NL194986C - Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes. - Google Patents

Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes. Download PDF

Info

Publication number
NL194986C
NL194986C NL9400526A NL9400526A NL194986C NL 194986 C NL194986 C NL 194986C NL 9400526 A NL9400526 A NL 9400526A NL 9400526 A NL9400526 A NL 9400526A NL 194986 C NL194986 C NL 194986C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
feet
mushroom feet
air
mushroom
discharged
Prior art date
Application number
NL9400526A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194986B (nl
NL9400526A (nl
Inventor
Hendrikus Wilhelmina Biggelaar
Original Assignee
Vlasakker Environmental Res S
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL9300599A external-priority patent/NL9300599A/nl
Application filed by Vlasakker Environmental Res S filed Critical Vlasakker Environmental Res S
Priority to NL9400526A priority Critical patent/NL194986C/nl
Publication of NL9400526A publication Critical patent/NL9400526A/nl
Publication of NL194986B publication Critical patent/NL194986B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194986C publication Critical patent/NL194986C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23NMACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
    • A23N15/00Machines or apparatus for other treatment of fruits or vegetables for human purposes; Machines or apparatus for topping or skinning flower bulbs
    • A23N15/04Devices for topping fruit or vegetables
    • A23N15/045Devices for topping mushrooms
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09BDISPOSAL OF SOLID WASTE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B09B3/00Destroying solid waste or transforming solid waste into something useful or harmless

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)

