NL193978C

NL193978C - Vaccinatie-samenstel voor kippen.

Info

Publication number: NL193978C
Application number: NL9001370A
Authority: NL
Original assignee: Merial Sas
Priority date: 1989-06-22
Filing date: 1990-06-15
Publication date: 2001-04-03
Also published as: FR2648701B1; GB9013876D0; IT9020668A1; NL193978B; ES2038064A1; KR910000092A; GB2233234A; GB2233234B; FR2648701A1; ES2038064B1; NL9001370A; JPH0330761A; IT1248870B; DE4019656A1; IT9020668A0

Description

1 193978 . Vaccinatie-samenstel voor kippen

De uitvinding heeft betrekking op een vaccinatie-samenstel omvattende: - een kippenvaccin-samenstelling met een olieachtige adjuvans, en 5 - een draagbare kippenvaccinatie-inrichting van het straalinjectietype met ten minste een ejectiesproeier.

Een dergelijk samenstel van een kippenvaccin-samenstelling en een kippenvaccinatie-inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-4.103.684. Dit octrooischrift openbaart een als pistoolgreep hanteerbare en draagbare vaccinatie-inrichting van het straalinjectietype met een door instelling regelbare injectiekracht. De instelbare injectiekracht maakt enerzijds toepassing van bekende straalinjectie-inrichtingen 10 bij nieuwe medicijnen of vaccins mogelijk en anderzijds toepassing bij dieren en gevogelte, zoals kippen, mogelijk. Deze vaccinatie-inrichting is hydraulisch bekrachtigd, waartoe aan de onderzijde van de greep aansluitingen voor hydraulische leidingen zijn voorzien. Het ejectievolume is, teneinde deze inrichting multi-toepasbaar te doen zijn, instelbaar. Voor humane vaccins worden ais instelwaarden voor de doses genoemd 0,1 cc, 0,5 cc en 1,0 cc. Voor veterinaire vaccins worden geen doses genoemd. Nadeel van een 15 dergelijke instelbaarheid is echter dat dit het risico van een onnauwkeurige, foutieve instelling met zich mede brengt, dat het instelmechanisme aan slijtage onderhevig zal zijn en dus een verloop in de tijd zal vertonen, en dat bovendien bij het in hoog tempo achtereenvolgens vaccineren van een groot aantal patiënten het risico bestaat dat de dosisinstelling tussentijds ongemerkt verloopt of versteld wordt. Dit speelt in het bijzonder bij kippen, waarbij het gewenste behandeltempo extreem hoog is vergeleken met bij 20 mensen.

In een olieachtig adjuvans geïnactiveerde vaccins worden veel gebruikt bij het vaccineren van vogels, in het bijzonder leghennen en fokkippen. Zij worden aanbevolen als nieuwe vaccins die tussen 16 en 22 weken actief blijven en tijdens de periode van het leggen van eieren een krachtige immuniteit verlenen. De doeltreffendheid ervan is bekend, maar zij vertonen nadelen die niet verwaarloosd kunnen worden: 25 - zij kunnen weinig economisch in een koude ruimte worden opgeslagen: 1000 doses met een volume van 500 ml tegen 100 doses met een volume van 2 ml voor de actieve vaccins; - zij kunnen wijzigingen van de spierstructuur (spieren van de borstbeenkam) bewerkstelligen in welke spieren zij worden ingebracht. Deze kwetsuren zijn in de Verenigde Staten aan de dag getreden als gevolg van een nieuwe techniek die het onderzoek van een coupe van de spieren van de borstbeenkam vereist 30 Vanaf de toepassing van deze maatregelen is het aantal inbeslagnames in het slachthuis aanzienlijk gestegen en het gebruikspercentage van geïnactiveerde vaccins is gedaald van 70% tot 35%.

Bij voornoemde nadelen hebben zich die gevoegd welke verbonden zijn aan de toedieningsmethode van deze vaccins, te weten de intramusculaire injectie. De injectienaald heeft de volgende nadelen: - zij deponeert het totale volume van de dosis op dezelfde plek; 35 - zij kan de borstbeenkam beschadigen en een ontstekingsreactie veroorzaken; - zij is de duidelijke infectiebron door bacteriën die zij overbrengt en die van vuile veren afkomstig zijn.

