuleruimte nog niet in deze tweede oriëntatie bevindt maar in een andere eerste oriëntatie, bijvoorbeeld met een longitudinale symmetrielijn in hoofdzaak horizontaal om het met vloeistof doorstromen van de capsule in deze richting mogelijk te maken.
Om dan de capsule in de gewenste tweede oriëntatie door het capsuleafvoerkanaal te laten bewegen, kan de bovengenoemde kantelinrichting worden voorzien.
Om een kantelen van een koffiecup tot stand te brengen kan de kantelinrichting zijn voorzien van een kantelrand of -pen die is ingericht en geplaatst om de capsule van de eerste oriëntatie naar de tweede oriëntatie te kantelen. In het bijzonder kan de kantelrand zijn ingericht om de omtrekflens van een koffiecup te vangen, zodanig dat de koffiecup gekanteld wordt door het contact tussen kantelrand en de omtrekflens.
In een uitvoeringsvorm omvat het capsuleafvoerkanaal een flexibel buisvormig element dat is ingericht voor het aan een afvoeruiteinde van het flexibele buisvormige element bevestigen van een opvangzak voor het opvangen van meerdere door het afvoerkanaal afgevoerde capsules. Het capsuleafvoerkanaal wordt gebruikt om capsules af te voeren naar een locatie aan de andere zijde van de opening, bijvoorbeeld naar de onderzijde van het aanrechtblad. Daar kan een relatief grote opvang voor het ontvangen van de capsules worden verschaft. De opvang kan bijvoorbeeld een opvangbak of opvangzak zijn, en kan met voordeel aan het flexibele buisvormige element van het capsuleafvoerkanaal bevestigd zijn. Een opvangzak kan eventueel in een daarvoor bestemde bak worden geplaatst. De opvangzak kan een zak zijn die wordt verschaft voor het recyclen van de capsules, in het bijzonder koffiecups. Bijvoorbeeld is het afvoeruiteinde van het capsuleafvoerkanaal ingericht voor het bevestigen van een opvangzak die door een leverancier van koffiecups beschikbaar is gesteld voor het voor recycling verzamelen van koffiecups.
Een verder voordeel van een opvangzak is dat deze eenvoudig in hoofdzaak lucht- en vloeistofdicht op het capsuleafvoerkanaal kan worden aangesloten, zodat geen onaangename lucht of vloeistof kan lekken uit de aansluiting tussen het capsuleafvoerkanaal en de opvangzak. Een dergelijke in hoofdzaak lucht- en vloeistofdichte aansluiting kan overigens ook worden gecreëerd tussen het capsuleafvoerkanaal en een opvangbak of andere opvang voor capsules.
In een uitvoeringsvorm omvat de warmwaterinrichting een koudwaterinlaat voor het aansluiten van een koudwaterleiding, en een verwarmingsinrichting voor het verwarmen van water. Met voordeel wordt de afgifte-inrichting direct op een koudwaterleiding aangesloten omdat dan altijd direct vers water voorhanden is. Als gevolg hoeft er niet regelmatig een waterreservoir te worden gevuld, en wordt ook geen water verspild door het weggooien van water dat een bepaalde tijd in het waterreservoir heeft gestaan.
Wanneer de warmwaterinrichting aan de onderzijde van het aanrechtblad, bijvoorbeeld in of nabij een gootsteenkastje wordt geplaatst, is een koudwaterleiding doorgaans voorhanden, en kan de warmwaterinrichting dus eenvoudig worden aangesloten op een koudwaterleiding.
De warmwaterinrichting omvat verdér een verwarmingsinrichting voor het opwarmen van het koude water uit de koudwaterleiding tot een voor het bereiden van een warme drank geschikte temperatuur.
Bij het bereiden van een warme drank zal het warme water van de warmwaterinrichting via een warmwaterkanaal naar de capsuleruimte stromen. Indien de afgifte-inrichting reeds eerder gebruikt is voor het bereiden van een warme drank kan er zich nog een hoeveelheid water in het warmwaterkanaal bevinden die is afgekoeld.
De verwarmingsinrichting is derhalve bij voorkeur dicht bij de bereidings- en afgifteenheid geplaatst zodat een lengte van het warmwaterkanaal van de warmwaterinrichting naar de capsuleruimte klein is. Hierdoor heeft een hoeveelheid afgekoeld water in het warmwaterkanaal tussen de verwarmingsinrichting en de capsuleruimte minder effect op de bereiding van de warme drank. Als alternatief is het ook mogelijk een voorziening te verschaffen die het mogelijk maakt om na het bereiden van een warme drank het warmwaterkanaal te laten leeg stromen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de warmwaterinrichting aangebracht in een behuizing die te bevestigen is aan de montageinrichting, in het bijzonder aan het van de capsuleruimte afgekeerde uiteinde van de montagebus. Bijvoorbeeld kan de behuizing waarin de warmwaterinrichting is ondergebracht een montagering omvatten die is ingericht om met bevestigingselementen, bijvoorbeeld bevestigingsmoeren te worden vastgezet op de montagebus, bijvoorbeeld nadat de bereidings- en afgifteeenheid is gemonteerd in de opening.
De verwarmingsinrichting kan zijn uitgevoerd als elk geschikt type verwarmingsinrichting, en is bijvoorbeeld uitgevoerd als een doorstroomverhitter die het water opwarmt tot een voor het bereiden van een warme drank geschikte temperatuur terwijl het water door de doorstroomverhitter heen stroomt.
In een uitvoeringsvorm omvat de warmwaterinrichting een pomp voor het verhogen van druk in het warme water. Door middel van een pomp kan de druk in het water worden verhoogd tot een voor het bereiden van de warme drank geschikte druk. Voor koffiecups kan de pomp zijn ingericht voor het creëren van de voor koffiecups gewenste druk van 18-20 Bar. Daarbij of als alternatief kan de warmwaterinrichting een terugslagklep en/of een aanstuurbare afsluiter omvatten voor het doorlaten van water uit de koudwaterleiding. Indien er geen afzonderlijke pomp is voorzien kan het water ook op basis van de waterdruk in de koudwaterleiding worden verpompt in de afgifte-inrichting.
In een uitvoeringsvorm omvat de warmwaterinrichting een debietsensor voor het meten van de hoeveelheid af te geven warm water. Door middel van een debietsensor kan bepaald worden of een voor de warme drank gewenste hoeveelheid water wordt afgegeven.
In een uitvoeringsvorm omvat de warmwaterinrichting een voor de pomp geplaatst reduceerventiel dat is ingericht om de druk van het aan de warmwaterinrichting toegevoerde water te verlagen tot een verlaagde druk, bijvoorbeeld tot bijna atmosferische druk, waarbij de verlaagde druk bij voorkeur ongeveer constant is. Met een ongeveer constante druk wordt hier bedoeld een druk die substantieel minder drukschommelingen heeft dan de waterleidingdruk.
Door het voorzien van een reduceerventiel kan worden voorkomen dat het water door de waterleidingdruk ook zal doorstromen/lekken wanneer het afgeven van een warme drank niet gewenst is. Daarbij kan een reduceerventiel gebruikt worden om aan de ingang van de waterpomp een ongeveer constante, van de waterleidingdruk onafhankelijke waterdruk aan te bieden. Als gevolg hoeft de waterpomp niet te worden ingericht om bij verschillende ingangsdrukken een constante uitgangsdruk te verschaffen, en kan een type waterpomp worden gebruikt dat een vaste drukverhoging in het water tot stand brengt.