Description

1 194986
Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes door de champignonvoetjes te winnen uit het bed waarin de champignonvoetjes worden gekweekt, de voetjes in 5 droge toestand te ontdoen van aarde en verder te verwerken.
Een dergelijke werkwijze is op zich bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage NL-A-9002444. Volgens deze publicatie wordt het voetjesmateriaal nat gezeefd, de rest nat kleingemaakt, zoals in een versnijdende pomp, en gefermenteerd. Het eindproduct wordt als voedingsmiddel aangemerkt. In een bezinktank wordt de aarde afkomstig van het zeven gescheiden. Het afvalwater uit de bezinktank is bestemd te worden 10 geloosd. Deze publicatie verschaft aldus een oplossing voor het probleem van het champignonvoetjes bevattende afvalmateriaal, welk afvalmateriaal zeer volumineus is.
Uit verder onderzoek is thans gebleken dat de champignonvoetjes ongewenste stoffen bevatten die voorkomen in de grond waarbij de champignons worden gekweekt. Deze grond of teelaarde is geënt met broeisel en wordt gedesinfecteerd om het ontstaan van ongewenste kiemen te voorkomen. Het aanwezig 15 zijn van-deze ongewenste stoffen is een belangrijke overweging om de champignonvoetjes niet te verwerken tot veevoer, zoals aangegeven in NL-A-9002444. Het alternatief om de champignonvoetjes te storten, is echter evenmin aantrekkelijk door het grote volume van dit materiaal. Om dit probleem thans op te lossen is gezocht naar een andere werkwijze om de champignonvoetjes te verwerken dan die volgens NL-A-9002444 en de bovenvermelde problematiek is thans verrassenderwijs opgelost door de werkwijze 20 volgens de uitvinding.
De werkwijze volgens de uitvinding zoals in de aanhef is vermeld, wordt hierdoor gekenmerkt dat de van aarde ontdane champignonvoetjes worden gesneden en naar een droogoven worden geleid om te worden gedroogd tot een vaste stofgehalte van meer dan 40%, in welke droogoven een mechanische afzondering van nog aanhechtende aarde plaatsvindt, waarbij na verblijf in de droogoven een reststroom van aarde, een 25 reststroom van gedroogde champignonvoetjes en een reststroom van condensaat worden verkregen, welke droogoven is opgenomen in een kringloop waarbij de afgevoerde, van vocht voorziene luchtstroom na afkoelen en onttrekken van vocht ter vorming van de reststroom van condensaat opnieuw na verwarmen wordt teruggevoerd naar de droogoven.
Onder toepassing van de onderhavige werkwijze is het thans mogelijk gebleken het grote volume 30 champignonvoetjes dat bij de teelt van champignons ontstaat terug te brengen in drie afzonderlijke reststromen, welke reststromen, afhankelijk van de vervuiling van de voetjes en aangehechte aarde, elk afzonderlijk opnieuw kunnen worden toegepast, waarbij in het bijzonder het volume van de ongewenste stoffen bevattende reststroom tot een minimum is beperkt.
Uit het Amerikaanse octroolschrift 4.085.233 is een methode bekend waarbij de van champignonstelen 35 afgesneden einden, die tot die tijd (1977) als afval werden beschouwd en als zodanig werden afgevoerd, worden verwerkt tot een concentraat of poeder als voer voor dieren. Hiertoe worden in een eerste stap de einden van aarde ontdaan door ze in de droge toestand te bewegen in een roterende trommel. Vervolgens worden de champignonvoetjes gewassen, tot een puree verwerkt, waarna de aldus verkregen puree wordt gepasteuriseerd en uiteindelijk geconcentreerd. Een nadeel van een dergelijke wijze van verwerken is dat 40 de nog eventueel, na het behandelen in de roterende trommel, aanwezige aarde in het uiteindelijk bereide poeder of concentraat terechtkomt, hetgeen de toepassing als diervoermiddel kan verhinderen.
Uit de Japanse octrooiaanvrage 61-229.746 (1986), gepubliceerd onder nummer 63-084450, is een werkwijze bekend om een diervoedingsmiddel met een hoog gehalte essentiële aminozuren te verkrijgen onder gebruikmaking van het residu dat achterblijft na het activeren van champignonvoetjes met een 45 fermentatieproduct van verschillende afvalstromen als actief bestanddeel.
Hoewel uit de Franse octrooiaanvrage 2.575.400 een methode bekend is voor het drogen van landbouwproducten, zoals gras, artisjokken en industrieel afval, om het oorspronkelijk in dergelijke uitgangsmaterialen aanwezige water in de zuivere vorm terug te winnen en het na de droogbehandeling verkregen residu nuttig te hergebruiken, waarbij het te drogen uitgangsmateriaal naar een houder wordt overgebracht, welke houder 50 bij voorkeur onder druk wordt verwarmd tot een temperatuur tussen 30-80°C, waarbij gedurende het verwarmen een sterilisatiemiddel wordt geTnjecteerd, is een dergelijke, uit slechts één stap bestaande behandeling wezenlijk anders dan de in de onderhavige werkwijze vereiste meerdere fasen. Indien men een droogbehandeling in één enkele stap uitvoert, zal de bijzondere zwamstructuur van de champignonvoetjes ervoor zorgen dat slechts het in het buitenste oppervlak aanwezige vocht zal verdampen, waardoor het 55 buitenste oppervlak zal verschrompelen waardóór verder vochttransport van het inwendige van de zwamvlok naar de buitenzijde hiervan wordt geblokkeerd, waardoor het verdampingsproces vroegtijd wordt beëindigd, hetgeen ongewenst is. De gewenste volumereductie alsmede het verkrijgen van drie afzonderlijke rest- 194986 2 stromen is derhalve niet mogelijk.