Deze bacteriën doen des te sterkere reacties ontstaan naarmate zij met het adjuvans van het vaccin zijn gemengd; - zij is de oorsprong van de horizontale verspreiding van een groep infectieziekten die gewoonlijk verticaal 40 worden overgedragen. Dit is voor de lymfoïde leukose duidelijk aangetoond door De Boer, die heeft aangetoond dat een naald die ingebracht is in de spier van een door leukose geïnfecteerde kip, de ziekte op ten minste zeven kippen kan overbrengen (G.F. DE BOER et al., ’’Resistance and Immunity to Marek’s disease”, Livre CEE EUR 6470,1980, biz. 552-565).

De uitvinding heeft tot doelstelling het tegelijkertijd verhelpen van de nadelen van de geactiveerde 45 vaccins en hun toedieningsmethode, door het verschaffen van een vaccinatie-samenstel, dat het mogelijk maakt aan kippen door vaccinatie een betrouwbare bescherming te verlenen, die ten minste gelijk is aan die van eerdere processen, waarbij onschadelijkheid volkomen wordt gewaarborgd voor het behouden van de kwaliteit van de aangeboden voeding en waarbij gelijktijdige verontreinigingen worden vermeden en welk samenstel bovendien het in hoog ritme, op betrouwbare wijze vaccineren van grote aantallen kippen 50 mogelijk maakt.

Dit doel wordt bij een vaccinatie-samenstel van de in het begin aangegeven soort volgens de uitvinding bereikt doordat de kippenvaccinatie-inrichting is ingericht voor het via de ejectiesproeier toedienen van een vaste en onveranderlijke dosis van ongeveer 0,3 ml en doordat de kippenvaccin-samenstelling een zodanige concentratie heeft dat de vaste en onveranderlijke dosis van ongeveer 0,3 ml vaccin bij kippen een 55 effectieve vaccinatie verschaft.

Aanvraagster heeft gevonden dat het gebruik van een vaccinatie-inrichting van het straalinjectietype en van vaccinale effectieve doses van ongeveer 0,3 ml bij kippen leidt tot een doeltreffendheid van het 9 193978 2 vaccineren die superieur is ten opzichte van de gebruikelijke, minder geconcentreerde doses en ten opzichte van gebruikelijke toedieningsmethoden, waarbij een betere onschadelijkheid en een afwezigheid van de overdracht van infectieziekten van de ene kip op de andere wordt gewaarborgd. Door de dosis in te stellen op een vaste onveranderlijke waarde wordt ook op lange termijn en bij grote aantallen vaccinaties de 5 doseringsnauwkeurigheid verzekerd.

Onder vaccin-samenstelling verstaat men of een enkelvoudige stof in zijn excipiëns, of een mengsel van verscheidene stoffen in hun excipiëns. De actieve stof in de vaccin-samenstelling is meer geconcentreerd dan gewoonlijk, aangezien de vaccinerende dosis een dosisvolume heeft van gelijk aan 0,3 ml tegen 0,5 ml voor de gebruikelijke doses.

10 Bij het vaccinatiesamenstel volgens de uitvinding gaat het om vaccins die in een olieachtig adjuvans geïnactiveerd zijn. De samenstelling van dit adjuvans, per ml vaccin, is bij voorkeur de volgende: - lichte vloeibare paraffine 500 tot 670 mg - esters van vetzuren en polyolen 26 tot 85 mg - esters-ethers van vetzuren en polyolen 5 tot 33 mg.

15 Volgens een uitvoeringsvorm waarbij de vaccinatie-inrichting ten minste een ejectiekamer omvat, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de draagbare kippenvaccinatie-inrichting twee ejectiekamers omvat die een gezamenlijk volume van ongeveer 0,3 ml hebben, waarbij de ejectiekamers afzonderlijk in voedingsverbïnding staan met verschillende reservoirs van kippenvaccin-samenstellingen, waarbij elke ejectiekamer is verbonden met een afzonderlijke ejectiesproeier, en waarbij de afstand tussen de hartlijnen 20 van uit de ejectiesproeiers afkomstige stralen is aangepast aan de morfologie van kippen. Deze opstelling maakt het mogelijk om kippen gelijktijdig twee verschillende vaccin-samenstellingen toe te dienen, bijvoorbeeld een vaccin-samenstelling in elke spier van de borstbeenkam.

Opgemerkt wordt dat EP-114.792 een vaccinatie-inrichting openbaart met twee ejectiekamers die uitmonden op één gezamenlijke ejectiesproeier.

25 De uitvinding zal nu meer in bijzonderheden worden beschreven met behulp van een uitvoerings-voorbeeld van een vaccinatie-inrichting volgens de uitvinding, die op de tekening is weergegeven, en met behulp van proeven die betrekking hebben op de doeltreffendheid en de onschadelijkheid van deze inrichting en van de vacclnale samenstellingen volgens de uitvinding.

