NL194484C - Elektrische holle wanddoos. - Google Patents

Elektrische holle wanddoos. Download PDF

Info

Publication number
NL194484C
NL194484C NL9900011A NL9900011A NL194484C NL 194484 C NL194484 C NL 194484C NL 9900011 A NL9900011 A NL 9900011A NL 9900011 A NL9900011 A NL 9900011A NL 194484 C NL194484 C NL 194484C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hollow wall
box
wall box
wall
fixing
Prior art date
Application number
NL9900011A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194484B (nl
NL9900011A (nl
Inventor
Albertus Berendsen
Original Assignee
Abb Patent Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL9600015A external-priority patent/NL194142C/nl
Application filed by Abb Patent Gmbh filed Critical Abb Patent Gmbh
Publication of NL9900011A publication Critical patent/NL9900011A/nl
Publication of NL194484B publication Critical patent/NL194484B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194484C publication Critical patent/NL194484C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/12Distribution boxes; Connection or junction boxes for flush mounting
    • H02G3/123Distribution boxes; Connection or junction boxes for flush mounting in thin walls

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)

Description

1 194484
Elektrische holle wanddoos
De uitvinding heeft betrekking op een elektrische holle wanddoos, zoals bijvoorbeeld een schakelaar doos, een aftakdoos e.d., welke doos van voren in een doorgaand gat in een wand kan worden ingezet, met een 5 radiaal buitenwaarts uitstekende, aan de vrije rand aangebrachte vasthoudflens en met ten minste een tweetal van voren te bedienen, aan de omtrek gelijkmatig verdeeld aangebrachte fixeerorganen, welke in de ingezette toestand van die holle wanddoos van achteren tegen de wand kunnen worden aangetrokken, zodanig, dat de wand tussen die vasthoudflens en de fixeerorganen vastgeklemd kan komen te zitten, waarbij elk fixeerorgaan een langgerekte, zich langer dan de axiale lengte van de holle wanddoos 10 uitstrekkende vorm heeft, en in een axiale geleiding op het buitenvlak van de holle wanddoos verplaatsbaar geleid wordt en aan zijn, zich van de vasthoudflens afgekeerde zijde bevindende einde een aanvormsel bevat, waarvan althans een gedeelte dwars op de langsrichting van het fixeerorgaan is gericht, en een aanslag vormt voor aankomst tegen de achterzijde van de holle wand, waarbij de fixeerorganen voorzien zijn van een vertanding voor vergrendelende samenwerking met de doos vaste weerhaakmiddelen.
15 Een dergelijke holle wanddoos is bekend uit de Franse octrooiaanvrage 2.566.848 en is bestemd en ingericht om te worden bevestigd in een doorgaand gat in de wand, welke zich bevindt op een bepaalde afstand van een muurwandvlak.
Bij installatie van de bekende holle wanddoos worden, nadat de holle wanddoos in het doorgaande gat geplaatst is, de langwerpige fixeerorganen aangetrokken, totdat de aanslagen gevormd door de aan-20 vormsels aan de fixeerorganen tegen de achterzijde van de holle wand zijn aangekomen. De fixeerorganen worden in die verplaatsing langs de omtrekswand geleid in het buitenoppervlak van de omtrekswand aangevormde kanalen en door gaten ter plaatse van de overgang tussen de vasthoudflens en de omtrekswand van de holle wanddoos heen gevoerd, en komen met aan de binnenzijde van de fixeerorganen voorziene vertandingen in tandaangrijping met tandvormige weerhaakmiddelen gevormd in het ononderbro-25 ken buitenoppervlak van de omtrekswand van de holle wanddoos, in de directe nabijheid van de overgang naar de vasthoudflens. In de bekende holle wanddoos blijven de vertanding en de weerhaakmiddelen steeds met elkaar in vaste ineengrijping, waardoor het uittrekken van de fixeerorganen veel kracht vergt.
Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te verschaffen. Hiertoe voorziet de uitvinding in een elektrische holle wanddoos van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de weerhaakmiddelen lip- of 30 tongvormig zijn en in radiaal buitenwaartse richting verend gespannen zijn tegen de fixeerorganen. Hiermee wordt het uittrekken van de fixeerorganen aanzienlijk vereenvoudigd, daar de weerhaakmiddelen verend zijn, terwijl een voldoende houdkracht geleverd kan worden.
