NL192875C - Brandwerend beglazingspaneel. - Google Patents

Description

I IWOO

Brandwerend beglazingspaneel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een brandwerend beglazingspaneel dat ten minste twee op afstand gelegen lagen van zwelbaar materiaal bezit, welke lagen van zwelbaar materiaal zijn ingeklemd 5 tussen platen uit glasachtig materiaal.

Een dergelijk brandwerend beglazingspaneel is bekend uit het Britse octrooischrift 1.452.931. Dergelijke panelen kunnen worden gebruikt bij de constructie van buiten- en binnenbouwmuren of tussenwanden. In het bijzonder wordt een brandwerend beglazingspaneel beschreven dat twee of meer glasachtige platen bezit welke alle van elkaar zijn gescheiden door zwelbaar materiaal. Een dergelijk paneel is slechts tegen 10 hoge kosten te vervaardigen.

De onderhavige uitvinding beoogt een brandwerend beglazingspaneel te verschaffen met verbeterde brandwerende eigenschappen dat door de constructie ervan tegen aanmerkelijk lagere kosten kan worden vervaardigd.

Hiertoe wordt het beglazingspaneel als in de aanhef beschreven volgens de uitvinding gekenmerkt, 15 doordat er ten minste twee zwelbare lagen zijn waartussen zich interne glasachtige platen bevinden, welke interne glasachtige platen te zamen zijn gelamineerd, zonder tussenliggend zwelbaar materiaal, door middel van tussenliggend polyvinylbutyral of een ander kunststofkleefmateriaal, waarbij de totale dikte van de interne gelamineerde glasachtige platen ten minste 6 mm is.

Vanwege de aanwezigheid van interne glasachtige platen kan een aanzienlijk hitte-absorptievermogen 20 dat doelmatig onregelmatigheden in de warmte-overdracht naar verschillende gebieden van de zwelbare laag die zich verder van het vuur bevinden vermindert, worden verschaft zonder noodzaak een buitengewoon dikke glasplaat te gebruiken.

Door het modulaire karakter van het beglazingspaneel kan dit, door het vermijden van productie-technisch lastige processtappen, tegen aanmerkelijk lagere kosten worden vervaardigd.

25 De dunnere panelen die uiteindelijk gecombineerd worden tot het eindproduct, kunnen gedurende enige tijd worden opgeslagen, voordat ze gebruikt worden als onderdelen voor het maken van het dikkere product. Indien dikkere panelen in drie of meer verschillende uitvoeringen worden gemaakt, bijvoorbeeld dunnere panelen die onderling verschillen wat betreft de dikte van ten minste één van hun glasplaten of wat betreft de dikte van hun zwelbare lagen, dan kunnen verschillende combinaties van dunnere panelen gekozen 30 worden voor het vormen van eindproducten met verschillende eigenschappen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding hebben aile glasachtige platen dezelfde dikte.

Door het gebruik van standaardcomponenten kunnen de kosten verder worden gedrukt. Een dergelijk paneel bezit een dik intern glassamenstel, hetgeen uit oogpunt van brandwerendheid gunstig is, zonder dat hiervoor qua dikte afwijkende, dure glasplaten nodig zijn. Een verdere vergroting van de dikte kan 35 eenvoudig worden bereikt door een dunner paneel eerst met een verdere glasachtige plaat te lamineren alvorens het buitenoppervlak van deze verdere glasachtige plaat tegen een ander dunner paneel te lamineren.

Een paneel volgens de uitvinding kan worden vervaardigd met behulp van een werkwijze die de stappen omvat van het vormen van ten minste twee dunnere panelen, waarbij elk paneel een zwelbare laag 40 ingeklemd tussen twee glasachtige platen omvat, en vervolgens door het buitenoppervlak van één glasachtige plaat van een dunner paneel tegen het buitenoppervlak van één glasachtige plaat van een ander dunner paneel te lamineren waardoor de dunnere panelen tezamen worden gebonden en de gelamineerde glasachtige platen interne glasachtige platen van het dikkere, brandwerende paneel vormen, waarbij het lamineren geschiedt onder gebruikmaking van een tussenliggend kleefmiddel, polyvinylbutyral of 45 een ander kunststofmateriaal.

Dunnere glaspanelen kunnen aanmerkelijk eenvoudiger worden gesneden dan een dik paneel. Verdere voordelen zullen duidelijk worden uit de verdere beschrijving.

Door het gebruik van de zwelbare laag als bindingsmedium voor de twee glasachtige platen wordt een dunner paneel gevormd dat, als een geheel, gemakkelijk kan worden gehanteerd en daarmee het productie-50 proces aanmerkelijk vereenvoudigd.

