NL194422C - Samenstel alsmede brug behorend tot het samenstel voor het binden van een stengel van een gewas aan een steun. - Google Patents

Description

1 194422

Samenstel alsmede brug behorende tot het samenstel voor het binden van een stengel van een gewas aan een steun

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor het aan een steun binden van een stengel, zoals een 5 stam of een tak, van een gewas, omvattende een brug en ten minste één in het gebied van een eerste uiteinde daarvan, aan de brug bevestigde flexibele streng, waarbij ten minste twee vrije einden van de ten minste ene flexibele streng, in het gebied van een tweede, tegenover het eerste uiteinde gelegen uiteinde aan de brug te bevestigen zijn voor het vormen van lussen tussen de bevestigingspunten in het gebied van het eerste en het tweede uiteinde van de brug.

10 Een dergelijk samenstel is bekend uit het Britse octrooischrift 699.757. Bij dit bekende samenstel is de brug nabij elk van zijn uiteinden voorzien van een sleuf, nabij één van zijn uiteinden voorzien van een opening en is de flexibele streng uitgevoerd als een schroefvormig gewikkelde veer uit staaldraad, die in de opening en in elk van de sleuven kan worden bevestigd teneinde een stengel aan een steun te binden. Bezwaren van dit samenstel zijn, dat de veer kostbaar en corrosiegevoelig is. Voorts bestaan de veer en 15 de brug uit relatief hard materiaal. In het bijzonder door de windingen van de veer, bestaat bij schavielen een grote kans op beschadiging van de stengel en de paal.

De uitvinding heeft als doel een samenstel te verschaffen, waarbij de flexibele streng en de brug relatief goedkoop en corrosievast kunnen zijn uitgevoerd en waarbij de kans op beschadiging van de stengel en de paal door schavielen is beperkt.

20 Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt, doordat ten minste vrije uiteinden van de ten minste ene flexibele streng op hun beurt lussen vormen en in het genoemde gebied van het tweede uiteinde om de brug kunnen worden gelegd.

Doordat de streng is voorzien van lussen teneinde aan een uiteinde van de brug te kunnen worden bevestigd, behoeft deze niet te zijn uitgevoerd als een schroefveer, maar kan deze uit zacht materiaal, zoals 25 kunststof of rubber zijn vervaardigd. Door toepassing van zacht materiaal wordt de kans op beschadiging van de stam en de paal door schavielen tegengegaan.

De lussen van de beide einden van de streng trekken in gemonteerde toestand in ongeveer tegengestelde richtingen aan de brug en neigen ertoe naar elkaar toe te schuiven, waardoor de door de lussen op de brug uitgeoefende dwarskrachten elkaar ongeveer opheffen. Hierdoor worden aan de brug relatief lage 30 eisen wat betreft stijfheid en sterkte gesteld. Deze kan daardoor uit een, relatief soepel en zacht materiaal zijn vervaardigd, waardoor beschadiging van de stengel en de paal verder wordt tegengegaan. Als materiaal kan bijvoorbeeld kunststof, zoals PE of PP (eventueel hergebruikte kunststof), hout of rubber worden toegepast, waardoor ook corrosie eenvoudig kan worden tegengegaan.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat in gemonteerde toestand: 35 a. de brug in het gebied van het eerste uiteinde daarvan door de streng op zijn plaats kan worden gehouden, b. de brug door om het tweede uiteinde gelegde lussen verder kan worden gefixeerd tegen rotatie van het tweede uiteinde om de aansluiting van de streng in het gebied van het eerste uiteinde en c. de lussen van de streng daardoor zelf door de brug betrouwbaar vast kunnen worden gehouden.

40 De streng kan reeds voor gebruik in het gebied van het eerste uiteinde aan de brug zijn bevestigd. Dit biedt het voordeel, dat het niet telkens nodig is een streng en een brug bij elkaar te zoeken.