Aan de hand van de tekening, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden volgens de uitvinding zijn afgebeeld, 35 zal de uitvinding en zullen verdere voordelige nadere uitwerkingen en verbeteringen daarvan thans nog worden toegelicht en beschreven.
Figuur 1 is een aanzicht van een holle wanddoos volgens de uitvinding; figuur 2 is een doorsnede-met-aanzicht volgens de lijn ll-ll in figuur 1; figuur 3 is een aanzicht in pijlrichting P van de holle wanddoos; 40 figuur 4 toont, op vergrote schaal een deel van de uitgevonden holle wanddoos; figuur 5 is een doorsnede-met-aanzicht volgens de lijn V-V; figuur 6 laat een verdere nadere uitwerking van de uitvinding zien overeenkomstig de aanzichtfiguur 5; figuur 7 is een doorsnede-met-aanzicht van een holle wanddoos met een verdere uitvoeringsvorm, van grendelelementen voor de fixeerorganen; 45 figuur 8 is een doorsnede-met-aanzicht volgens de lijn VIII—VIII in figuur 7; figuur 9 toont een verdere uitvoeringsvorm voor het vormen van een grendelelement; figuur 10 is een doorsnede-met-aanzicht volgens de lijn X-X in figuur 9; figuur 11 is een gedeeltelijke doorsnede-met-aanzicht van een holle wanddoos met een deelbereik van een fixeerorgaan en met een grendelelement; 50 figuur 12 is een doorsnede-met-aanzicht volgens de lijn XII—XI! in figuur 11; en figuur 13 laat een verdere uitvoeringsvorm van het fixeerorgaan zien.
Allereerst wordt thans verwezen naar figuur 2.
Volgens deze figuur bevindt zich in een wand 10 een doorgaand gat 11, waarin een potvormige, 55 elektrische holle wanddoos 12 is ingezet. Die holle wanddoos 12 bevat een cilindervormig gedeelte 13, dat aan zijn ene einde door middel van een bodemwand 14 gesloten is en aan zijn andere einde een radiaal buitenwaarts gerichte bevestigingsflens 15 bevat, welke in de gemonteerde stand van de holle wanddoos 12 194484 2 tegen de buitenzijde van de wand 10 aan ligt. Blijkens figuur 1 is de vasthoudflens 15 niet rondgaand aangebracht doch onderverdeeld in een tweetal, elke betrekkelijk klein omtreksbereik van de holle wanddoos 12 bedekkende vasthoudflenzen 15, 15a, welke diametraal tegenover elkaar liggen en radiaal buitenwaarts uitsteken, waarbij de buitendiameter van die vasthoudflensgedeelten 15 en 15a groter is, dan 5 de diameter van het door de muur gebroken gat 11.
Tussen de vasthoudflensgedeelten 15 en 15a bevinden zich eveneens diametraal tegenover elkaar twee fixeerplaatsen 16 en 17, terwijl zich tussen de vasthoudflensgedeelten 15,15a en die fixeerplaatsen 16 en 17 aan het cilindrische gedeelte telkens een uitsparing 18 en 19 bevindt, welke uitsparingen een zwaluwstaartvormige gedaante hebben zodat verdere holle wanddozen op die uitsparingen 18 en 19 kunnen 10 worden aangesloten.
De fixeerplaatsen 16 en 17, waarvan in figuur 2 de fixeerplaats 16 nader is afgebeeld, bezitten een aanvormsel 20, dat in het bereik van de wand 10 nabij de vrije rand van de holle wanddoos 12 als een gesloten oog 21 is uitgevoerd en in het bereik tussen het oog 21 en de bodem 14 een open C-vormige dwarsdoorsnede heeft, welks vrije beeneinden 22 en 23 naar elkaar toe zijn gekeerd. Dóór het oog 21 heen 15 reikend en geleid en in het C-vormige aanvormsel 20 is een langgerekt, in dwarsdoorsnede plat rechthoekig fixeerdeel 24 ingezet, dat, zoals in figuur 2 met streeppuntlijnen weergegeven, aan zijn ene einde is voorzien van een U-vormige haak 25, waarvan de U-vorm ongeveer loodrecht op de langsrichting van het fixeerdeel 24 verloopt, waarbij het vrije been 26 van die U-vormige haak ongeveer in het verlengde van het fixeerdeel 24 eindigt, terwijl daarentegen de bodem van de U-vorm tot voorbij de platzijde van het fixeerdeel 20 24 reikt.
Voor het beter inbrengen van het fixeerdeel 24 is dit aan zijn tegengestelde einde voorzien van een dwarsdoorsnedevernauwing 27.
Voor het fixeren van de holle wanddoos in het inwendige van het gat 11 wordt het fixeerdeel respectievelijk wordt telkens een fixeerdeel 24 dóór de C-vorm van het aanvormsel 20 en dóór het oog 21 van de 25 bodem uit naar voren toe doorgestoken en wel zo ver, tot de haak 25, zoals weergegeven in figuur 2, tot achter de bodem 14 van de holle wanddoos 12 grijpt. Uiteraard wordt een fixeerdeel 24 zowel op de fixeerplaats 16 alsook op de fixeerplaats 17 aangebracht. De stand van de fixeerdelen 24, zoals in figuur 2 met streeplijnen weergegeven, waarbij de haken 25 van die fixeerdelen achter de bodem 14 van de holle wanddoos 12 grijpen, is de opslag- en transportstand.
