NL194618C

NL194618C - Corner assembly for connecting a sail, such as scaffolding.

Info

Publication number: NL194618C
Application number: NL9401754A
Authority: NL
Inventors: Ruth Langer Geb Layher
Original assignee: Ruth Langer Geb Layher
Priority date: 1993-10-22
Filing date: 1994-10-21
Publication date: 2002-09-03
Also published as: NL9401754A; GB9421409D0; FR2711711A1; FR2711711B1; DE4336016A1; NL194618B; BE1008954A3; GB2283046A; GB2283046B

Description

1 1946181 194618

Hoeksamenstel voor het aankoppelen van een zeil, zoals bi] steigerwerkCorner assembly for mounting a sail, such as scaffolding

De uitvinding heeft betrekking op een hoeksamenstel met twee onder een hoek ten opzichte van elkaar opgestelde, van zeillijkgroeven voorziene rechte lijkrailsdelen, die voorzien zijn van een bevestigings- en 5 draagconstructiedeel, waarbij de rechte lijkrailsdelen in hoofdzaak buigstijf zijn, en vervaardigd zijn van lichtmetaal en/of stijve kunststof, waarbij tussen de twee rechte lijkrailsdelen een zich ten minste over een aantal decimeters uitstrekkend, in hoofdzaak aan het profiel van de rechte lijkrailsdelen aangepast hoeklijkrailsdeel voorzien is, waarvan de lijkgroeven in hoofdzaak knikvrij aansluiten op de lijkgroeven van de rechte lijkrailsdelen.The invention relates to a corner assembly with two straight jib rails arranged at an angle with respect to each other, which are provided with sail grooves, and which are provided with a mounting and support part, wherein the straight jib rails are substantially bend-resistant, and are made of light metal and / or rigid plastic, wherein an angular rail part extending at least over a number of decimeters, substantially adapted to the profile of the straight rail parts, is provided between the two straight busbar parts, the corrugated grooves of which are substantially kink-free connecting to the corrugated grooves of the straight busbar parts.

10 Een dergelijke hoeksamenstel is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage 4.029.281. Er wordt daarbij voor de rechte lijkrailsdelen en de hoeklijkraiisdelen gebruikgemaakt van een samengesteld profiel, opgebouwd uit een kastvormig hol profiel en een apart, doorgaand lijkrailsdeel, die onafhankelijk van elkaar verbogen worden voordat zij op vorm- en krachtsluitende wijze met elkaar verbonden zijn. Latere wijzigingen in de buiging zijn niet voorzien en niet mogelijk.Such a corner assembly is known from German patent application 4,029,281. For the straight body rail parts and the corner body rail parts use is made of a composite profile, built up of a box-shaped hollow profile and a separate, continuous body rail part, which are bent independently of each other before they are connected to each other in a form-fitting and force-locking manner. Later changes in the bending are not foreseen and not possible.

15 De uitvinding heeft tot doel een hoeksamenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee een knikvrije uitvoering en een dichte overgang tussen opeenvolgende rechte, stijve lijkrailsdelen ook mogelijk wordt bij wisselende hoeken daartussen van tot 90° en zelfs bij nog grotere hoeken.The invention has for its object to provide a corner assembly of the type mentioned in the preamble, with which a kink-free design and a tight transition between successive straight, rigid rail sections is also possible at alternating angles between them of up to 90 ° and even at even larger angles.

Hiertoe heeft het hoeksamenstel volgens de uitvinding het kenmerk, dat het hoeklijkrailsdeel gevormd is als een zich, ter aanpassing van verschillende hoeken, over stralen van verschillende grootte aanpasbaar 20 buigbaar profieldeel.For this purpose, the corner assembly according to the invention is characterized in that the corner rail part is formed as a profile part that can be adjusted over beams of different sizes to adapt to different angles.

Omdat men een gescheiden hoeklijkrailsdeel voorziet en dit zo afstemt voor wat betreft de materiaaleigenschappen, dat men dat over stralen van geschikte grootte kan buigen en desondanks een knikvrije aansluiting op de lijkgroeven bereikt, kan men nu doorlopende zeilen voor verticale wanden en dakvlakken of horizontaal om hoeken doorlopende zeilen gebruiken, die men, afhankelijk van de lengte en de 25 hanteringsmogelijkheden, in klaar gemonteerde toestand van de rails in kan trekken. In het bijzonder is de uitvoering volgens de uitvinding voordelig bij de afscherming van werkruimten bij steigerwerken, omdat ze de montageomstandigheden sterk verlicht met weinig extra inspanning, daar in het korte omgezette eind op het dak, dat gewoonlijk ligt in de orde van grootte van 1 m-2 m, het zeil zonder montage van een afzonderlijk zeildeel en zonder problemen met betrekking tot de afsluiting, direct in het dakrandgebied 30 ingetrokken kan worden. Daarbij kan men het zeil aan het ondereind van het steigerwerk of het halachtige, tentachtige bouwwerk aanleveren op een trommelachtige houd-, transport- en montage-inrichting en aan de onderzijde insteken en dan met behulp van kabels en spierkracht of andere trekinrichtingen snel en op doorlopende wijze intrekken. Ook bij de demontage kan het gehele zeil weer continu opgewonden worden aan het ondereind. Met zeer kleine inspanning worden grote montage- en gebruiksvoordelen bereikt.Because a separate angular rail part is provided and this is coordinated in terms of material properties, so that it can bend over beams of a suitable size and nevertheless a kink-free connection to the corrugated grooves is achieved, continuous sails can now be used for vertical walls and roof surfaces or horizontally around corners use continuous sails which, depending on the length and handling possibilities, can be pulled in from the rails in the ready-assembled state. In particular, the embodiment according to the invention is advantageous in the screening of workspaces in scaffolding works, because it greatly illuminates the mounting conditions with little extra effort, since in the short flanged end on the roof, which is usually in the order of magnitude of 1 m -2 m, the sail can be retracted directly into the eaves 30 without the mounting of a separate sail part and without problems with regard to the closure. In addition, the sail can be delivered to the lower end of the scaffolding or the hall-like, tent-like structure on a drum-like holding, transport and mounting device and can be inserted at the bottom and then with the help of cables and muscle or other pulling devices quickly and continuously withdraw in a manner. The entire sail can also be wound continuously at the lower end during disassembly. Major installation and user benefits are achieved with very little effort.

