NL193729C - Inrichting en werkwijze voor het uit de grond trekken van een loden buisstuk. - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het uit de grond trekken van een loden buisstuk. Download PDFInfo
- Publication number
- NL193729C NL193729C NL9301630A NL9301630A NL193729C NL 193729 C NL193729 C NL 193729C NL 9301630 A NL9301630 A NL 9301630A NL 9301630 A NL9301630 A NL 9301630A NL 193729 C NL193729 C NL 193729C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cable
- lead
- branch
- winch
- pipe section
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 11
- 238000004873 anchoring Methods 0.000 claims description 17
- 229920003023 plastic Polymers 0.000 claims description 8
- 239000004033 plastic Substances 0.000 claims description 8
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 6
- 238000004804 winding Methods 0.000 claims description 4
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 2
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 2
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 2
- 240000007817 Olea europaea Species 0.000 claims 1
- 235000014676 Phragmites communis Nutrition 0.000 description 4
- 241000270295 Serpentes Species 0.000 description 2
- 210000000481 breast Anatomy 0.000 description 2
- 238000000605 extraction Methods 0.000 description 2
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 241000196324 Embryophyta Species 0.000 description 1
- 241000735470 Juncus Species 0.000 description 1
- 239000004698 Polyethylene Substances 0.000 description 1
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 1
- 210000000056 organ Anatomy 0.000 description 1
- -1 polyethylene Polymers 0.000 description 1
- 229920000573 polyethylene Polymers 0.000 description 1
- 230000000284 resting effect Effects 0.000 description 1
- 239000002689 soil Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03B—INSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
- E03B7/00—Water main or service pipe systems
- E03B7/006—Arrangements or methods for cleaning or refurbishing water conduits
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F3/00—Sewer pipe-line systems
- E03F3/06—Methods of, or installations for, laying sewer pipes
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B29/00—Cutting or destroying pipes, packers, plugs or wire lines, located in boreholes or wells, e.g. cutting of damaged pipes, of windows; Deforming of pipes in boreholes or wells; Reconditioning of well casings while in the ground
- E21B29/10—Reconditioning of well casings, e.g. straightening
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B31/00—Fishing for or freeing objects in boreholes or wells
- E21B31/12—Grappling tools, e.g. tongs or grabs
- E21B31/20—Grappling tools, e.g. tongs or grabs gripping internally, e.g. fishing spears
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L1/00—Laying or reclaiming pipes; Repairing or joining pipes on or under water
- F16L1/024—Laying or reclaiming pipes on land, e.g. above the ground
- F16L1/028—Laying or reclaiming pipes on land, e.g. above the ground in the ground
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L55/00—Devices or appurtenances for use in, or in connection with, pipes or pipe systems
- F16L55/16—Devices for covering leaks in pipes or hoses, e.g. hose-menders
- F16L55/1608—Devices for covering leaks in pipes or hoses, e.g. hose-menders by replacement of the damaged part of the pipe
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F3/00—Sewer pipe-line systems
- E03F3/06—Methods of, or installations for, laying sewer pipes
- E03F2003/065—Refurbishing of sewer pipes, e.g. by coating, lining
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geology (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Water Supply & Treatment (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geochemistry & Mineralogy (AREA)
- Hydrology & Water Resources (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Marine Sciences & Fisheries (AREA)
- Laying Of Electric Cables Or Lines Outside (AREA)
- Processing Of Terminals (AREA)
- Excavating Of Shafts Or Tunnels (AREA)
- Bridges Or Land Bridges (AREA)
- Cable Accessories (AREA)
- Lining Or Joining Of Plastics Or The Like (AREA)
Description
1 193729
Inrichting en werkwijze voor het uit de grond trekken van een loden buisstuk
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uittrekken van een loden buisstuk uit de grond, voorzien van een trekkabel en een aanslagorgaan, dat aangepast is om tegen een achtereinde van het 5 buisstuk te rusten.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooi 4.637.756. Bij deze bekende inrichting wordt het buisstuk uitsluitend onder gebruikmaking van het tegen het buisstuk rustende aanslagorgaan uit de grond getrokken. Hierbij bestaat het gevaar, dat de te verwijderen loden buis openscheurt of in stukken uiteenvalt, waardoor het gevaar bestaat, dat althans delen van het buisstuk in de grond achterblijven.