30 Wanneer nu de holle wanddoos 12 in het gat 11 van de wand 10 moet worden gefixeerd, wordt eerst de holle wanddoos 12 dóór het gat 11 heengestoken, totdat de flenzen 15 en 15a komen aan te liggen tegen de buitenzijde van de wand 10. Het invoegen van de holle wanddoos met de fixeerorganen 24 kan zonder problemen worden uitgevoerd, aangezien zich wegens de vormgeving van de haken 25 met de in niet vervormde toestand uit de langsprojectie uitstekende bodem, van de U-vorm van de haken 25 en de benen 35 26 binnen de contour van de holle wanddoos 12 en daardoor ook binnen de, door het gat 11 gedefinieerde cilinder bevinden. Wanneer nu de holle wanddoos 12 in de in figuur 2 weergegeven stand in het gat 11 van de wand 10 is ingezet, worden de fixeerdelen 24 voorwaarts in pijlrichting A er uitgetrokken, waarbij de haak 25 door het oplopen op het cilindrische gedeelte 13 van de holle wanddoos 12 zodanig vervormd raakt, dat het vrije been naar buiten wordt gespreid en aldus in het bereik buiten de door het gat 11 gedefinieerde 40 cilinder komt te liggen. Zodra het been 26 tegen het binnenvlak van de wand komt aan te liggen, één en ander zoals in figuur 2 met getrokken lijnen is weergegeven, is de holle wanddoos gefixeerd en kan het naar buiten uitstekende lengtestuk van de fixeerdelen 24 worden afgesneden.
De afstand van de vrije benen 22 en 23 moet zodanig worden gekozen, dat de haak 25 respectievelijk het been 26 naar buiten kan zwenken. In plaats van een C-vorm van het aanvormsel kan uiteraard op 45 eenvoudige wijze ook een U-vormige gedaante worden toegepast, zoals in figuur 3 is aangeduid. Wanneer een C-vormige gedaante wordt toegepast, zou het bereik van de haak 25 ten opzichte van de rest van het fixeerdeel 24 overeenkomstig de afstand van de beeneinden 22, 23 smaller worden uitgevoerd.
De fixeerplaats 16 is in de figuren 4 en 5 op vergrote schaal afgebeeld. In het inwendige van het oog 21 wordt het fixeerdeel 24 geleid, waarbij de haak 25 door het U-vormige of C-vormige aanvormsel 20 wordt 50 geleid.
Het vrije einde van het been 26 is, betrokken op het buitenvlak van het been 26, afgeschuind onder een hoek a, welke zodanig is bemeten, dat het vrije einde 28 van het been 26 in de gemonteerde toestand, d.w. z. in de stand volgens figuur 5 loodrecht op de langsas van de holle wanddoos 12 verloopt en daardoor passend tegen het binnenvlak 29 van de wand 10 komt aan te liggen.
55 Ter fixering van het fixeerorgaan 24 in de in figuur 5 weergegeven stand is, in de vrije rand 30 van de holle wanddoos 12 een grendelelement 31 ingegoten, dat een L-vormige gedaante heeft, waarbij het korte been 32 van de L-vorm onder een stompe hoek ten opzichte van het lijf 33 van de L-vorm van het 4 3 194484 grendelelement is omgebogen; dat lijf 33 van het grendelelement 31 verloopt evenwijdig aan de middenas van de holle wanddoos 12 terwijl de punt van het been 32 naar bulten is gericht en grijpt in de glijbaan van het fixeerorgaan 24, zodat de punt van het been 32 in geringe mate tot in het inwendige van het fixeer-orgaan 24 ingeboord of ingedrukt kan komen te zitten.
5 Met andere woorden; de afstand van de punt van het been 32 tot het tegenovergelegen binnenvlak van het oog 21 is kleiner, dan de dikte van het fixeerorgaan 24.
Figuur 6 laat een alternatieve uitvoeringsvorm zien ten opzichte van hetgeen in figuur 5 is afgebeeld.
In de vrije rand 34 van de holle wanddoos 35, waarbij de fixeerplaatsen zo zijn uitgevoerd als bij de holle wanddoos 12 volgens figuur 1, is voorzien in een naar buiten naar de vrije rand toe open U-vormige groef 10 36, waarin een U-vormig grendelelement 37 is ingezet. Dat grendelelement 37 bevat een tweetal onderling evenwijdige benen 38 en 39, waarvan het been 39 aan zijn vrije einde is voorzien van een onder een stompe hoek ten opzichte daarvan aangebracht omgeknikt gedeelte 40; dit omgeknikte gedeelte 40 komt, wat de werking en de functie daarvan betreft, overeen met het been 32 van het grendelelement 31.
Het omgeknikte gedeelte 40 is daarbij voorzien van een punt 41, waarvan de afstand tot het niet nader 15 weergegeven oog kleiner is dan overeenkomt met de dikte van het fixeerorgaan, zodat de punt 41 tot in de bewegingsbaan van het fixeerorgaan 24 reikt. De door de groef 36 gevormde, zich radiaal buiten bevindende beenwand 42 van de holle wanddoos 35 is, op afstand van het vrije einde voorzien van en doorgaande opening 43, waarin een uitgeponst gedeelte 44 aan het been 39 ter vergrendeling ingrijpt, wanneer het grendelelement 37 in de groef 36 is ingestoken. Betrokken op de U-vorm van het grendelelement 37 20 reikt het uitgeponste gedeelte 44 naar buiten, in dezelfde richting als het omgeknikte gedeelte 40.