De afgifte-inrichting omvat bij voorkeur verder een elektronische besturingseenheid die is ingericht om de afsluiter en/of, indien aanwezig, de pomp aan te sturen op basis van een van een bedieningsinrichting zoals een bedieningsknop verkregen bedieningssignaal zodanig dat bij het bedienen van de bedieningsinrichting de gewenste hoeveelheid water met de gewenste druk wordt afgegeven. Daarbij wordt opgemerkt dat de bedieningsinrichting kan zijn voorzien van verschillende bedieningsmogelijkheden om afhankelijk van de behoefte verschillende hoeveelheden warm water af te geven alsmede water van verschillende temperaturen.
De besturingseenheid kan ingericht zijn om verdere operationele data te ontvangen, bijvoorbeeld een signaal van de debietsensor om te bepalen hoeveel water is afgegeven tijdens het bereiden van de warme drank, en een signaal van een temperatuursensor om te bepalen of de verwarmingsinrichting voldoende is voorverwarmd.
In een uitvoeringsvorm omvat de warmwaterinrichting een reservoir voor het houden van water op een temperatuur van ten minste 95 graden, bij voorkeur ten minste 100 graden, en een op het reservoir aangesloten heetwateruitlaat, waarbij de heetwateruitlaat is verbonden met het warmwaterkanaal.
Warmwaterinrichtingen die water op een hoge temperatuur boven 95 graden houden voor het afgeven van heet of kokend water zijn bekend. Deze worden bijvoorbeeld in keukens gebruikt voor het afgeven van dit hete of kokende water via een daarvoor geschikte kraan.
Om het hete of kokende water af te koelen tot een voor het bereiden van de warme drank geschikte temperatuur kan een afkoelinrichting zijn voorzien.
In een uitvoeringsvorm omvat de afkoelinrichting een warmtewisselaar die is ingericht om warmte uit te wisselen tussen heet water afkomstig van de heetwateruitlaat en koud water dat via de koudwaterinlaat het reservoir instroomt. Door het hete of kokende water af te koelen met koud water dat via de koudwaterinlaat de warmwaterinrichting, in het bijzonder het reservoir instroomt, wordt de energie die afgegeven wordt voor het afkoelen van het water gebruikt voor het opwarmen van het koude water afkomstig van de koudwaterleiding dat vervolgens via de koudwaterinlaat in het reservoir tot ten minste 95 graden wordt opgewarmd. Hierdoor gaat geen of weinig energie verloren bij het afkoelen van het hete of kokende water tot de voor het bereiden van de warme drank geschikte temperatuur. Als alternatief is het ook mogelijk om het hete water afkomstig van de heetwateruitlaat door middel van een menginrichting te mengen met koud water om warm water met de gewenste temperatuur te verschaffen.
In een uitvoeringsvorm omvat de afgifte-inrichting verder een heet- of kokendwaterkanaal voor het geleiden van heet of kokend water naar een heet- of kokendwaterafgifteopening, die is voorzien in de bereidings- en afgifteeenheid, waarbij de afgifte-inrichting zodanig is ingericht dat, na montage van de montage-inrichting in de opening, het heet- of kokendwaterkanaal door de opening loopt, waarbij de warmwaterinrichting een op het reservoir aangesloten tweede heetwateruitlaat omvat die is aangesloten op het heet- of kokendwaterkanaal.
Het plaatsen van een bereidings- en afgifteeenheid in combinatie met een verwarmingsinrichting omvattende een reservoir met water van ten minste 95 graden maakt het mogelijk om tevens een heet- of kokendwaterafgifteopening te voorzien op de bereidings- en afgifteeenheid die door middel van een heet- of kokendwaterkanaal is verbonden met een tweede heetwateruitlaat van het reservoir. Daardoor is het mogelijk om via het heet- of kokendwaterkanaal heet of kokend water af te geven met de bereidings- en afgifteeenheid. Het heet- of kokendwaterkanaal loopt bij voorkeur ook door de montage-opening van de bereidings- en afgifteeenheid. Het hete water kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het bereiden van thee, maar ook voor allerlei andere doeleinden.
Met deze inrichting is het dus mogelijk om zowel koffie als theewater te verschaffen, waarbij het water voor de koffie een temperatuur onder de 100 graden Celsius heeft om verbranding van de inhoud van de capsule te voorkomen, terwijl het theewater bij voorkeur een temperatuur van 100 graden Celsius heeft.
In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt de afgifte-inrichting wel gecombineerd met een reservoir ingericht voor het houden van water boven de 95 graden, maar wordt dat water van boven de 95 graden niet gebruikt voor het bereiden van een warme drank gebruikmakende van een capsule, maar wel voor het afgeven van heet of kokend water uit een heet- of kokendwaterafgifteopening die is voorzien in de bereidings- en afgifteeenheid.
In een dergelijke uitvoeringsvorm omvat de afgifte-inrichting een heetwaterinrichting voor het houden en afgeven van heet of kokend water, en een heet- of kokendwaterkanaal voor het geleiden van heet of kokend water van de heetwaterinrichting naar een heet- of kokendwaterafgifteopening, die is voorzien in de bereidings- en afgifteeenheid, waarbij de afgifte-inrichting zodanig is ingericht dat, na montage van de montage-inrichting in de opening, het heet- of kokendwaterkanaal door de opening loopt. Ook in deze uitvoeringsvorm loopt het heet- of kokendwaterkanaal bij voorkeur door de montageopening van de bereidings- en afgifteeenheid
In een uitvoeringsvorm kan de afgifte-inrichting zijn voorzien van een stoominrichting voor het verschaffen van stoom die bijvoorbeeld is voorzien voor het opstomen van melk. De stoominrichting omvat een stoomvoorziening, een stoompijpje en een stoomkanaal dat de stoomvoorziening en het stoompijpje met elkaar verbindt. Het stoompijpje kan zich uitstrekken vanuit de bereidings- en afgifteeenheid. De stoomvoorziening zal typisch aan de tegenover liggende zijde van de opening zijn voorzien, waarbij het stoomkanaal na montage door de opening loopt. De stoomvoorziening kan een onderdeel zijn van de warmwaterinrichting.
In een uitvoeringsvorm omvat de afgifte-inrichting een koelwaterinrichting voor het verschaffen van gekoeld water, en een koelwaterkanaal voor het geleiden van gekoeld water van de koelwaterinrichting naar een koelwaterafgifte-opening die is voorzien in de bereidings-en afgifteeenheid, waarbij de afgifte-inrichting zodanig is ingericht dat, na montage van de montage-inrichting in de opening, het koelwaterkanaal door de opening loopt. In deze uitvoeringsvorm is de afgifte-inrichting ingericht voor het afgeven van een warme drank, bijvoorbeeld koffie, en het afgeven van gekoeld water. Daarbij kan de afgifte-inrichting ook ingericht zijn voor het afgeven van heet of gekookt water.
Verdere kenmerken en voordelen van uitvoeringsvormen van de uitvinding worden hierna verder toegelicht aan de hand van de beschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin:
Figuur 1 een zijaanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van een afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank;
Figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van de bereidings- en afgifteeenheid van de afgifte-inrichting van Figuur 1;