30 In te tekening tpont:

Figuur 1 een aanzicht voor van een longitudinale doorsnede van een toedieningsapparaat volgens de uitvinding.

Figuur 2 een gedeeltelijk aanzicht van een doorsnede waarbij de ejectiekop van het apparaat van figuur 1 gedemonteerd is.

35

Het toedieningsapparaat 1 omvat, In een kast, een elektromotor 2 die verbonden is met een vertragings-inrichting 3 die zelf via een kam 4 met een drijfstang 5 is verbonden, welke kam de drijfstang 5 tegen de werking van een instelveer 6 in beweging zet.

De drijfstang 5 is vast met een beweeglijke zuiger 7 verbonden waarbij de drijfstang 5 in een longitudi-40 nale richting wordt gebracht. De zuiger 7 strekt zich ten dele uit in een toevoerlichaam 8 dat een verdikking 9 draagt die bestemd is voor het opnemen van een vloeistofreservoir of van een fles. De verdikking omvat een opnamenaald 10 waarvan het kanaal uitmondt in een schuifinrichting 7' van de zuiger 7 wanneer deze zich in de positie van het opnemen van vloeistof bevindt.

De baan van de zuiger 7 zet zich voort in een ejectiekop 11. De ejectiekop (figuur 2) omvat achtereen-45 volgens een bus 12, een torusverbinding 13, een sproeier "Rubis" 14 die vast verbonden is met een schacht "Rubis” 15, twee filters 16 en 17, respectievelijk van een klein en van een groot kaliber, een klepveer 18 en een klep 19, alsmede een klepzitting 20 met vastgezette filters 20a en verbindingsstukken 20b, een torusverbinding 21 en een onderdeel 22 dat het lichaam van de ejectiekop 11 vormt.

Bij figuur 1 omvat het apparaat ook een orgaan 23 voor het opnieuw laden welk orgaan tussen de 50 elektromotor 2 en de kam 4 is aangebracht.

De rustpositie, weergegeven in fig. 1, komt overeen met de positie van de zuiger 7, die ingesteld is door de instelveer 6. De ejectiekop 11 wordt dan met een volume vloeistof gevuld.

De ejectiefase wordt teweeggebracht door het in werking stellen van de drijfstang 5 door de kam 4 tegen de instelveer. De drijfstang 5 duwt de zuiger 7 in de richting van de bus 12 hetgeen een ejectie onder zeer 55 hoge druk van het betreffende vloeistofvolume met zich meebrengt.

Bij het draaien zet de kam 4 de drijfstang 5 in vrijheid welke stang vervolgens door de instelveer 6 wordt ingesteld, en de gelijktijdig ingestelde zuiger, bewerkstelligt het aanzuigen van vloeistof in de ejectiekop 11 3 193978 via de schuifinrichting ervan, waarbij de klep 19 zich in de zitting 20 ervan in een afgesloten positie bevindt om het opzuigen van het geschikte vloeistofvolume mogelijk te maken.

De opstelling van de ejectiemiddelen en de opnamemiddelen maakt het mogelijk doses van 0,3 ml af te geven.

5 Doeltreffendheid vergeleken met een zelfde dosis antigen, gemengd met variabele volumina adjuvans Het onderzoek is uitgevoerd met het vaccin van de ziekte van Newcastle (Imopest).

- 10 kippen hebben een totale dosis (0,5 ml) ontvangen; - 10 kippen hebben 1/16de van een dosis (0,03 ml) ontvangen; - 10 kippen hebben 1/16de van een dosis ontvangen waaraan men 0,47 ml adjuvans had toegevoegd om 10 het geïnjecteerde volume op 0,5 ml te brengen; - 20 kippen hebben 1/64ste van een dosis ontvangen (0,008 ml); - 20 kippen hebben 1/64ste van een dosis ontvangen waaraan men het volume adjuvans had toegevoegd welk volume noodzakelijk was om het geïnjecteerde volume op 0,5 ml te brengen.

Drie weken na de vaccinatie heeft men in de kippen een belangrijke hoeveelheid van een pathogeen 15 virus geïnjecteerd.

Het bleek dat het antigen doeltreffender is wanneer het in een kleiner volume wordt toegediend. Bovendien hebben proeven, die in het laboratorium volgens voor diverse vaccins officiële controletechnieken zijn uitgevoerd, aangetoond dat vaccins van 0,3 ml ten minste even doeltreffend waren als de gebruikelijke vaccins van 0,5 ml.