Boven het uitgeponste gedeelte 44 is voorzien in een verder uitgeponst gedeelte 45 dat binnenwaarts reikt en de veerwerkzaamheid van het omgeknikte gedeelte verbetert. Het been 39, waaraan zich het omgeknikte gedeelte 40 bevindt, is langer dan het been 38, dat in het inwendige van de groef 36 is ingelaten. Het uitgeponste gedeelte 45 heeft daarenboven nog het verdere voordeel, dat - in tegenstelling 25 met de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 - het omgeknikte gedeelte 40 door middel van een gereedschap, bijvoorbeeld een schroevendraaier, van het fixeerorgaan 24 kan worden afgelicht, zodat het fixeerorgaan gemakkelijker in zijn geleiding, d.w. z. in het oog 21 bewogen respectievelijk verplaatst kan worden.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 is het vrije einde 28 van het been 26 vlak; uiteraard kan het ook puntig, afgerond of van tanden voorzien zijn waarmee dat vrije been tot in het binnenvlak 29 van de wand 30 10 kan indringen.
Bij bepaalde holle wanddozen kan het omtreksbereik van de vasthoudflensgedeelten 15 en 15a vergroot uitgevoerd zijn, hetgeen in het bijzonder het geval is, wanneer het niet nodig is, naast een holle wanddoos een verdere holle wanddoos met uitsparingen 18 en 19 aan te sluiten.
Zoals hierboven aangegeven, kan het aanvormsel C-vormig, zoals in figuur 4 weergegeven, zijn 35 uitgevoerd; ook is echter een U-vormige gedaante mogelijk en, op bijzonder vereenvoudigde wijze is een geleiding onder bepaalde omstandigheden niet noodzakelijk. Er kan dan mee worden volstaan dat de haak 25 in het bereik van de vrije rand van de buitenwand respectievelijk het buitenvlak van het wandgedeelte 13 naar buiten wordt gedrukt.
Het is ook mogelijk, in plaats van het ingezette grendelelement 31 respectievelijk 37 aan de holle 40 wanddoos een op geschikte wijze aangevormd, een passende punt bevattend aanvormsel toe te passen; voor dat geval zou aan de zijde van het fixeerorgaan 24, dat met dat aanvormsel zou moeten samenwerken, een ribbeling kunnen worden toegepast, waarin dat aanvormsel vergrendelend een ligplaats zou kunnen innemen.
Figuur 7 laat een holle wanddoos 50 zien met een bodem 51 en een zijwand 52. Blijkens figuur 8 is de 45 zijwand 52 aan diametraal tegenover elkaar gelegen mantellijnen voorzien van axiaal verlopende groeven 53, welke worden begrensd door axiaal verlopende, radiaal uitstekende lijsten 54 en 55. Voor het vormen van grendelelementen of weerhaken voor de fixeerorganen is voorzien in een U-vormige strook 56 uit verend elastisch materiaal, bij voorkeur uit verenstaal, welks benen 57 en 58 in de groeven 53 worden geleid; tegen het buitenvlak van de bodem 51 ligt het lijf 59 van de beugel 56 aan. Dit lijf 59 is in niet 50 gemonteerde, ontspannen toestand convex naar het buitenvlak van de bodem 51 door een stempel-bewerking vóórgevormd respectievelijk vóórgebogen.
De einden van de benen 57 en 58 zijn ongeveer V-vormig dubbel omgezet, waarbij het ene been 60 van de V-vorm aansluit op het been 57; het andere been 61, dat van een punt soortgelijk aan de punt 32 of 41 is voorzien, reikt tot buiten de contour van de holle wanddoos en is daardoor op identieke wijze werkzaam 55 aan de punten 32 en 41; zij raken vastgehaakt in het fixeerorgaan 24. De punt van de V-vorm grijpt in een radiaal doorgaand gat 62 respectievelijk 63 terwijl, op grond van de convexe voorbuiging van het lijf 59 en de daardoor bereikte veerwerking de beugel 56 vastgeklemd raakt tussen het lijf en de armen 60 van de 194484 4 V-vormige beeneinden.
De V-vorm van de beeneinden is schematisch afgebeeld; uiteraard zijn er ook modificaties en optimaliseringen van deze vorm mogelijk, teneinde een veilige, betrouwbare fixering en vergrendeling van de fixeerorganen te bereiken.
5 Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 is het grendelelement respectievelijk de weerhaak 31 in de holle wanddoos ingegoten; het grendelelement 31 kan, blijkens de figuren 9 en 10, ook in een zwaluwstaartvormige groef 65 en daarin gefixeerd worden.