Het is mogelijk dat het grootste gedeelte van de ongewenste stoffen aanwezig is in de grond die hecht aan de voetjes. Daarom wordt uit de gesneden voetjes vocht onttrokken en wordt van de gekrompen delen van de voetjes de grond verwijderd, die makkelijker loskomt van de gekrompen gesneden voetjes dan van 5 de oorspronkelijke voetjes. Indien na het verwijderen van vocht en grond voetjesmateriaal resteert dat een hoeveelheid ongewenste stoffen bevat lager dan een bepaalde drempelwaarde dan is het mogelijk het resterend voetjesmateriaal tot diervoer te verwerken. Is het gehalte aan schadelijke stoffen gelegen boven een bepaalde drempelwaarde dan moet het voetjesmateriaal worden beschouwd als chemisch afval. De verdere tekst zal zijn gericht op het verder verwerken van het voetjesmateriaal als chemisch afval.
10 Volgens de uitvinding wordt het vaste stofgehalte van de champignonvoetjes van ongeveer 9% verhoogd tot meer dan 40%, zodat het mogelijk is dit residu te behandelen als afvalmateriaal en te storten. In volume gezien is de vermindering van de champignonvoetjes eveneens aanzienlijk.
Gestreefd is naar het verkrijgen van een werkwijze die goedkoop kan worden uitgevoerd, waarbij enerzijds waterdamp of condensaat wordt verkregen dat zonder probleem kan worden gespuid en 15 anderzijds een kleine hoeveelheid vast materiaal dat als chemisch afval kan worden gestort.
Hiertoe worden de champignonvoetjes gesneden nadat van de champignonvoetjes een aanzienlijke hoeveelheid hieraan hechtende grond door trillen is verwijderd. Vervolgens worden de gesneden champignonvoetjes in een droogoven verwarmd zodat hieruit vocht kan worden onttrokken en uit de droogoven bevochtigde lucht wordt verwijderd en een residu wordt verkregen dat kan worden gestort.
20 Tijdens het drogen dat in meerdere fasen kan gebeuren, wordt in de eerste fase door drogen en trillen nog een hoeveelheid aanhechtende grond verwijderd, in de tweede en derde fase ligt het accent op het verwijderen van vocht uit de champignonvoetjes. Ook is het mogelijk dat de ongesneden voetjes worden onderworpen aan microgolven of IR-bestraling en op deze wijze vocht uit de voetjes wordt onttrokken.
Het drogen heeft bij voorkeur plaats bij een temperatuur van 50-1 S0°C omdat bij lagere temperaturen 25 het verwijderen van water uit de champignonvoetjes niet optimaal gebeurt en de temperatuur van de te drogen lucht moet niet hoger zijn dan bijvoorbeeld 150°C omdat dan de mogelijkheid bestaat dat nevenreacties worden uitgevoerd waarbij schadelijke stoffen kunnen ontstaan die met de lucht worden meegevoerd. Het zal echter duidelijk zijn dat de bovengrens voor de temperatuur van de lucht afhankelijk is van de samenstelling van de in de champignonvoetjes ongewenste stoffen, droogtijd en het rendement voor het 30 drogen.
Bij het ontwikkelen van de thans voorgestelde werkwijze is nog overwogen de champignonvoetjes te wassen, zodat zo min mogelijk grond aanwezig was in de gesneden champignonvoetjes voordat deze worden onderworpen aan het droogproces. Daarbij is echter gebleken dat het wassen met koud water tot gevolg heeft dat meer water wordt opgenomen in de champignons, dat met behulp van warme lucht weer 35 moet worden verwijderd. Het wassen met warm water heeft het nadeel dat ongewenste stoffen zoals eiwitten, pesticiden en dergelijke kunnen worden afgevoerd uit de champignonvoetjes of de hieraan hechtende grond, zodat verontreindigd water ontstaat dat moet worden gezuiverd alvorens het kan worden geloosd. Daar de samenstelling van het uiteindelijk af te voeren vaste materiaal of residu van weinig belang is omdat dit vaste materiaal toch moet worden gestort, blijft het wassen van de champignonvoetjes voor het 40 snijden hiervan achterwege.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van het blokschema zoals weergegeven in figuur 1.
In de tekening zijn de blokken 1-8 aangegeven die met elkaar zijn verbonden via diverse leidingen en de 45 blokken zijn voorzien van toe- en/of afvoerleidlngen.
Dit blokschema wordt toegelicht aan de hand van de hierna volgende beschrijving waarbij tevens een voorbeeld is uitgewerkt voor het verwerken van een hoeveelheid champignonvoetjes op jaarbasis.
In stortbunker 1 worden per jaar 15.000 ton champignonvoetjes aangevoerd. Deze worden in droge toestand via toevoer 11 toegevoerd aan een trilband 2, met behulp van welke trilband 2 grond wordt 50 verwijderd van de aangevoerde champignonvoetjes en deze grond wordt via leiding 12 in een hoeveelheid van ongeveer 80 ton per jaar afgevoerd naar container 5. De gedeeltelijk van grond ontdane champignonvoetjes worden via leiding 13 toegevoerd aan snijorgaan 3 waarmee de champignonvoetjes, gedeeltelijk ontdaan van grond, worden gesneden. De gesneden champignonvoetjes worden via toevoer 14 overgebracht naar een droogoven 4 die kan bestaan uit drie fasen. Aan de droogoven 4 wordt hete lucht via 55 leiding 19 toegevoerd met een temperatuur van bijvoorbeeld 150°C en een relatieve vochtigheid van 25% in tegenstroom met de toevoer van champignonvoetjes. Uit de oven 4 wordt lucht afgevoerd via leiding 15 met een temperatuur van ongeveer 100°C en een relatieve vochtigheid van 45%. In de droogoven 4 heeft in de

