NL2023088B1 - Vloerverwarmingssysteem en werkwijze voor het aanbrengen van vloerverwarming - Google Patents

Vloerverwarmingssysteem en werkwijze voor het aanbrengen van vloerverwarming Download PDF

Info

Publication number
NL2023088B1
NL2023088B1 NL2023088A NL2023088A NL2023088B1 NL 2023088 B1 NL2023088 B1 NL 2023088B1 NL 2023088 A NL2023088 A NL 2023088A NL 2023088 A NL2023088 A NL 2023088A NL 2023088 B1 NL2023088 B1 NL 2023088B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mat
heating system
bottom plate
floor
pourable material
Prior art date
Application number
NL2023088A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan De Wilde Hubert
Original Assignee
Hajee B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hajee B V filed Critical Hajee B V
Priority to NL2023088A priority Critical patent/NL2023088B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2023088B1 publication Critical patent/NL2023088B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D3/00Hot-water central heating systems
    • F24D3/12Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating
    • F24D3/14Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating incorporated in a ceiling, wall or floor
    • F24D3/141Tube mountings specially adapted therefor
    • F24D3/144Clips for fastening heating tubes on a reinforcement net or mesh, e.g. mesh for concrete reinforcement
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/18Separately-laid insulating layers; Other additional insulating measures; Floating floors
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D3/00Hot-water central heating systems
    • F24D3/12Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating
    • F24D3/14Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating incorporated in a ceiling, wall or floor
    • F24D3/141Tube mountings specially adapted therefor
    • F24D3/142Tube mountings specially adapted therefor integrated in prefab construction elements
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Steam Or Hot-Water Central Heating Systems (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een Vloerverwarmingssysteem, omvattende een geprofileerde bodemplaat, een verwarmingsbuis, en een althans deels van mazen voorziene flexibele mat die met diens onderzijde op de bodemplaat is geplaatst, waarbij de mat aan diens bovenzijde een vooraf daarop aangebracht bevestigingsmiddel omvat voor het fixeren van de verwarmingsbuis in een gewenste positie op de mat, en waarbij de mat zodanig is ingericht dat een stortbaar materiaal zich tussen de mazen kan begeven. Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van vloerverwarming.

