NL194555C

NL194555C - Ondersteuningssamenstel voor constructies, in het bijzonder in de bouw.

Info

Publication number: NL194555C
Application number: NL9202239A
Authority: NL
Inventors: Luigi Cassone
Original assignee: Idros S R L
Priority date: 1991-12-24
Filing date: 1992-12-23
Publication date: 2002-07-02
Also published as: ITTA910003U1; ITTA910003V0; IT225795Y1; FR2689550A1; DE4243117A1; NL9202239A; NL194555B; FR2689550B3

Description

1 194555 % ’ Ondersteuningssamenstel voor constructies, in het bijzonder in de bouw

De uitvinding heeft betrekking op een ondersteuningssamenstel voor constructies, in het bijzonder in de bouw, voorzien van een stangvormige stut, die ten minste aan één uiteinde een opneemkoppelingdeel heeft; 5 van ten minste één eindelement met een uiteinde van meer of minder bolle vorm met welk eindelement een cilindrisch aanslagdeel is verbonden, waarop een steelvormig coaxiaal deel van kleinere doorsnede aansluit, welk steelvormig deel voor koppeling is op te nemen in het koppelingdeel van de stut; en van een steunelement met een hol-bolvormige zitting, waarin het eindelement met zijn uiteinde kan afsteunen, welk steunelement twee loodrecht op elkaar staande zijvlakken heeft.

10 Een dergelijk ondersteuningssamenstel is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-3.171.627. Bij het bekende samenstel wordt het steunelement door een hoekprofiel en een op een been hiervan gelast legerblok gevormd. De monding naar de zitting in het legerblok is van het andere been afgekeerd. Het zittingmiddelpunt bevindt zich op afstand van de monding in het legerblok. Aan de monding heeft het legerblok opsluitlippen tegen het losraken van het einddeel met zijn half-bolvormige uiteinde uit de zitting.

15 Het bekende ondersteuningssamenstel heeft hierdoor het nadeel dat deze slechts voor toepassingen met een relatief geringe hellingshoek van de stut met zijn einddeel ten opzichte van het steunelement geschikt is. Slechts in één vlak is het toepassen van een grote hellingshoek mogelijk, namelijk het vlak, zoals getoond in figuur 2 van deze publicatie, evenwijdig de opsluitlippen 24 langs de monding van de zitting.

Het is nu een doel van de onderhavige uitvinding om de hiervoor genoemde nadelen op te heffen en een 20 ondersteuningssamenstel te verschaffen voor een ondersteuning met grote hellingshoeken, zodat de hartlijn van de steun alle in een ronde sector van 90° mogelijke standen kan innemen.

Een verder doel van de uitvinding bestaat uit het verschaffen van een eenvoudig steunelement, waarbij ook de krachten die deze belasten, via loodrecht op elkaar staande vlakken worden doorgeleid, en waarbij eveneens de stut ervan alleen axiaal belast zal worden.

25 Ter verkrijging van de genoemde doelen verschaft de uitvinding een ondersteuningssamenstel als in de aanhef genoemd en welke wordt gekenmerkt, doordat het steunelement gevormd wordt door een prismatisch lichaam met een rechthoekige driehoek als dwarsdoorsneden, waarbij de hol-bolvormige zitting zijn monding heeft te midden van dat vlak, waarin in de genoemde dwarsdoorsneden de hypotenusa's liggen, en waarbij het middelpunt van de hol-bolvormige zitting in of nabij dat vlak is gelegen.

30 Het ondersteuningssamenstel volgens de uitvinding heef als voordeel dat allerhande hoeken kunnen worden toegepast tussen de hartlijn van stut met het eindelement en het vlak van het steunelement, waarin de hypotenusa’s van de dwarsdoorsneden door het steunelement liggen, welke groter dan 45° is (en kleiner dan 90°) in alle vlakken loodrecht op dat vlak. Het steunelement heeft daarbij een eenvoudige constructie.

Het eindelement voor de stut is eenvoudig uit te voeren, waarbij het aanslagdeel tevens te grote hoeken 35 met het steunelement kan voorkomen, als volgens de uitvinding het cilindrisch aanslagdeel bij het eindelement direct op het uiteinde met de meer of minder bolle vorm aansluit en een diameter heeft, die niet groter is dan cosinus 45° maal de diameter van het uiteinde.

De uitvinding wordt hierna beschreven aan de hand van de tekening.

40 Figuur 1 toont van het samenstel het eindelement, dat met het uiteinde steunt in het in doorsnede weergegeven steunelement.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van het eindelement dat met zijn steekvormige deel steekt in het schematisch aangegeven opneemkoppelingdeel van de stut.

