NL1010519C1 - Inrichting voor het losmaakbaar bevestigen van een verlichtingsinrichting, en daarbij te gebruiken verlichtingsinrichting. - Google Patents

Inrichting voor het losmaakbaar bevestigen van een verlichtingsinrichting, en daarbij te gebruiken verlichtingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1010519C1
NL1010519C1 NL1010519A NL1010519A NL1010519C1 NL 1010519 C1 NL1010519 C1 NL 1010519C1 NL 1010519 A NL1010519 A NL 1010519A NL 1010519 A NL1010519 A NL 1010519A NL 1010519 C1 NL1010519 C1 NL 1010519C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lighting device
fastening
clamping means
lighting
tightening element
Prior art date
Application number
NL1010519A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Leopold Boude Schuite
Erwin De Lange
Original Assignee
Johannes Leopold Boudewijn Sch
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johannes Leopold Boudewijn Sch filed Critical Johannes Leopold Boudewijn Sch
Priority to NL1010519A priority Critical patent/NL1010519C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1010519C1 publication Critical patent/NL1010519C1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/02Wall, ceiling, or floor bases; Fixing pendants or arms to the bases

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)

Description

Inrichting voor het losmaakbaar bevestigen van een ver-lichtingsinrichtina, en daarbij te gebruiken verlichtincs-inrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het losneembaar bevestigen van een verlichtingsin-richting aan een ondersteuning zoals een wand, een plafond, een schilderijlijst en dergelijke, welke losmaakbare 5 verlichtingsinrichting een greep omvat met een contactdeel voor electrisch contact met een geleidingsorgaan van de bevestigingsinrichting, en klemmiddelen en spanmiddelen omvat om het contactdeel tegen het geleidingsorgaan van de bevestigingsinrichting te duwen. De uitvinding heeft 10 tevens betrekking op een verlichtingsinrichting die bij de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding gebruikt kan worden.
Een dergelijke bevestigingsinrichting is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0.640.309, waarbij de 15 bevestigingsinrichting uitgevoerd is in de vorm van een verlichtingsrail. De verlichtingsinrichting is daarbij met behulp van de greep op iedere plaats in de rail te steken en met behulp van zijn klemmiddelen in de vorm van een klemplaat achter naar elkaar toe gerichte randen van de 20 rail te haken door de verlichtingsinrichting na het insteken een kwart slag te draaien. De spanmiddelen van de verlichtingsinrichting, gewoonlijk een drukveer, drukken het contactdeel dan tegen een geleidingsstrip van de rail, 1010519 2 en drukken de klemplaat tegen de naar elkaar toe gerichte randen van de klemplaat.
Deze bekende verlichtingsrail heeft het nadeel dat hij niet goed bruikbaar is wanneer het gewenst is de 5 verlichtingsinrichting altijd op dezelfde plaats aan te brengen. Er moet dan een kort stuk rail gebruikt worden, hetgeen esthetisch niet fraai is, en daar moeten de con-tactplaten voor de spanningsbron ook in bevestigd worden.
Het is een doel van de uitvinding dit bezwaar te 10 ondervangen. Het is een ander doel van de uitvinding een dergelijke bevestigingsinrichting te verschaffen, die gemakkelijk aan een ondersteuning in de vorm van plaatvormig materiaal te bevestigen is. Het is nog een ander doel van de uitvinding een dergelijke inrichting te verschaf-15 fen, die gemakkelijk te monteren is. Het is weer een ander doel een inrichting te verschaffen, die goedkoop te vervaardigen is.
Tenminste één dezer doelen wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting van de in de aanhef 20 genoemde soort, waarbij de bevestigingsinrichting een bevestigingsdeel voor bevestiging aan de ondersteuning omvat waaraan het geleidingsorgaan is aangebracht, en waarbij een afsteundeel aan het bevestigingsdeel is bevestigd voor het afsteunen van de klemmiddelen van de ver-25 lichtingsinrichting, waarbij de bevestigingsinrichting is ingericht om één verlichtingsinrichting te kunnen bevestigen.