10 Volgens de uitvinding omvat nu de trekkabel een kalibreerknop, die aan de trekkabel is bevestigd op een afstand van een einde waarop tijdens bedrijf trekkracht wordt aangebracht en zijn tussen de kalibreerkop en het aanslagorgaan ankerorganen aangebracht, die langs de lengte van de trekkabel in regelmatige afstand van elkaar gelegen groepen zijn onderverdeeld, waarbij ieder ankerorgaan is voorzien van een ankertand, die naar voren uitsteekt en de tanden van de ankerorganen van een groep gezien in de lengterichting van 15 de kabel gelijkmatig over de lengte-omtrek van de kabel verdeeld zijn opgesteld.
Onder gebruikmaken van een dergelijke inrichting zal bij het uittrekken van het buisstuk op een aantal op afstand van elkaar gelegen punten op het buisstuk worden aangegrepen, waardoor de voor het uittrekken benodigde krachten over het buisstuk worden verdeeld en een gevaar van scheuren of uiteenvallen van het buisstuk wordt tegengegaan.
20 Een eenvoudige opbouw van de ankerorganen wordt verkregen indien ieder ankerorgaan een omwentelingswig is waarvan het conische buitenvlak excentrisch is ten opzichte van een cilindrisch gat, dat is aangebracht voor de doorvoer van de kabel, terwijl ten minste een bevestigingsorgaan zoals een schroef in het dikke gedeelte van de omwentelingswig is aangebracht om de omwentelingswig op de kabel te blokkeren.
25 De inrichting volgens de uitvinding is op effectieve wijze te gebruiken voor het toepassen van een werkwijze voor het uit de grond verwijderen van een loden buisstuk, waarbij de uiteinden van het loden buisstuk worden vrijgemaakt en losgesneden waarna een kabel door het buisstuk wordt gevoerd voor het uitoefenen van een trekkracht op het buisstuk met behulp van een aan de kabel bevestigd aanslagorgaan zoals bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.637.756 door toepassing van de volgende stappen: 30 - het inbrengen van de kabel in het loden buisstuk door het aan de zijde van een huis gelegen uiteinde en het opwikkelen van het aan de zijde van een straat gelegen uiteinde van de kabel op een lier, - aan de zijde van het huis op de kabel vastzetten van een olijfvormige kalibreerknop en van achter deze langs de lengte van de kabel verdeelde verankeringsorganen, - met de lier zodanig aan de kabel trekken dat de kabel zich spant voor de olijfvormige knop en deze het 35 loden buisstuk richt terwijl de kabel achter de lijfvormige knop ontspannen blijft en de verankeringsorganen meesleept zonder dat deze zich vastzetten in het loden buisstuk, - het aanslagorgaan aan te brengen op de kabel, zodanig, dat het aanslagorgaan aankomt tegen het aan de zijde van het huis gelegen uiteinde van het loden buisstuk terwijl de olijfvormige kalibreerknop in het nabij het aan de zijde van de straat gelegen uiteinde van het buisstuk is gelegen, 40 - de kabel te spannen, zodanig, dat de verankeringsorganen zich vastzetten in het loden buisstuk, - en aan de kabel te trekken zodat de verankeringsorganen het loden buisstuk met de kabel meeslepen en het uit de grond verwijderde samenstel op de trommel van de lier wordt gewikkeld.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting en van fasen van de werkwijze zijn in de tekening afgebeeld.
45 Figuur 1 is een schematische doorsnede van de grond waarin de te verwijderen aftakking uit lood is gelegen, waarbij deze doorsnede de eerste fase van het uitvoeren van de werkwijze weergeeft.
Figuur 2 is een met figuur 1 overeenkomend aanzicht, welke een eventueel voorafgaande fase weergeeft.
