NL193742C

NL193742C - Houder voor stroomverzamelrails.

Info

Publication number: NL193742C
Application number: NL9000526A
Authority: NL
Original assignee: Loh Kg Rittal Werk
Priority date: 1989-04-08
Filing date: 1990-03-07
Publication date: 2000-08-04
Also published as: NL193742B; NL9000526A; DE8904420U1

Description

1 193742

Houder voor stroomverzamelrails

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor stroomverzamelrails met een blokvormig draagdeel, dat in de van de bevestigingszijde afgekeerde bovenzijde daarvan ten minste een groefvormige uitsparing voor 5 het ontvangen van een rechthoekvormige stroomverzamelrail bezit en waarbij de bovenzijde van het draagdeel kan worden afgedekt door een zich over de uitsparing, in de richting van een ene smalle zijde van het draagdeel naar een tegenoverliggende andere smalle zijde daarvan uitstrekkend afdekdeel, waarbij bij de gebieden van beide smalle zijden vasthoudmiddelen om het afdekdeel loodrecht op de bovenzijde van het draagdeel onlosmaakbaar aan het draagdeel vast te zetten zijn voorzien.

10 Een houder van deze soort is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 3.143.518. Deze bekende houder heeft een draagdeel met drie uitsparingen, welke middels een afdekdeel zijn af te dekken. In elke uitsparing is een rechthoekige stroomverzamelrail opneembaar en het afdekdeel wordt met verscheidene, in het bijzonder vier, verbindingsschroeven aan het draagdeel bevestigd. De verscheidene verbindings-schroeven maken dat het wegnemen en opnieuw aanbrengen van het afdekdeel omvangrijke montage-15 werkzaamheden vereist, bijvoorbeeld als een stroomverzamelrail moet worden vervangen. Deze montage-werkzaamheden zijn moeilijk omdat een stroomverzamelrail in de langsasmeting daarvan is bevestigd in meerdere houders.

Doel van de uitvinding is een houder van de in de inleiding vermelde soort te verschaffen, waarbij de verbinding tussen het afdekdeel en het draagdeel zodanig is vereenvoudigd, dat met weinig montage· 20 werkzaamheden het afdekdeel kan worden aangebracht aan het draagdeel en weer kan worden losgemaakt van het draagdeel, zonder echter te moeten afzien van een ondubbelzinnige bevestiging van het afdekdeel aan het draagdeel.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de vasthoudmiddelen in het gebied van de ene smalle zijde een van de bovenzijde afstaand vasthoudelement met een vasthoudaanzetstuk bezitten en in 25 de naar de ene smalle zijde van het draagdeel toegekeerde zijde van het afdekdeel een het vasthoudelement ontvangende vasthoudontvangruimte met een vasthoudaanzetstuk omgrijpende vasthoud-inspringing.

Het met de vasthoudontvangruimte in het afdekelement samenwerkende vasthoudelement met vasthoudaanzetstuk maakt niet alleen een schroefverbinding overbodig, maar bovendien is de koppelende samen-30 werking door een eenvoudige snelle handeling te realiseren.

Opgemerkt wordt dat uit het Duitse Gebrauchsmuster 8.804.559 een houder voor een stroomverzamelrail bekend is met een haakvormig bevestigingsdeel. De haak bestaat hierbij uit twee benen. Het ene been vormt een afdekdeel dat de stroomverzamelrail afdekt, en het andere been, dat aan een eind van het ene been is aangebracht, wordt in het draagdeel gestoken. Het vastzetten van het vrije uiteinde van het ene, het 35 afdekdeel vormende been gebeurt door aandrukking middels een aangrenzend haakvormig bevestigingsdeel voor het bevestigen van een tweede stroomverzamelrail Voor het demonteren van een stroomverzamelrail dient dan een hele reeks van haakvormige bevestigingsdelen, en daarmee ook van stroomverzamelrails, los te worden gemaakt.