35 Bij voorkeur laten de hoeklijkraiisdelen onder invloed van de buigkrachten de vorming van rondingen met een straal van ten minste ongeveer 0,5 m toe. Het materiaal van de hoeklijkraiisdelen heeft op doelmatige wijze een Shore-hardheid van ten minste 65.Preferably, the angular pivot parts allow the formation of curves with a radius of at least about 0.5 m under the influence of the bending forces. The material of the angular jib parts has a Shore hardness of at least 65.

In een voordelige verdere ontwikkeling van de verbinding volgens de uitvinding is het buigbare profiel van de hoeklijkraiisdelen gevormd uit verschillende, ten minste een verschillende stijfheid bezittende materiaal-40 gedeelten, die gecoëxtrudeerd zijn.In an advantageous further development of the connection according to the invention, the flexible profile of the angular jib parts is formed from different material sections, which have at least one different stiffness and which are co-extruded.

Bij voorkeur bezitten de profielen van de rechte lijkrailsdelen en de buigbare hoeklijkraiisdelen in hoofdzaak dezelfde doorsnedevorm.Preferably, the profiles of the straight track bars and the flexible angular track parts have substantially the same cross-sectional shape.

Daarbij hebben de rechte lijkrailsdelen een T-groef voor de montage, die te richten is naar de binnenzijde van de werkruimte van het steigerwerk.The straight track sections have a T-groove for mounting, which can be directed towards the inside of the working space of the scaffolding.

45 Verder heeft het de voorkeur dat de houddelen en verbindingsdelen ter plaatse van de voegen tussen de rechte lijkrailsdelen en de hoeklijkraiisdelen, bevestigd zijn met behulp van houddelen resp. verbindingsstukken, die op voor invoering doelmatige wijze een in lijn liggende verbinding waarborgen, waarbij ten minste ter plaatse van de voegplaatsen platte staafdelen als verbindingsstukken ingébracht zijn in de T-groeven, welke ten minste voorzien zijn van een schroef. Ter verbetering van montage en demontage van een zeil 50 zijn de binnenwanden van de zeïllijkgroeven gevormd met gladde oppervlakken.It is further preferred that the holding parts and connecting parts at the joints between the straight track rails and the angular rail sections are fixed with the aid of holding parts resp. connecting pieces which ensure an in-line connection for insertion, wherein at least at the location of the joint locations flat rod parts are inserted as connecting pieces in the T-grooves which are at least provided with a screw. To improve assembly and disassembly of a sail 50, the inner walls of the sea grooves are formed with smooth surfaces.

Over de voeg tussen de rechte lijkrailsdelen en de hoeklijkraiisdelen wordt op doelmatige wijze een aan de buitenvorm van de lijkrailsdelen aangepaste metalen voegafdekking voorzien. Daarbij kan de voeg-afdekking op voordelige wijze vastgezet zijn met een in de tegenovergelegen groef van elk van de beide betreffende lijkrailsdelen een de voeg overbruggend, buigstijf inlegdeel en althans een daaromheen reikende 55 schroef.A metal joint cover adapted to the outer shape of the rail sections is expediently provided over the joint between the straight track sections and the angular track sections. In this case, the joint cover can advantageously be fixed with a bending-rigid insert in the opposite groove of each of the two relevant rail sections and at least one screw extending around it.