Claims (2)

  1. 9 3 194986 eerste fase een trilling plaats van de gesneden champignonvoetjes zodat daarbij nog aanhechtende grond kan worden verwijderd via leiding 18 in een hoeveelheid van ongeveer 70 ton per jaar en wordt toegevoerd aan container 5. In de tweede fase worden de nagenoeg van grond vrij zijnde gesneden champignonvoetjes gewenteld zodat de hete lucht zoveel mogelijk in contact komt met alle delen van de champignonvoetjes en 5 een groot gedeelte van het in de champignonvoetjes aanwezige vocht wordt verwijderd. De laatste droging heeft plaats op een derde transportband. Zodoende wordt via leiding 15 vocht bevattende lucht afgevoerd naar koeler 6 waaruit per jaar 13.300 ton condens wordt verkregen, welke condens nagenoeg zuiver water is dat zonder probleem kan worden gespuid. Aan koeler 6 wordt koelmedium toegevoerd via leiding 22. Als koelmedium kan koellucht worden gebruikt met omgevingstemperatuur (ongeveer 20°C). Deze koellucht 10 afgevoerd uit koeler 6 via leiding 20, is ongeveer 50°C in temperatuur verhoogd en kan gedeeltelijk in het onderhavige proces worden gebruikt als verbrandingslucht voor het luchtverwarmingsorgaan 8. Het grootste gedeelte van de verwarmde koellucht uit leiding 20 kan extern worden gebruikt als verwarmingsmedium. De luchtafvoer 23 uit koeler 6 kan na verwarmen in verwarmingsorgaan 8 van ongeveer 70°C tot ongeveer 150°C weer worden teruggevoerd via luchttoevoer 19 naar de trommel- of bandoven 4. Het water wordt uit 15 koeler 6 afgevoerd via leiding 21. Op het einde van oven 4 wordt het vaste residu via leiding 16 verwijderd naar het opvangvat 7 voor residu, welk residu 1.700 ton per jaar bedraagt en een vaste-stofgehalte heeft van ongeveer 85%. In afwachting van verbeterde werkwijzen voor het bewerken van het residu wordt dit residu als chemisch afval gestort. 20
  2. 1. Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes door de champignonvoetjes te winnen uit het bed 25 waarin de champignonvoetjes worden gekweekt, de voetjes in droge toestand te ontdoen van aarde en verder te verwerken, met het kenmerk, dat de van aarde ontdane champignonvoetjes worden gesneden en naar een droogoven worden geleid om te worden gedroogd tot een vaste stofgehalte van meer dan 40%, in welke droogoven een mechanische afzondering van nog aanhechtende aarde plaatsvindt, waarbij na verblijf in de droogoven een reststroom van aarde, een reststroom van gedroogde champignonvoetjes en een 30 reststroom van condensaat worden verkregen, welke droogoven is opgenomen in een kringloop waarbij de afgevoerde, van vocht voorziene luchtstroom na afkoelen en onttrekken van vocht ter vorming van de reststroom van condensaat opnieuw na verwarmen wordt teruggevoerd naar de droogoven. Hierbij 1 blad tekening
NL9400526A 1993-04-06 1994-04-05 Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes. NL194986C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400526A NL194986C (nl) 1993-04-06 1994-04-05 Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300599A NL9300599A (nl) 1993-04-06 1993-04-06 Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes.
NL9300599 1993-04-06
NL9400526A NL194986C (nl) 1993-04-06 1994-04-05 Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes.
NL9400526 1994-04-05

