NL193073C

NL193073C - Werkwijze voor het aanbrengen van een vuurvaste en/of slijtbestendige bekleding op uit metaal vervaardigde voorwerpen, alsmede verankeringsorgaan bestemd voor deze werkwijze.

Info

Publication number: NL193073C
Application number: NL9101436A
Authority: NL
Inventors: Wouter Garot
Original assignee: Wouter Garot
Priority date: 1991-08-26
Filing date: 1991-08-26
Publication date: 1998-09-08
Also published as: AU2130992A; AU651485B2; JPH07239191A; EP0530895A2; NL193073B; EP0530895A3; NL9101436A; US5353503A

Description

1 193073

Werkwijze voor het aanbrengen van een vuurvaste en/of slijtbestendige bekleding op uit metaal vervaardigde voorwerpen, alsmede verankeringsorgaan bestemd voor deze werkwijze

De uitvinding betreft een werkwijze voor het aanbrengen van een vuurvaste en/of slijtbestendige bekleding 5 op uit metaal vervaardigde voorwerpen, waarbij pennen op het desbetreffende voorwerp worden gelast.

Zoals uit het Oostenrijkse octrooi 374917 te ontnemen is, worden aan hoge temperaturen en/of mechanische en/of chemische belasting blootgestelde, uit metaal vervaardigde onderdelen, zoals bijvoorbeeld bij het kraken van aardolieproducten gebruikte vaten, voorzien van een uit vuurvast en/of slijtvast materiaal bestaande bekleding. Daarbij zijn bij deze uit het Oostenrijks octrooischrift 374917 bekende 10 constructie met behulp van de pennen of stiften verankeringsorganen aangebracht in de vorm van een uit gevouwen en met elkaar verbonden metalen strippen vervaardigd rooster, waarbij de strippen althans in hoofdzaak zeshoekige uitsparingen begrenzen, die na het aan het desbetreffende voorwerp vastlassen van het rooster worden opgevuld met het nog plastische vuurvaste en/of slijtvaste materiaal.

De vervaardiging van een dergelijk rooster, waarbij de strippen veelal aan elkaar zijn bevestigd met 15 behulp van uit de strippen uitgestanste lippen, die in in naburige strippen aangebrachte openingen worden gestoken is op zich reeds duur. Ook het bevestigen van een dergelijk rooster aan het van een bekleding te voorziene voorwerp is arbeidsintensief, daar de strippen met de hand aan het desbetreffende voorwerp worden gelast. Daarbij is het, gezien het grote aantal lassen, dat moet worden gelegd ook bijzonder moeilijk om een gelijkmatige kwaliteit te handhaven.

20 Ook het repareren van plaatselijke beschadigingen biedt moeilijkheden bij deze bekende constructie. Verder is het aanbrengen van het plastische bekledingsmateriaal in het genoemde roostervormige verankeringsorgaan moeilijk en tijdrovend. De kans op fouten is groot aangezien het bekleden van deze verankeringsorganen geheel gebaseerd is op handwerk. Een goede verdichting van de vuur- en/of slijtvaste materialen en een gelijkblijvende hoge kwaliteit van de bekleding is zeer moeilijk te bereiken.

25 Met de uitvinding wordt beoogd een werkwijze van bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij de aan de tot nu toe gebruikelijke werkwijze klevende nadelen kunnen worden vermeden.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt, doordat er pennen worden gebruikt, waarvan de van het voorwerp afgekeerde einden zijn voorzien van schroefdraad en na het lassen van de pennen op het voorwerp op ieder van de pennen een afzonderlijk plaatvormig verankeringsorgaan, dat is vervaardigd uit 30 een vlak veelhoekig plaatgedeelte door de buitenste delen van het plaatgedeelte om een hoek met elkaar insluitende vouwlijnen over een hoek van ± 90° ten opzichte van het middengedeelte van het plaatgedeelte om te vouwen, wordt geschroefd, op zodanige wijze, dat er een zekere ruimte achterblijft tussen het voorwerp en het plaatvormige verankeringsorgaan, waarna het vuurvaste en/of slijtbestendige bekledingsmateriaal in plastische vorm wordt aangebracht op het voorwerp rondom de op afstand van elkaar 35 aangebrachte verankeringsorganen, waarna men dit materiaal laat verharden.