Bij de vervaardiging van de panelen volgens de uitvinding kan het lamineren van de glasachtige platen van elk van de dunnere panelen worden bewerkstelligd door de glasachtige platen en het tussenliggende zwelbare materiaal te onderwerpen aan hitte- en drukomstandigheden, met inbegrip van zodanige tijdelijke onderatmosferische drukomstandigheden dat de ruimte tussen de glasachtige platen wordt onderworpen 55 aan zuigkrachten, welke zuigkrachten inwerken op de omtrek van het samenstel gevormd door de op elkaar geplaatste panelen voordat het samenstel wordt onderworpen aan druk, die stevige binding van de glasachtige platen door middel van de tussenliggende zwelbare laag (lagen) teweegbrengt.

192875 2

Bij voorkeur worden de glasachtige platen van elk van de dunnere panelen en het tussenliggende zwelbare materiaal dan onderworpen aan bindingsomstandigheden in twee trappen, waarbij in de eerste {’’inleidende bindingstrap” genaamd) de ruimte tussen de platen wordt afgezogen en hechting van het zwelbare materiaal aan de platen wordt bewerkstelligd zonder dat de uiteindelijke bindingssterkte wordt 5 bereikt en waarbij in de tweede ("stevige bindingstrap" genaamd) de sandwich wordt verwarmd tot een hogere temperatuur en wordt onderworpen aan een hogere druk ter verkrijging van de gewenste stevige binding.

Volgens deze uitvoeringsvormen kan gemakkelijker en betrouwbaarder een goede binding worden verkregen tussen de platen vanwege of onder meer vanwege de verwijdering van lucht en in sommige 10 gevallen van overmaat water en/of oplosmiddel vanuit de ruimte tussen de glasplaten, voorafgaande aan de stevige binding ervan.

Brandwerende panelen kunnen geklassificeerd worden volgens hun effectiviteit uitgedrukt in de tijdsduur gedurende welke één kant van het paneel blootgesteld kan worden aan een gespecificeerd, een brand nabootsend verhittingsschema voordat de tegenover gelegen zijde van het paneel een bepaalde gemiddelde 15 temperatuur bereikt of voordat enig gedeelte van deze tegenover gelegen zijde een bepaalde temperatuur bereikt. Een standaardtest is neergelegd in International Standard ISO 834 (Fire Resistance Tests -Elements of Building Construction) en een overeenkomstige Belgische standaard NBN 713-020. Deze test wordt uitgevoerd door het paneel aan te brengen in een wand van een oven, waarin de temperatuur volgens een vastgelegde formule wordt verhoogd en door de tijdsduur te meten, welke verloopt voordat één 20 van de volgende drie omstandigheden optreedt, n.l. (a) het paneel ophoudt een vlam- en rookzekere barrière te verschaffen, (b) de gemiddelde temperatuur van het vlak van het paneel dat naar de buitenkant van de oven gericht is met meer dan 140°C boven zijn aanvankelijke (omgevings)temperatuur stijgt en (c) de temperatuur van enig gebied van dat buitenvlak met meer dan 180°C toeneemt.

Verschillende commercieel verkrijgbare brandwerende panelen - zoals het in de aanhef genoemde 25 paneel - omvatten een zwelbare laag, die is ingeklemd tussen twee glasplaten en deze kunnen genoemde test gedurende ongeveer 20 min. doorstaan. Indien glasvezel- en draadgaas wordt toegevoegd aan de zwelbare laag, zullen de panelen de test gedurende langere perioden doorstaan.

Een voordeel van de uitvinding is, zoals gezegd, het feit dat deze nieuwe mogelijkheden in het vervaardigingsproces biedt. Wanneer het zwelbare materiaal bijv. moet worden opgenomen in het paneel, 30 en het aanvankelijk wordt aangebracht op glasplaten vóór samenvoeging daarvan tot het paneel, hetgeen op zich een bijzonder bevredigende procedure is, kan de totale hoeveelheid zwelbaar materiaal op zodanige wijze op de glasplaten worden aangebracht dat elke plaat slechts aan één zijde wordt bekleed. Bij samenvoeging wordt iedere zwelbare laag in het paneel gevormd door twee van dergelijke bekledingen. In het algemeen is het gemakkelijker een zwelbare laag met een bepaalde dikte te vormen door dunnere 35 bekledingen die op verschillende platen zijn aangebracht, te combineren, dan de gehele laagdikte op één enkele plaat te vormen. Het voordeel is bijzonder duidelijk wanneer dikke zwelbare lagen worden gevormd, bijv. lagen met een dikte van ten minste 0,8 mm. Wanneer een enkele glasplaat zou worden gebruikt i.p.v. de boven genoemde binnenplaten, zou het noodzakelijk zijn voor het bereiken van dit voordeel, een bekleding van zwelbaar materiaal op iedere zijde van die enkele plaat aan te brengen en dat is bij lange na 40 niet zo gemakkelijk uit te voeren onder massaproductie-omstandigheden.