Description

VLOERVERWARMINGSSYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR HET AANBRENGEN
VAN VLOERVERWARMING De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vloerverwarmingssysteem, alsmede een werkwijze voor het aanbrengen van vloerverwarming.
Het bekende vloerverwarmingssysteem omvat een ondergrond, in het bijzonder gevormd door een bodemplaat, waarop met behulp van beugels, bijvoorbeeld van metaal of plastic, een verwarmingsbuis wordt gefixeerd in een gewenste positie, i.e. een gewenst patroon. Om een effectieve verwarming van een boven het vloerverwarmingssysteem zich bevindende vloer te bereiken, dient de verwarmingsbuis, ofwel dienen de verwarmingsbuizen, gelijkmatig te worden verdeeld op de ondergrond. Een installateur van een dergelijk vloerverwarmingssysteem zal derhalve een verdeling van de verwarmingsbuis op de ondergrond bepalen en de verwarmingsbuis dienovereenkomstig op de ondergrond, e.g. de bodemplaat, fixeren. Vervolgens wordt het vloerverwarmingssysteem doorgaans aangesloten en getest, waarna de vloer daarop wordt geplaatst, e.g. middels het storten van een mortel daarop. Een nadeel van het bekende vloerverwarmingssysteem is dat het installeren daarvan, met name met betrekking tot het fixeren van een verwarmingsbuis op een ondergrond, zeer arbeidsintensief is.
Namelijk, de verwarmingsbuis dient zodanig te worden gefixeerd dat deze de daarop aangebrachte vloer gelijkmatig en effectief verwarmt tijdens bedrijf. Dat wil zeggen dat de verwarmingsbuis in een bepaald patroon op de ondergrond dient te worden gefixeerd. Zoals hierboven beschreven wordt dit bij het bekende vloerverwarmingssysteem bereikt door het telkens aanbrengen van een beugel, bijvoorbeeld van metaal, op de ondergrond op een voldoende aantal punten zodat een effectieve fixatie wordt bereikt. Namelijk, van belang is tevens dat de verwarmingsbuis niet gaat drijven wanneer een vloer daarop wordt gestort, bijvoorbeeld door het gieten van een mortel. De installateur van het bekende vloerverwarmingssysteem dient derhalve op vele punten handmatig een fixatiepunt, e.g. een beugel, aan te brengen wat enerzijds een significante hoeveelheid tijd kost, en anderzijds lichamelijke klachten voor de installateur kan opleveren door het veelvuldig bukken en knielen op de ondergrond. Dit proces brengt voorts hoge kosten met zich mee voor de consument, daar bij dergelijke installatiewerkzaamheden gemeenlijk het aantal bestede manuren dient te worden verrekend. Het is het doel van de uitvinding, naast andere doelen, het bovenstaande nadeel van de stand der techniek, i.e. het bekende vloerverwarmingssysteem, te ondervangen, dat wil zeggen een vloerverwarmingssysteem te verschaffen dat enerzijds betrekkelijk vlug kan worden geïnstalleerd, en anderzijds minder lichamelijke inspanning van een installateur vereist. Daartoe voorziet de uitvinding in een vloerverwarmingssysteem omvattende een geprofileerde bodemplaat, een verwarmingsbuis, en een althans deels van mazen voorziene flexibele mat die met diens onderzijde op de bodemplaat is geplaatst, waarbij de mat aan diens bovenzijde een vooraf daarop aangebracht bevestigingsmiddel omvat voor het fixeren van de verwarmingsbuis in een gewenste positie op de mat, en waarbij de mat zodanig is ingericht dat een stortbaar materiaal zich tussen de mazen kan begeven.
Dientengevolge wordt een eenvoudig te installeren vloerverwarmingssysteem verschaft, waarbij de althans deels van mazen voorziene flexibele mat met bevestigingsmiddel, die bijvoorbeeld op een rol kan worden geleverd ten gevolge van diens flexibiliteit, direct op de geprofileerde bodemplaat kan worden gelegd, en bij voorkeur daaraan kan worden bevestigd, waarna de verwarmingsbuis direct middels het bevestigingsmiddel op de mat kan worden aangebracht. Derhalve is het niet noodzakelijk voor de installateur om een bevestigingsmiddel handmatig op elk gewenst punt op de bodemplaat aan te brengen alvorens de verwarmingsbuis te fixeren. Dit levert enerzijds significant tijdswinst op bij de installatie van het vloerverwarmingssysteem, en anderzijds minder kans op lichamelijke klachten voor de installateur, daar hij/zij enkel de mat op de bodemplaat hoeft te leggen, ofwel bevestigen, en daaropvolgend direct de verwarmingsbuis in de gewenste positie kan fixeren. De mazen van de mat zorgen ervoor dat wanneer een vloer op het vloerverwarmingssysteem wordt gestort, het gestorte materiaal zich tevens tussen de mazen van de mat kan begeven, en daarmee onder de flexibele mat, zodat tevens een degelijke hechting van het gestorte materiaal met de geprofileerde bodemplaat wordt bewerkstelligd. Namelijk, het profiel van de bodemplaat dient volledig te worden bedekt door het stortbare materiaal terwijl de flexibele mat in hoofdzaak niet het profiel van de bodemplaat volgt. Een bijkomend voordeel van de mat is dat deze daarmee tevens als wapening dient voor het stortbare materiaal, en daarmee voor de vloer die wordt gevormd door het stortbare materiaal, eventueel na uitharding daarvan.