Bij een houder waarvan het draagdeel meerdere uitsparingen voor stroomverzamelrails bezit, is het 40 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding voordelig wanneer per uitsparing aan het draagdeel een vasthoudelement met vasthoudaanzetstuk is aangebracht en wanneer elke uitsparing door middel van een afdekdeel kan worden afgedekt. Aldus wordt het mogelijk om een verzamelrail los te maken terwijl de overige blijven vastzitten.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm wordt het in samenwerking brengen van het vasthoudelement en 45 de vasthouduitsparing zeer eenvoudig, wanneer het vasthoudelement met het vasthoudaanzetstuk haakvormig is uitgevoerd, waarbij het vasthoudaanzetstuk in de richting naar de tegenoverliggende smalle zijde van het draagdeel is gericht, terwijl het afdekdeel in de toegekeerde smalle zijde een groefvormige ontvangruimte voor het vasthoudelement bezit, die naar de bovenzijde van het afdekdeel toe een verwijde vasthoudinspringing voor het vasthoudaanzetstuk van het vasthoudelement bezit. Het afdekdeel wordt dan 50 in de langsrichting van het draagdeel over de bovenzijde daarvan verschoven om de verbinding tot stand te brengen.

De haakvormige uitvoeringsvorm kan daarbij zodanig zijn uitgevoerd, dat het vasthoudelement en het vasthoudaanzetstuk een ronde dwarsdoorsnede bezitten terwijl de ontvangruimte en de vasthoudinspringing in het afdekdeel voor het vasthoudelement met het vasthoudaanzetstuk een portaalvormige dwarsdoorsnede 55 bezitten, zodat het afdekdeel draaibaar is gelagerd op de bovenzijde van het draagdeel. Het afdekdeel kan dan in een willekeurige hoekpositie op het vasthoudelement worden geschoven en vervolgens gedraaid worden naar de afdekkende toestand. Met het draaien van het afdekdeel om het vasthoudelement van het 193742 2 draagdeel kan dan volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm ook de tegenoverliggende smalle zijde van het afdekdeel aan het draagdeel worden bevestigd, wanneer de vasthoudmiddelen in het gebied van de andere smalle zijde klikverbindingsmiddelen met een ondersneden, cirkelboogvormige klikribbe aan de onderzijde van het afdekdeel en een cirkelboogvormige klikgroef in de bovenzijde van het draagdeel 5 omvatten, waarbij de klikribbe in de klikgroef gezwaaid kan worden.

Bij een houder waarbij het draagdeel is voorzien van een getrapte bevestigingsboring waarin een kopschroef op verzinkbare wijze opneembaar is, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de getrapte bevestigingsboring in de bodem van de groefvormige uitsparing is aangebracht. Aldus is een ruimte-besparend draagdeel realiseerbaar en kan de met zijn kop in de bevestigingsboring verzonken bevestigings-10 schroef door een stroomverzamelrail afgedekt worden.

De uitvinding wordt aan de hand van verschillende, in de tekening perspectivisch weergegeven uitvoerings-voorbeelden nader toegelicht.

Figuur 1 geeft een houder weer uit een draagdeel en een afdekdeel voor het bevestigen van een 15 stroomverzamelrail.

Figuur 2 geeft een houder weer gelijk aan de houder van figuur 1, echter met een anders gevormd vasthoudelement en daaraan aangepaste vasthoudontvangruimte.

Figuur 3 geeft een houder weer uit een draagdeel en drie afdekdelen voor het vastzetten en bevestigen van drie stroomverzamelrails.

20

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 1 is het blokvormig draagdeel 10 in zijn bovenzijde voorzien van een enkele groefvormige uitsparing 11 voor het ontvangen van een in dwarsdoorsnede overeenkomstig gevormde stroomverzamelrail. In de bodem van deze uitsparing is een in diameter versprongen bevestigingsboring 12 aangebracht, die een kopschroef voor het aanbrengen van het draagdeel 10 aan een 25 bevestigingsviaK kan ontvangen. In de zijwand van de uitsparing 11 zijn de zwaluwstaartvormige groeven 13 en 14 aangebracht, die met hun insteekrichtingen loodrecht op de bodem van de uitsparing 11 zijn gericht. Op deze wijze kunnen compensatiestukken met zwaluwstaartvormige ribben in de uitsparing 11 worden geplaatst, die zelf kleinere uitsparingen voor stroomverzamelrails met kleinere doorsneden bezitten.