Doordat de lusvormige uiteinden van de streng over de brug verschuifbaar zijn, wordt een aan de dikte van de stengel en de steun aangepaste positie van de lussen verkregen. Hierdoor wordt de bewegingsvrijheid van de stengel ten opzichte van de steun op een meer effectieve wijze beperkt, dan bij het bekende 45 samenstel het geval is.

Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en toegelicht aan de hand van een aantal uitvoerings-voorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont: figuur 1 in perspectivisch aanzicht een boom die met behulp van een uitvoering van het samenstel aan 50 een paal is gebonden, figuur 2 een bovenaanzicht in doorsnede van de configuratie volgens figuur 1, figuur 3 een zijaanzicht van een brug van een inrichting volgens figuur 1, figuur 4 een zijaanzicht van een streng van een inrichting volgens figuur 1, figuur 5 een zijaanzicht van een brug volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld, 55 figuur 6 een zijaanzicht van een streng volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld, figuur 7 een zijaanzicht van een streng volgens een derde uitvoeringsvoorbeeld, figuur 8 een zijaanzicht van een brug volgens een derde uitvoeringsvoorbeeld, 194422 2 figuur 9 een aanzicht in doorsnede volgens de lijn IX—IX in figuur 8, figuur 10 een bovenaanzicht van een inrichting volgens een vierde uitvoeringsvoorbeeld, figuur 11 een zijaanzicht van de inrichting volgens figuur 10, en figuur 12 een bovenaanzicht van de inrichting volgens een variant op het in de figuren 10 en 11 5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

In de figuren 1 en 2 is weergegeven, hoe onder gebruikmaking van een samenstel 1 volgens een uitvoeringsvoorbeeld, een stengel van een gewas - in dit geval een stam 2 van een boom - aan een steun - in dit geval in de vorm van een paal 3 - is gebonden. Het samenstel omvat een brug 4 (zie ook figuur 3) 10 en een flexibele streng 5 (zie ook figuur 4). De streng 5 is aan de brug 4 bevestigd in het gebied van een eerste uiteinde 6 daarvan. Vrije einden 7, 8 van de flexibele streng 5 zijn in het gebied van een tweede, tegenover het eerste uiteinde 6 gelegen uiteinde 9 aan de brug 4 bevestigd en vormen tussen tussen de bevestigingspunten in het gebied van het eerste en het tweede uiteinde 6 en 9 van de brug 4.

De vrije uiteinden van de flexibele streng 5 vormen op hun beurt lussen 10, 11 en zijn in het genoemde 15 gebied van het tweede uiteinde 9 om de brug 4 gelegd.

Doordat de streng 5 is voorzien van de lussen 10 en 11, kunnen de vrije uiteinden aan een uiteinde van de brug 4 worden bevestigd door de lussen 10, 11 over dat uiteinde te leggen. De streng 5 kan zijn uitgevoerd uit bijvoorbeeld kunststof of rubber. De lussen 10,11 van de beide einden 7, 8 van de streng 5 trekken in tegengestelde richting aan de brug 4 en neigen ertoe naar elkaar toe te schuiven. Hierdoor wordt 20 op de brug een relatief klein buigend moment uitgeoefend en hoeft de brug 4 slechts aan relatief lage eisen wat betreft stijfheid en sterkte te voldoen. Deze kan daardoor bijvoorbeeld uit een soepele soort kunststof zijn vervaardigd, waardoor beschadiging van de stam 2 en de paal 3 door schavielen tegen de brug 4 wordt tegengegaan.

De brug 4 vormt bovendien een afstandshouder tussen de stam 2 en de paal 3, waardoor beschadiging 25 van de stam 2 en de paal 3 door schavielen tegen elkaar wordt tegengegaan.

De brug 4 wordt in het gebied van zijn eerste uiteinde door de om de paal 3 en de stam 2 geslagen streng 5 op zijn plaats gehouden. Door om het tweede uiteinde 9 gelegde lussen 10, 11 is de brug 4 gefixeerd tegen rotatie van het tweede uiteinde 9 om de bevestiging van de streng 5 in het gebied van het eerste uiteinde 6. De lussen 10, 11 van de streng 5 worden daardoor zelf door de brug 4 betrouwbaar vast 30 gehouden.