Figuren 3 en 4 zijn met de figuur 1 overeenkomende aanzichten, die betrekking hebben op de volgende 50 uitvoeringsfasen tot aan het uiteindelijk verwijderen van de loden aftakking.
Figuur 5 is een met figuur 1 overeenkomend aanzicht, welke het op zijn plaats aanbrengen van de vervangingsafdekking uit kunststof materiaal toont.
Figuur 6 is een schematisch aanzicht, dat de vrijmaking weergeeft van de inrichting uit de uitgetrokken aftakking uit lood met het oog op een later opnieuw gebruik.
55 Figuur 7 is een doorsnede van een olijfvormige verbindingsknop van de kabel met de in de voorafgaande fase van de werkwijze volgens de figuur 2 gebruikte slangbies.
Figuur 8 is een doorsnede van een olijfvormige kalibreerknop, gebruikt in de eerste fase van de 193729 2 werkwijze volgens de figuur 1.
Figuren 9 en 10 zijn doorsneden van de loden aftakking, welke de conische wiggen weergeven van de inrichting indien de inrichting in de ontspannen stand wordt getrokken en resp. in de gespannen stand in de richting van uittrekken van de buis.
5 Figuur 11 is een schematische doorsnede van de aanslag van de inrichting, van zijn trekkabel en van de middelen voor het aankoppelen van de aftakking uit kunststof materiaal op de kabel.
In de grond 1 zijn van een waterleiding een hoofdleiding 2 en aftakkingen uit lood aanwezig. Iedere aftakking 3 mondt uit bij een watermeter die in een put of in een kolk in de grond is opgesteld.
10 De werkwijze bestaat uit het uitgraven van een geul 4 om de leiding 2 en de te verwijderen aftakking 3 vrij te maken, waarna vervolgens de aftakking bij zijn aan de zijde van de straat gelegen uiteinde 5 wordt doorgesneden. De werkwijze omvat eveneens het vrijmaken van het andere uiteinde 6 aan de zijde van het huis en het doorsnijden daarvan, hetzij rechtstreeks in de put van het huis, hetzij in de kolk of een voor dit doel uitgegraven werkput 7.
15 De inrichting voor het uittrekken van het stuk loden buis van de zo afgesneden aftakking 3 vormt omvat op de eerste plaats een kabel 8, die bestemd is om te worden ingebracht in de aftakking door het aan de zijde van het huis gelegen uiteinde 6 (figuur 1) daarvan, totdat hij voldoende uitsteekt in de geul 4. Dit uitstekende uiteinde 9 van de kabel is in feite bestemd om te worden gewikkeld op de trommel 10 van een treklier 11, welke is opgehangen aan een heflier 12, die is aangebracht onder een schrijlings over de geul 20 opgestelde bok 13.
Het chassis 14 van de treklier 11 steunt zich af op een gestel 15, dat is aangebracht tegen de zijkant van de genoemde geul waar de aftakking 3 uitmondt. De treklier 11 stelt zichzelf in door de helling van de kabel van de heflier 12 en door draaiing van deze heflier, zodat de laatste winding tijdens het oprollen om de trommel 10 van de treklier altijd tegenover de aftakking 3 zal zijn gelegen.
25 Indien het niet mogelijk of te moeilijk is om de kabel 8 in de aftakking 3 in te brengen door het uiteinde 6 kan een "Cobra” genaamd riet (fr. jonc) 16 (figuur 2) worden gebruikt. Dit riet wordt dan in de aftakking 3 ingebracht door het uiteinde 5. Indien hij uittreedt in de werkput 7 door het uiteinde 6 van de aftakking wordt hij aangesloten aan de kabel 8 nabij het uiteinde 6 met behulp van een verbindingsknop 17. Vervolgens wordt het riet met de hand in de geul 4 getrokken, totdat de kabel 8 er verschijnt, zoals weergegeven in de 30 figuur 1. De verbindingsknop 17 wordt gedemonteerd en het Cobrariet 16 wordt teruggewonnen.