In het hiernavolgende deel van de beschrijving wordt de uitvinding toegelicht onder verwijzing naar de 194618 2 tekening. Getoond wordt in: figuur 1 het isometrisch aanzicht op een deel van een huis, aan de ene wand waarvan een steigerwerk staat, waarvan de werkruimte afgeschermd is met zeilen, waarbij enige velden weergegeven zijn tot boven de dakrand met reeds gemonteerde zeilen, terwijl het voorste veld weergegeven is in de toestand van het 5 omhoog trekken van het dekzeil in de beide lijkgroeven; figuur 2 een vergaand geschematiseerd zijaanzicht van een bovenste steigerwerkhoek met de drie lijkgroefdelen, die met elkaar verbonden zijn, waarbij het middelste deel buigbaar is voor het overbruggen van de hoek; figuur 3 een doorsnede van het profiel van hoeklijkrailsdeel; 10 figuur 4 een doorsnede van het vaste lijkrailsdeel; figuur 5 op elkaar gelegde doorsnedes van de beide lijkrailsdelen, waarbij getoond is, dat de lijkgroeven en de T-groef gelijk en dekkend respectievelijk met elkaar in lijn liggend zijn; figuur 6 een isometrisch aanzicht, van binnen beneden naar rechts boven, op een hoek, waarbij twee vaste lijkrailsdelen overbrugd zijn door een hoeklijkrailsdeel - aan de voorzijde is geen zeil ingetrokken -; 15 figuur 7 een verticale doorsnede door de verbindingsgebieden tussen hoeklijkrails en vaste lijkrails, waarbij de hoeklijkrails onderbroken weergegeven is; figuur 8 een binnenaanzicht van de verbindingsplaats tussen onderste vaste lijkrails en hoeklijkrails; figuur 9 een doorsnede door de hoeklijkrails ter plaatse van de schroefverbinding tussen profielplaatdeel en verbindingsstuk; 20 figuur 10 een schematisch zijaanzicht van de in hoek· en hoogte verstelbare oplegging van de bovenste vaste lijkrails; figuur 11 een schematisch zijaanzicht van een steigerwerk met zeilen, waarbij het bovenste dakzeil met haar vaste lijkrails reikt tot op een flauw hellend dak van een huis; figuur 12 een met figuur 11 overeenkomende weergave, waarbij het bovenste, de werkruimten in het 25 steigerwerk afdekkende dakzeil met haar vaste lijkrails over een steil bouwwerkdak reikt; en figuur 13 een met figuren 11 en 12 overeenkomende weergave, waarbij de lijkrails en de bijbehorende zeilen reiken over het randgebied van een van een plat dak voorzien bouwwerk.In the following part of the description, the invention is explained with reference to the 194618 2 drawing. The following is shown in: Figure 1 isometric view of a part of a house, on the one wall of which is a scaffolding, the workspace of which is screened off with sails, some fields being shown above the eaves with sails already mounted, while the front field is shown in the state of raising the tarpaulin in the two body grooves; figure 2 shows a far-reaching schematic side view of an upper scaffolding working angle with the three corrugated groove parts which are connected to each other, the middle part being bendable for bridging the corner; Figure 3 shows a cross section of the profile of the angular rail part; Figure 4 shows a section of the fixed track rail part; Figure 5 shows cross-sectioned sections of the two parts of the busbar, showing that the body grooves and the T-groove are flush with one another and are aligned with each other; Figure 6 is an isometric view, from the bottom down to the top right, at an angle, where two fixed track rails are bridged by an angular rail component - no sail has been pulled in at the front -; Figure 7 shows a vertical section through the connection areas between angled rails and fixed rails, the angled rails being shown in broken lines; Figure 8 is an inside view of the connection location between lower fixed jib rails and angular jib rails; figure 9 shows a section through the angular rail at the location of the screw connection between profile plate part and connecting piece; Figure 10 shows a schematic side view of the angle and height adjustable support of the upper fixed rail rails; figure 11 shows a schematic side view of a scaffolding with sails, wherein the upper roof canvas with its fixed jib rails extends to a slightly sloping roof of a house; figure 12 shows a representation similar to figure 11, wherein the upper roof canvas, covering its working spaces in the scaffolding, extends over a steep building roof with its fixed track rails; and FIG. 13 is a representation similar to FIGS. 11 and 12, wherein the jib rails and associated sails extend over the edge area of a structure provided with a flat roof.

De figuren 1-11 tonen schematische weergaven en details van een uitvoeringsvoorbeeld, terwijl de 30 figuren 12 en 13 bij gelijke technische uitvoering de montage bij verschillende overgangen tussen steigerwerk en bouwwerkdak weergeven.Figures 1-11 show schematic representations and details of an exemplary embodiment, while the figures 12 and 13, with the same technical embodiment, show the assembly at different transitions between scaffolding and building roof.

Het bouwwerk 20 volgens figuur 1 is een ongeveer twee verdiepingen bezittend huis met gebruikelijk zadeldak als huisdak 21, waarbij het steigerwerk 25 tot onder de dakrand 22 reikt. De dakrand ligt met niet apart weergegeven dakgoot boven de bovenste steigerwerkvloer 30.1.The structure 20 according to Figure 1 is a house with approximately two storeys and with a usual saddle roof as the house roof 21, the scaffolding 25 reaching below the roof edge 22. The roof edge with the gutter not shown separately is above the upper scaffolding work floor 30.1.

35 Het steigerwerk 25 is met verticale stijlen 26, horizontale regels 27 en diagonalen 28 gevormd als een gebruikelijke ruimtelijke constructie en bezit gebruikelijke steigerwerkvloeren 30. De verbinding vindt plaats met behulp van op vooraf bepaalde afstanden aangebrachte horizontale, van gaten voorziene schijven 31, waarop de overige elementen bevestigd zijn met wigkoppen 32.The scaffolding 25 is formed with vertical posts 26, horizontal lines 27 and diagonals 28 as a usual spatial construction and has conventional scaffolding work floors 30. The connection takes place with the aid of horizontal, perforated discs 31 arranged at predetermined distances, on which the other elements are attached with wedge heads 32.