Voor het aan de paal 3 binden van de stam 2 kan de streng 5 aan de brug worden bevestigd, kan de brug 4 tussen de paal 3 en de stam 2 door worden gestoken en kunnen de lussen 10 en 11 om het tweede uiteinde 9 van de brug 4 worden gelegd. Aldus kan de stam 2 zeer snel aan de paal 3 worden gebonden.

Uiteraard kunnen op overeenkomstige wijze, met overeenkomstige voordelen als hiervoor en hierna 35 beschreven, ook takken en dergelijke aan steunen worden bevestigd. Het samenstel kan in verschillende afmetingen worden uitgevoerd, variërend van zeer klein voor het opbinden van bijvoorbeeld kamerplanten tot groot voor het ondersteunen van bijvoorbeeld jonge bomen en zogenaamde ’’spilbomen", die men in de fruitteelt veelvuldig aan kan treffen.

De flexibele streng 5 volgens het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is aan beide zijden van de brug 4 in 40 zijn geheel uitgevoerd als een lus. Doordat een eind van de streng aan een zijde van de brug in zijn geheel is uitgevoerd als een lus, wordt de door dat eind van de streng 5 op de stam 2 of de paal 3 uitgeoefende kracht verdeeld over twee gedeeltes van dat eind van de streng 5. Hierdoor wordt de kans op schade aan de stam 2 of de paal 3 verder tegengegaan. Voorts kan daardoor dat eind van de streng 5 in zijn geheel nagenoeg loodrecht ten opzichte van de stam 2 verlopen, zodat de maximale in de streng 5 optredende 45 spanning relatief laag kan blijven en is de lus relatief groot, waardoor deze gemakkelijk om het tweede uiteinde 9 van de brug 4 kan worden gelegd.

De flexibele streng 5 is bij voorkeur vervaardigd uit een kunststof die na plastische vervorming, na verloop van tijd, althans gedeeltelijk, naar zijn oude vorm terug vervormt.

Dit vergemakkelijkt het aanbrengen van de lussen van de streng 5 om het tweede uiteinde 9 van de brug 50 4. Voorts kan hierdoor een nauwsluitende aansluiting van streng 5 om de paal 3 en de stam 2 met een beperkte elasticiteit worden verkregen. Hierdoor wordt schavielen van de samengebonden delen tegengegaan.

De flexibele streng 5 verloopt door een doorgang 12 in het gebied van het eerste uiteinde van de brug en is in zijn langsrichting door die doorgang 12 verschuifbaar. Dit biedt het voordeel, dat de spanning in de 55 streng 5 gelijkmatig over de einden 7 en 8 aan weerszijden van de. brug 4 wordt verdeeld, doordat de streng 5 automatisch naar die zijde van de brug 4 verschuift, waar de spanning in de streng 5 het grootst is. Het samenstel is hierdoor zowel geschikt voor het binden van een stengel aan een steun met een ongeveer 3 194422 gelijke dikte, als aan een steun met een aanzienlijk grotere of kleinere dikte.

De flexibele streng 5 is in de doorgang opgesloten, waardoor de brug 4 en de streng 5 voor kunnen worden gemonteerd. Indien de streng 5 reeds voor gebruik in het gebied van het eerste uiteinde 6 aan de brug 4 is bevestigd, is het bij toepassing van het samenstel niet telkens nodig een streng 5 en een brug 4 5 bij elkaar te zoeken.

De flexibele streng 5 volgens het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is eindloos omlopend uitgevoerd.

Door deze eenvoudige vormgeving kan de streng 5 tegen lage kosten worden vervaardigd en worden spanningsconcentraties in het materiaal van de streng tegengegaan.