Indien de kabel al dan niet met behulp van het Cobrariet op zijn plaats is aangebracht wordt een olijfvormige kalibreerknop 18 aangebracht op deze kabel nabij het uiteinde 6 en vervolgens worden verankeringsorganen 19 reeksvormig op de genoemde kabel bevestigd.
leder orgaan 19 bezit een verankeringstand 20, die naar voren uitsteekt en over een afstand ”d” vanaf 35 de hartlijn 21 van de kabel 8, groter dan de inwendige straal "r” van de aftakking 3, indien de kabel is gespannen (figuur 10); indien deze ontspannen is (sinusvormige verloop van de figuur 9) wordt daarentegen de afstand "d” kleiner dan de straal ”r” en omdat het orgaan 10 tegenover de tand vrij is heeft deze tand niet de neiging zich in de wand van de aftakking vast te zetten. Bovendien zijn de organen 19 in de bovengenoemde reeks verdeeld over groepen van twee, drie of meer, bij elkaar gebracht en door hun tand 40 20 gelijkhoekig in eenzelfde groep georiënteerd, waarbij de groepen van elkaar zijn verwijderd over een afstand groter dan de tussenruimte tussen twee naburige organen van eenzelfde groep.
Onder deze omstandigheden kunnen, indien de kabel 8 in de ontspannen stand in de richting van de pijl F (figuur 3) wordt getrokken, de organen 19 bewegen zonder dat hun tanden 20 zich verankeren op de binnenwand van de aftakking 3. Indien daarentegen de kabel 8 in de gespannen stand wordt getrokken in 45 de richting van de pijl F (figuur 10) planten de tanden van deze organen zich in het lood van de binnenwand in nabij elkaar gelegen punten, op gelijkhoekige wijze verdeeld en de aftakking vast verbindend met de kabel 8.
Om de kabel 8 in de richting van de pijl F te trekken wordt zijn uitstekende uiteinde 9 gewikkeld op de trommel 10 van de treklier 11. Om een trekken van de kabel in de ontspannen stand (figuur 3) te verkrijgen 50 en een trekken in de gespannen stand (figuur 4), fases welke het mogelijk maken de verankeringsorganen 19 in de aftakking 3 te verplaatsen zonder hem eraan te verankeren en resp. de tanden 20 van deze organen in het lood te plaatsen zijn de olijfvormige cilibreerknop 18 en een meeneemaanslag 22 bevestigd op de kabel 8 voor en achter de verankeringsorganen 19, waarbij deze bij gespannen kabels van elkaar zijn verwijderd over een afstand ”D” (figuur 3), die een weinig kleiner is dan de lengte ”L” van de te verwijderen 55 aftakking.
Om deze fases gedetailleerd uiteen te zetten wordt de speciale uitvoeringsvorm van de in de hoedanigheid van voorbeeld in de figuren 3, 4, 9 en 10 weergegeven uittrekinrichting in het onderstaande beschre- 3 193729 ven.
leder verankeringsorgaan 19 is een omwentelingswig waarvan het uitwendige conische oppervlak 23 excentrisch is ten opzichte van een cilindrisch gat 24, dat is aangebracht voor de doorvoer van de kabel 8. De geometrische hartlijn 25 van het uitwendig oppervlak 23 is in hoofdzaak evenwijdig aan de geometrische 5 hartlijn 26 van het inwendig gat 24 en de kopvlakken 27 en 28 van de wig 19 zijn althans in hoofdzaak loodrecht op deze hartlijnen. Dientengevolge vormt het grote kopvlak 27 van de wig 19 met het uitwendig conisch oppervlak 23 de bovengenoemde tand 20. Bovendien is ten minste een koploze schroef 29 aangebracht in een van schroefdraad voorzien gat 30, dat is gevormd in het dikke gedeelte van een wig nabij de tand 20. Deze schroef maakt het mogelijk de wig 19 vast te zetten op de door het gat verlopende 10 kabel 8. Een enkele schroef per wig is weergegeven in de figuren 9 en 10. In werkelijkheid lijkt het gunstiger twee schroeven per wig aan te brengen, waarbij de convergerende hartlijnen van de van schroefdraad voorziene gaten 30 zich symmetrisch uitstrekken ten opzichte van het vlak van de hartlijnen 25 en 26.