In het gebied van de ene smalle zijde van het draagdeel 10 steekt aan de bovenzijde het aangevormde 30 vasthoudelement 15 met het vasthoudaanzetstuk 16 uit, die in de richting van de andere smalle zijde van het draagdeel 10 aan het vasthoudelement 15 uitsteekt. In het bereik van de andere smalle zijde van het draagdeel 10 is de schroefdraadvormige ontvangruimte 17 in de bovenzijde ingelaten.

Het blokvormige afdekdeel 20 draagt aan de ene smalle zijde de vasthoudopneemruimte 21 met de vasthoudinspringing 22, die zijn aangepast aan de dwarsdoorsneden van het vasthoudelement 15 en het 35 vasthoudaanzetstuk 16. Als het afdekdeel 20 in de richting van de pijl over de bovenzijde van het draagdeel 10 wordt geschoven, ontvangt de vasthoudontvangruimte 21 met de vasthoudinspringing 22 het vasthoudelement 15 met het vasthoudaanzetstuk 16 terwijl het afdekdeel 20 in het gebied van de daarbij behorende smalle zijde loodrecht op de bovenzijde van het draagdeel niet meer kan worden afgelicht. De verbindings-schroef 25 wordt door de getrapte boring 24 in de schroefdraadvormige ontvangruimte 17 geschroefd, zodat 40 ook in het gebied van de bijbehorende smalle zijde het afdekdeel 20 met het draagdeel 10 is verbonden. Boven de uitsparing 11 van het draagdeel 10 is in het afdekdeel 20 de schroefdraadboring 23 voor een klemschroef voor het vastklemmen van de stroomverzamelrail in de uitsparing 11 aangebracht.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 2 is het vasthoudelement 15 en het vasthoudaanzetstuk 16 rond terwijl de vasthoudontvangruimte 21 met de vasthoudinspringing 22 een portaalvormige dwarsdoor-45 snede bezit, zodat het afdekdeel 20 in een willekeurige hoekpositie, ook dwars op de langsrichting van het draagdeel 10 op het vasthoudelement 15 kan worden gestoken, zoals door een pijl is aangegeven. Een verdere pijl geeft weer dat het afdekdeel 20 dan ten opzichte van het draagdeel 10 kan worden verzwaaid. Daarbij wordt de aan de onderzijde van het afdekdeel 20 gevormde cirkelboogvormige klikribbe 27 geleid in de cirkelboogvormige klikgroef 18, die is ingelaten in de bovenzijde van het draagdeel 10. De klikgroef 18 50 en de klikribbe 27 zijn ondersneden en vormen een klikverbinding, die ook in het gebied van de daarnaar toegekeerde smalle zijde het afdekdeel 20 zodanig aan het draagdeel 10 vastzet, dat dit niet meer loodrecht op de bovenzijde daarvan kan worden losgemaakt. Het afdekdeel 20 is daardoor zonder verbindings-schroeven op twee bevestigingsplaatsen ondubbelzinnig verbonden met het draagdeel 10. De klemschroef 26 wordt geschroefd in de schroefdraadboring 23 en klemt de stroomverzamelrail vast in de uitsparing 11, 55 die op de wijze zoals bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 is gevormd.

De houder volgens figuur 3 heeft een draagdeel 10 met drie uitsparingen 11 voor stroomverzamelrails 30. Bij elke uitsparing 11 behoort een vasthoudelement 15 met een vasthoudaanzetstuk 16. Elke uitsparing