Thans wordt nader verwezen naar figuur 11.
Aan de zijwand 70 van een holle wanddoos 71 is aan het einde daarvan voorzien in een verdikking 72, 10 waarin een, naar de vrije rand van de zijwand 70 toe open groef 73 is ingebracht, welke met de groef 36 volgens figuur 6 overeenkomt. Op gelijke wijze als daar, is er, in de zich aan de buitenzijde bevindende wand 74 van de groef 73 een achterwaartse verspringing aangebracht welke om vervaardigingsredenen door een in figuur 11 niet weergegeven uitsparing (soortgelijk aan de uitsparing 43 in figuur 6) wordt gevormd. In de groef 73 is een golfvormig grendelelement 76 ingestoken, dat een viertal in tegengestelde 15 richting uitstekende golftoppen 77, 78, 79 en 80 bevat; de golftoppen 77 en 79 komen aan te liggen tegen de wand 74 van de groef 73 en de golftop 78 tegen de tegenovergelegen zich aan de binnenzijde bevindende wand 81 van de groef 73, zodat door deze drie golftoppen het grendelelement 76 in het inwendige van de groef 73 is vastgelegd; het grendelelement 76 bezit een met het uitgeponste gedeelte 44 overeenkomend uitgeponst gedeelte 82, dat achter de achterwaartse verspringing 75 grijpt, zodat het 20 grendelelement 76 niet uit de groef 73 kan worden getrokken. Op de golftop 80 sluit de punt 83 van het grendelement 76 aan, welke in een zaagtandvormige verdieping 84 aan het fixeerorgaan 85 ingrijpt.
Het fixeerorgaan 24 volgens de figuren 1, 2 en 5 is voorzien van een haak 25 van ongeveer L-vormige gedaante. Het fixeerorgaan 85 bevat een boogvormige haak 86, welks dikte van de wortel 87 van de haak met de dikte D1 naar het vrije einde 88 toe afneemt. De buitencontour 89 gaat over in een cirkelboog, welks 25 middelpunt MH samenvalt met het middelpunt van de binnencontour 90 van de haak 86.
Die binnencontour 90 gaat in het, in de gemonteerde toestand betrokken op de holle wanddoos zich aan de buitenzijde bevindende langszijvlak 91 van het fixeerorgaan 85 over in een cirkelboog met een kromtestraal R1( welks grootte slechts zodanig moet worden bemeten, dat kerfwerkingen en daardoor veroorzaakte spanningspieken worden vermeden. Daardoor vormt de haak 86 met het langgerekte bereik 30 van het fixeerorgaan 85 een V-vorm, waarbij die V-vorm in het bereik van de wortel 87 van de haak een puntige openingshoek heeft; het vrije einde 88 van de haak 86 verloopt langs de raaklijn, welke loodrecht op het langszijvlak 91 verloopt. De binnencontour 90 komt, in de gemonteerde toestand aan te liggen tegen het binnenvlak 93 van een wand 94.
Blijkens figuur 12 bezit het fixeerorgaan 85 een zwaluwstaartvormige dwarsdoorsnede in het bereik van 35 het langgerekte gedeelte 95, dat wordt geleid in een overeenkomstig uitgevoerde groef 96; die groef komt bijvoorbeeld overeen met de groef 20, waarbij echter de groef 20 slechts een U-vormige gedaante doch geen zwaluwstaartvormige gedaante heeft. Uiteraard zou de groef 20 eveneens zwaluwstaartvormig kunnen zijn evenals het langgerekte gedeelte van het fixeerorgaan 24.
Figuur 13 toont een verdere uitvoeringsvorm van de haak 100 van een fixeerorgaan 101 voor een holle 40 wanddoos 102. De haak 100 bevat een loodrecht op het langgerekte gedeelte 103 van het fixeerorgaan 101 verlopende arm 104, waaraan is voorzien in een evenwijdig aan het langgerekte gedeelte 103 verlopende ribbe 105 welke voor de geleiding van een veer 106 dienst doet.
Van belang is namelijk bij de fixering van de holle wanddoos, evenals bij de andere uitvoeringsvormen volgens de figuren 1-11, dat de haak 25 of 86 of 100 verende eigenschappen heeft. Terwijl bij de 45 uitvoeringsvormen volgens de figuren 1 - 11 de verende eigenschappen van het materiaal en de vorm van het grendelelement worden benut, is bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 13 oorzaak van de verende eigenschappen een veer 106. Een dergelijke veer is noodzakelijk, om toleranties in de dikte van een holle wand 94 of andere veranderingen in het verloop van de tijd te vereffenen.
Uiteraard zijn een reeks modificaties mogelijk, zonder daardoor het kader van de uitvinding te verlaten.
50 Van belang is, dat aan de holle wanddoos een naar voren toe uittrekbaar fixeerorgaan is aangebracht, dat aan de holle wanddoos in axiale richting een geleiding heeft en is voorzien van een haak, welke bij het uittrekken door het buitenvlak van de holle wanddoos radiaal buitenwaarts tot achter de wand 10 wordt gedrukt.