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van het vloerverwarmingssysteem volgens de uitvinding omvat het bevestigingsmiddel ten minste twee noppen die zich loodrecht van de mat af uitstrekken, waarbij de verwarmingsbuis klembaar is tussen de noppen. Bij voorkeur maken de noppen onderdeel uit van een noppeneenheid die ten minste drie noppen omvat, waarbij de noppen van de noppeneenheid in hoofdzaak de hoekpunten van een veelhoek vormen, zodat de verwarmingsbuis in ten minste twee van elkaar verschillende richtingen tussen de noppen van de noppeneenheid klembaar is. Bij verdere voorkeur is de veelhoek een vierkant. Bij verdere voorkeur maakt de noppeneenheid onderdeel uit van een veelvoud aan noppeneenheden, en waarbij de noppeneenheden uniform over de bovenzijde van de mat zijn verdeeld.
De afstand tussen de noppen kan zijn afgesteld op de gewenste verwarmingsbuisdiameter, zodat een degelijke klemming van de buis tussen de noppen wordt bewerkstelligd.
Tevens zijn de noppen bij voorkeur elastisch vervormbaar, i.e. veerkrachtig, zodat deze naar diens oorspronkelijke vorm terugspringen nadat deze zijn vervormd, bij voorbeeld door het daartussen klemmen van een verwarmingsbuis.
De noppen kunnen op verscheidene wijzen zijn gevormd, zoals als een cilinder, een al dan niet afgeknotte kegel, een kubus, een piramide, een balk, een zandlopervorm, e.g. een dubbelkegel, een eenbladige hyperboloïde, en dergelijke.
Tevens is het mogelijk dat twee of meerdere noppen onderling zijn verbonden nabij diens bases, i.e. grondvlak, teneinde bijvoorbeeld een beugel te vormen.
Bij verdere voorkeur lopen de noppen vanaf diens toppen {aps toe in richting van diens grondvlakken, en bij voorkeur is de kortste afstand tussen twee of meerdere noppen van een noppeneenheid kleiner dan een diameter van de verwarmingsbuis, zodat de noppen lateraal enigszins uit elkaar dienen te worden gedrukt wanneer een verwarmingsbuis daartussen wordt geklemd, waardoor een effectieve klemming van de verwarmingsbuis wordt bewerkstelligd.
Bij voorkeur omvat een noppeneenheid vier noppen die in hoofdzaak de hoekpunten van een vierkant vormen, waarbij bij voorkeur de noppeneenheden evenredig over de mat zijn verdeeld, bij voorkeur als een rechthoekig rooster.
Bij een noppeneenheid die vier noppen in een vierkant omvat kan een verwarmingsbuis in hoofdzaak in twee richtingen daartussen worden geklemd, waarbij de twee richtingen in hoofdzaak loodrecht op elkaar staan.
De noppen dan wel noppeneenheden kunnen middels verscheidene methoden aan de mat zijn bevestigd, zoals middels een kleefmiddel, een bevestigingsmiddel, zoals haken, versmelting, en dergelijke voor de vakman bekende bevestigingsmethoden.
Bij verdere voorkeur vormen twee of meerdere noppen daartussen een leemte die althans in hoofdzaak overeenkomt met een contour van een dwarsdoorsnede van de verwarmingsbuis, zodat deze daar zonder al te veel mechanische spanningen tussen kan worden geklemd.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het vloerverwarmingssysteem volgens de uitvinding is de bodemplaat cen zwaluwstaartplaat.
Bij verdere voorkeur omvat de bodemplaat meerdere aan elkaar bevestigde zwaluwstaartplaten.
Zwaluwstaartplaten zijn als zodanig bekend.
Wanneer het vloerverwarmingssysteem op houten balken dient te worden aangebracht worden de platen bij voorkeur haaks op de houten balken gelegd, dat wil zeggen dat de goten van de zwaluwstaartplaat althans in hoofdzaak loodrecht op lengterichting van de balken zijn gepositioneerd.
Zwaluwstaartplaten zijn bij voorkeur zodanig gevormd dat deze in elkaar te