Figuur 3 een langsdoorsnede toont van de bereidings- en afgifteeenheid van Figuur 2 in een gesloten positie;
Figuur 4 een langsdoorsnede toont van de bereidings- en afgifteeenheid van Figuur 2 in een open positie;
Figuur 5 een dwarsdoorsnede toont van de bereidings- en afgifteeenheid van Figuur 2; Figuur 6 een langsdoorsnede toont van een deel van de afgifte-inrichting van Figuur 1; Figuur 7 een zijaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van een afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank
Figuur 8 een langsdoorsnede toont van de bereidings- en afgifteeenheid van de afgifte-inrichting van Figuur 7;
Figuur 9 een dwarsdoorsnede toont van de bereidings- en afgifteeenheid van de afgifte-inrichting van Figuur 7;
Figuur 10 een zijaanzicht toont van een derde uitvoeringsvorm van een afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank; en
Figuur 11 een zijaanzicht toont van een vierde uitvoeringsvorm van een afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank.
Figuur 1 toont een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank, in het geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1. De afgifte-inrichting 1 omvat een bereidings- en afgifteeenheid 2 ingericht voor het bereiden en afgeven van de warme drank, bijvoorbeeld koffie, waarbij gebruik wordt gemaakt van capsules die in de bereidings- en afgifteeenheid kunnen worden geplaatst. Een dergelijke capsule is gevuld met een ingrediënt waarmee in combinatie met water een drank kan worden bereid. De in de Figuren getoonde uitvoeringsvorm is in het bijzonder geschikt voor het bereiden van drank gebruik makend van koffiecups of koffiecapsules met een afgeknotte-kegelvorm, zoals deze onder andere onder de naam “Nespresso” op de markt worden gebracht.
De bereidings- en afgifteeenheid 2 is ingericht om te worden gemonteerd in een opening van een aanrechtblad 75 of dergelijke. Figuur 2 toont in perspectivisch aanzicht het gedeelte van de bereidings- en afgifteeenheid 2 dat na montage boven het aanrechtblad 75 uitsteekt.
De bereidings- en afgifteeenheid 2 heeft daar een cilindrische hoofdvorm met een uitloop 3 waarin een afgifte-opening 4 is aangebracht voor het afgeven van de warme drank, zodat onder de afgifte-opening 4 een glas, kop, mok of andere houder voor het houden van drank kan worden geplaatst.
De cilindrische hoofdvorm van de bereidings- en afgifteeenheid 2 wordt gevormd door een kraandeel 5 en een sluitdeel 6 van de bereidings- en afgifteeenheid 2, die ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn tussen een gesloten positie, zoals getoond in Figuur 2, en een open positie (Figuur 4). In de open positie kan een capsule met een ingrediënt, in het bijzonder een koffiecup, worden geplaatst in de bereidings- en afgifteeenheid 2 om een warme drank te bereiden. In de open positie kan ook een gebruikte capsule uit de bereidings- en afgifteeenheid 2 worden afgevoerd.
De bereidings- en afgifteeenheid 2 omvat een ontgrendellip 7 en een ontgrendelgreep 7a voor het ontgrendelen van een vergrendelinrichting die is voorzien voor het in de gesloten positie vergrendelen van het kraandeel 5 en het sluitdeel 6.
De bereidings- en afgifteeenheid 2 omvat verder twee bedieningsknoppen 8, 9 voor het bedienen van de afgifte-inrichting 1. De eerste bedieningsknop 8 kan worden gebruikt om, bij het indrukken daarvan, een eerste hoeveelheid warme drank af te geven, terwijl de tweede bedieningsknop 9 kan worden gebruikt om, bij het indrukken daarvan, een tweede hoeveelheid warme drank af te geven. De bedieningsknoppen 8, 9 kunnen daarbij of als alternatief ook worden gebruikt voor andere functies, bijvoorbeeld voor een reinigingscyclus.
Weer verwijzend naar Figuur 1 omvat de bereidings- en afgifteeenheid 2 een montageinrichting 10 voor het op het aanrechtblad monteren van de bereidings- en afgifteeenheid 2. De montageinrichting 10 omvat een montagebus 11 die dooreen in het aanrechtblad 75 voorziene ronde opening 76 is aangebracht. De montagebus 11 is cilindervormig en op het buitenoppervlak voorzien van schroefdraad. Een bevestigingsmoer 12 met inwendige schroefdraad is aangebracht op de montagebus 11 om de bereidings- en afgifteeenheid 2 klemmend te bevestigen in de opening 76 in het aanrechtblad 75.
De afgifte-inrichting 1 omvat een warmwaterinrichting 13 die is ingericht voor het verschaffen van een gewenste hoeveelheid warm water bij het bedienen van een van de bedieningsknoppen 8, 9. De warmwaterinrichting 13 is voorzien in een behuizing 14, bijvoorbeeld van kunststof materiaal. Aan de behuizing 14 is een bevestigingsnok 15 met een opening aangebracht. Door de opening is de bevestigingsnok 15 over de montagebus 11 te plaatsen en door middel van de moeren 16 kan de bevestigingsnok 15 worden gemonteerd op de montagebus 11.
De warmwaterinrichting 13 is aangesloten op een koudwaterleiding 17 en kan van stroom worden voorzien via een netsnoer 18.
Door een warmwaterkanaal 19 dat door de montagebus 11 naar de bereidings- en afgifteeenheid 2 loopt, wordt het door de warmwaterinrichting 13 verschafte warme water geleid naar de bereidings- en afgifteeenheid 2 voor het daar bereiden en afgeven van een warme drank.
Op het uiteinde van de montagebus 11 is verder een capsuleopvanginrichting 20 aangebracht. De capsuleopvanginrichting 20 is ingericht om gebruikte capsules, d.w.z. na het afgeven van een warme drank met de capsule, af te voeren en op te vangen. De capsuleopvanginrichting 20 omvat een kantelinrichting 21 een capsuleafvoerbuis 22 en een capsuleopvangbak 23, die later in meer detail zullen worden beschreven.
Na montage bevindt alleen de bereidings- en afgifteeenheid 2 zich boven het aanrechtblad 75 en zijn de warmwaterinrichting 13 en de capsuleopvanginrichting 20 onder het aanrechtblad 75 geplaatst, bijvoorbeeld in een gootsteenkastje. Dit betekent dat de warmwaterinrichting 13 en de capsuleopvanginrichting 20 doorgaans uit het zicht zijn geplaatst, inclusief de aansluitingen op de koudwaterleiding 17 en op elektriciteit door middel van het netsnoer 17. Zij nemen dus ook geen plaats in op het aanrecht.
Daarbij is de warmwaterinrichting 13 gemonteerd op de montagebus 11 en hangt deze daaraan. Hiermee neemt de warmwaterinrichting 13 geen plaats in op bijvoorbeeld de vloer van een gootsteenkastje.
Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede van de bereidings- en afgifteeenheid 2. De bereidings- en afgifteeenheid 2 omvat het kraandeel 5 en het sluitdeel 6. Het kraandeel 5 vormt het hoofddeel van de bereidings- en afgifteeenheid 2 en is vast verbonden met de montagebus 11. Het sluitdeel 6 is scharnierbaar om een scharnieras 24 verbonden met het kraandeel 5 en dus ten opzichte van dit deel kantelbaar tussen een gesloten positie, zoals getoond in Figuur 3 en een open positie, zoals getoond in Figuur 4.
Een vergrendelinrichting 25 is voorzien voor het in de gesloten positie vergrendelen van de onderlinge positie tussen het kraandeel 5 en het sluitdeel 6. In Figuur 3 is de vergrendelinrichting 25 getoond in een vergrendelde positie waarin het sluitdeel 6 niet ten opzichte van het kraandeel 5 kan worden gekanteld.