Hiermee is een bevestigingsinrichting verschaft, waarmee een bestaande verlichtingsinrichting die voor 30 verlichtingsrails gebruikt werd, nu ook bruikbaar is om op één punt op een ondersteuning aan te brengen.
Bij voorkeur is een isolatieorgaan aangebracht tussen het bevestigingsdeel en het geleidingsorgaan om via het geleidingsorgaan electrische spanning toe te kunnen 35 voeren naar de verlichtingsinrichting.
Volgens een voorkeursuitvoering is het bevestigingsdeel hol en dekt het afsteundeel het bevestigings- 1010519 3 deel af, en is het afsteundeel voorzien van een opening voor het doorlaten van het contactdeel, de klemmiddelen en de spanmiddelen van de verlichtingsinrichting. Het contactdeel wordt bij het aanbrengen van de verlichtings-5 inrichting dan in het bevestigingsdeel gestoken en maakt daar contact met het geleidingsorgaan, terwijl de klemmiddelen inwendig afsteunen tegen het afsteundeel.
Bij voorkeur is de opening in het afsteundeel in hoofdzaak langwerpig voor het doorlaten van de klemmidde-10 len van de verlichtingsinrichting die een in hoofdzaak rechthoekige klemplaat omvatten, zodat de klemplaat na het inbrengen een kwart slag gedraaid kan worden en daarna af kan steunen tegen het afsteundeel.
Volgens een voorkeursuitvoering bezit het beves-15 tigingsdeel een steunrand ter afsteuning tegen plaatvormige materiaal. In het plaatvormige materiaal moet dan een gat aangebracht worden, waarbij de steunrand van de beves-tigingsinrichting tegen de rand van het gat af kan steunen .
20 Bij voorkeur is het bevestigingsdeel in hoofd zaak busvormig en voorzien van uitwendig schroefdraad, zodat andere onderdelen van de bevestigingsinrichting gemakkelijk aan het bevestigingsdeel bevestigd kunnen worden.
25 Bij voorkeur is het afsteundeel op het bevesti gingsdeel geschroefd, en bij voorkeur is het bevestigingsdeel aan de plaat vast te zetten met behulp van een moer.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is het isolatieorgaan busvormig en bezit het aan een einde een 3 0 bodem en aan het andere einde een steunrand om af te steunen tegen het bevestigingsdeel, en bij voorkeur is het geleidingsorgaan busvormig en bezit het een bodem, waar een van schroefdraad voorzien uitsteeksel aan vast zit dat door een opening in de bodem van het isolatieorgaan steekt 35 om het geleidingsorgaan met behulp van een moer in het isolatieorgaan vast te zetten.
Bij voorkeur is de inrichting middels de moeren 1 0 ί Üó t 9 4 met een spanningsbron verbonden.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is de verlichtingsinrichting nabij de klemmiddelen voorzien van een uitstekende nok, waarbij een vasttrekelement tussen de 5 klemmiddelen en de nok geplaatst is, welk vasttrekelement voorzien is van een schroefdraadvormig gedeelte dat onder de nok aan kan grijpen, om de verlichtingsinrichting na het plaatsen daarvan in de bevestigingsinrichting vast te trekken en door de klemmiddelen inwendig tegen het 10 afsteundeel van de bevestigingsinrichting te trekken door verdraaiing van het vasttrekelement. Bij het verdraaien van het vasttrekelement grijpt het schroefdraadvormige gedeelte aan onder de nok en duwt de nok van het afsteundeel van de bevestigingsinrichting vandaan. De klemmid-15 delen worden daardoor aan de binnenzijde van het afsteundeel tegen het afsteundeel getrokken, waardoor de verlichtingsinrichting vast opgesloten zit in de bevestigingsinrichting en niet meer verdraaid kan worden, en ook geen verdere bewegingsvrijheid meer bezit. Bij een per ongeluk 20 aangrijpen op de verlichtingsinrichting kan deze dan ook niet meer los komen uit de bevestigingsinrichting. Het vasttrekelement steunt af op de ondersteuning waar de bevestigingsinrichting aan bevestigd is.
Bij voorkeur omvat de verlichtingsinrichting 25 drie nokken en het vasttrekelement drie bijbehorende schroefdraadvormige gedeelten, zodat de verlichtingsinrichting via drie punten tegen het vasttrekelement afsteunt .
Volgens een voorkeursuitvoering bezit het vast-30 trekelement een opening met zodanige afmetingen, dat het vasttrekelement langs de nokken schuifbaar is. Het vasttrekelement kan dan vanaf de lampzijde van de verlichtingsinrichting over de nokken op zijn plaats geschoven worden.