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9400526A NL9400526A (nl) 1994-11-01
NL194986B NL194986B (nl) 2003-06-02
NL194986C true NL194986C (nl) 2003-10-03

Family

ID=26647084

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400526A NL194986C (nl) 1993-04-06 1994-04-05 Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL194986C (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2939526A1 (en) 2014-05-01 2015-11-04 Van den Boomen, Henricus Nicolaas Cornelis Method for processing casing soil
EP2992754A1 (en) 2014-09-05 2016-03-09 Van den Boomen, Henricus Nicolaas Cornelis Method for processing casing soil
EP3095771A1 (en) 2015-05-21 2016-11-23 Upcycling Gemert B.V. Installation for the treatment of a biologic waste material with air

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2939526A1 (en) 2014-05-01 2015-11-04 Van den Boomen, Henricus Nicolaas Cornelis Method for processing casing soil
EP2992754A1 (en) 2014-09-05 2016-03-09 Van den Boomen, Henricus Nicolaas Cornelis Method for processing casing soil
EP3095771A1 (en) 2015-05-21 2016-11-23 Upcycling Gemert B.V. Installation for the treatment of a biologic waste material with air

Also Published As

Publication number Publication date
NL194986B (nl) 2003-06-02
NL9400526A (nl) 1994-11-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JPH0413398B2 (nl)
US3272632A (en) Process for converting offal and feathers
SK4772000A3 (en) Method for treating and processing lupine seeds containing alkaloid, oil and protein
NL194986C (nl) Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes.
US4619789A (en) Pretreatment process for rendering
US3076708A (en) Process for the production of protein enriched material from protein-containing materials having a relatively high water content
US3674657A (en) Method of producing fat and edible solids from biological material using vapor heated solvent
BE1008310A3 (nl) Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes.
US3538973A (en) Continuous rendering apparatus
Chayen et al. The application of impulse rendering to the animal‐fat industry
US7000333B2 (en) Animal byproduct conversion system and method
NL1026370C2 (nl) Cassaveverwerking.
US4667015A (en) Flavored, soluble protein concentrates from peanuts and process for making
US3742001A (en) Rendering process
US4087251A (en) Fat recovery system
US3619201A (en) Pesticide decontamination of animal feed and foods
JP4925515B2 (ja) 油脂を含む食品からの油脂等有用物質の分離回収方法
JPH07184605A (ja) 卵殻の処理方法
DK164252B (da) Fremgangsmaade ved fremstilling af proteinprodukter ud fra benholdigt, animalsk materiale
BE1029929B1 (nl) Werkwijze en gebruik van eiwitrijk mengsel
IL37132A (en) Process for separating fat from meat or fish
CA1255234A (en) Process and apparatus for treating wet fat biological tissue using a water miscible solvent
US3627796A (en) Continuous process for producing fat and solids from wet biological substance
CA1110491A (en) Fat recovery system
WO2001062104A1 (de) Verfahren zur herstellung von futterstücken aus klärschlamm

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BC A request for examination has been filed
SNR Assignments of patents or rights arising from examined patent applications

Owner name: HENDRIKUS WILHELMINA RICHARDUS VAN DEN BIGGELAAR

Effective date: 20090107

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20091101