Door middel van het achtereenvolgens omhoog kantelen van de ontgrendellip 7 en het naar achteren, d.w.z. in de richting van de ontgrendellip 7, bewegen van de ontgrendelgreep 7a, kan de vergrendelinrichting 25 naar een vrije positie worden gebracht, waarin de vergrendelhaak 25a is weggekanteld ten opzichte van de vergrendelpen 25b. In deze vrije positie kan het sluitdeel 6 naar achteren worden gekanteld van de gesloten positie naar de open positie. Eventueel kan een torsieveer of ander verend element zijn voorzien dat is voorgespannen om het sluitdeel 6 naar de open positie te bewegen.
Het sluitdeel 6 omvat een capsulehouder 26 voor het houden van een capsule. Het kraandeel 5 omvat een persplaat 27 met openingen waardoorheen bereide warme drank via een afgiftekanaal 28 naar de afgifteopening 4 kan stromen.
In de getoonde gesloten positie van het sluitdeel 6 vormen de capsulehouder 26 en de persplaat 27 een capsuleruimte 29. Aan het van de persplaat 27 afgekeerde uiteinde van de capsuleruimte is een uitstroomopening 30 van het warmwaterkanaal 19 voorzien, zodat warm water dat door het warmwaterkanaal 19 wordt aangevoerd door een in de capsuleruimte 29 geplaatste capsule en via de openingen in de persplaat 27 en het afgiftekanaal 28 naar de afgifteopening 4 kan stromen.
De capsulehouder 26 omvat twee delen die in axiale richting ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, zodanig dat het zich het dichtst bij de persplaat 27 bevindende deel door de hydraulische druk van het voor het bereiden van een warme drank aangevoerde water stevig tegen de persplaat kan worden aangedrukt voor het verkrijgen van een waterdichte aansluiting tussen persplaat 27 en de capsulehouder 26 tijdens het bereiden van een warme drank. Hierbij wordt de op de persplaat 27 aanliggende wand van de capsule afdichtend ingeklemd tussen de persplaat 27 en het beweegbare deel van capsulehouder 26. Tussen de twee delen van de capsulehouder 26 kan een afdichting zijn voorzien voor het voorkomen van lekken tussen deze twee delen.
Figuur 4 toont het kraandeel 5 en het sluitdeel 6 in de open positie. In deze open positie is er aan de bovenzijde van de bereidings- en afgifteeenheid 2 tussen het kraandeel 5 en het sluitdeel 6 een ruimte waar een capsule 90 kan worden geplaatst. Een invoermechanisme is voorzien voor het geleiden van een capsule 90 naaren het houden van de capsule 90 in een invoerpositie, zodanig dat bij het bewegen van het sluitdeel 6 naarde gesloten positie de capsule in de capsulehouder 26 wordt opgenomen. Het invoermechanisme omvat hiertoe bijvoorbeeld een aantal geleiders voor het naar de invoerpositie geleiden van de capsule en een tweetal nokken 27a voor het opvangen van de capsule.
Wanneer de capsule 90 in de invoerpositie is geplaatst, zoals getoond aan de bovenzijde van Figuur 4, kan het sluitdeel 6 naar de gesloten positie worden gekanteld, zodat de capsule in de door de persplaat 27 en capsulehouder 26 begrensde capsuleruimte 28 wordt opgenomen. Hierbij wordt de capsule 90 voorbij de nokken 27a geduwd zodat bij het opnieuw openen van het sluitdeel 6 de capsule 90 vrij naar beneden kan vallen, zoals getoond bij de doorsnede A-A in Figuur 4 en in Figuur 5.
Tijdens de sluitbeweging van het sluitdeel 6 naar de gesloten positie, worden een aantal booropeningen in de van de persplaat 27 afgekeerde wand van de capsule gecreëerd bijvoorbeeld door middel van het doorboren van de wand met boorpennen, zodat door het warmwaterkanaal 19 aangevoerd warm water door deze booropeningen de capsule kan instromen. Het wordt opgemerkt dat ook in de op de persplaat 27 geplaatste wand van de capsule perforaties worden gecreëerd door op de persplaat aangebrachte uitsteeksels om daar warme drank doorheen te laten stromen. Deze perforaties kunnen tijdens het naar de gesloten positie bewegen van het sluitdeel 6 worden gerealiseerd, maar ook door de druk die tijdens het bereiden van de drank op deze wand wordt uitgeoefend.
Voor het naar de gesloten positie bewegen van het sluitdeel 6, kan de vergrendelinrichting 25 in de vrije positie worden gebracht en gehouden door het omhoog kantelen van de ontgrendellip 7 en het naar achteren, d.w.z. in de richting van de ontgrendellip 7, bewegen van de ontgrendelgreep 7a, zodat de vergrendelhaak 25a over de vergrendelpen 25b kan worden bewogen.
Wanneer het sluitdeel 6 zich in de gesloten positie bevindt, kan door het vervolgens neerwaarts, d.w.z. van de ontgrendellip 7 af, duwen van de ontgrendelgreep 7a, de vergrendelhaak 25a om de vergrendelpen 25b worden gebracht. Daarna kan de vergrendelhaak 25a om de vergrendelpen 25b worden vergrendeld door het naar beneden kantelen van de ontgrendellip 7, zodat de vergrendelinrichting 25 in de vergrendelde positie komt zoals getoond in Figuur 3.
Het wordt opgemerkt dat elke andere geschikte vergrendelinrichting ook kan worden toegepast voor het in de gesloten positie vergrendelen van de onderlinge positie van het kraandeel 5 en het sluitdeel 6.
Wanneer na het afgeven van een warme drank met een in de capsuleruimte 29 geplaatste capsule 90 het sluitdeel 6 weer naar de open positie wordt bewogen zal een capsuleafvoerkanaal 31 ontstaan waardoorheen de capsule 90 door de montagebus 11 kan worden afgevoerd.
Een uitwerp- of uittrekmechanisme kan zijn voorzien voor het uit de capsulehouder 26 trekken van de capsule 90 bij het naar de open positie kantelen van het sluitdeel 6, zodat deze door het capsuleafvoerkanaal 31 naar beneden kan vallen. Dit uitwerp- of uittrekmechanisme kan bijvoorbeeld een of meer haakelementen of -randen van het invoermechanisme omvatten, waarachter de capsule 90 blijft haken.
Het capsuleafvoerkanaal 31 wordt in de bereidings- en afgifteeenheid 2 in eerste instantie begrensd door het kraandeel 5 en het sluitdeel 6 en vervolgens loopt het capsuleafvoerkanaal 31 door de montagebus 11 in de richting van de capsuleopvanginrichting 20.
De capsules worden dientengevolge na gebruik afgevoerd door de montagebus 11, en daarmee door de opening 76 van het aanrechtblad 75, waarin de montagebus 11 is geplaatst, en komen tenslotte terecht in de capsuleopvangbak 23.
De capsuleopvangbak 23 (Figuur 1) kan een relatief groot volume omvatten zodat een groot aantal gebruikte capsules kunnen worden opgevangen voordat deze geleegd moet worden. De capsuleopvanginrichting 20 omvat bij voorkeur een in de capsuleopvangbak 23 te plaatsen opvangzak. De opvangbak of de daarin geplaatste opvangzak kan luchtdicht met het flexibele buis element 22 worden verbonden, zodat de geur van de gebruikte capsules binnen de capsuleopvanginrichting 20 blijft. De capsuleopvangbak 23 of de daarin geplaatste opvangzak kan speciaal zijn ontworpen voor het recyclen van de cups.
Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede van de bereidings- en afgifteeenheid 2, ter hoogte van de lijn A-A in Figuur 4. In Figuur 5 wordt een capsule 90 getoond die door het capsuleafvoerkanaal 31 naar beneden valt. Ook is de locatie van het warmwaterkanaal 19 zichtbaar. Zowel capsuleafvoerkanaal 31 en warmwaterkanaal 29 liggen binnen de omtrek van de montagebus 11. In de montagebus 11 is een schot 32 aangebracht voor het geleiden van de capsule 90 in het capsuleafvoerkanaal 31.