Teneinde de streng 5 met tegenover elkaar gelegen gedeeltes op afstand van elkaar door de doorgang 10 12 te kunnen voeren en geleiden, omvat de doorgang 12 twee openingen 13 en een van de ene opening 13 naar de andere opening 13 verlopende spleet 14. Bij assemblage van het samenstel wordt een uiteinde 10 of 11 van de streng 5 door de spleet 14 gedrukt, totdat tegenover elkaar gelegen gedeeltes van de streng 5 door de openingen 13 verlopen. Doordat de spleet 14 nauwer is dan de dikte van de streng 5 worden de tegenover elkaar gelegen gedeeltes van de streng 5 in de openingen 13 opgesloten.

15 Doordat de spleet 14 via een omweg van de ene naar de andere opening 13 verloopt, kan een aan de spleet grenzend gedeelte van de brug 4, dat tussen de openingen 13 is gelegen, worden weggebogen voor het vergroten van de spleet 14. Hierdoor wordt het plaatsen van de streng 5 in de doorgang 12 vergemakkelijkt.

In figuur 5 is een tweede uitvoeringsvoorbeeld 104 van de brug weergegeven. Bij deze brug 104 is de 20 doorgang 112 via een spleet 114 verbonden met de buitenrand van de brug 104. Dit maakt het mogelijk de streng 5 in zijn dwarsrichting door de spleet 114 naar de doorgang 112 te voeren. Doordat de spleet 114 nabij de doorgang 112 een kleinere breedte heeft dan de dikte van de streng 5, is de streng 5 na plaatsing in de doorgang 112 opgesloten. Doordat de spleet 114 een naar de doorgang toe geleidelijk afnemende breedte heeft, is de streng 5 echter toch gemakkelijk door de spleet 114 naar de doorgang 112 te voeren.

25 In figuur 6 is een streng 105 weergegeven, die bijzonder geschikt is voor toepassing in combinatie met de brug 104 volgens figuur 5. Evenals bij de streng 5 volgens figuur 4 zijn de uiteinden van de streng 105 uitgevoerd als lussen 110 en 111. Deze streng 105 heeft echter een middengedeelte 115, dat enkelvoudig Is uitgevoerd en een dwarsdoorsnede heeft, die qua vorm en afmetingen overeen komt met de vorm van de doorgang 112.

30 Het middengedeelte kan ook bandvormig zijn uitgevoerd, waardoor een betere drukverdeling over de aan elkaar gebonden stengel en de steun kan worden verkregen.

De lussen 110 en 111 vormen elk een voorbij een binnengelegen lus 116 resp. 117 uitstekend gedeelte. Dit maakt het mogelijk, bij het over het tweede uiteinde 109 (figuur 5) leggen van de lussen 116 en 117, de streng 115 vast te houden aan de uitstekende gedeeltes 110 resp. 111. Dit vergemakkelijkt het aanbrengen 35 van het samenstel en verkleint de kans op bekneld raken van vingers tussen een lus en een brug.

Doordat de uitstekende gedeeltes worden gevormd door de buitengelegen lussen 110 en 111 is de werkzame lengte van de streng instelbaar, door naar keuze de binnengelegen lussen 116 en 117 dan wel één van de of beide buitengelegen lussen 110 en 111 om het tweede uiteinde 109 van de brug 104 te leggen.

40 In figuur 7 is een derde uitvoeringsvoorbeeld 205 van een streng weergegeven, die in het bijzonder geschikt is voor toepassing in combinatie met een brug 4 volgens figuur 3 of een brug 204 volgens figuren 8 en 9, waarvan de doorgang, 12, 212 is voorzien van op een onderlinge afstand gelegen openingen 13, 213. Evenals de streng 5 volgens figuur 4 is deze streng eindloos uitgevoerd. Tussen buitengelegen lussen 210 en 211 zijn echter aan de zijde van de lus 211 nog een aantal opeenvolgende binnengelegen lussen 45 218-221 aangebracht. De werkzame lengte van de streng 205 kan in vijf opeenvolgende standen worden ingesteld door de bijbehorende lus 211, 218-221 over het uiteinde 9, 209 van de brug 4, 204 te leggen.