De pennen of stiften kunnen op eenvoudige en op op zichzelf bekende wijze met behulp van een geschikt gereedschap snel op de te bekleden wand van het voorwerp worden gelast door het met het gereedschap tegen de wand aandrukken en verwarmen van de uiteinden van de vast te lassen stiften, zodat een snelle bevestiging van de stiften aan de te bekleden wand kan worden bewerkstelligd onder het 40 handhaven van steeds eenzelfde kwaliteit van de lassen. De verankeringsorganen, die verhoudingsgewijs klein zijn, kunnen daarop snel op de stiften worden aangebracht om vervolgens het vuurvaste bekledingsmateriaal aan te brengen.

Het vervangen van oude verankeringssystemen door de verankeringsorganen volgens de uitvinding is technisch zeer eenvoudig uit te voeren onder het bereiken van een hoge kwaliteit. Dit is ook te realiseren bij 45 combinaties en/of aansluitingen van verschillende verankeringssystemen. Bij optredende beschadigingen behoeven slechts plaatselijk de verankeringsorganen eventueel te worden vernieuwd.

Doordat verder de verankeringsorganen op enige afstand van de met vuurvast materiaal te bedekken wand zijn opgesteld, zodat slechts de aan de te bekleden wand bevestigde stiften rechtstreeks met de wand in aanraking zijn, kan een aanzienlijke vermindering van warmte-overdracht ten opzichte van de gebruike-50 lijke constructies worden verkregen. Daarbij zijn de verankeringsorganen volledig in het vuurvaste materiaal ingebed hetgeen het gevaar voor beschadiging van de vuurvaste bekleding blijkt te verminderen.

Opgemerkt wordt, dat uit de Britse octrooiaanvrage 2.164.132 het bekend is om afzonderlijke verankeringsorganen voor het verankeren van een vuurvaste bekleding te gebruiken, welke organen in de vorm van busvormige delen met in de omtrekswand sleuren aan een te bekleden wand worden vastgelast. 55 Een snel vastlassen en vervangen van de bussen op de te bekleden wand is bij deze werkwijze niet eenvoudig.

Verder is uit de Franse octrooiaanvrage 2.336.651 een werkwijze te ontnemen, waarbij aan een te 1193073 2 bekleden wand pennen worden gelast, die aan hun uiteinden zijn voorzien van schroefdraad. Aan het uiteinde van elke van schroefdraad voorziene pen, die zich uitstrekt door een eerste bekleding van de wand wordt een orgaan bevestigd, dat bestemd is voor het bevestigen van een stiftvormig verankeringsorgaan, waarvan het van het eerste bevestigingsorgaan uitstekende gespleten uiteinde wordt ingebed in een tweede 5 bekledingslaag. Deze werkwijze leidt tot een ingewikkelde constructie met een verankeringsorgaan in de vorm van een stift met gespleten uiteinde, dat van een andere soort is dan het onderhavige verankeringsorgaan.

De uitvinding wordt hieronder nader uiteengezet aan de hand van de tekening. Hierin tonen: 10 figuur 1 een aanzicht op een uitgestanst plaatdeel, waaruit een verankeringsorgaan volgens de uitvinding wordt vervaardigd met een in het hart daarvan vastgelaste moer; figuur 2 een bovenaanzicht op het verankeringsorgaan, dat is vervaardigd uit het in figuur 1 weergegeven plaatdeel; figuur 3 een zijaanzicht op figuur 2; en 15 figuur 4 een aanzicht op een stift, welke wordt gebruikt voor het bevestigen van een verankeringsorgaan aan een van een vuurvaste en/of slijtvaste bekleding te voorzien voorwerp.

Het in de figuren 2 en 3 weergegeven verankeringsorgaan 1 is vervaardigd uit het in figuur 1 weergegeven uitgestanste plaatdeel.

20 Zoals uit figuur 1 blijkt, omvat het uitgestanste plaatdeel een althans in hoofdzaak zeshoekig gevormd basisdeel 2. Op de zes zijkanten van dit basisdeel sluiten rechthoekig gevormde lippen 3 aan. Tussen de opeenvolgende lippen zijn de hoekpunten van het basisdeel afgerond op de in figuur 1 weergegeven wijze.

In het uitgestanste plaatdeel zijn verder een zestal zich ten opzichte van het hart van het basisdeel radiaal uitstrekkende sleufvormige gaten 4 aangebracht, welke zich over een deel van hun lengte in het 25 basisdeel 2 en over een deel van hun lengte in de lippen 3 uitstrekken. Verder is in het hart van het basisdeel 2 een gat 5 aangebracht en ter hoogte van dit gat 5 is een moer 6 vastgelast aan het basisdeel, zodanig, dat de hartlijn van de moer 6 samenvalt met de hartlijn van het gat 5.