Klikken, i.e. in elkaar te haken, zijn, dat wil zeggen dat het profiel van de zwaluwstaartplaat zodanig is gevormd dat met elkaar corresponderende goten van twee verschillende zwaluwstaartplaten in elkaar kunnen worden gelegd, i.e. althans deels overlappen aan ofwel diens langszijde, waarbij één of enkele goten in hoofdzaak volledig in elkaar worden gelegd, ofwel aan diens kopse zijde, waarbij althans de meerderheid van de goten van twee zwaluwstaartplaten slechts gedeeltelijk in elkaar worden gelegd. Bij voorkeur wordt onder de zwaluwstaartplaten een geluid- en/of warmte-isolerend materiaal aangebracht. Bij verdere voorkeur wordt aan de perifere randen van de al dan niet in elkaar gehaakte zwaluwstaatplaten geluid- en/of warmte-isolerend materiaal aangebracht.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het vloerverwarmingssysteem volgens de uitvinding bestaat de mat uit vezels. Bij voorkeur zijn de vezels uit een materiaal op siliciumbasis, koolstofbasis, aramidebasis, of polymeerbasis vervaardigd. Bij verdere voorkeur zijn de vezels glasvezels of koolstofvezels. Bij voorkeur zijn de vezels alkalibestendig, zodat deze niet worden aangetast door de in cement veel voorkomende alkaliën, bij voorkeur bestaan de vezels voor dat doel uit glasvezel, en bij verdere voorkeur uit glasvezel met toegevoegd zirkoonoxide. Bij het gebruik van vezels ter vervaardiging van de mat kan op eenvoudige wijze een althans deels van mazen voorziene mat worden verkregen door bijvoorbeeld het in een matvorm spuiten van glasvezels. Voorts zijn vezels in zekere mate flexibel, waardoor de mat eenvoudig kan worden opgerold of opgevouwen teneinde deze ruimte-efficiënt te kunnen vervoeren, alsook deze eenvoudig in een van een vloerverwarmingssysteem te voorziene ruimte te kunnen brengen, door bijvoorbeeld een deur of raam die toegang biedt tot de genoemde ruimte. Tevens maakt een flexibele mat volgens de uitvinding het mogelijk deze op een rol aan te bieden, zodat de gewenste lengte voor de mat kan worden afgerold en vervolgens afgesneden ofwel geknipt.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het vloerverwarmingssysteem volgens de uitvinding is de mat aan de bodemplaat bevestigd middels een kleefmiddel. Als alternatief kunnen andere bevestigingsmiddelen zijn voorzien aan de onderzijde van de mat, teneinde deze aan de bodemplaat te bevestigen. Bij voorkeur is het kleefmiddel voorzien aan de onderzijde van de mat. Bij verdere voorkeur is vóór installatie van de mat een folie aangebracht op het kleefmiddel aan de onderzijde van de mat, welke kan worden verwijderd teneinde het kleefmiddel bloot te stellen, waarna de mat middels het kleefmiddel op de bodemplaat kan worden bevestigd. Het genoemde folie maakt het mogelijk de mat inclusief het kleefmiddel aan te bieden op een rol, zonder dat de mat met zichzelf verkleeft. Het heeft voorkeur de mat aan de bodemplaat te bevestigen, zodat deze correct gepositioneerd blijft, i.e. op zijn plaats blijft, wanneer stortbaar materiaal over het vloerverwarmingssysteem wordt gestort.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het vloerverwarmingssysteem volgens de uitvinding zijn de bodemplaat, de mat, en de verwarmingsbuis in hoofdzaak volledig bedekt door het stortbare materiaal, waarbij het stortbare materiaal een vloer vormt.
Bij voorkeur wordt na installatie van het vloerverwarmingssysteem volgens de uitvinding een vloer daarover gestort, dat 5 wil zeggen dat stortbaar materiaal, zoals mortel, over het vloerverwarmingssysteem wordt gestort en na uitharding daarvan een vloer vormt voor bijvoorbeeld een kamer in bijvoorbeeld een huis.
Bij verdere voorkeur vormt de mat een wapening voor de vloer.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het vloerverwarmingssysteem volgens de uitvinding zijn aan perifere randen van de bodemplaat afdichtmiddelen voorzien, waarbij de bodemplaat en de afdichtmiddelen een voor het stortbare materiaal ondoordringbare ondergrond vormen.
Bij voorkeur zijn de afdichtmiddelen stevige plastic folie, een afdichtende kitlaag, of dergelijke voor de vakman bekende afdichtmiddelen die in hoofdzaak ondoordringbaar zijn voor het te storten materiaal.
Dergelijke afdichtmiddelen zijn voornamelijk van belang wanneer het vloerverwarmingssysteem wordt aangebracht op een verdiepingsvloer, zoals een eerste verdieping of entresol, waarvoor het vioerverwarmingssysteem in het bijzonder geschikt is.
Het vloerverwarmingssysteem is namelijk eenvoudig aan te brengen op bijvoorbeeld houten balken en omvat een geringe dikte, wat de leefruimte op een dergelijke verdieping ten goede komt.
Door het gebruik van afdichtmiddelen wordt voorkomen dat het stortbare materiaal doordringt naar een beneden gelegen verdieping en bijvoorbeeld in het plafond daarvan terecht komt.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het vloerverwarmingssysteem volgens de uitvinding is het stortbare materiaal een mortel, een hars, een plastic, of een combinatie daarvan.