De brug volgens de figuren 8 en 9 is voorzien van ribben 222 in langsrichting, waardoor een vergroting van de buigstijfheid van de brug 204 en een vergroting van de afstand tussen een stengel en steun, waar de brug tussen is geplaatst, wordt verkregen. Door de vergrote afstand tussen de stengel en de steun, 50 wordt tegengegaan, dat de stengel en de steun elkaar kunnen raken en tegen elkaar kunnen schavielen. De vergrote afstand tussen stengel en steun is in het bijzonder voordelig bij het aan elkaar binden van stengels en steunen, waarbij ten minste de stengel of de steun onregelmatig verloopt.

De brug volgens de figuren 8 en 9 heeft voorts een verbreed middengedeelte, waardoor de stengel en de steun over een relatief groot oppervlak tegen de brug 204 aan kunnen liggen. Door de ribben 222 55 meegevend uit te voeren kan worden bereikt, dat de brug zich vormt naar de vorm van de stengel en de steun die daartegen aanliggen.

De ribben deel maken telkens deel uit van een Ω-profilering. Hierdoor kan de brug eenvoudig worden

Claims (15)

194422 4 vervaardigd en heeft deze aan elke zijde grote oppervlakken, waartegen de stengel en de steun aan kunnen liggen. In de figuren 10 en 11 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven, waarbij een brug 304 en een flexibele streng 305 uit eenzelfde stuk materiaal zijn vervaardigd. Dit maakt het mogelijk, het samenstel te vervaardi-5 gen, zonder enige assemblage-handeling. De streng is in het gebied van het eerste uiteinde 306 van de brug 304 vast aan die brug bevestigd. De brug 304 kan ten opzichte van de streng 305 worden verbogen naar een dwars ten opzichte van de streng ui stekende stand. Vervolgens kan een stengel met behulp van het samenstel volgens dit uitvoeringsvoorbeeld op overeenkomstige wijze aan een steun worden gebonden als met behulp van het samenstel weergeven in de figuren 1-4.

1. Samenstel voor het aan een steun binden van een stengel, zoals een stam of een tak, van een gewas, 45 omvattende een brug en ten minste één in het gebied van een eerste uiteinde daarvan, aan de brug- bevestigde flexibele streng, waarbij ten minste twee vrije einden van de ten minste ene flexibele streng, in het gebied van een tweede, tegenover het eerste uiteinde gelegen uiteinde aan de brug te bevestigen zijn voor het vormen van lussen tussen de bevestigingspunten in het gebied van het eerste en het tweede uiteinde van de brug, met het kenmerk, dat ten minste vrije uiteinden van de ten minste ene flexibele streng 50 op hun beurt lussen (10,11; 110, 111; 210, 211; 310, 311) vormen en in het genoemde gebied van het tweede uiteinde om de brug kunnen worden gelegd.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de flexibele streng (5, 205) aan ten minste één zijde van de brug in zijn geheel een eindloos omlopende lus vormt.

3. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de brug (304) en de flexibele 55 streng (305) uit eenzelfde stuk materiaal zijn vervaardigd.

4. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de flexibele streng is vervaardigd uit een kunststof die na plastische vervorming, na verloop van tijd, althans gedeeltelijk, naar zijn 5 194422 oude vorm terug vervormt.

5. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de flexibele streng door een doorgang in het gebied van het eerste uiteinde van de brug verloopt met het kenmerk, dat de flexibele streng in de doorgang is opgesloten, en in zijn langsrichting door die doorgang verschuifbaar is.

6. Samenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de flexibele streng (5, 205) eindloos omlopend is uitgevoerd.

7. Samenstel volgens één der conclusies 5-6, met het kenmerk, dat de doorgang twee openingen (13, 213) en een van de ene opening naar de andere opening verlopende spleet (14, 214) omvat.

8. Samenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de spleet (14, 214) via een omweg van de ene 10 opening (13, 213) naar de andere opening (13, 213) verloopt.

9. Samenstel volgens één der conclusies (5-7), met het kenmerk, dat de doorgang (112) via een spleet (114) is verbonden met de buitenrand van de brug (104).

10. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de brug (204, 304) is voorzien van ten minste één ribbe (222, 322) in langsrichting.