35 Bij voorkeur bezit ieder schroefdraadvormig gedeelte een aanslag voor de bijbehorende nok, zodat het vasttrekelement niet te ver verdraaid kan worden en de nok 1010519 5 aan het einde van het schroefdraadvormige gedeelte niet van het schroefdraadvormige gedeelte afloopt.
Bij voorkeur is het vasttrekelement een vast- trekring.
5 De bovenbedoelde verlichtingsinrichting met vasttrekelement is ook te gebruiken met de bekende ver-lichtingsrail.
De uitvinding zal hieronder worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing 10 naar de toegevoegde tekening.
Figuur 1 toont op schematische wijze de bevesti-gingsinrichting volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede.
Figuur 2A toont het bevestigingseinde van de verlichtingsinrichting volgens de uitvinding in dwarsdoor-15 snede.
Figuur 2B toont het bevestigingseinde van figuur 2A vanaf de lampzijde.
Figuur 3A toont de vastzetring volgens de uitvinding in perspectivisch aanzicht.
20 Figuur 3B toont de vastzetring volgens figuur 3A
in bovenaanzicht.
Figuur 4 toont een combinatie van de figuren 1, 2 en 3 .
Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede door de beves-25 tigingsinrichting 10 volgens de uitvinding. De bevesti- gingsinrichting 10 bestaat uit een bevestigingsbus 11 met een schroefdraadgedeelte 12 en een schroefdraadgedeelte 13 bij zijn beide einden, en daartussen een flens 14 die afsteunt tegen een plaat 1 waarin de bevestigingsinrich-30 ting 10 bevestigd is. Aan de achterzijde van de plaat 1 is een contactring 15 aangebracht die middels een niet getoonde electrische leiding verbonden is met een spanningsbron of travo (niet getoond). De bevestigingsbus 11 is vastgezet met behulp van een moer 16, die op het 35 schroefdraadgedeelte 12 van de bevestigingsbus 11 geschroefd is en tegelijk de contactring 15 vastklemt.
In de bevestigingsbus 11 is een kunststof bus 17 ' ! . o 6 geschoven, die met een bovenrand achter de bevestigingsbus 11 haakt en die aan de onderzijde voorzien is van een bodem met een opening. In de isolerende kunststof bus 17 is een geleidingsbus 18 opgenomen, die voorzien is van een 5 uitsteeksel 19 met schroefdraad dat door de opening in de bodem van de isolerende kunststof bus 17 steekt, waarover een moer 20 geschroefd is om de geleidingsbus 18 vast te zetten in de kunststof bus 17. De moer 20 doet dienst als contactdeel voor de toevoer van stroom naar een verlich-10 tingsinrichting.
Op het schroefdraadgedeelte 13 van de bevestigingsbus 11 is een deksel 21 geschroefd, die voorzien is van een opening 22. De opening 22 is sleufvormig, en bezit een zodanige lengte en breedte dat de klemplaat van een 15 verlichtingsinrichting door de sleuf 22 gestoken kan worden.
De figuren 2A en 2B tonen het bevestigingseinde van een verlichtingsinrichting volgens de uitvinding in doorsnede en in bovenaanzicht. Het bevestigingseinde 30 20 bezit een greep met drie afgeronde uitsteeksels 31, die overgaan in een cilindrisch gedeelte 32 met aan de onderzijde daarvan drie nokken 33, die recht onder de uitsteeksels 31 zijn aangebracht. Op afstand van de nokken 33 bevindt zich een klemplaat 34. Door het beves-25 tigingsgedeelte 30 van de verlichtingsinrichting is een doorgaand gat 35 aangebracht, met aan de zijde van de klemplaat 34 een wijdere uitsparing 36.
Door het bevestigingsgedeelte 30 is een stroomdraad 41 gevoerd, die verbonden is met een contactgedeelte 30 40, welke middels een isolatiering 42 verbonden is met een steel 43 naar het lampeinde van de verlichtingsinrichting (niet getoond). De steel 43 is electrisch geïsoleerd van de draad 41. Om de steel 43 is een drukveer 44 aangebracht om het contactgedeelte 40 van het bevestigingseinde 30 35 vandaan te drukken.