Als alternatief is het mogelijk een vooraf gevormde vloer op het vloerverwarmingssysteem aan te brengen, waarbij onder de vooraf gevormde vloer ophogingsmiddelen zijn voorzien teneinde een ruimte tussen de bodemplaat en de onderzijde van de vooraf gevormde vloer te vormen, welke ruimte plaats biedt aan de mat en de verwarmingsbuis.
Volgens een tweede aspect van de onderhavige uitvinding voorziet deze in een werkwijze voor het aanbrengen van vloerverwarming, omvattende de stappen van het aanbrengen van een geprofileerde bodemplaat op een ondergrond, het plaatsen van een althans deels van mazen voorziene flexibele mat met diens onderzijde op de bodemplaat, waarbij de mat aan diens bovenzijde een vooraf daarop aangebracht bevestigingsmiddel omvat voor het fixeren van een verwarmingsbuis in een gewenste positie op de mat, en waarbij de mat zodanig is ingericht dat een stortbaar materiaal zich tussen de mazen kan begeven, en het fixeren van de verwarmingsbuis op de mat, middels het bevestigingsmiddel, in de gewenste positie.
Bij voorkeur omvat de werkwijze voorts de stap van het storten van het stortbare materiaal op de mat, waarbij de bodemplaat, de mat, en de verwarmingsbuis in hoofdzaak volledig worden bedekt door het stortbare materiaal, en waarbij het stortbare materiaal een vloer vormt of na uitharding daarvan een vloer vormt, en waarbij de mat een wapening voor de vloer vormt. Bij verdere voorkeur is het stortbare materiaal een mortel, een hars, een plastic, of een combinatie daarvan. Bij voorkeur wordt eerst de bodemplaat aangebracht op de ondergrond, wordt vervolgens de mat op de bodemplaat geplaatst, en bij voorkeur bevestigd, wordt vervolgens de verwarmingsbuis gefixeerd op de mat middels het bevestigingsmiddel, en wordt bij voorkeur vervolgens het stortbare materiaal over de bodemplaat, de mat, en de verwarmingsbuis gestort, waarbij het stortbare materiaal een door het vloerverwarmingssysteem verwarmbare vloer vormt, eventueel na uitharding van het stortbare materiaal.
De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht onder verwijzing naar de aangehechte tekeningen.
- Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een vloerverwarmingssysteem; - figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van het vloerverwarmingssysteem volgens figuur 1; - figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van een noppeneenheid; en - figuur 4 toont een verdere uitvoeringsvorm van een noppeneenheid.
Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een vloerverwarmingssysteem 1 die is geïnstalleerd op een ondergrond 2, zoals een fundering of houten balken. Boven de ondergrond 2 is het vloerverwarmingssysteem 1 geïnstalleerd, met allereerst een bodemplaat 3 die boven de ondergrond 2 is geplaatst, zijnde een zwaluwstaartplaat 3, waarbij ten gevolge van het profiel van de zwaluwstaartplaat 3 aan de bovenzijde en onderzijde daarvan goten 30 zijn gevormd. De goten van het profiel van de zwaluwstaartplaat 3 dienen enerzijds ter verstijving van de bodemplaat 3 en anderzijds voor het aan elkaar Koppelen van meerdere zwaluwstaartplaten 3, daar de goten 30 van twee platen 3 in lengterichting daarvan althans deels in elkaar kunnen worden geklikt. Daarmee is koppeling aan zowel de dwarszijde als de langszijde van de plaat 3 mogelijk. Boven de bodemplaat 3 wordt een althans deels van mazen 40 voorziene mat 4 van het 30 vloerverwarmingssysteem | aangebracht, die bij voorkeur middels een kleefmiddel met diens onderzijde aan de plaat 3 is bevestigd. Aan de bovenzijde van de mat 4 zijn bevestigingsmiddelen 5 voorzien, zijnde noppeneenheden 5, die vier al dan niet met elkaar verbonden noppen 50 omvatten. De noppen 50 zijn op zodanige afstand van elkaar geplaatst binnen een noppeneenheid 5 dat een verwarmingsbuis 6 daartussen kan worden geklemd in twee haaks op elkaar staande richtingen R1, R2. Wanneer het vloerverwarmingssysteem 1 op de ondergrond 2 is geïnstalleerd kan een stortbaar materiaal 70 daarover worden gestort teneinde een door de vloerverwarming verwarmde vloer 7 te vormen. Figuur 1 toont voorts dat de mat 4 van mazen 40 is voorzien, waarbij de mazen 40 zodanig zijn ingericht dat het stortbare materiaal 70 zich in de mazen 40 kan begeven, en daarmee door de mat 4 heen kan begeven. Daardoor wordt het mogelijk gemaakt dat het stortbare materiaal 70 doordringt tot aan de bodemplaat 3. Hierdoor wordt een zekere hechting van het stortbare materiaal 70 met de bodemplaat 3, de mat 4, alsook de verwarmingsbuis 6 bewerkstelligd. Dientengevolge wordt het ontstaan van luchtbellen in de vloer 7 vermeden, waardoor