Claims (2)

  1. 5 194484
  2. 1. Elektrische holle wanddoos, zoals bijvoorbeeld een schakelaardoos, een aftakdoos e.d., welke doos van voren in een doorgaand gat in een wand kan worden ingezet, met een radiaal buitenwaarts uitstekende, aan 5 de vrije rand aangebrachte vasthoudflens en met ten minste een tweetal van voren te bedienen, aan de omtrek gelijkmatig verdeeld aangebrachte fixeerorganen, welke in de ingezette toestand van die holle wanddoos van achteren tegen de wand kunnen worden aangetrokken, zodanig, dat de wand tussen die vasthoudflens en de fixeerorganen vastgeklemd kan komen te zitten, waarbij elk fixeerorgaan een langgerekte, zich langer dan de axiale lengte van de holle wanddoos uitstrekkende vorm heeft, en in een 10 axiale geleiding op het buitenvlak van de holle wanddoos verplaatsbaar geleid wordt en aan zijn, zich van de vasthoudflens afgekeerde zijde bevindende einde een aanvormsel bevat, waarvan althans een gedeelte dwars op de langsrichting van het fixeerorgaan is gericht, en een aanslag vormt voor aankomst tegen de achterzijde van de holle wand, waarbij de fixeerorganen voorzien zijn van een vertanding voor vergrendelende samenwerking met de doosvaste weerhaakmiddelen, met het kenmerk, dat de weerhaakmiddelen (31; 15 37; 60; 76) lip- of tongvormig zijn en in radiaal buitenwaartse richting verend gespannen zijn tegen de fixeerorganen (24; 95). Hierbij 1 blad tekening
NL9900011A 1994-03-31 2001-01-12 Elektrische holle wanddoos. NL194484C (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4411211 1994-03-31
DE4411211 1994-03-31
DE4415452 1994-05-03
DE4415452 1994-05-03
NL9600015 1996-09-11
NL9600015A NL194142C (nl) 1994-03-31 1996-09-11 Elektrische holle wanddoos.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9900011A NL9900011A (nl) 2001-05-01
NL194484B NL194484B (nl) 2002-01-02
NL194484C true NL194484C (nl) 2002-05-03