Om het bevestigingsgedeelte 30 van de verlichtingsinrichting vast te kunnen klemmen in de bevestigings- 1010519 7 inrichting 10 is een vasttrekring volgens figuur 3 voorzien. De vasttrekring 50 bezit een grijprand met aan de binnenzijde drie schroefdraadvormige gedeelten 51 die ieder eindigen bij een aanslag 52. Naast iedere aanslag 52 5 is een uitsparing 53 voorzien, die overgaat in de doorgaande opening 54 van de vasttrekring 50. De doorgaande opening 54 is groot genoeg om de vasttrekring 50 langs het cilindrische gedeelte 53 van het vastzeteinde 30 te schuiven, en de uitsparingen 53 zijn groot genoeg om de 10 vasttrekring 50 langs de drie uitsteeksels 31 en langs de nokken 33 te schuiven. De schroefdraadvormige gedeelten 51 zijn zo vormgegeven, dat zij onder de nokken 33 aan kunnen grijpen, en de aanslagen 52 zijn zo vormgegeven dat zij een aanslag vormen tegen de nokken 33 wanneer de 15 schroefdraadvormige gedeelten 51 onder de nokken 33 doorgeschroefd zijn.
Figuur 4 toont het samenstel van het vastzeteinde van de verlichtingsinrichting, de vasttrekring en de bevestigingsinrichting.
20 Het gebruik van de bevestigingsinrichting en de verlichtingsinrichting volgens de uitvinding is als volgt.
In de plaat 1 wordt een opening gemaakt en de bevestigingsbus 11 wordt door de opening gestoken en vastgezet met behulp van de moer 16, met de contactring 15 25 ertussen. De isolerende bus 17 met de geleidingsbus 18 worden in de bevestigingsbus 11 geplaatst en vastgezet met moer 20, en het deksel 21 wordt op de bevestigingsbus 11 geschroefd. De contactring 15 en de moer 20 worden met een spanningsbron verbonden. De bevestigingsinrichting is nu 30 klaar voor gebruik.
De verlichtingsinrichting kan nu in de bevestigingsinrichting worden aangebracht door het contactdeel 40 en de klemplaat 34 door de opening 22 van het deksel 21 te steken. Wanneer de klemplaat 34 onder het deksel 21 ge-35 bracht is, wordt het bevestigingsgedeelte 30 een kwart slag gedraaid en losgelaten. De veer 44 duwt het bevesti-gingseinde 30 van de verlichtingsinrichting vervolgens 101 G'. ! 8 naar buiten, zodat de klemplaat 34 tegen de binnenzijde van het deksel 21 gedrukt wordt.
Vervolgens wordt een vasttrekring 50 vanaf de lampzijde van de verlichtingsinrichting over de steel 43 5 naar het bevestigingseinde 3 0 geschoven en over de aangrijpuitsteeksels 31 en de nokken 33 geschoven en met zijn onderrand tegen de plaat 1 geplaatst. Het beginpunt van de schroeflijnvormige gedeelten 51 van de vasttrekring 50, welk beginpunt zich het dichtste bij de onderrand van 10 de vasttrekring bevindt, bevindt zich dan onder het ondervlak van de nokken 33 en door het verdraaien van de vasttrekring 50 worden de schroefdraadvormige gedeelten 51 onder de nokken 33 gebracht. Doordat de schroefdraadvormige gedeelten schroefdraadvormig naar de bovenrand van 15 de vasttrekring 50 lopen, worden bij het verdraaien van de vasttrekring 50 de nokken 33 naar boven geduwd. De klemplaat 34 wordt hierdoor mede omhoog getrokken en wordt hierdoor vast tegen de binnenzijde van het deksel 21 geklemd. Het bevestigingseinde 30 zal hierdoor niet meer 20 kunnen verdraaien of verzwenken. De verlichtingsinrichting is aldus op zekere wijze vastgezet in de bevestigingsin-richting 10.
Aangezien vervaardigingstoleranties mogelijk zijn, kan de tussenruimte 37 tussen de nokken 33 en de 25 klemplaat 34 verschillen. Tevens kan de dikte van het deksel 21 verschillen. Opdat de schroefdraadvormige gedeelten 51 niet voorbij de nokken 33 geschroefd worden, bevindt zich aan het einde van ieder schroefdraadgedeelte 51 een aanslag 52 voor de nokken 33.
30 Bij gebruik van de verlichtingsinrichting wordt stroom toegevoerd via de moer 20, en middels de geleidingsbus 18, het contactgedeelte 40 en de draad 41 doorgeleid naar de lamp, en wordt de stroom afgevoerd via de steel 34, het bevestigingseinde 30, het deksel 21, de 35 bevestigingsbus 11 en de contactring 15. Aangezien gebruik wordt gemaakt van 12 V verlichtingsinricntingen, is deze wijze van stroomafvoer geen bezwaar.
K
9
De vasttrekring 50 is bij voorkeur uit kunststof vervaardigd.
De bevestigingsinrichting is bruikbaar op alle soorten plaatvormige materialen, zoals wanden, plafonds, 5 schilderijlijsten, borden en dergelijke.
De verlichtingsinrichting volgens de uitvinding met vasttrekring is eveneens bruikbaar op verlichtings-rails, waar de oorspronkelijke verlichtingsinrichting voor bedoeld was.
10 De uitvinding is niet beperkt tot het boven omschreven uitvoeringsvoorbeeld; de beschermingsomvang wordt bepaald door de hierna volgende conclusies.
1010519