Het steigerwerk 25 wordt op gebruikelijke wijze opgesteld, afhankelijk van de eisen van het werk en de 40 randvoorwaarden van het gebouw. Als buitenbedekking 40 van de door het steigerwerk gevormde ruimte dienen zeilen of doeken 41, die een vergaand gesloten en naar buiten dichte werkruimte 43 begrenzen. Daartoe zijn overeenkomstig de veldbreedte 44 met behulp van bevestigingsmiddelen 46 verticale vaste lijkrailsdelen 47 op een op zich bekende wijze aangebracht op de verticale stijlen. Voor het creëren van het dichte steigerwerkruimtedak 23 zijn ook bovenste, het steigerwerkdak medevormende en dragende vaste 45 lijkrailsdelen 49 met behulp van bevestigingselementen 51 en 52 bevestigd aan het steigerwerk 25. Om een doorgaande hoekovergang 55 te vormen is in hoeklijkrailsdeel 50 voorzien. Deze is vervaardigd uit buigbaar materiaal en met behulp van verbindingsmiddelen 56 bevestigd op aangrenzende lijkrailsdelen, zoals dat in detail naar voren komt in de verdere figuren.The scaffolding 25 is set up in the usual manner, depending on the requirements of the work and the 40 preconditions of the building. The outer covering 40 of the space formed by the scaffolding serves as tarpaulins or cloths 41, which delimit a working space 43 that is closed and closed to the outside. To that end, according to the field width 44, by means of fastening means 46, vertical rigid rail sections 47 are mounted on the vertical posts in a manner known per se. To create the dense scaffolding workspace roof 23, upper scaffolding rail parts forming and supporting the scaffolding roof 45 are also attached to scaffolding 25 by means of fastening elements 51 and 52. Angular rail part 50 is provided for forming a continuous corner transition 55. This is made of bendable material and is fixed with the aid of connecting means 56 to adjoining rail sections, as is shown in detail in the further figures.

Volgens figuur 4 zijn de vaste leidrailsdelen 47 en 49 gevormd uit een geëxtrudeerd profiel van 50 lichtmetaal met een dwarsdoorsnede 60. Dit bezit in de beide bovenste buitenste hoekgebieden lijkgroeven 61.1 en 61.2, die op de wijze van een bek een cilindervormige ruimte 59 voor het lijk 66 van een zeil begrenzen. Deze ruimte bezit een bekopening 63, die begrensd is door twee gedeeltelijk cilindervormige randen 64.1 en 64.2, zodat de bekopening 63 de rand van het eigenlijke zeil respectievelijk haar rand-versterking, namelijk de verbinding van het binnenliggende lijk 66 van het dekzeil 67 en haar rand-55 versterking 68 (figuur 5), opneemt.According to Figure 4, the fixed guide rail parts 47 and 49 are formed from an extruded profile of 50 light metal with a cross-section 60. In the two upper outer corner regions, this has body grooves 61.1 and 61.2 which, in the manner of a jaw, have a cylindrical space 59 for the body. 66 from a sail. This space has a jaw opening 63, which is bounded by two partially cylindrical edges 64.1 and 64.2, so that the jaw opening 63 supports the edge of the actual sail or its edge reinforcement, namely the connection of the inner corpse 66 of the tarpaulin 67 and its edge 55 incorporates gain 68 (Figure 5).

Het draaggebied 70 van de vaste lijkrailsdelen 47, 49 begrenst een T-groef 71, die voorzien is van een gebruikelijke, doorlopende schroefschachtgroef 72 en opleglijven 73.1 en 73.2 voor de in te brengen I - - 3 194618 bevestigingsdelen. Buitenliggende steun benen 74.1 en 74.2 geven de rails een grotere stabiliteit en verzekeren de ingebrachte delen van de bevestigingsmiddelen tegen verdraaiing. De verbindingswand 75 bezit een enigszins grotere wanddikte 76 dan de wanddikte 77 van de steunbenen 74.1 en 74.2, alsook de T-groefzijwanden 78. De omtrekswanden 79 voor de lijkgroeven bezitten tot aan het aansluitgebied 81 5 ongeveer een gelijke wanddikte als de wanddikte 77. Dit op zich bekende profiel werd tot nu toe gebruikt, maar het zeil eindigt bij gebruik daarvan aan het einde van de rails, en dan wordt met een overlap voor een afdichting gezorgd.The bearing region 70 of the fixed track rails 47, 49 defines a T-groove 71, which is provided with a conventional, continuous screw-shaft groove 72 and support webs 73.1 and 73.2 for the mounting parts to be inserted. External support legs 74.1 and 74.2 give the rails a greater stability and ensure the inserted parts of the fastening means against rotation. The connecting wall 75 has a slightly larger wall thickness 76 than the wall thickness 77 of the support legs 74.1 and 74.2, as well as the T-groove side walls 78. The circumferential walls 79 for the corrugated grooves have approximately the same wall thickness up to the connection area 81 as the wall thickness 77. This profile known per se has been used until now, but the sail ends when it is used at the end of the rails, and then a seal is provided with an overlap.

Het hoeklijkrailsdeel 50 bezit een in figuur 3 weergegeven dwarsdoorsnede 80 en heeft een T-groef 71, die begrensd is door licht afgeronde hoeken 71.1. De T-groef 71 bezit gelijke afmetingen als de groef 71 bij 10 de vaste lijkrailsdelen 47, 49. Ook de lijkgroeven 62 respectievelijk 62.1 en 62.2 van de hoeklijkrailsdeel 50 zijn van gelijke grootte, maar wel zijn de beide bekopeningen 84 kleiner uitgevoerd dan de bekopeningen 63 bij de vaste lijkrailsdelen. Voor het overige zijn de wanddiktes in de bij het middelste steungebied 86 gelegen stijve gebieden 82 en 83 niet, zoals bij een lichtmetaalextrudaat, begrensd door rechte lijnen, maar hebben afgeronde en gewelfde wandvormen, die de open bekbegrenzingen 85 een grotere weerstand 15 geven tegen opbuigen van de bek bij zijwaartse trekkrachten. Bovendien ontbreken de steunbenen 74.1 en 74.2, waardoor de buigbaarheid gunstig beïnvloed wordt en omdat er geen overeenkomstige verbindingsmiddelen aangesloten behoeven te worden.The angular rail part 50 has a cross-section 80 shown in Figure 3 and has a T-groove 71 which is bounded by slightly rounded corners 71.1. The T-groove 71 has the same dimensions as the groove 71 at the fixed jib rails 47, 49. The corrugated grooves 62, 62.1 and 62.2, respectively, of the angular jib sections 50 are of the same size, but the two jaw openings 84 are smaller than the jaw openings 63 at the fixed track sections. Otherwise, the wall thicknesses in the rigid regions 82 and 83 located at the central support region 86 are not, as with a light metal extrudate, bounded by straight lines, but have rounded and curved wall shapes that give the open jaw limits 85 a greater resistance to bending of the jaw with lateral tensile forces. Moreover, the support legs 74.1 and 74.2 are missing, as a result of which the flexibility is favorably influenced and because no corresponding connecting means have to be connected.