10 De brug 304 heeft ter vergroting van de buigstijfheid daarvan een grotere dikte dan de streng 305 en is voorzien van ribben 322 die de uitmaken van een Ω-profilering. Deze maatregelen zijn bij het samenstel volgens dit uitvoeringsvoorbeeld in het bijzonder van belang, omdat de brug uit hetzelfde, relatief soepele materiaal is vervaardigd als de streng 305. In plaats van als een Ω-vormige doorsnede, kan de brug met voordeel een ovale doorsnede hebben.

15 Hierdoor kan bij een geschikte dimensionering een voldoende grote buigstijfheid van de brug worden bereikt, terwijl de brug, zowel naar de steun als naar de streng van het gewas toe, een relatief groot steunvlak maar geen scherpe randen heeft. Figuur 12 toont nog een variant van het in de figuren 10 en 11 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, waarbij aan elke zijde van de brug 304, binnenwaarts van de buitenste lussen 310 en 311, binnengelegen 20 lussen 318 en 319 zijn aangebracht. Dit maakt het mogelijk het samenstel volgens deze variant toe te passen voor het aanbinden van een grotere variëteit aan strengen aan een grotere variëteit aan steunen en/of om voor de streng 305 in mindere mate vervormbaar materiaal toe te passen. Bij elk van de bruggen 4, 104, 204, 304 heeft het tweede uiteinde 9,109, 209, 309 van de brug een grotere breedte dan een binnengelegen aangrenzend gedeelte 23, 123, 223, 323 van die brug. Dit biedt het 25 voordeel, dat over het tweede uiteinde gelegde lussen van de strengen 5,105, 205, 305, bij een bepaalde lengte van de brug, extra betrouwbaar om het tweede uiteinde blijft liggen. Een verder voordeel hiervan is, dat voor het over het tweede uiteinde leggen van de tweede lus van de streng, de brug in de richting van zijn eerste uiteinde over een vergrote afstand terug kan worden getrokken zonder dat de eerste lus van het tweede uiteinde af schiet. Terugtrekken van de brug voorafgaand aan het plaatsen van de tweede lus over 30 de brug vergemakkelijkt het bevestigen van de tweede lus. Dit is in het bijzonder van belang, omdat bij het over het tweede uiteinde leggen van de tweede lus van de streng, de spanning in de streng relatief groot is. Het is echter ook mogelijk de brug te voorzien van een tweede uiteinde met een constante breedte of zelfs met een in zijaanzicht puntig toelopend tweede uiteinde. De brug 204 volgens de figuren 8 en 9 heeft aan de buitenzijde van zijn verbrede gedeelte in het gebied 35 van het tweede uiteinde 209 pijlvormig naar het tweede uiteinde toe verlopende randen. Dit maakt het over het tweede uiteinde leggen van de lussen van de streng gemakkelijker. Voor een betrouwbare verankering van de lussen kunnen de van het uiteinde 209 af gelegen zijden van de verbreding haakvormig zijn uitgevoerd en binnenwaarts naar dat uiteinde toe verlopen, zodat een lus achter die verbreding kan worden gehaakt. 40

11. Samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de ribbe (222, 322) deel uitmaakt van een Ω-profilering.

12. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de streng (105, 205) aan ten minste één uiteinde is voorzien van een voorbij een lus (116, 117, 218-221; 318, 319) uitstekend gedeelte (110, 111, 211, 218220, 310, 311, 318).

13. Samenstel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het uitstekende gedeelte (110, 111, 211, 218-220, 310, 311, 318) is uitgevoerd als een volgende lus.

14. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede uiteinde (9,109, 209, 309) van de brug (4, 104, 204, 304) een grotere breedte heeft dan een binnengelegen aangrenzend (23, 123, 223, 323) gedeelte van die brug.

15. Brug voor toepassing als onderdeel van een samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met een doorgang (12, 112, 212) voor een flexibele streng, met het kenmerk, dat de doorgang uitsluitend is gelegen in het gebied van één van de uiteinden van de brug. Hierbij 5 bladen tekening