Claims (21)

1. Inrichting voor het losmaakbaar bevestigen van een verlichtingsinrichting aan een ondersteuning zoals een wand, een plafond, een schilderijlijst en dergelijke, welke losmaakbare verlichtingsinrichting een greep omvat 5 met een contactdeel voor electrisch contact met een gelei -dingsorgaan van de bevestigingsinrichting, en klemmiddelen en spanmiddelen omvat om het contactdeel tegen het gelei -dingsorgaan van de bevestigingsinrichting te duwen, waarbij de bevestigingsinrichting een bevestigingsdeel voor 10 bevestiging aan de ondersteuning omvat waaraan het gelei-dingsorgaan is aangebracht, en waarbij een afsteundeel aan het bevestigingsdeel is bevestigd voor het afsteunen van de klemmiddelen van de verlichtingsinrichting, waarbij de bevestigingsinrichting is ingericht om één verlichtingsin-15 richting te kunnen bevestigen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij een isolatieorgaan aangebracht is tussen het bevestigingsdeel en het geleidingsorgaan.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij 20 het bevestigingsdeel hol is en het afsteundeel het bevestigingsdeel afdekt, en waarbij het afsteundeel voorzien is van een opening voor het doorlaten van het contactdeel, de klemmiddelen en de spanmiddelen van de verlichtingsinrichting.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de opening in het afsteundeel in hoofdzaak langwerpig is voor het doorlaten van de klemmiddelen van de verlichtingsinrichting die een in hoofdzaak rechthoekige klemplaat omvatten.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij het bevestigingsdeel een steunrand bezit ter t n < ' · · i ij . v..._ : · afsteuning tegen plaatvormige materiaal.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingsdeel in hoofdzaak busvormig is en voorzien is van uitwendig schroefdraad.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het afsteundeel op het bevestigingsdeel geschroefd is.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij het bevestigingsdeel aan de plaat vast te zetten is met behulp van een moer.
9. Inrichting volgens conclusie 6, 7 of 8, waarbij het isolatieorgaan busvormig is en aan een einde een bodem en aan het andere einde een steunrand bezit om af te steunen tegen het bevestigingsdeel.
10 Inrichting volgens conclusie 9, waarbij het 15 geleidingsorgaan busvormig is en een bodem bezit, waar een van schroefdraad voorzien uitsteeksel aan vast zit dat door een opening in de bodem van het isolatieorgaan steekt om het geleidingsorgaan met behulp van een moer in het isolatieorgaan vast te zetten.
11. Inrichting volgens conclusie 8 en 10, waar bij de inrichting middels de moeren met een spanningsbron verbonden is.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verlichtingsinrichting nabij de klem- 25 middelen voorzien is van een uitstekende nok, waarbij een vasttrekelement tussen de klemmiddelen en de nok geplaatst is, welk vasttrekelement voorzien is van een schroefdraadvormig gedeelte dat onder de nok aan kan grijpen, om de verlichtingsinrichting na het plaatsen daarvan in de 30 bevestigingsinrichting vast te trekken door de klemmidde len inwendig tegen het afsteundeel van de bevestigingsin-richting te trekken door verdraaiing van het vasttrekelement .
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de 35 verlichtingsinrichting drie nokken omvat en het vasttrekelement drie bijbehorende schroefdraadvormige gedeelten omvat. 1010519
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij het vasttrekelement een opening bezit met zodanige afmetingen, dat het vasttrekelement langs de nokken schuifbaar is.
15. Inrichting volgens conclusie 12, 13 of 14, 5 waarbij ieder schroefdraadvormig gedeelte een aanslag voor de bijbehorende nok bezit.
16. Inrichting volgens conclusie 12, 13, 14 of 15, waarbij het vasttrekelement een vasttrekring is.
17. Verlichtingsinrichting volgens een der 10 conclusies 12 t/m 16, voorzien van het vastrekelement volgens een der conclusies 12 t/m 16.
18. Combinatie van de bevestigingsinrichting volgens een der conclusies 1 t/m 11 en de verlichtingsinrichting volgens conclusie 17.
19. Combinatie van de verlichtingsinrichting volgens conclusie 17 en een bijbehorende verlichtingsrail.
20. Bevestigingsinrichting omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen.
21. Verlichtingsinrichting omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen. KRT/KP 10105 1 3
NL1010519A 1998-11-10 1998-11-10 Inrichting voor het losmaakbaar bevestigen van een verlichtingsinrichting, en daarbij te gebruiken verlichtingsinrichting. NL1010519C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010519A NL1010519C1 (nl) 1998-11-10 1998-11-10 Inrichting voor het losmaakbaar bevestigen van een verlichtingsinrichting, en daarbij te gebruiken verlichtingsinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010519A NL1010519C1 (nl) 1998-11-10 1998-11-10 Inrichting voor het losmaakbaar bevestigen van een verlichtingsinrichting, en daarbij te gebruiken verlichtingsinrichting.
NL1010519 1998-11-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010519C1 true NL1010519C1 (nl) 2000-05-11