Het hoeklijkrailsdeel 50 wordt gesneden van een meerdere meters lang extrusieprofiel, dat als uitgangsmateriaal reeds een zekere kromming bezit, zoals dat ook bekend is bij kunststofbuizen voor waterleidingen 20 en soortgelijke materialen. Hoewel dat anders vaak storend is, is het hier gunstig voor de montage en voor een juiste aansluiting, omdat een hoeklijkrailsdeel in te bouwen is met een kromming.The angular rail part 50 is cut from an extrusion profile which is several meters long and which already has a certain curvature as the starting material, as is also known with plastic pipes for water pipes 20 and similar materials. Although that would otherwise often be a nuisance, it is favorable here for mounting and for a correct connection, because a corner rail part can be built in with a curvature.

Als materiaal wordt bij voorkeur een met hard rubber overeenkomend materiaal gebruikt, dat volgens DIN 7863 aangeduid wordt met EPDM. De volledige materiaalbenaming luidt ethyl-propyl-dieen-rubber. Het hier gebruikte materiaal kan een Shore-hardheid in de orde van grootte van 70 bezitten, wanneer de hier 25 weergegeven wandverhoudingen en grootte-verhoudingen toegepast worden. Daarbij kunnen ook andere kunststoffen of met de betreffende ontwikkelingstoestand overeenkomende gemengde materialen, eventueel met verstijvingen, of met verschillende materiaalsoort, stijfheid of hardheid toegepast worden. Belangrijk is dat enerzijds de bevestigingselementen op zekere wijze aangesloten kunnen worden en anderzijds de gehele hoeklijkrails een zekere stijfheid heeft, maar toch overeenkomstig de verhoudingen in de hoekboog 30 enigszins cirkelvormig of deels ellipsvormig respectievelijk deels paraboolvormig gebogen kan worden, waarbij de grondvorm van de lijkgroeven 62.1 en 62.2 in hoofdzaak behouden blijft en de bekbegrenzingen 85 het vasthouden van het lijk van het zeil 41, ook in ongebogen toestand en bij zijwaartse trekkrachten als gevolg van windkrachten of montagekrachten of andere bevestigingskrachten, waarborgen.The material used is preferably a material corresponding to hard rubber, which is designated EPDM according to DIN 7863. The full material name is ethyl propyl diene rubber. The material used here can have a Shore hardness in the order of magnitude of 70 when the wall ratios and magnitude ratios shown here are used. In addition, other plastics or mixed materials corresponding to the respective developmental state can be used, optionally with stiffeners, or with different types of material, stiffness or hardness. It is important that on the one hand the fastening elements can be connected in a certain way and on the other hand the entire angular rail has a certain rigidity, but can nevertheless be bent somewhat circularly or partly elliptically or partly parabolicly in accordance with the proportions in the angle arc, the basic shape of the corrugated grooves 62.1 and 62.2 is substantially retained and the jaw limits 85 ensure retention of the corpse of the tarpaulin 41, also in the non-bent state and with lateral tensile forces due to wind forces or mounting forces or other fastening forces.

Figuur 5 toont de relatieve ligging van de buitenomtrekken van de beide in figuren 3 en 4 weergegeven 35 profielen ten opzichte van elkaar. Daaruit blijkt dat de omtrekken elkaar dekken ter plaatse van de T-groef 71. Dat moet ook, omdat een gemeenschappelijk stijf verbindingsstuk van metaal de voegen moet overbruggen en daartoe ingebracht moet kunnen worden.Figure 5 shows the relative location of the outer circumferences of the two profiles shown in Figures 3 and 4 relative to each other. This shows that the outlines cover each other at the T-groove 71. This is also necessary because a common rigid metal connecting piece must bridge the joints and it must be possible to insert them for this purpose.

Van de lijkgroeven 61 respectievelijk 62 is de cilindervormige binnenbegrenzing en derhalve de cilinderruimte 59 gelijk. Slechts de bekopeningen 63 en 84 zijn in geringe mate verschillend. Dit komt voort 40 uit de verschillende materiaalkeuze - zoals hiervoor besproken.Of the body grooves 61 and 62, the cylindrical inner boundary and therefore the cylinder space 59 is the same. Only the jaw openings 63 and 84 are slightly different. This is due to the different choice of materials - as discussed above.