Figuur 6 toont een langsdoorsnede van de warmwaterinrichting 13, de montagebus 11 en het bovenste deel van de capsuleopvanginrichting 20.
De warmwaterinrichting 13 omvat, opgenomen in de behuizing 14, een debietsensor 33, een waterpomp 34, een overdrukventiel 35, een verwarmingsinrichting 36, en een reduceerventiel 37. Een regelmodule 38 is voorzien voor het aansturen van de afgifte-inrichting 1.
De bedieningsknoppen 8,9 zijn door middel van (niet getoonde) bedrading aangesloten op de regelmodule 38. De bedrading loopt door de bereidings- en afgifteeenheid 2, in het bijzonder door de montagebus 11.
Bij het indrukken van een van de bedieningsknoppen 8,9 voor het bereiden van een warme drank, zal de regelmodule 38 de waterpomp 34 aansturen voor het verpompen van water totdat de debietsensor 33 heeft gemeten dat de gewenste hoeveelheid water is verpompt. Het te verpompen water wordt vanuit de koudwaterleiding 17 toegevoerd.
Het koude water dat vanuit de koudwaterleiding 17 de warmwaterinrichting 13 binnenstroomt zal eerst door een reduceerventiel 37 lopen om de druk van het water aanzienlijk te verlagen, bijvoorbeeld tot bijna atmosferische druk. Hiermee wordt eventueel voorkomen dat het water door de waterleidingdruk via de niet geactiveerde pomp 34 ook zal doorstromen/lekken, wanneer het afgeven van een warme drank niet gewenst is. Daarbij kan een reduceerventiel 37 gebruikt worden om aan de ingang van de waterpomp 34 een ongeveer constante, van de waterleidingdruk onafhankelijke waterdruk aan te bieden. Als gevolg hoeft de waterpomp 34 niet te worden ingericht om bij verschillende ingangsdrukken een constante uitgangsdruk te verschaffen, en kan een type waterpomp 34 worden gebruikt dat een vaste drukverhoging in het water tot stand brengt.
Naast een reduceerventiel 37 kan eventueel ook nog een afsluitklep worden voorzien.
De regelmodule 38 zal ook de verwarmingsinrichting 36 aansturen om het door de verwarmingsinrichting 36 gepompte water op te warmen tot de gewenste temperatuur. De verwarmingsinrichting 36 is een doorstroomverhitter die het water tot de gewenste temperatuur verwarmt terwijl het door de verwarmingsinrichting 36 heen stroomt. Bij het bereiden van een warme drank wordt er dus steeds gebruik gemaakt van vers water uit de koudwaterleiding 17.
De waterpomp 34 is ingericht om een waterdruk te genereren die gewenst is voor het bereiden van de warme drank.
Een waterpomp 34 en een verwarmingsinrichting 36 voor het bereiden van een warme drank zijn op zich bekend. Door het pompen en verwarmen van het water zal de gewenste hoeveelheid warm water worden afgegeven door de warmwaterinrichting 13 in het warmwaterkanaal 19 waardoor het verder wordt geleid naar de capsuleruimte 29 voor het bereiden van een warme drank met de gewenste hoeveelheid warm water en van de gewenste temperatuur. Door de verwarmingsinrichting 36 dicht bij de opening te plaatsen wordt de hoeveelheid water die achterblijft in warmwaterkanaal 19 na bereiden van een warme drank beperkt. Daartoe is het voordelig dat de behuizing 14 dicht onder aanrechtblad 75 is gemonteerd.
Het wordt opgemerkt dat in plaats van een doorstroomverhitter ook een warmwaterreservoir met een verwarmer en een temperatuurregelinrichting kan zijn voorzien voor het leveren van een hoeveelheid warm water.
Aan het uiteinde van de montagebus 11 is de kantelinrichting 21 voorzien. Deze kantelinrichting 21 is aangebracht om de capsule 90 die door het capsuleafvoerkanaal 31 naar beneden valt te kantelen van een eerste oriëntatie naar een tweede oriëntatie. In de eerste oriëntatie is de langshartlijn van de capsule 90 in hoofdzaak horizontaal gericht, zoals getoond in Figuur 4. In deze eerste oriëntatie neemt de capsule 90 in de breedte richting echter relatief veel plaats in. Om de diameter van de capsuleafvoerbuis 22 zo klein mogelijk te houden is het gewenst om de capsule 90 naar een tweede oriëntatie te kantelen waarin de langshartlijn van de capsule 90 in hoofdzaak verticaal gericht is.
Om deze kanteling van de eerste oriëntatie naar de tweede oriëntatie te bewerkstelligen is er in de kantelinrichting 21 een kantelrand 39 voorzien. Wanneer de capsule 90 vanuit het capsuleafvoerkanaal de kantelinrichting 21 inkomt zal een zijde, in het bijzonder de flenszijde van de capsule 90 op de kantelrand 39 terecht komen. En als gevolg daarvan zal de capsule 90 van de eerste naar de tweede oriëntatie kantelen. In deze tweede oriëntatie zal de capsule 90 zich door de capsuleafvoerbuis 22 verder verplaatsen naar de capsuleopvangbak 23.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de capsule ook in elke andere gewenste oriëntatie door een capsuleafvoerbuis bewegen, en is het voorzien van een kantelinrichting 21 niet vereist.
Figuren 7-9 tonen een tweede uitvoeringsvorm van de afgifte-inrichting 1. In deze uitvoeringsvorm is de afgifte-inrichting 1 niet alleen geschikt voor het afgeven van een warme drank, maar ook voor het afgeven van heet of kokend water, d.w.z. water warmer dan 95 graden.
Zoals te zien in Figuur 7 omvat deze afgifte-inrichting 1 een heetwaterreservoir 100 voor het houden en afgeven van heet water. Dit hete water kan, bij een verhoogde druk, een temperatuur hebben boven 100 graden Celsius, zodanig dat bij het verlagen van de druk, in het bijzonder bij het onder atmosferische druk afgeven van het hete water, kokend water ontstaat.
Het heetwaterreservoir 100 omvat een inlaat die is aangesloten op een koudwaterleiding 117. Het heetwaterreservoir 100 omvat verder een netsnoer 118 voor het van stroom voorzien van het heetwaterreservoir 100. De elektriciteit wordt onder andere gebruikt voor een verwarmingsinrichting die is ingericht om het zich in het heetwaterreservoir 100 bevindende water op te warmen tot de gewenste temperatuur van ten minste 95 graden Celsius, in het bijzonder een temperatuur boven 100 graden Celsius.
Het heetwaterreservoir 100 is verder voorzien van een temperatuurregelinrichting, bijvoorbeeld een thermostatische regelaar voor het op de gewenste temperatuur houden van het hete water.
Een dergelijk heetwaterreservoir 100 is op zich bekend en bijvoorbeeld geopenbaard in EP0467480.
Het heetwaterreservoir 100 omvat een heetwateruitlaat 101 voor heet of kokend water. Op deze heetwateruitlaat 101 is een heet- of kokendwaterkanaal 50 aangesloten dat door de montagebus 11 en het kraandeel 5 van de bereidings- en afgifteeenheid 2 naar een afgifte-opening 51 voor heet of kokend water loopt voor het daar afgeven van het hete of kokende water.
De afgifte-opening 51 is voorzien in de uitloop 3 waarin ook de afgifte-opening 4 voor een warme drank is aangebracht. Het hete of kokende water loopt dus door een ander kanaal, namelijk het heet- of kokendwaterkanaal 50, dan het warmwaterkanaal 19 dat gebruikt wordt voor het geleiden van warm water naar de capsuleruimte 29. Hiermee is gewaarborgd dat schoon water kan worden afgegeven bij afgifte-opening 51, aangezien het niet door de leidingen en ruimtes voor het bereiden van de warme drank loopt.