Family

ID=27206232

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9900011A NL194484C (nl) 1994-03-31 2001-01-12 Elektrische holle wanddoos.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL194484C (nl)

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE784150A (fr) * 1971-07-26 1972-09-18 Lange & Co Boite de derivation electrique ou similaire
FR2566848B1 (fr) * 1984-06-28 1987-11-06 Aero Plast Dispositif pour la fixation d'une manchette sur une ouverture d'une paroi quelconque d'epaisseur variable
US4693438A (en) * 1986-02-10 1987-09-15 Angell Thomas M Electrical box retainer

Also Published As

Publication number Publication date
NL194484B (nl) 2002-01-02
NL9900011A (nl) 2001-05-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5819375A (en) Tensioning strap
US6855884B2 (en) Protection member for a mesh cable tray, and a tray including said member
NL1033138C2 (nl) Pijpbeugel.
HU222104B1 (hu) Cső alakú védőburkolat hosszanti hasítékkal
US5365955A (en) Hair clip mount
US5353478A (en) Hose clamp
KR970015179A (ko) 자동차 좌석용 수평 위치 고정 슬라이드
JP2009520538A (ja) 家具本体の中に変位可能に配置された家具部品のための伸縮式ガイド
NL8303260A (nl) Schroefloze bandklem.
HU222133B1 (hu) Bedugó feszítőék
FR2852157A1 (fr) Dispositif de fixation d'un fil sur un element porteur muni d'au moins deux ouvertures et ensemble porteur pour chemin de cables comportant au moins un tel dispositif
BE1014539A3 (nl) Scharnier en scharnierdeel daarvoor.
NL194484C (nl) Elektrische holle wanddoos.
NL193646C (nl) Elektrische holle wanddoos.
NL194142C (nl) Elektrische holle wanddoos.
US6508143B2 (en) Structure for mounting to steering wheel
HU211404B (en) Device for locking two coaxial tubes
BE1010417A4 (nl) Element bestemd voor montage in een gat in een wand.
US5314155A (en) Device for suspending a cable sleeve on a support cable
US4960354A (en) Headed fastener retainer clip
KR960701749A (ko) 파일(File)
US3919745A (en) System for assembling two parts and a sliding fastener slider including application thereof
MXPA04011157A (es) Abrazadera abierta de manguera con oreja plasticamente deformable y metodo para elaborar la misma.
NL1011546C2 (nl) Doekconstructie.
CN105299160B (zh) 带有扭力弹簧的外置/内置的防松脱紧固件的机械的牵引机构张紧器的张紧器靴

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20150330