Terwijl de buitenomtrek 89 van de hoeklijkrails 50 met getrokken lijnen weergegeven is, is de buitenomtrek 88 van de metalen vaste lijkrails weergegeven met streeppuntlijnen, zodat men ziet welke afgeronde versterkingsgebieden bij de van buigbaar materiaal vervaardigde hoeklijkrails verschillend vormgegeven zijn, zonder dat dit van invloed zal zijn op de doorgaande montage en het doorgaand intrekken van het lijken van 45 een zeil.While the outer circumference 89 of the angular rail rails 50 is shown in solid lines, the outer circumference 88 of the metal fixed rail rails is represented by broken-line lines, so that it is possible to see which rounded reinforcement regions are shaped differently in the angular rail rails made of flexible material, without this having any effect are on the continuous assembly and the continuous withdrawal of the appearance of a sail.

In de figuren 6-9 zijn de voegverbindingen tussen de metalen vaste lijkrailsdelen 47 en 49 en het buigbare hoeklijkrailsdeel 50, alsook de daarvoor benodigde afzonderlijke delen te zien. Deze zijn in beide gevallen gelijk vormgegeven. In de T-groef 71 bevindt zich een de voeg 91.1 respectievelijk 91.2 overbruggend rechthoekig, de ruimte of het formaat tot een invoeringsspeling vullend, van rechthoekig plaatmateriaal 50 gevormd verbindingsstuk 90. Tegen het buitenvlak steunt een profielplaatdeel 93. Dit deel is met behulp van een schroef, die door het betreffende einde van het hoeklijkrailsdeel 50 gaat, vastgeschroefd aan het verbindingsstuk 90. Beide, van niet-roestend respectievelijk corrosiebestendig metaal vervaardigde overbruggingsdelen strekken zich over ongeveer gelijke afstanden uit naar beide zijden van elke hoek. Het vrije eind 95 van het verbindingsstuk 90 kan ook voorzien zijn van een schroefdraadboring voor een 55 groefschroef. Het profielplaatdeel 93 steekt aan beide zijden uit over de buitenwanden van de bovenste bekbegrenzingen 85 tot kort voor de bekopeningen 84 en is zodanig vormgegeven dat het in hoofdzaak passend ligt op de buitenomtrek 89 van het hoeklijkrailsdeel, zodat ook met slechts één of eventueel twee 194618 4 schroeven een goede vormverbinding bereikt kan worden, zodat een goede afgedichte afsluiting ter plaatse van de voegen 91.1 respectievelijk 91.2 verkregen wordt.Figures 6-9 show the joint connections between the fixed metal rail parts 47 and 49 and the flexible corner rail parts 50, as well as the individual parts required for this. These have the same design in both cases. In the T-groove 71 there is a rectangular joint bridging the joint 91.1 and 91.2, filling the space or format to form an insertion clearance, formed from rectangular plate material 50. A profile plate part 93 is supported against the outer surface. screw passing through the respective end of the angular rail part 50, screwed to the connecting piece 90. Both bridging parts made of non-rusting or corrosion-resistant metal extend approximately equal distances to both sides of each corner. The free end 95 of the connecting piece 90 can also be provided with a threaded bore for a 55 groove screw. The profile plate part 93 protrudes on both sides over the outer walls of the upper jaw limits 85 up to shortly before the jaw openings 84 and is designed in such a way that it lies substantially flush with the outer circumference 89 of the angular rail part, so that even with only one or possibly two 194618 4 A good form connection can be achieved with the screws, so that a good sealed seal is obtained at the joints 91.1 and 91.2.

Voor de bevestiging van de vaste lijkrailsdelen 47 en 49 zijn houders voorzien. Daarbij is een verticale railshouder 101 voorzien. Deze bezit een buisdeel 102 met een voor aansluiting dienende wigkop 32 voor 5 de bevestiging op de gatenplaat 31 alsmede aan haar buiteneind een railsaangrijpdeel 104, dat voor de kopzijde van het buisdeel 102 gelast is. Het past tussen de steunbenen 74.1 en 74.2 en wordt door middel van twee met hun koppen in de T-groef 71 passende groefschroeven 107 vastgeschroefd, onder het op juiste hoogte houden van het bijbehorende vaste lijkrailsdeel 47. De afstand van de verticale, uit meerdere vaste lijkrailsdelen 47 samengestelde rails tot de buitenste stijl 26 van het steigerwerk 25 is bepaald door de 10 lengte van het buisdeel 102 en zo te kiezen, dat de openingen buiten de steigervloer 30 niet te groot worden.Holders are provided for attaching the fixed track rails 47 and 49. A vertical rail holder 101 is thereby provided. It has a pipe part 102 with a wedge head 32 serving as a connection for mounting on the hole plate 31 and at its outer end a rail engaging part 104, which is welded for the end face of the pipe part 102. It fits between the support legs 74.1 and 74.2 and is screwed into the T-groove 71 by means of two groove screws 107 fitting with their heads, while keeping the associated rigid rail part 47 at the correct height. rail tracks 47 to the outer post 26 of the scaffolding 25 is determined by choosing the length of the tube part 102 and such that the openings outside the scaffolding floor 30 do not become too large.