In deze uitvoeringsvorm omvat bovendien iedere groep wiggen van de opeenvolging van wiggen twee wiggen 19.1 en 19.2, die diametraal tegenover elkaar zijn gelegen en een weinig van elkaar zijn verwijderd, 15 terwijl de groepen verder van elkaar zijn verwijderd. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn zo de wiggen van eenzelfde groep van elkaar verwijderd in de orde van 20 cm, terwijl de het dichtst bij elkaar gelegen wiggen van twee naburige groepen in de orde van 80 cm van elkaar zijn verwijderd.
Iedere groep kan meer wiggen omvatten: bijvoorbeeld drie, die 120° ten opzichte van elkaar verdraaid zijn opgesteld, of ook vier, die twee aan twee diametraal tegenover elkaar of onder 90° ten opzichte van 20 elkaar zijn opgesteld.
Zoals figuur 11 weergeeft is de hierboven vermelde meeneemaanslag 22 een onderlegkom waarvan de uitwendige diameter ten minste gelijk is aan die van de loden aftakking 5 en waarvan de inwendige diameter ten minste gelijk is aan de diameter van de kabel 8. Deze aanslag wordt op de kabel op zijn plaats gehouden door een kabelklem 31. Deze kan een bus zijn, die bestemd is om met behulp van schroeven 32 25 op de kabel te worden vastgeklemd. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn een drietal schroeven aangebracht, die op eenzelfde beschrijvende lijn zijn verdeeld, maar dit aantal en deze opstelling is niet bepalend. De totale buitenomvang van deze kabelklem 31 moet zodanig zijn, dat niets kan aanhaken in de grond indien hij de aftakking volgt tijdens zijn verwijderen.
Uiteraard kan de meeneemaanslag van een ander type zijn, bijvoorbeeld een doom, die door schroeven 30 is vastgeklemd op de kabel en is voorzien van een steunborst tegenover de loden aftakking.
Achter de kabelklem 31 is een demonteerbaar bevestigingsorgaan 33 voor een aftakkingskunststuk 34 uit kunststof materiaal, zoals polyethyleen aangebracht aan het aan de zijde van het huis gelegen uiteinde van de kabel 8. Dit orgaan 33 omvat een buitenste bus 35 en een binnenste bus 36, die bestemd zijn om zich uit te strekken om resp. het buisstuk 34 uit kunststof materiaal. De binnenste bus 36 bezit een uitstekend 35 een borst vormend gedeelte 37 waarin ten minste een blokkeerschroef 38 is aangebracht, die bestemd is om deze bus aan de kabel 8, die verloopt door een centraal gat 39 van deze bus, vast te zetten. Gunstig kunnen twee ten opzichte van elkaar convergerende schroeven 38 zijn aangebracht. De verbinding van de twee bussen 35 en 36 met het kunststof buisstuk 34 kan bovendien worden gewaarborgd door een orgaan, zoals een stift, een schroef of dergelijke, welke zich uitstrekt door in deze elementen 34-36 aangebrachte 40 gaten 40-42.
De buitenste bus 35 kan worden vervangen door een kraag, een klemband of dergelijke. Het belangrijkste is dat de buitenomvang van deze bus of ander orgaan zodanig zal zijn, dat deze de loden aftakking 5 tijdens zijn verwijderen kan volgen zonder aan de grond te haken.
Zoals verder uit figuur 7 blijkt is de olijfvormige verbindingsknop 17 cilindrisch en bij zijn uiteinden 45 afgerond. Hij begrenst een van een borst voorziene doortocht 43, die bestemd is voor het opnemen van het Cobrariet 16 en de kabel 8, welke met behulp van klemschroeven 44 resp. 45 worden vastgezet.