In figuren 8 en 9 is getoond hoe het heet- of kokend waterkanaal 50 door de bereidings-en afgifteeenheid 2 loopt van het begin van de montagebus 11 tot aan de afgifte-opening 51 in de uitloop 3. Het heet- of kokendwaterkanaal 50 loopt omhoog door het kraandeel 5 direct naar uitloop 3 terwijl het warmwaterkanaal via het sluitdeel 6 naar de capsuleruimte 29 loopt.
De bereidings- en afgifteeenheid 2, de warmwaterinrichting 13 en de capsuleopvanginrichting 20 zijn verder overeenkomstig aan de in de Figuren 1-6 beschreven eerste uitvoeringsvorm uitgevoerd en zullen daarom hier niet verder worden behandeld.
In Figuur 10 is een derde uitvoeringsvorm van een afgifte-inrichting 1 getoond. In deze uitvoeringsvorm van de afgifte-inrichting 1 is net als in de afgifte-inrichting 1 van de Figuren 7-9 een heetwaterreservoir 100 voorzien voor het verschaffen van heet of kokend water. Het heetwaterreservoir 100 omvat in deze uitvoeringsvorm een eerste heetwateruitlaat 101a en een tweede heetwateruitlaat 101b. De tweede heetwateruitlaat 101b is aangesloten op het heet- of kokendwaterkanaal 50 via welke heet of kokend water kan worden afgegeven door de in de uitloop 3 aangebrachte afgifte-opening 51 voor het afgeven van heet of kokend water.
Daarnaast wordt het hete of kokende water ook gebruikt voor het bereiden van een warme drank. Omdat de temperatuur van het water in het heetwaterreservoir 100 te hoog is voor het bereiden van een warme drank, zoals koffie, is een afkoelinrichting in de vorm van een warmtewisselaar 103 voorzien om het hete of kokende water af te koelen tot een voor het bereiden van de warme drank geschikte temperatuur.
Een eerste inlaat 104 van de warmtewisselaar 103 is aangesloten op de eerste heetwateruitlaat 101a voor heet of kokend water van het heetwaterreservoir 100. Een met de eerste inlaat 104 in vloeistofverbinding staande uitlaat 105 van de warmtewisselaar 103 loopt via leiding 106 naar de behuizing 14. Een tweede inlaat 107 van de warmtewisselaar 103 is aangesloten op de koudwaterleiding 117. En een met de tweede inlaat 107 in vloeistofverbinding staande uitlaat 108 van de warmtewisselaar 103 is aangesloten op een inlaat van het heetwaterreservoir 100.
Dus door gebruik van de warmtewisselaar 103 wordt het door de warmtewisselaar 103 naar de warmwaterinrichting 13 stromende water afgekoeld met koud water dat van de koudwaterleiding 117 afkomt, tot een voor het bereiden van een warme drank, in het bijzonder koffie, geschikte temperatuur. Het koude water uit de koudwaterleiding 117 stroomt via de warmtewisselaar 103 naar het heetwaterreservoir 100. Daarbij neemt het koudere water dat het heetwaterreservoir 100 instroomt dus de warmte op die is afgegeven door het gekoelde hete water afkomstig van de eerste heetwateruitlaat 101a zodat er geen warmte-energie verloren gaat bij het afkoelen van het hete water.
In de behuizing 14 zijn een debietsensor, een waterpomp, en een overdrukventiel aangebracht. Aangezien direct warm water aan de behuizing 14 wordt geleverd is ten opzichte van de afgifte-inrichting van Figuren 1-6 een verwarmingsinrichting overbodig.
Het wordt opgemerkt dat wanneer de druk van de waterleiding 117 voldoende is voor het bereiden van warme drank, ook de waterpomp niet hoeft te worden voorzien in de behuizing 14. Echter bij het bereiden van een warme drank gebruik makend van capsules is een waterdruk hoger dan de druk van de waterleiding 117 vaak gewenst en is daarom in de getoonde uitvoeringsvorm met voordeel een waterpomp in de behuizing 14 voorzien.
Net als in de afgifte-inrichting 1 van Figuren 1-6 omvat de behuizing 14 verder een regelmodule 38 voor het aansturen van de afgifte-inrichting 1.
Het van het heetwaterreservoir 100 via de warmtewisselaar 103 aangevoerde water in de behuizing 14 wordt via het warmwaterkanaal 19 naar de bereidings- en afgifte-inrichting 2 gepompt voor het bereiden van een warme drank overeenkomstig aan de uitvoeringsvormen van Figuren 1-6 en Figuren 7-9.
Als alternatief voor de warmtewisselaar 103 is het ook mogelijk om het hete water afkomstig van de eerste heetwateruitlaat 101a in een menginrichting te mengen met koud water, bijvoorbeeld uit de koudwaterleiding, om warm water met de gewenste temperatuur te verschaffen aan het warmwaterkanaal 19. Ook in deze variant gaat er geen energie verloren bij afkoeling van het hete water, omdat het bijmengen van koud water meer warm water oplevert dan er heet water uit het heetwaterreservoir wordt ontttrokken.
Figuur 11 toont een vierde uitvoeringsvorm van een afgifte-inrichting 1 volgens de uitvinding. Deze afgifte-inrichting 1 omvat een inrichting voor het bereiden van een warme drank en een heetwaterreservoir 100 dat is aangesloten op de bereidings- en afgifteeenheid 2.
Dit deel van de inrichting komt vrijwel overeen met de inrichting zoals deze getoond is in Figuur 7.
Daarbij omvat de afgifte-inrichting 1 van Figuur 11 een koelwaterinrichting 200 voor het verschaffen van gekoeld water. De koelwaterinrichting 200 is via een koelwaterleiding 201 aangesloten op de bereidings-en afgifteeenheid 2. In de bereidings-en afgifteeenheid 2 is een koelwaterleiding voorzien voor het naar een in de uitloop 3 voorziene koelwaterafgifteopening 52 leiden van het gekoelde water. Deze koelwaterleiding kan ongeveer overeenkomstig aan het heet- of kokendwaterkanaal 50 door de bereidings- en afgifteeenheid lopen (zie Figuur 8). De koelwaterleiding 201 en de in de bereidings-en afgifteeenheid 2 voorziene koelwaterleiding vormen samen een koelwaterkanaal dat gekoeld water van de koelwaterinrichting 200 naar de koelwaterafgifteopening 52 leidt.
In de getoonde afgifte-inrichting 1 zijn de afgifte-opening 51 voor heet of kokend water en de koelwaterafgifteopening 52 gecombineerd in een straalbeluchter met twee, bijvoorbeeld concentrische, uitstroomopeningen. In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen er ook twee afzonderlijke straalbeluchters worden voorzien. In een andere uitvoeringsvorm kan een leiding in de bereidings-en afgifteeenheid 2 zowel gebruikt worden voor het afgeven van heet of kokend water als het afgeven van gekoeld water door een enkele afgifte-opening.
Het koelwaterkanaal loopt door de montagebus 11 van de bereidings-en afgifteeenheid 2, en daarmee door de opening in het aanrechtblad 75 waarin of waarop de bereidings-en afgifteeenheid 2 is gemonteerd.
De koelwaterinrichting 200 is aangesloten op een koudwaterleiding 217 en kan van stroom worden voorzien via een netsnoer 218. De koelwaterinrichting 200 omvat een koelinrichting 202 ingericht om het water te koelen en een filterinrichting 203 ingericht om het water te filteren.
Het wordt opgemerkt dat in een alternatieve uitvoeringsvorm de koelwaterinrichting 200 kan worden verschaft in een inrichting zonder een heetwaterreservoir, zoals deze getoond is in Figuur 2, zodat de afgifte-inrichting 1 geschikt is voor het bereiden en afgeven van een warme drank en het afgeven van gekoeld water.