Voor de bevestiging van de het steigerdak mede vormende vaste lijkrailsdelen 49 zijn scharnierbare aansluitingen nodig om zich aan te kunnen passen aan de relatieve hoogteligging van de bovenste einden van de stijlen 26 en het gebouwdak. Daarbij is een eenvoudig buisopsteekelement 110 voor op stijlen 26 15 volgens figuren 10 en 11 voorzien. Dit bezit aan het boveneind een enkelvoudig scharnier 111, waarin scharnierbaar een zwenklip 112 opgenomen is. Deze is vastgelast aan een tussen de steunbenen 74.1 en 74.2 van de vaste lijkrailsdelen 49 passend aansluitdeel 113 dat een groefschroef 107 bezit. Door langsverschuiving in de T-groeven en het vastschroeven binnen de montagemogelijkheden kan men zich aanpassen aan de bijzondere omstandigheden en ook aan de krommingen in de hoekovergang 55, zoals 20 dat te zien is in de figuren 10-13.For the attachment of the rigid rail sections 49 co-forming the scaffolding roof, hinged connections are required in order to adapt to the relative height of the upper ends of the posts 26 and the building roof. A simple tube plug-in element 110 is provided for on posts 26 according to figures 10 and 11. This has a single hinge 111 at its upper end, in which a pivot clip 112 is pivotally accommodated. This is welded to a connecting part 113 which fits between the support legs 74.1 and 74.2 of the fixed track rails 49 and has a groove screw 107. By longitudinally shifting in the T-grooves and screwing within the mounting possibilities, one can adapt to the special circumstances and also to the curvatures in the corner transition 55, as can be seen in figures 10-13.

Opdat de vaste lijkrails 49 voor de overbrugging naar het huisdak 21 aangepast kan worden aan de behoeften, is een verder schuifgeleidings- en houdelement 116 met hoogte-verstellingshouder 117 nodig.In order that the fixed jib rails 49 can be adapted to the needs for bridging to the house roof 21, a further sliding guide and holding element 116 with height-adjustment holder 117 is required.

De scharnier- en houderuitvoering aan de bovenste vaste lijkrails 49 is gelijk aan die bij het hiervoor besproken constructiedeel en is voorzien van dezelfde verwijzingscijfers. Het schuifgeleidings- en houd-25 element 116 wordt op het boveneind van de verticale stijl 26 gestoken en bijvoorbeeld geborgd met een door steekgat 119 te steken pen. Een op geringe afstand daarvan liggende, verticaal aangebrachte schuifbuis 121 is via een verbindingsdeel 122 verbonden met de hoogteverstellingshouder 117. De verstelbare houder 125 bezit een in de schuifbuis 121 passende steekbuis 126, die op geschikte afstand en voorzien is van doorgaande boringen 127 voor steekpennen. Dientengevolge kan, zoals weergegeven is in 30 de figuren 10-13, de hoogteligging van de in aanmerking komende zijden op zodanig nauwkeurige wijze gekozen worden, dat een aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste helling van het steiger-werkruimtedak 23 boven de werkruimte 43 van het steigerwerk 25 verkregen wordt. Daartoe wordt een verbindingsbuis 128 op gebruikelijke wijze verbonden met de boveneinden van de vaste lijkrailsdelen 49. Hieraan kunnen ook de boveneinden van de zeilen bevestigd worden.The hinge and holder design on the upper fixed slide rails 49 is the same as in the aforementioned structural part and is provided with the same reference numerals. The sliding guide and holding element 116 is placed on the upper end of the vertical post 26 and secured, for example, with a pin to be inserted through a hole 119. A vertically arranged sliding tube 121, which is located a short distance away from it, is connected via a connecting part 122 to the height-adjusting holder 117. The adjustable holder 125 has a plug-in tube 126 fitting into the sliding tube 121, which is provided with suitable holes and through-through holes 127 for plug-in pins. As a result, as shown in Figures 10-13, the height of the eligible sides can be selected in such a precise manner that a slope of the scaffolding workspace roof 23 adapted to the local conditions above the workspace 43 of the scaffolding work can be selected. 25 is obtained. To this end, a connecting tube 128 is connected in the usual manner to the upper ends of the fixed track rails 49. The upper ends of the sails can also be attached to this.

35 Bij de opbouw wordt als volgt te werk gegaan:35 The set-up is as follows:

Het steigerwerk 25 wordt op gebruikelijke wijze opgericht. De verticale vaste lijkrailsdelen 47 worden op gebruikelijke wijze bevestigd aan de buitenste stijlen 26. Zij bezitten gewoonlijk dezelfde lengte als de stijlen en de voegen liggen steeds op dezelfde hoogte. Dan worden de aan de boveneinden te voorziene houdelementen, eventueel eerst los en geschikt voor aanpassing, opgezet. Het hoeklijkrailsdeel 50 wordt 40 met zijn beide uitstaande, daarmee vast verbonden bouwdelen (vrij eind 95 van verbindingsstuk 90 en profielplaatdeei 93) ingeschoven in de T-groeven 71 van de aangrenzende vaste lijkrailsdelen 47 en 49.The scaffolding 25 is erected in the usual manner. The vertical fixed jib rails 47 are attached to the outer posts 26 in the usual manner. They usually have the same length as the posts and the joints are always at the same height. Then the holding elements to be provided at the upper ends, possibly first separately and suitable for adaptation, are set up. The angular rail part 50 is inserted into its T-grooves 71 of the adjacent fixed rail part parts 47 and 49 with its two protruding, fixedly connected components (free end 95 of connecting piece 90 and profile plate member 93).