Claims

3 193742 11 wordt door middel van een afdekdeet 20 afgedekt, dat zwaaibaar is om het vasthoudelement 15 met het vasthoudaanzetstuk 16, als het in de pijlrichting is gestoken op het vasthoudelement 15. De verbinding in het gebied van de smalle zijde van het afdekdeel 20, die ligt tegenover de vasthoudontvangruimte 21 met de vasthoudinspringing 22, neemt de ribbe 27 over, die bij het verdraaien van het afdekdeel 20 in de 5 bijbehorende klikgroef 18 van het draagdeel 10 wordt geleid. Bij het vervangen van een stroomverzamelrail 30 behoeft daarom alleen het bijbehorende afdekdeel 20 te worden verdraaid en weggenomen. Het afsluiten van de uitsparing 11 met de ingelegde nieuwe stroomverzamelrail 30 vindt plaats door het opsteken en verdraaien van het afdekdeel 20. De klemschroef 26 zorgt weer voor het vastzetten van de stroomverzamelrail 30 in de uitsparing 11. 10
1. Houder voor stroomverzamelrails met een blokvormig draagdeel, dat in de van de bevestigingszijde 15 afgekeerde bovenzijde daarvan ten minste een groefvormige uitsparing voor het ontvangen van een rechthoekvormige stroomverzamelrail bezit en waarbij de bovenzijde van het draagdeel kan worden afgedekt door een zich over de uitsparing, in de richting van een ene smalle zijde van het draagdeel naar een tegenoverliggende andere smalle zijde daarvan uitstrekkend afdekdeel, waarbij in de gebieden van beide smalle zijden vasthoudmiddelen om het afdekdeel loodrecht op de bovenzijde van het draagdeel 20 onlosmaakbaar aan het draagdeel vast te zetten zijn voorzien, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen in het gebied van de ene smalle zijde een van de bovenzijde afstaand vasthoudelement (15) met een vasthoudaanzetstuk (16) bezitten en in de naar de ene smalle zijde van het draagdeel (10) toegekeerde zijde van het afdekdeel (20) een het vasthoudelement (15) ontvangende vasthoudontvangruimte (21) met een vasthoudaanzetstuk (16) omgrijpende vasthoudinspringing (22).
2. Houder volgens conclusie 1 waarbij het draagdeel meerdere uitsparingen voor stroomverzamelrails bezit, met het kenmerk, dat per uitsparing (11) aan het draagdeel (10) een vasthoudelement (15) met vasthoudaanzetstuk (16) is aangebracht, en dat elke uitsparing (11) kan worden afgedekt door middel van een afdekdeel (20).
3. Houder volgens een der conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat het vasthoudelement (15) met het 30 vasthoudaanzetstuk (16) haakvormig is uitgevoerd, waarbij het vasthoudaanzetstuk (16) in de richting naar de tegenoverliggende smalle zijde van het draagdeel (10) is gericht, terwijl het afdekdeel (20) in de toegekeerde smalle zijde een groefvormige ontvangruimte (21) voor het vasthoudelement (15) bezit, die naar de bovenzijde van het afdekdeel (20) toe een verwijde vasthoudinspringing (22) voor het vasthoudaanzetstuk (16) van het vasthoudelement (15) bezit.
4. Houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het vasthoudelement (15) en het vasthoudaanzetstuk (16) een ronde dwarsdoorsnede bezitten terwijl de ontvangruimte (21) en de vasthoudinspringing (22) in het afdekdeel (20) voor het vasthoudelement (15) met het vasthoudaanzetstuk (16) een portaalvormige dwarsdoorsnede bezitten, zodat het afdekdeel (20) draaibaar is gelagerd op de bovenzijde van het draagdeel (10). 40 5.Houder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen in het gebied van de andere smalle zijde klikverbindingsmiddelen met een ondersneden, cirkelboogvormige klikribbe (27) aan de onderzijde van het afdekdeel (20) en een cirkelboogvormige klikgroef (18) in de bovenzijde van het draagdeel (10) omvatten, waarbij de klikribbe (27) in de klikgroef (18) gezwaaid kan worden.
6. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het draagdeel is voorzien van een getrapte 45 bevestigingsboring, waarin een kopschroef op verzonken wijze opneembaar is, met het kenmerk, dat de getrapte bevestigingsboring (12) in de bodem van de groefvormige uitsparing (11) is aangebracht. Hierbij 3 bladen tekening