20 Vaccinatieproeven met het apparaat volgens de uitvinding

In het laboratorium hebben 32 kuikens, die reeds aan een primovaccinatie met Newcastle en Bronchite infectueus materiaal waren onderworpen, een dosis vaccin OVO-4 (ziekte van Newcastle, ND + Bronchite infectueus materiaal, Bi + syndroom van de daling van de omvang van het leggen van eieren, EDS + infectueus syndroom van Grosses Têtes, SIGT) met behulp van het apparaat volgens de uitvinding 25 ontvangen. 32 kippen, die van dezelfde groep afkomstig waren, werden als controle gehouden.

Men heeft een buitengewone vaccinale respons ten aanzien van Newcastle verkregen en een zeer goede seroconversie in BI en EDS.

De gevaccineerde dieren vertoonden geen vermindering van de omvang van de periode van het leggen van eieren in tegenstelling met de controledieren. Voor deze laatste, dragers van door de krachtige vaccins 30 overgebrachte antilichamen, was de daling van de eierlegperiode 20%.

Op hetzelfde terrein is dezelfde hoeveelheid vaccin gebruikt voor het vaccineren van een groep fokkippen.

Men heeft daar nog bijzonder goede en homogene responsies verkregen, die de laboratoriumresultaten bevestigen.

35 Onschadelijkheid

De techniek van het inspecteren van de spieren van de borstkam, die recent in de Verenigde Staten is toegepast, heeft duidelijk de schade aangetoond die veroorzaakt wordt door geïnactiveerde vaccins voor vogels die in een dosis van 0,5 ml worden toegepast.

Men heeft de dispersie van het vaccin in de spier onderzocht onmiddellijk na de injectie en de onschade-40 iijkheid door onderzoek van de kwetsuren vijf weken na de injectie.

Drie groepen van 10 kippen hebben in het gebied van de borstkam in een olieachtig adjuvans geïnactiveerd vaccin ontvangen, waaraan men een rode kleurstof heeft toegevoegd (fenolrood) teneinde de dispersie van het product beter te kunnen volgen. Deze dispersie is waargenomen nadat men de kippen vanaf de injectie had gedood en een sectie van de spieren had gemaakt door het traject van het toege-45 diende vaccin te volgen: - of een dosis van 0,5 ml met de naald - of een dosis van 0,3 ml met de naald - of een dosis van 0,3 ml zonder naald, met behulp van de inrichting volgens de uitvinding.

Het uitgevoerde onderzoek heeft aangetoond dat in het geval van: 50 - 0,5 ml/naald, het vaccin in het algemeen opgehoopt is in eenzelfde plaats van spiermassa's, behalve wanneer soms het vaccin tussen twee spieren is verdeeld.

- 0,3 ml/naald, waarbij de dispersie van het product in de spier is verbeterd. Enkele druppeltjes zijn echter zichtbaar.

- 0,3 ml/inrichting volgens de uitvinding, waarbij de dispersie van een betere kwaliteit is en zich ongeveer 55 als volgt verdeelt: - 0,1 ml subcutaan - 0,1 mi in de spier

Claims

193978 4 - 0,1 ml tussen twee spiervlakken. - In het laatste geval zijn de waargenomen kwetsuren na 5 weken veel minder belangrijk dan in de voorafgaande gevallen. 5

1. Vaccinatie-samenstel omvattende: - een kippenvaccin-samenstelling met een olieachtige adjuvans, en 10 - een draagbare kippenvaccinatie-inrichting van het straalinjectietype met ten minste een ejectiesproeier, met het kenmerk, dat de kippenvaccinatie-inrichting (1) is ingericht voor het via de ejectiesproeier (14) toedienen van een vaste en onveranderiijke dosis van ongeveer 0,3 ml, en dat de kippenvaccin-samenstelling een zodanige concentratie heeft, dat de vaste en onveranderlijke dosis van ongeveer 0,3 ml vaccin bij kippen een 15 effectieve vaccinatie verschaft

2. Vaccinatie-samenstel volgens conclusie 1, waarbij de kippenvaccinatie-inrichting ten minste een ejectiekamer omvat, met het kenmerk, dat de draagbare kippenvaccinatie-inrichting (1) twee ejectiekamers omvat die een gezamenlijk volume van ongeveer 0,3 ml hebben, waarbij de ejectiekamers afzonderlijk in voedingsverbinding staan met verschillende reservoirs van kippenvaccin-samenstellingen, waarbij elke 20 ejectiekamer is verbonden met een afzonderlijke ejectiesproeier (14), en waarbij de afstand tussen de hartlijnen van uit de ejectiesproeiers afkomstige stralen is aangepast aan de morfologie van kippen. Hierbij 2 bladen tekening