Claims (26)

1. Afgifte-inrichting (1) voor het afgeven van een warme drank, omvattende: een warmwaterinrichting (13) voor het verschaffen van warm water, een bereidings- en afgifteeenheid (2) ingericht voor het bereiden en afgeven van de warme drank, omvattende: een capsulehouder (26) voor het houden van een capsule (90) in een capsuleruimte (29), een afgifteopening (4) voor het afgeven van een warme drank, en een afgiftekanaal (28) voor het geleiden van warme drank van de capsuleruimte naar de afgifteopening, en een warmwaterkanaal (19) voor het geleiden van warm water van de warmwaterinrichting naar de capsuleruimte, met het kenmerk, dat de bereidings- en afgifteeenheid (2) een montage-inrichting (10) omvat voor het monteren van de bereidings- en afgifteeenheid op of in een opening (76), in het bijzonder een opening in een aanrechtblad (75), en dat de bereidings- en afgifte-inrichting zodanig is ingericht dat, na montage van de montage-inrichting op of in de opening, het warmwaterkanaal (19) door de opening loopt.
2. Afgifte-inrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij de montage-inrichting (10 ) een door de opening te plaatsen montagebus (11) omvat, die zich aan een onderzijde van de bereidings-en afgifteeenheid uitstrekt, en die door middel van een bevestigingselement (12) aan de andere zijde van de opening vast te zetten is, waarbij het warmwaterkanaal (19) door de montagebus loopt.
3. Afgifte-inrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de montagebus (11) aan een buitenzijde van schroefdraad is voorzien, en waarbij het bevestigingselement (12) een op de schroefdraad te schroeven bevestigingsmoer omvat.
4. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afgifte-inrichting zodanig is ingericht dat, na montage, de warmwaterinrichting (13) aan een zijde van de opening (76) is geplaatst, en de capsulehouder (26) en de afgifteopening (4) aan een tegenover gelegen zijde van de opening.
5. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afgifte-inrichting een kraandeel (5) en een ten opzichte van het kraandeel beweegbaar sluitdeel (6) omvat, waarbij het kraandeel en het sluitdeel de capsuleruimte (29) definiëren, waarbij het sluitdeel ten opzichte van het kraandeel beweegbaar is tussen ten minste een gesloten positie, waarin de door het kraandeel en sluitdeel gevormde capsuleruimte gesloten is voor het bereiden van de warme drank, en een open positie, waarin een capsule te plaatsen is in de capsuleruimte en na gebruik verwijderd kan worden.
6. Afgifte-inrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij het sluitdeel (6) scharnierbaar is gemonteerd ten opzichte van het kraandeel (5), en waarbij de bereidings- en afgifteeenheid (2) een vergrendelinrichting (25) omvat die is ingericht om, in de gesloten positie, het sluitdeel te vergrendelen ten opzichte van het kraandeel.
7. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de conclusies 5 of 6, waarbij het kraandeel (5) vast met de montage-inrichting (10) is verbonden, en waarbij het sluitdeel (6) beweegbaar op het kraandeel is gemonteerd.
8. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het kraandeel (5) ten minste gedeeltelijk het afgiftekanaal (28) omvat.
9. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bereidings-en afgifteeenheid (2) een capsuleafvoerkanaal (31) omvat voor het na de bereiding van de warme drank afvoeren van de capsule (90), waarbij de afgifte-inrichting zodanig is ingericht dat, na montage, het capsuleafvoerkanaal door de opening (76) loopt.
10. Afgifte-inrichting (1) volgens conclusies 2 en 9, waarbij het capsuleafvoerkanaal (31) door de montagebus (11) loopt.
11. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de conclusies 9 of 10, waarbij bij het verplaatsen van het sluitdeel (6) van de gesloten positie naar de open positie, het capsuleafvoerkanaal (31) in verbinding wordt gebracht met de capsuleruimte (29) zodanig dat een in de capsuleruimte aanwezige capsule (90) door het capsuleafvoerkanaal wordt afgevoerd.
12. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de conclusies 9-11, waarbij in het capsuleafvoerkanaal (31) een kantelinrichting (21) is voorzien voor het kantelen van de capsule (90) van een eerste oriëntatie naar een tweede oriëntatie.
13. Afgifte-inrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de kantelinrichting (21) is voorzien van een kantelrand (39) of -pen die is ingericht en geplaatst om de capsule (90) van de eerste oriëntatie naar de tweede oriëntatie te kantelen.
14. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de conclusies 9-13, waarbij het capsuleafvoerkanaal (31) een flexibel buisvormig element (22) omvat dat is ingericht voor het aan een afvoeruiteinde bevestigen van een opvangzak voor het opvangen van meerdere door het afvoerkanaal afgevoerde capsules (90).
15. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de conclusies 9-14, waarbij het capsuleafvoerkanaal (31) is ingericht om de capsule (90) op basis van zwaartekracht af te voeren.
16. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de warmwaterinrichting (13) een koudwaterinlaat voor het aansluiten van een koudwaterleiding (17) omvat, en een verwarmingsinrichting (36) voor het verwarmen van water.
17. Afgifte-inrichting (1) volgens de voorgaande conclusies, waarbij de warmwaterinrichting (13) een pomp (34) omvat voor het verhogen van druk in het water.
18. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de conclusies 16 of 17, waarbij de warmwaterinrichting (13) een debietsensor (33) omvat voor het meten van de hoeveelheid af te geven warm water.
19. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de conclusies 16-18, waarbij de verwarmingsinrichting (36) een doorstroomverhitter is.
20. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de conclusies 16-18, waarbij de warmwaterinrichting (13) een reservoir (100) omvat voor het houden van water op een temperatuur van ten minste 95 graden, bij voorkeur ten minste 100 graden, en een op het reservoir aangesloten heetwateruitlaat (101a), waarbij de heetwateruitlaat is verbonden met het warmwaterkanaal (19) en is voorzien van een afkoelinrichting (103) voor het afkoelen van het hete water tot warm water.
21. Afgifte-inrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de afkoelinrichting (103) een warmtewisselaar (103) omvat die is ingericht om warmte uit te wisselen tussen heet water afkomstig van de heetwateruitlaat (101a) en koud water dat via de koudwaterinlaat (108) het reservoir (100) instroomt.
22. Afgifte-inrichting (1) volgens conclusie 20, waarbij de afkoelinrichting (103) een menginrichting omvat die is ingericht om het hete water afkomstig van de heetwateruitlaat te mengen met koud water.
23. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de conclusies 20-22, waarbij de afgifte-inrichting verder een heet- of kokendwaterkanaal (50) omvat voor het geleiden van heet of kokend water naar een heet- of kokendwaterafgifteopening (51) die is voorzien in de bereidings- en afgifteeenheid (2), waarbij de afgifte-inrichting zodanig is ingericht dat, na montage van de montage-inrichting in de opening (76), het heet- of kokendwaterkanaal door de opening loopt, waarbij de warmwaterinrichting een op het reservoir aangesloten tweede heetwateruitlaat (101b) omvat, waarbij de tweede heetwateruitlaat is aangesloten op het heet- of kokendwaterkanaal.
24. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de conclusies 1-19, waarbij de afgifte-inrichting een heetwaterinrichting (100) voor het houden en afgeven van heet of kokend water omvat, en een heet- of kokendwaterkanaal (50) voor het geleiden van heet of kokend water van de heetwaterinrichting naar een heet- of kokendwaterafgifteopening (51) die is voorzien in de bereidings- en afgifteeenheid, waarbij de afgifte-inrichting zodanig is ingericht dat, na montage van de montage-inrichting in de opening (76), het heet- of kokendwaterkanaal door de opening loopt.
25. Afgifte-inrichting (1) volgens een van de conclusies 1-19, waarbij de afgifte-inrichting een koelwaterinrichting (200) voor het verschaffen van gekoeld water omvat, en een koelwaterkanaal (201) voor het geleiden van gekoeld water van de koelwaterinrichting naar een koelwaterafgifte-opening (52) die is voorzien in de bereidings- en afgifteeenheid (2), waarbij de afgifte-inrichting zodanig is ingericht dat, na montage van de montage-inrichting in de opening (76), het koelwaterkanaal door de opening loopt.
26. Afgifte-inrichting (1) voor het afgeven van een warme drank, omvattende: een warmwaterinrichting (13) voor het verschaffen van warm water, een bereidings- en afgifteeenheid (2) ingericht voor het bereiden en afgeven van de warme drank, omvattende: een capsulehouder (26) voor het houden van een capsule (90) in een capsuleruimte (29), een afgifteopening voor het afgeven van een warme drank, en een afgiftekanaal (28) voor het geleiden van warme drank van de capsuleruimte naar de afgifteopening, en een warmwaterkanaal (19) voor het geleiden van warm water van de warmwaterinrichting naar de capsuleruimte, met het kenmerk, dat de bereidings- en afgifteeenheid (2) een capsuleafvoerkanaal (31) omvat voor het na de bereiding van de warme drank afvoeren van de capsule, waarbij het capsuleafvoerkanaal is ingericht om door een in een aanrechtblad voorziene opening te lopen.
NL2015386A 2015-09-01 2015-09-01 Afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank. NL2015386B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015386A NL2015386B1 (nl) 2015-09-01 2015-09-01 Afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank.
PCT/NL2016/050612 WO2017039448A1 (en) 2015-09-01 2016-09-01 Dispensing device for dispensing a hot drink
EP16775874.7A EP3344096B1 (en) 2015-09-01 2016-09-01 Dispensing device for dispensing a hot drink
EP22216830.4A EP4179927A1 (en) 2015-09-01 2016-09-01 Dispensing device for dispensing a hot drink