Family

ID=19768112

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010519A NL1010519C1 (nl) 1998-11-10 1998-11-10 Inrichting voor het losmaakbaar bevestigen van een verlichtingsinrichting, en daarbij te gebruiken verlichtingsinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1010519C1 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1248036A3 (en) * 2001-04-04 2003-05-28 ARTEMIDE S.p.A. Fast-fit fastening device for a lighting fixture, in particular a suspended lighting fixture
DE102015225258A1 (de) * 2015-12-15 2017-06-22 H4X E.U. Befestigungsvorrichtung, insbesondere für eine Leuchte, sowie Leuchte

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1248036A3 (en) * 2001-04-04 2003-05-28 ARTEMIDE S.p.A. Fast-fit fastening device for a lighting fixture, in particular a suspended lighting fixture
DE102015225258A1 (de) * 2015-12-15 2017-06-22 H4X E.U. Befestigungsvorrichtung, insbesondere für eine Leuchte, sowie Leuchte
DE102015225258B4 (de) 2015-12-15 2018-04-26 H4X E.U. Befestigungsvorrichtung, insbesondere für eine Leuchte, sowie Leuchte

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6325645B1 (en) Lighting rail for lighting objects to be exposed to view
US5441224A (en) Retainer and method for attaching wiring to objects
US5472256A (en) Latching crossbar apparatus for truck bed covers
US6843580B2 (en) Canopy luminaire
US5045984A (en) Mounting device for releasable securement to a panel
US4535393A (en) Fluorescent lamp housing
US5221139A (en) Fluorescent lighting fixture
US6845893B2 (en) Mounting foot assembly for lightbar
DE59202932D1 (de) Beschlagteil zur Klemmbefestigung in einer mindestens einseitigen hinterschnittenen Profilnut.
US4650164A (en) Internally clamped handrail system
GB2262271A (en) Cable guide duct.
US5427168A (en) Mounting for articulated-arm awnings
US10411451B2 (en) Hanger bracket for junction box in retrofit applications
NL1010519C1 (nl) Inrichting voor het losmaakbaar bevestigen van een verlichtingsinrichting, en daarbij te gebruiken verlichtingsinrichting.
GR3035888T3 (en) Quick-fastener for fixing an electrical equipment on a support rail with flanges
US20040101355A1 (en) Fastening arrangement for plug connectors
US6273587B1 (en) Light strip power block
US20060012977A1 (en) Slatwall lighting system
US7513471B2 (en) Device for fixing an object on a vertical rod
US4096554A (en) Rotational collar alignment device
CN109084224A (zh) 具有细长壳体的灯具
FR2496226A1 (fr) Support pour profile
EP0640309A1 (en) Suspension device for suspending and lighting objects to be exposed to view
AU759126B2 (en) Clamping member for clamping a curtain rail
GB2374390B (en) Self-locking threaded fastening assembly

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Lapsed due to expiration of the term of protection

Effective date: 20041110