Dan kan het bovenste vaste lijkrailsdeel 49 gemonteerd worden. Na het uitrichten en het aantrekken van alle schroeven wordt het zeil met haar randversterkingen 68 en haar lijken 66 ingevoerd in de bijbehorende lijkgroeven 61 en met de ogen 131 en daarin bevestigde kabels 132 - zoals te zien is in het rechter veld in 45 figuur 1 - naar boven getrokken. Daarbij kan het zeil 41 zonder onderbreking via de hoekovergang 55 tot het eind van de bovenste, ten opzichte van de horizontaal licht hellende vaste lijkrails 49 bij de rand van het huisdak 21 doorgetrokken worden en dan, in de geschikte positie, zodanig met behulp van bijkomende aangrijpingsmiddelen, zoals riemdelen en metalen bevestlglngselementen, vastgelegd worden, dat het zeil niet naar beneden afglijdt. Zoals in figuur 1 te zien is kan men het zeil 41 van de rol af naar boven 50 optrekken en bij de demontage op overeenkomstige wijze naar beneden laten gaan en tegelijkertijd weer oprollen. Zo kan veld voor veld, na montage van de lijkrails, snel en eenvoudig bekleed worden met de zeilen. Men verkrijgt een zekere en goed afgedichte buitenhuid voor de werkruimte 43 in steigerwerk 25. Op gelijksoortige wijze kan men andere wanddelen afsluiten met zeilen. Daarbij zijn de hoekkrommingen zo te kiezen, dat de straal 130 enkele decimeters bedraagt, opdat enerzijds het materiaal van de hoeklijkrails-55 delen 50 voldoende stabiel en desondanks voldoende buigzaam uitgevoerd kan worden en anderzijds het schuiven van de randversterkingen en lijken van het zeil niet verhinderd wordt. Slechts enkele bijkomende bouwdelen maken zo een, ook voor het afglijden van water, stof en in het inwendige vrijkomend vuil voorThen the upper fixed track rails 49 can be mounted. After aligning and tightening all screws, the sail with its edge reinforcements 68 and its corpses 66 is inserted into the corresponding corrugated grooves 61 and with the eyes 131 and cables 132 fixed therein - as can be seen in the right-hand field in Figure 45 - pulled upwards. In this case, the sail 41 can be pulled through without interruption via the corner transition 55 to the end of the upper fixed rail rails 49 inclined with respect to the horizontal slightly at the edge of the house roof 21 and then, in the suitable position, with the aid of additional gripping means, such as belt parts and metal fastening elements, can be fixed so that the sail does not slide downwards. As can be seen in figure 1, the sail 41 can be raised from the roll upwards 50 and, during disassembly, lowered down and rolled up again at the same time. For example, after mounting the body rails, the sails can be covered quickly and easily field by field. A certain and well-sealed outer skin is obtained for the working space 43 in scaffolding 25. Similarly, other wall parts can be closed with sails. The angular curvatures can be selected such that the radius 130 is a few decimeters, so that on the one hand the material of the angular rails 55 parts 50 can be made sufficiently stable and nevertheless sufficiently flexible and on the other hand the sliding of the edge reinforcements and the sails' appearance are not prevented. is going to be. Only a few additional components make this one, also for the slipping of water, dust and dirt released inside

Claims

An assembly with two straight jib rails arranged at an angle with respect to each other and provided with sail grooves, said jib parts being provided with a fastening and bearing construction part, wherein the straight jib rails are substantially bend-resistant, and are made of light metal and / or rigid plastic, wherein an angular rail part extending at least over a number of decimeters and substantially adapted to the profile of the straight rail parts is provided between the two straight track rails, the corrugated grooves of which are substantially kink-free connecting to the corrugated grooves of the straight track rails, characterized in that the angular rail part (50) is formed as a flexible profile part (50; 80) that can be adjusted over different angles (130) for adaptation to different angles.

Angle assembly according to claim 1, characterized in that angular rail sections (50) allow the formation of curves (55, 130) with a radius of at least about 0.5 m under the influence of the bending forces.

Corner assembly according to claim 1 or 2, characterized in that the material of the corner rail parts (50) has a Shore hardness of at least 65.

Corner joint according to claims 1, 2 or 3, characterized in that the flexible profile of the angular rail sections (50) consists of different material sections, which have at least one different stiffness and which are co-extruded.

Corner assembly according to one of the preceding claims, characterized in that the profiles (60, 80) of the straight track rails (47, 49) and the flexible corner rail sections (50) have substantially the same cross-sectional shape.

5 Conclusions

194618 permits the use to be advantageous in use, which after completion of the work also makes continuous cleaning easy with water pressure jets.

Corner assembly according to one of the preceding claims, characterized in that the straight track rails (47, 49) have a T-groove (71) for mounting, which can be directed towards the inside of the working space of the scaffolding.

7. Corner assembly as claimed in claim 6, characterized in that the holding parts and connecting parts at the joints between the straight track rails (47, 49) and the angular rail sections (50) are fastened with the aid of holding portions resp. connecting pieces (90) which ensure an in-line connection for insertion in an effective manner, wherein flat rod parts are inserted as connecting pieces (90) at least at the joint locations into the T-grooves (71) which are at least provided with a screw (107).

8. Corner assembly as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the inner walls of the sail-like grooves (59) of the corner-rail sections (50) are formed with smooth surfaces.

Corner assembly according to one of the preceding claims, characterized in that over the joint between the straight track rails (47, 49) and the corner rail sections (50) a metal joint cover (47, 49, 50) adapted to the outer shape of the track rails (47, 49, 50) 93) is provided.

Corner assembly as claimed in claim 9, characterized in that the joint cover (93) is fixed with a 40 in the opposite groove (71) of each of the two relevant rail sections and a bending-rigid insert (90) bridging the joint and at least one through it extending screw (94). f Hereby 4 sheets of drawing