een stabiele en duurzame vloer 7 wordt verkregen. Wanneer de mat 4 aan de bodemplaat 3 is bevestigd, bijvoorbeeld middels een kleefmiddel, wordt tevens vermeden dat de mat 4 ofwel de daaraan bevestigde verwarmingsbuis 6 gaat drijven wanneer het stortbare materiaal 70 daarop wordt gestort. Derhalve blijft de verwarmingsbuis 6 op diens gewenste voorafbepaalde plek, zelfs tijdens het storten van het stortbare materiaal 70 teneinde de vloer 7 te vormen. Voorts vormt de flexibele mat 4, die bij voorkeur ut vezels, zoals glasvezels, is vervaardigd, een wapening voor de vloer 7. In Figuur 2 wordt een dwarsdoorsnede van het vloerverwarmingssysteem 1 volgens Figuur | getoond. Te zien is dat het vloerverwarmingssysteem 1 is aangebracht op een ondergrond 2 van houten balken 2. Het vloerverwarmingssysteem 1 omvat een bodemplaat 3, zijnde een zwaluwstaartplaat 3 met goten 30, een althans deels van mazen 40 voorziene mat 4 met aan diens bovenzijde bevestigingsmiddelen 5, zijnde noppeneenheden 5, die uniform over de mat 4 zijn verdeeld, zoals getoond in Figuur 1. Een noppeneenheid 5 bestaat uit vier al dan niet met elkaar verbonden noppen 50 waartussen een verwarmingsbuis 6 kan worden geklemd ter fixatie daarvan.
De verwarmingsbuis 6 kan in twee althans in hoofdzaak loodrecht op elkaar staande richtingen RL, R2 in de noppeneenheid 5 worden geklemd. Hierdoor kan de verwarmingsbuis 6 in een gewenst patroon op de mat 4 worden bevestigd, zoals te zien in Figuur 1. Een installateur die het vloerverwarmingssysteem 1 installeert kan zodoende de verwarmingsbuis 6 op een gewenste ingangslocatie de vloer 7 in laten gaan en op een gewenste uitgangslocatie de vloer 7 uit laten gaan, zodat de instroomrichting 60 en uitstroomrichting 61 van de verwarmingsbuis 6 aansluiten op eventuele verdere vloerverwarmingssystemen dan wel verwarmingsinstallatiepunten die bijvoorbeeld warm water aanleveren en wegvoeren. Tussen het instroompunt en uitstroompunt van de verwarmingsbuis 6 van het vloerverwarmingssysteem 1 kan de verwarmingsbuis 6 in het gewenste grondpatroon worden gefixeerd, teneinde bijvoorbeeld een evenwichtige verspreiding van warmte over de vloer 7 te bereiken, ofwel een bepaald vloeroppervlak van de vloer 7 sneller dan wel langzamer te laten opwarmen dan een ander deel. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat het vloerverwarmingssysteem teven gebruikt kan worden voor het Koelen van een vloer, bijvoorbeeld door koud water door de verwarmingsbuis 6 te laten stromen.
Figuur 3 toont een noppeneenheid 5 zoals getoond in Figuren 1 en 2. De noppen 50 van de noppeneenheid 5 zijn middels een van een doorgangsgat 51 voorziene plaat 52 met elkaar verbonden nabij de basis 500 van de nop 50. De nop 50 heeft een althans in hoofdzaak eenbladige hyperboloïde vorm, zodat tussen de noppen 50 een nauwsluitende verbinding tussen de noppeneenheid 5 en een verwarmingsbuis 6 wordt bewerkstelligd.
De afstand D2 tussen de perifere randen 501 van de toppen 502 van aangrenzende noppen 50 kan zodanig worden gekozen dat deze
Kleiner is dan de diameter D1 van een verwarmingsbuis 6. De noppen 50, de verwarmingsbuis 6, of beiden 50, 6, kunnen uit een veerkrachtig materiaal, zoals plastic, worden vervaardigd zodanig dat deze licht vervormen tijdens het in de noppeneenheid 5 drukken van de verwarmingsbuis 6, waarna deze terugspringen naar hun oorspronkelijke vorm en positie wanneer de verwarmingsbuis 6 in de noppeneenheid 5 is geklemd, teneinde een zekere klemming te waarborgen.
Het gat 51 kan dienen ter bevestiging van de noppeneenheid 5 aan de mat 4, en vermindert tevens het materiaalgebruik bij vervaardiging van de noppeneenheid 5. In Figuur 4 wordt een verdere uitvoeringsvorm van een noppeneenheid 50 getoond, waarbij de noppen 50 worden gevormd door bij voorkeur met elkaar kruisende platen 53 te voorzien van in hoofdzaak cirkelsegmentvormige uitsparingen 54. Bij voorkeur is de noppeneenheid 50 volgens Figuur 4 vervaardigd uit een hard plastic.
Daartoe is deze uitvoeringsvorm met name geschikt voor installatie van althans in hoofdzaak uit veerkrachtig materiaal bestaande verwarmingsbuizen 6, die licht kunnen vervormen tijdens het inbrengen daarvan in de noppeneenheid 5, waarna de buis 6 althans in hoofdzaak terugspringt in diens oorspronkelijke vorm, met diens althans in hoofdzaak oorspronkelijke diameter D1. Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot de beschreven uitvoeringsvormen, en zich tevens uitstrekt tot andere uitvoeringsvormen vallende binnen de strekking van de aangehechte conclusies.