45 In figuur 1 worden het steunelement en het eindelement bij ondersteunen en onder een grote hellingshoek voor constructies afgebeeld. Zoals in figuur 2 is te zien, wordt met 4 een stangvormige stut aangeduid, die ten minste aan één uiteinde een opneemkoppelingdeel 41 heeft. Met 2 wordt in figuur 2 een eindelement aangeduid met een uiteinde 3 van een meer of minder bolle vorm met een diameter DF en met een middelpunt op de hartlijn van het eindelement 2. Op het uiteinde 3 sluit een deel 5 met cilindrisch oppervlak 50 5 aan, waardoor weer coaxiaal een steelvormig deel 6 van kleinere diameter en met hartlijn 7 aansluit. Deze hartlijn 7 valt samen met de hartlijn van de stut 4, wanneer het steelvormige deel 6 is opgenomen in het opneemkoppelingdeel 41 van de stut 4.

Het steelvormige deel 6 kan met het opneemkoppelingdeel 41 een schroefverbinding of steekverbinding hebben, welke verbindingen evenwel ter vereenvoudiging van de tekening niet zijn weergegeven.

55 Zoals in figuur 1 is getoond, wordt met 8 een steunelement aangeduid, waarin het uiteinde 3 van het eindelement 2 is ondergebracht. Dit steunelement 8 vertoont een prismavorm met basisvlakken, die door een gelijkbenige rechthoekige driehoek 10 zijn gevormd, en waarvan gezien in dwarsdoorsnede de lengte

Claims

194555 2 t van de rechthoekszijden LB een waarde bezit die niet kleiner is dan de waarde van de diameter DF van het eindelement 2. De zijvlakken hebben een lengte die groter is dan de lengte LB van de rechthoekszijden. Het steunelement 8 heeft een zitting 9, die zich in het midden van het door de hypotenusa’s bepaalde vlak bevindt. De zitting 9 is halfbolvormig hol met een diameter DF en deze dient voor het opnemen van het 5 uiteinde 3 van het eindelement 2. De rand van deze zitting 9 kan zijn afgeschuind (niet weergegeven) teneinde het opnemen van het eindelement 2 met zijn uiteinde 3 te verbeteren, en dientengevolge ook de gewenste schuinstelling. Doordat de contour van het uiteinde 3 van het eindelement 2 respectievelijk van de zitting 9 van het steunelement 7 bolvormig is, kunnen het eindelement 2 en het steunelement 8 onafhankelijk van elkaar vrij 10 draaien en derhalve wordt de stut 4 uitsluitend aan puntbelastingen blootgesteld. De stut kan rondom het midden van de bol draaien en bijgevolg iedere stand in een ronde sector van 90° innemen. Teneinde te vermijden dat het eindelement 2 voor de stut 4 door de randen van de zitting 9 van het steunelement 8 wordt gehinderd, zoals bijvoorbeeld in horizontale of verticale stand, dient de diameter het op het einddeel 3 aansluitende deel 5 van het eindelement 2 een waarde van DF cos 45° niet te overschrij-15 den. Deze uitvoering van het steunelement 8 leidt er toe dat de op of door de schuine stut 4 uitgeoefende axiale kracht in onder een rechte hoek staande componenten te verdelen is. Bij een mogelijke uitvoeringsvorm heeft de diameter DF van het einddeel 3 een basiswaarde van 60 mm en is van het aansluitende deel de diameter DF cos 45° = 42,2 mm, terwijl gezien in dwarsdoorsnede bij het 20 steunelement 8 de rechthoekszijden een lengte LB van 100 mm hebben, terwijl de zijden van de zijvlakken een lengte van 100 mm hebben. 25

1. Ondersteuningssamenstel voor constructies, in het bijzonder in de bouw, voorzien van een stangvormige stut, die ten minste aan één uiteinde een opneemkoppelingdeel heeft; van ten minste één eindelement met een uiteinde van meer of minder bolle vorm met welk eindelement een cilindrisch aanslagdeel is verbonden, waarop een steelvormig coaxiaal deel van kleinere doorsnede aansluit, welk steelvormig deel voor koppeling 30 is op te nemen in het koppelingdeel van de stut; en van een steunelement met een hol-bolvormige zitting, waarin het eindelement met zijn uiteinde kan afsteunen, welk steunelement twee loodrecht op elkaar staande zijvlakken heeft, met het kenmerk, dat het steunelement (8) gevormd wordt door een prismatisch lichaam met een rechthoekige driehoek als dwarsdoorsneden, waarbij de hol-bolvormige zitting (9) zijn monding heeft te midden van dat vlak, waarin in de genoemde dwarsdoorsneden de hypotenusa’s liggen, 35 en waarbij het middelpunt van de hol-bolvormige zitting in of nabij dat vlak is gelegen.

2. Ondersteuningssamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het cilindrisch aanslagdeel (5) bij het eindelement (2) direct op het uiteinde (3) met de meer of minder bolle vorm aansluit en een diameter heeft, die niet groter is dan cosinus 45° maal de diameter (DF) van het uiteinde (3). Hierbij 1 blad tekening