Voor het vormen van het verankeringsdeel 1 zijn de lippen 3 ten opzichte van het basisdeel 2 over een hoek van 90° omgebogen, zoals duidelijk is uit de figuren 2 en 3.' 30 Op de met een vuurvaste en/of slijtvaste bekleding te bedekken wand van een voorwerp worden nu eerst in een regelmatig patroon van schroefdraad voorziene pennen of stiften 7 van de bijvoorbeeld in figuur 4 weergegeven vorm vastgelast. Zoals uit figuur 4 blijkt, zijn dergelijke stiften aan een uiteinde voorzien van een schachtgedeelte 8, waarvan de diameter een weinig kleiner is dat de diameter van het van schroefdraad voorziene gedeelte van de stift 7. Dergelijke stiften kunnen nu op gebruikelijke wijze met een op zich 35 bekend gereedschap aan de te bekleden metalen wand van het voorwerp worden gelast, door de uiteinden 8 met het desbetreffende gereedschap met een bepaalde kracht tegen de betreffende wand te drukken en gelijktijdig te verhitten. Daar de aandrukkracht en de doorgevoerde stroom door het gereedschap zelf worden bepaald, kan dus steeds een goede laskwaliteit voor de bevestiging van de stiften aan het voorwerp worden gewaarborgd.

40 Nadat de stiften 7 in het gewenste patroon en met het gewenste aantal op het te bekleden voorwerp zijn gelast, kan op ieder van de stiften 7 een verankeringsorgaan 1, zoals afgebeeld in figuren 2 en 3, worden geschroefd. Bij voorkeur zijn daarbij de moeren 6 op zichzelf bekende wijze zodanig uitgevoerd, dat de moeren 6 zich stevig vastklemmen op de stiften 7. De opstelling van de verankeringsorganen 1 wordt daarbij zodanig gekozen, dat er tussen de van een vuurvaste bekleding te voorziene wand en de naar de 45 desbetreffende wand toegekeerde gedeelten van de verankeringsorganen een zekere tussenruimte achterblijft. Bij het vervolgens aanbrengen van het dan nog in kneedbare vorm zijnde vuurvaste en/of slijtvaste materiaal, zal dan ook de ruimte tussen de verankeringsorgaan en de te bekleden wand worden opgevuld met vuurvast en/of slijtvast materiaal, dat ook door de sleufgaten 4 kan dringen, zodat een goed en volledig inbedden van de verankeringsorganen in het vuurvaste en/of slijtvaste materiaal en daarmede 50 een goede hechting van de vuurvaste en/of slijtvaste bekleding aan het te bekleden voorwerp kan worden bewerkstelligd.

Claims

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een vuurvaste en/of slijtbestendige bekleding op uit metaal vervaardigde voorwerpen, waarbij pennen op het desbetreffende voorwerp worden gelast, met het kenmerk, 5 dat er pennen (7) worden gebruikt, waarvan de van het voorwerp afgekeerde einden zijn voorzien van schroefdraad en na het lassen van de pennen op het voorwerp op ieder van de pennen een afzonderlijk plaatvormig verankeringsorgaan (1), dat is vervaardigd uit een vlak veelhoekig plaatgedeelte door de buitenste delen (3) van het plaatgedeelte om een hoek met elkaar insluitende vouwlijnen over een hoek van + 90° ten opzichte van het middengedeelte (2) van het plaatgedeelte om te vouwen, wordt geschroefd, op 10 zodanige wijze, dat er een zekere ruimte achterblijft tussen het voorwerp en het plaatvormige verankeringsorgaan, waarna het vuurvaste en/of slijtbestendige bekledingsmateriaal in plastische vorm wordt aangebracht op het voorwerp en rondom de op afstand van elkaar aangebrachte verankeringsorganen, waarna men dit materiaal laat verharden.

2. Verankeringsorgaan bestemd om te worden gebruikt bij het toepassen van de werkwijze volgens 15 conclusie 1, met het kenmerk, dat het verankeringsorgaan is opgebouwd uit een veelhoekig basisgedeelte (2) en uit op het basisgedeelte bij de rand van het veelhoekige basisgedeelte aansluitende lippen (3), die uit een stuk bestaan met het basisgedeelte en zich ten minste nagenoeg loodrecht op het basisgedeelte uitstrekken, terwijl nabij het hart van het basisgedeelte een gat (5) is gevormd en nabij het gat op het basisgedeelte een moer (6) is gelast.

3. Verankeringsorgaan volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in het basisgedeelte sleufvormige gaten (4) zijn aangebracht.

3 193073

4. Verankeringsorgaan volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de in het basisgedeelte aangebrachte sleufvormige gaten (4) zich tot in de lippen (3) uitstrekken. Hierbij 1 blad tekening