Claims (15)

  1. Conclusies L Vloerverwarmingssysteem, omvattende: een geprofileerde bodemplaat; een verwarmingsbuis; en een althans deels van mazen voorziene flexibele mat die met diens onderzijde op de bodemplaat is geplaatst, waarbij de mat aan diens bovenzijde een vooraf daarop aangebracht bevestigingsmiddel omvat voor het fixeren van de verwarmingsbuis in een gewenste positie op de mat, en waarbij de mat zodanig is ingericht dat een stortbaar materiaal zich tussen de mazen kan begeven.
  2. 2. Vloerverwarmingssysteem volgens conclusie 1, waarbij het bevestigingsmiddel ten minste twee noppen omvat die zich loodrecht van de mat af uitstrekken, waarbij de verwarmingsbuis klembaar is tussen de noppen.
  3. 3. Vloerverwarmingssysteem volgens conclusie 2, waarbij de noppen onderdeel uitmaken van een noppeneenheid die ten minste drie noppen omvat, waarbij de noppen van de noppeneenheid in hoofdzaak de hoekpunten van een veelhoek vormen, zodat de verwarmingsbuis in ten minste twee van elkaar verschillende richtingen tussen de noppen van de noppeneenheid klembaar is.
  4. 4. Vloerverwarmingssysteem volgens conclusie 3, waarbij de veelhoek een vierkant is.
  5. 5. Vloerverwarmingssysteem volgens conclusie 3 of 4, waarbij de noppeneenheid onderdeel uitmaakt van een veelvoud aan noppeneenheden, en waarbij de noppeneenheden uniform over de bovenzijde van de mat zijn verdeeld.
  6. 6. Vloerverwarmingssysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bodemplaat een zwaluwstaartplaat is.
  7. 7. Vloerverwarmingssysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de mat uit vezels bestaat.
  8. 8. Vloerverwarmingssysteem volgens conclusie 7, waarbij de vezels alkalibestendig zijn.
  9. 9. Vloerverwarmingssysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de mat aan de bodemplaat is bevestigd middels een kleefmiddel.
  10. 10. Vloerverwarmingssysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bodemplaat, de mat, en de verwarmingsbuis in hoofdzaak volledig zijn bedekt door het stortbare materiaal, waarbij het stortbare materiaal een vloer vormt.
  11. HL. Vloerverwarmingssysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aan perifere randen van de bodemplaat afdichtmiddelen zijn voorzien, waarbij de bodemplaat en de afdichtmiddelen een voor het stortbare materiaal ondoordringbare ondergrond vormen.
  12. 12. Vloerverwarmingssysteem volgens cen van de voorgaande conclusies, waarbij het stortbare materiaal een mortel, een hars, een plastic, of een combinatie daarvan is.
  13. 13. Werkwijze voor het aanbrengen van vloerverwarming, omvattende de stappen van: het aanbrengen van een geprofileerde bodemplaat op een ondergrond; het plaatsen van een althans deels van mazen voorziene flexibele mat met diens onderzijde op de bodemplaat, waarbij de mat aan diens bovenzijde een vooraf daarop aangebracht bevestigingsmiddel omvat voor het fixeren van een verwarmingsbuis in een gewenste positie op de mat, en waarbij de mat zodanig is ingericht dat een stortbaar materiaal zich tussen de mazen kan begeven; en het fixeren van de verwarmingsbuis op de mat, middels het bevestigingsmiddel, in de gewenste positie.
  14. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, voorts omvattende de stap van het storten van het stortbare materiaal op de mat, waarbij de bodemplaat, de mat, en de verwarmingsbuis in hoofdzaak volledig worden bedekt door het stortbare materiaal, en waarbij het stortbare materiaal een vloer vormt of na uitharding daarvan een vloer vormt, en waarbij de mat een wapening voor de vloer vormt.
  15. 15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het stortbare materiaal een mortel, een hars, een plastic, of een combinatie daarvan is.
NL2023088A 2019-05-08 2019-05-08 Vloerverwarmingssysteem en werkwijze voor het aanbrengen van vloerverwarming NL2023088B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2023088A NL2023088B1 (nl) 2019-05-08 2019-05-08 Vloerverwarmingssysteem en werkwijze voor het aanbrengen van vloerverwarming