Op dezelfde wijzen zoals is weergegeven in de figuur 8 is de olijfvormige kalibreerknop 18 cilindrisch en afgerond bij zijn uiteinden. Terwijl echter de olijfvormige verbindingsknop 17 een diameter bezit, die kleiner is dan de inwendige diameter van de loden aftakking 5 om er gemakkelijk doorheen te kunnen glijden bezit 50 de olijfvormige kalibreerknop 18 een diameter gelijk of een weinig groter dan de inwendige diameter van de loden aftakking 5. Om de olijfvormige kalibreerknop 18 op de kabel 8 te bevestigen is ten minste een klemschroef 46, twee in het weergegeven voorbeeld, aangebracht in de bus 18 om de knop op de erdoorheen lopende kabel vast te zetten.
Zoals dit in het voorgaande reeds is aangeduid bestaat de werkwijze uit: 55 - in de loden aftakking 3, waarvan de uiteinden 5 en 6 voordien zijn doorgesneden, een kabel 8 in te brengen, hetzij rechtstreeks hetzij achter een Cobrariet 16 waaraan hij is verbonden door een verbindingsknop 17,
Claims (4)
1. Inrichting voor het uittrekken van een loden buisstuk uit de grond voorzien van een trekkabel en een aanslagorgaan, dat aangepast is om tegen een achtereinde van het buisstuk te rusten, met het kenmerk, dat de trekkabel (8) een kalibreerkop (18) omvat, die aan de trekkabel is bevestigd op een afstand van een 40 einde waarop tijdens bedrijf trekkracht wordt aangebracht en tussen de kalibreerkop (8) en het aanslagorgaan (22) ankerorganen zijn aangebracht, die langs de lengte van de trekkabel (8) in regelmatig op afstand van elkaar gelegen groepen zijn onderverdeeld, waarbij ieder ankerorgaan (19) is voorzien van een ankertand, die naar voren uitsteekt en de tanden van de ankerorganen van een groep gezien in de lengterichting van de kabel gelijkmatig over de lengteomtrek van de kabel verdeeld zijn opgesteld.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ieder ankerorgaan een omwentelingswig is waarvan het conische buitenvlak (23) excentrisch is ten opzichte van een cilindrisch gat (24), dat is aangebracht voor de doorvoer van de kabel (8), terwijl ten minste een bevestigingsorgaan zoals een schroef (29) in het dikke gedeelte van de omwentelingswig is aangebracht om de omwentelingswig op de kabel (8) te blokkeren.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat iedere groep ankerorganen is voorzien van 50 twee op afstand van elkaar en diametraal tegenover opgestelde ankerorganen (19).
4. Werkwijze voor het uit de grond verwijderen van een loden buisstuk onder toepassing van de inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de uiteinden van het loden buisstuk worden vrijgemaakt en losgesneden waarna een kabel door het buisstuk wordt gevoerd voor het uitoefenen van een trekkracht op het buisstuk met behulp van een aan de kabel bevestigd aanslagorgaan (22), gekenmerkt door: 55. het inbrengen van de kabel (8) in het loden buisstuk (3) door het aan de zijde van een huis gelegen uiteinde (6) en het opwikkelen van het aan de zijde van een straat (5) gelegen uiteinde van de kabel op een lier (11), 5 193729 - aan de zijde van het huis op de kabel (8) vastzetten van een olijfvormige kalibreerknop (18) en van achter deze langs de lengte van de kabel verdeelde verankeringsorganen (9), - met de lier zodanig aan de kabel (8) trekken dat de kabel zich spant voor de olijfvormige knop (18) en deze het loden buisstuk (3) richt terwijl de kabel achter de olijfvormige knop ontspannen blijft en de 5 verankeringsorganen (19) meesleept zonder dat deze zich vastzetten in het loden buisstuk, - het aanslagorgaan (22) aan