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015386A NL2015386B1 (nl) 2015-09-01 2015-09-01 Afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2015386B1 true NL2015386B1 (nl) 2017-03-20

Family

ID=55273485

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2015386A NL2015386B1 (nl) 2015-09-01 2015-09-01 Afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank.

Country Status (3)

Country Link
EP (2) EP4179927A1 (nl)
NL (1) NL2015386B1 (nl)
WO (1) WO2017039448A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110870690B (zh) * 2018-09-03 2023-01-06 广东美的生活电器制造有限公司 咖啡机及其控制方法

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1482199A (fr) * 1966-04-14 1967-05-26 Cie Ind De Distributeurs Autom Appareil perfectionné pour distributions intermittentes de liquide à une température donnée
US3581057A (en) * 1969-10-08 1971-05-25 Hobart Mfg Co Hot water heater
FR2152186A5 (nl) * 1971-09-08 1973-04-20 Peteri Henri
EP0467480A1 (en) * 1990-07-18 1992-01-22 Henri Bernard Peteri Device for supplying boiling water
WO2009074557A1 (en) * 2007-12-12 2009-06-18 Nestec S.A. Liquid food or beverage machine having a drip tray and a cup support
US20140120223A1 (en) * 2012-11-01 2014-05-01 Abdelaziz Boubeddi Beverage makers with interchangeable components

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6006374A (en) 1998-09-23 1999-12-28 Winnett; Harold G. Showerhead attachment and method for generating aromas
US6740345B2 (en) 2000-12-22 2004-05-25 Edward Zhihua Cai Beverage making cartridge
US20050039793A1 (en) 2002-01-16 2005-02-24 Sam Zhadanov Device for introducing substances into water
AU2003257093A1 (en) 2002-08-02 2004-02-23 Eggs In The Pipeline, Llc. System for adding consumable enhancing additives to drinking water
ITMI20040606A1 (it) 2004-03-29 2004-06-29 Enrico Sanvittore Dispositivo idro-miscelatore applicabile ad erogatori di acqua particolarmente di impianti igienico-sanitari per l'additivazione dell'acqua con sostanze isrosolubili
US7650830B1 (en) 2004-08-19 2010-01-26 Miracle Spring LLC Beneficiated water system
EP2833763A1 (en) 2012-04-04 2015-02-11 Amcor Flexibles Europe A/S System for admixture of a material in powder or liquid form
SG194248A1 (en) 2012-04-18 2013-11-29 Solves Innovative Technology Pte Ltd Nutrient infuser for drinking water
US9585510B1 (en) 2016-01-22 2017-03-07 Allan Erhart Hot water dispenser adapter device

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1482199A (fr) * 1966-04-14 1967-05-26 Cie Ind De Distributeurs Autom Appareil perfectionné pour distributions intermittentes de liquide à une température donnée
US3581057A (en) * 1969-10-08 1971-05-25 Hobart Mfg Co Hot water heater
FR2152186A5 (nl) * 1971-09-08 1973-04-20 Peteri Henri
EP0467480A1 (en) * 1990-07-18 1992-01-22 Henri Bernard Peteri Device for supplying boiling water
WO2009074557A1 (en) * 2007-12-12 2009-06-18 Nestec S.A. Liquid food or beverage machine having a drip tray and a cup support
US20140120223A1 (en) * 2012-11-01 2014-05-01 Abdelaziz Boubeddi Beverage makers with interchangeable components

Also Published As

Publication number Publication date
EP4179927A1 (en) 2023-05-17
WO2017039448A1 (en) 2017-03-09
EP3344096B1 (en) 2022-12-28
EP3344096A1 (en) 2018-07-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20100116847A1 (en) Under-counter water cooler appliance
JP6157510B2 (ja) 液滴管理を伴う飲料調製マシン
US9113750B2 (en) System for producing beverages
US10563909B2 (en) Refrigerator with a quick fill dispenser
US8910564B2 (en) Electrical appliance for preparing, storing and dispensing hot beverages
NL2015386B1 (nl) Afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank.
US20030198465A1 (en) Device and method for making hot water or the like
JP7421543B2 (ja) 水と風味付け飲料を分配する液体ディスペンサ
CN102665498B (zh) 具有可拆卸的贮存器的泡制饮料制备设备
US20120304869A1 (en) Hot Beverage Maker and Dispenser
WO2022166757A1 (zh) 用于电器的防滴落饮料分配组件
US8132499B2 (en) Heated substance reservoir baffle
EP1476061B1 (en) A device for dispensing water in portions
US20230301459A1 (en) Beverage-Dispensing Machine
US11142446B2 (en) Gravitational water dispensing system
CN209285077U (zh) 一种具有冲泡饮料功能的饮水机
CN115443087A (zh) 用于分配处于不同温度的液体的液体分配系统、液流控制组件和液体分配器
JPS59174118A (ja) コ−ヒ−等の抽出装置
JPH0386111A (ja) 飲料供給機
ITAN20130006A1 (it) Elettrodomestico multifunzione e relativo metodo di utilizzo
ITAN20130001A1 (it) Elettrodomestico multifunzione e relativo metodo di utilizzo

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: QUOOKER INTERNATIONAL B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: DOMESTECH R&D SERVICES B.V.

Effective date: 20200908