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2023088A NL2023088B1 (nl) 2019-05-08 2019-05-08 Vloerverwarmingssysteem en werkwijze voor het aanbrengen van vloerverwarming

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2023088B1 true NL2023088B1 (nl) 2020-11-30

Family

ID=66589852

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2023088A NL2023088B1 (nl) 2019-05-08 2019-05-08 Vloerverwarmingssysteem en werkwijze voor het aanbrengen van vloerverwarming

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2023088B1 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0035722A1 (de) * 1980-03-12 1981-09-16 TA ROKAL GmbH Rohrhalter
DE3204985A1 (de) * 1982-02-12 1983-08-25 Joachim 7809 Denzlingen Pfeifer Fussboden mit bodenheizung sowie verfahren zum verlegen einer bodenheizung
DE3543688A1 (de) * 1985-07-13 1987-01-22 Bernd Hewing Folienartiges flaechenelement mit halteorganen fuer rohrleitungen zum befestigen auf waermedaemmplatten und verwendung eines derartigen flaechenelementes
DE29910109U1 (de) * 1999-06-10 2000-10-19 Hewing Gmbh Verlegefolie für eine Flächenheizung, insbesondere Fußbodenheizung und Aufbau einer Flächenheizung, insbesondere Fußbodenheizung unter Verwendung einer derartigen Verlegefolie
DE19912922C1 (de) * 1999-03-22 2001-01-18 Hewing Gmbh Verlegungsvorrichtung für Flächenheizungen, insbesondere Fußbodenheizungen
KR100858719B1 (ko) * 2007-04-17 2008-09-17 송동헌 조립식 구들장
WO2009105846A2 (en) * 2008-02-26 2009-09-03 Manu Nys Layered construction with tube system

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0035722A1 (de) * 1980-03-12 1981-09-16 TA ROKAL GmbH Rohrhalter
DE3204985A1 (de) * 1982-02-12 1983-08-25 Joachim 7809 Denzlingen Pfeifer Fussboden mit bodenheizung sowie verfahren zum verlegen einer bodenheizung
DE3543688A1 (de) * 1985-07-13 1987-01-22 Bernd Hewing Folienartiges flaechenelement mit halteorganen fuer rohrleitungen zum befestigen auf waermedaemmplatten und verwendung eines derartigen flaechenelementes
DE19912922C1 (de) * 1999-03-22 2001-01-18 Hewing Gmbh Verlegungsvorrichtung für Flächenheizungen, insbesondere Fußbodenheizungen
DE29910109U1 (de) * 1999-06-10 2000-10-19 Hewing Gmbh Verlegefolie für eine Flächenheizung, insbesondere Fußbodenheizung und Aufbau einer Flächenheizung, insbesondere Fußbodenheizung unter Verwendung einer derartigen Verlegefolie
KR100858719B1 (ko) * 2007-04-17 2008-09-17 송동헌 조립식 구들장
WO2009105846A2 (en) * 2008-02-26 2009-09-03 Manu Nys Layered construction with tube system

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5697195A (en) Plaster security barrier system
AU2019210599B2 (en) Improved mesh, mesh panels, composite building elements and method of reinforcing and articles reinforced by the method, duct and riser walls and methods for their construction
EP1911905B1 (de) Mehrschichtiges Aufbausystem für Bodenbeläge bei Fußbodenheizungen
US20180320384A1 (en) Cladding System
US8596021B2 (en) Modular bathroom wall and floor systems having a plurality of room corner spring clips
US9458625B2 (en) Rigid foam board installation clip
NL2023088B1 (nl) Vloerverwarmingssysteem en werkwijze voor het aanbrengen van vloerverwarming
US20180216641A1 (en) Rigid Foam Board Installation Clip
US9611651B2 (en) Wall cladding system
US20020174621A1 (en) Metal fastener for bonding concrete to floors
DE2456836B2 (de) Vorgefertigtes Einbauelement für Flüssigkeits-Flächenbeizungen
AU2018101002A4 (en) Fixing Brackets for Glass Fiber Reinforced Concrete Composite Cladding for Curtain Wall as Building Element and Methods of Making & Using same.
CN112534105B (zh) 用于实施饰面的方法
RU141186U1 (ru) Опорно-крепежный узел для установки облицовочных панелей
WO2012088673A1 (en) Attachment apparatus for thermal insulation panel
WO2017016833A1 (en) A sandwich panel and system thereof
BG65989B1 (bg) Изолационна система за покритие на плоски повърхности, метод за монтаж на системата и двустранен дюбел за осъществяване на монтажа
EP2450636A2 (de) Bodenbelagsträgerelement und Bodenbelagsanordnung mit Bodenbelagsträgerelement
CA2808163C (en) Wall cladding system
DK179733B1 (en) TILE COVERING SYSTEM AND PROCEDURE FOR FITTING TILE ELEMENTS ON A BUILDING SURFACE
CN107075854B (zh) 用于使钢结构件防火的自对准双网护角条及其用法
EP2562320B1 (de) Verfahren zur Ausbildung eines Fassadensystems sowie Fassadensystem
LV15539B (lv) Ārsienu siltuma izolācijas un apdares stiprinājuma konstrukcija
DE202016106509U1 (de) Stahlbetonelementdecke
DE202013102779U1 (de) Unterbauelement