te brengen op de kabel (8), zodanig, dat het aanslagorgaan aankomt tegen het aan de zijde van het huis gelegen uiteinde (6) van het loden buisstuk (3) terwijl de olijfvormige kalibreerknop (18) in het nabij het aan de zijde van de straat gelegen uiteinde (5) van het buisstuk (3) is gelegen, 10. de kabel (8) te spannen, zodanig, dat de verankeringsorganen (9) zich vastzetten in het loden buisstuk, - en aan de kabel (8) te trekken zodat de verankeringsorganen (19) het loden buisstuk (3) met de kabel (8) meeslepen en het uit de grond verwijderde samenstel op de trommel (10) van de lier (11) wordt gewikkeld. Hierbij 5 bladen tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR9211488 | 1992-09-25 | ||
FR9211488A FR2696227B1 (fr) | 1992-09-25 | 1992-09-25 | Dispositif et procédé pour extraire du terrain sans le casser un branchement d'adduction d'eau en plomb et le remplacer dans le même temps par un branchement en matière plastique. |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9301630A NL9301630A (nl) | 1994-04-18 |
NL193729B NL193729B (nl) | 2000-04-03 |
NL193729C true NL193729C (nl) | 2000-08-04 |
Family
ID=9433922
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9301630A NL193729C (nl) | 1992-09-25 | 1993-09-21 | Inrichting en werkwijze voor het uit de grond trekken van een loden buisstuk. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1007542A3 (nl) |
ES (1) | ES2087012B1 (nl) |
FR (1) | FR2696227B1 (nl) |
GB (1) | GB2270963B (nl) |
NL (1) | NL193729C (nl) |
Families Citing this family (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB9323470D0 (en) * | 1993-11-13 | 1994-01-05 | North West Water Group Plc | Apparatus and method for removing piping from the ground |
GB9705058D0 (en) * | 1997-03-12 | 1997-04-30 | United Utilities Plc | Method and apparatus for separating a pipe from a cable |
EP0870971A1 (fr) * | 1997-04-11 | 1998-10-14 | Plumettaz Sa | Dispositif de tirage d'un câble de traction dans une canalisation souterraine |
NL1006932C2 (nl) * | 1997-09-03 | 1999-03-04 | J & D Leidingsystemen B V | Leidingtrekker en werkwijze voor het uit de bodem trekken van een leiding. |
DE19811137A1 (de) * | 1998-03-16 | 1999-09-23 | Thyssen Schachtbau Rohrtechnik | Verfahren zum segmentweisen Lösen von im Boden verlegten gemufften Rohrleitungen und Vorrichtung zur Durchführung des Verfahrens |
FR2789146B1 (fr) * | 1999-02-02 | 2001-04-20 | Sade Cie Generale De Travaux D | Procede et dispositif pour faciliter l'extraction d'une conduite enterree |
GB2369171A (en) * | 1999-05-17 | 2002-05-22 | Kenneth Latimer Scott | A cutter for use in a method of reinstating drains or underground passages |
GB9924112D0 (en) * | 1999-10-13 | 1999-12-15 | M P Burke Plc | Lead pipe removal/replacement etc |
FR2851317B1 (fr) * | 2003-02-14 | 2005-06-03 | Joseph Daumer | Dispositif de traction d'un appareil d'installation d'une conduite de remplacement |
NL2005942C2 (nl) | 2009-12-31 | 2011-11-09 | Visser & Smit Bv | Leidingtrekker. |
CN104343406B (zh) * | 2013-08-02 | 2017-07-14 | 中国石油天然气集团公司 | 水平定向钻抢险装置及其应用方法 |
CN107339111B (zh) * | 2017-06-30 | 2019-01-15 | 中城投集团第六工程局有限公司 | 大型顶管内多根pe管的漂浮安装施工方法 |
GB2617211B (en) * | 2022-06-27 | 2024-06-19 | Hypertunnel Ip Ltd | Apparatus and method of deploying a pipe within a borehole |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2297164A (en) * | 1941-07-01 | 1942-09-29 | Daniel L Roberts Jr | Pipe replacing apparatus |
US2823065A (en) * | 1955-04-11 | 1958-02-11 | William F Henry | Pipe puller |
FR2122310B1 (nl) * | 1971-01-19 | 1973-11-30 | Inst Francais Du Petrole | |
GB1458592A (en) * | 1974-04-19 | 1976-12-15 | British Gas Corp | Pipe extraction apparauts |
GB2103753B (en) * | 1981-06-19 | 1984-10-10 | British Gas Corp | Renewing pipe main |
CA1216276A (en) * | 1984-08-29 | 1987-01-06 | Martin Coumont | Apparatus and method for extracting horizontal underground pipe |
US4637756A (en) * | 1985-01-23 | 1987-01-20 | Boles Flounoy W | Apparatus for removing and replacing pipe beneath an earthfill |
BE1000905A4 (nl) * | 1987-09-04 | 1989-05-09 | Smet Nic Hilde Walter | Werkwijze voor het aanbrengen van een leiding in de grond. |
US5013188A (en) * | 1990-04-17 | 1991-05-07 | Campbell David B | Process for replacing a length of buried pipe |
GB9026450D0 (en) * | 1990-12-05 | 1991-01-23 | Tate Pipe Lining Processes Lim | Water distribution systems |
-
1992
- 1992-09-25 FR FR9211488A patent/FR2696227B1/fr not_active Expired - Lifetime
-
1993
- 1993-09-14 GB GB9318982A patent/GB2270963B/en not_active Expired - Lifetime
- 1993-09-21 BE BE9300984A patent/BE1007542A3/fr not_active IP Right Cessation
- 1993-09-21 NL NL9301630A patent/NL193729C/nl not_active IP Right Cessation
- 1993-09-24 ES ES9302034A patent/ES2087012B1/es not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL193729B (nl) | 2000-04-03 |
FR2696227B1 (fr) | 1994-12-16 |
ES2087012A2 (es) | 1996-07-01 |
NL9301630A (nl) | 1994-04-18 |
FR2696227A1 (fr) | 1994-04-01 |
GB9318982D0 (en) | 1993-10-27 |
ES2087012B1 (es) | 1998-06-16 |
GB2270963A (en) | 1994-03-30 |
BE1007542A3 (fr) | 1995-08-01 |
GB2270963B (en) | 1996-02-28 |
ES2087012R (nl) | 1997-11-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL193729C (nl) | Inrichting en werkwijze voor het uit de grond trekken van een loden buisstuk. | |
CZ360098A3 (cs) | Člunek pro zasouvání protahovacího drátu do instalační trubky | |
IE52281B1 (en) | Pipe replacement system | |
RO116431B1 (ro) | Procedeu de extragere a unui element tubular, asezat in sol | |
EP1967065A1 (en) | Fishing rod, method for bringing into the use position thereof | |
US20140151616A1 (en) | Medium traverse | |
EP3025053B1 (fr) | Pale d'eolienne segmentee et eolienne munie d'une telle pale | |
US5038663A (en) | Braided sleeving with pull cord | |
DE102004019805B4 (de) | Schutzhülle für Lichtwellenleiterkabel | |
US5653554A (en) | Apparatus for removing piping from the ground | |
US20210265824A1 (en) | Method of installing spiral hangers about a messenger line while removing lashing wire | |
CN211594856U (zh) | 水文长观孔投入式传感器安装装置 | |
DE202016103896U1 (de) | Befestigungseinrichtung für eine Leitung | |
CN208810751U (zh) | 用于清理管道的装置 | |
US20210355914A1 (en) | Method for installing a wind turbine rotor blade | |
US4625449A (en) | Knotless paternoster boom | |
EP0999127A2 (de) | Luftschleppvorrichtung, insbesondere zur Luftwerbung | |
MXPA98009235A (en) | Conveyor for use in the insertion of an extraction line within uncondu | |
GB2285297A (en) | Extracting pipes | |
PT91298B (pt) | Sistema de desengate progressivo a distancia de uma serie de elementos de prisao apertados sucessivamente ao longo de uma estrutura subaquatica e processo para a sua realizacao | |
JP2002354622A (ja) | ケーブル保護用パイプの引き込み方法 | |
CN110844815A (zh) | 一种水文长观孔投入式传感器安装装置 | |
WO2020070764A1 (en) | Connection joint for cables for a cable stringing plant | |
Taylor et al. | Construction and installation instructions for the trawling efficiency device | |
JPH05227621A (ja) | 難着雪リングの取外し装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20130921 |