Een verder voordeel van de uitvinding is het feit dat deze de weg opent naar een nieuwe productiemethode volgens welke het paneel wordt samengevoegd door combinatie van twee voorgevormde dunnere panelen, die beide een zwelbare laag ingeklemd tussen twee glasplaten omvatten. Door een glaslaag van een van de dunnere panelen te lamineren aan een glasplaat van het andere dunnere paneel, worden deze 45 gelamineerde platen de interne platen van het paneel volgens de uitvinding. Deze dunnere panelen kunnen panelen zijn die gesneden zijn uit een paneel of panelen met dezelfde samenstelling, maar met groter oppervlak. Het is aanzienlijk eenvoudiger dergelijke dunnere panelen te snijden dan het dikkere paneel, dat gevormd is door het samenvoegen van de beide, te snijden.

Een volgend voordeel van de uitvinding is het feit dat vanwege de aanwezigheid van gelamineerde 50 glasplaten tussen twee zwelbare lagen, een aanzienlijk hitte-absorptievermogen dat doelmatig onregelmatigheden in de warmte-overdracht naar verschillende gebieden van de zwelbare laag die zich verder van het vuur bevinden vermindert, verschaft kan worden zonder de noodzaak een buitengewoon dikke glasplaat te gebruiken. De aparte interne gelamineerde platen kunnen bijv. een dikte hebben die geschikt is voor de meeste gebruikelijke beglazingsdoeleinden.

55 In bepaalde uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn de interne gelamineerde glasplaten te zamen gebonden door middel van tussenliggend kunststofmateriaal, bijv. polyvinyibutyral, dat gebruikt kan worden in de vorm van een voorgevormde film of films. Anderzijds kunnen polyurethaan of polyvinylchloride worden 3 192875 gebruikt. In plaats van het gebruik van een kunststofmateriaal kan een kleefsamenstelling worden gebruikt. Het gebruik van een kunststoflaag biedt o.a. het voordeel omdat het paneel verbeterde weerstand tegen mechanische schokken verleent.

Er kunnen twee of meer interne gelamineerde glasplaten zijn.

5 Bij voorkeur bedraagt de aggregaatdikte van de interne gelamineerde glasplaten ten minste 6 mm. Deze voorwaarde is gewenst voor het grotendeels opheffen van temperatuursgradiënten en het bevorderen van een gelijkmatige temperatuur over het oppervlak van de interne platen.

Bij voorkeur is de aggregaatdikte van de interne gelamineerde glasplaten groter dan ten minste één van de buitenpaneelplaten. In het geval dat een paneel volgens de uitvinding wordt blootgesteld aan brand aan 10 één zijde daarvan, is de dikte van de glasplaat die zich het verst van het vuur bevindt, niet een factor van groot belang voor het brandwerend vermogen van het paneel. Tenminste één van de buitenplaten van het paneel kan daarom een in verhouding dunne plaat zijn, met bijv. een gebruikelijke dikte voor een beglazingsplaat, zodat hierdoor het paneel niet onnodig zwaar is. Bij voorkeur zijn de beide buitenplaten van het paneel dunner dan de gecombineerde dikten van de interne gelamineerde platen. Indien de plaat die 15 zich het dichtst bij het vuur bevindt reeds vrij vroeg breekt onder de gecombineerde invloed van thermische schok en de door de aanliggende laag van uitzettend zwelbaar materiaal uitgeoefende krachten, kan het paneel nog steeds dienen als een zeer doelmatig brandscherm, onder voorwaarde dat de interne glasplaten als gevolg van hun gecombineerde dikten temperatuurgradiënten snel genoeg kunnen opheffen om het optreden van te vermijden hete plekken op het afgelegen oppervlak van het paneel te verhinderen. De 20 bindiaag(-lagen) uit polyvinylbutyral of ander materiaal tussen de interne platen kan (kunnen) tevens bijdragen tot het opheffen van temperatuursgradiënten zoals reeds vermeld. Het gebruik van buitenplaten waarvan een of beide dunner is dan de gecombineerde dikten van de interne platen is dan ook verenigbaar met een in verhouding goede prestatie van het paneel en is gunstig voor het beperken van het totale gewicht van het paneel. Bij voorkeur heeft ten minste één van de buitenpaneelplaten een dikte in het gebied 25 van 4,0 tot 2,0 mm.

In een hierboven reeds genoemde voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding hebben de buitenpaneelplaten dezelfde dikte. Dit aspect is voordelig omdat beide buitenplaten in dat geval uit dezelfde vlakglas-voorraad kunnen worden gesneden. Bovendien is, wanneer de zwelbare lagen identiek zijn wat betreft samenstelling en dikte, het paneel in dat geval volledig symmetrisch en onafhankelijk van welke zijde ervan 30 aan vuur wordt blootgesteld, even effectief.

Bij voorkeur hebben de buiten- en interne glasplaten van het paneel dezelfde dikten. Dit betekent dat wanneer ieder van deze platen beschouwd wordt als een dikte van één eenheid te hebben, de gecombineerde dikten van de interne platen x eenheden bedraagt, waarbij x het aantal interne gelamineerde platen is. Het gebruik van glasplaten met allemaal dezelfde dikte is zeer gunstig bij de vervaardiging van panelen 35 zowel uit hoofde van standaardisatie van bestanddelen als omdat het de automatisering van het hanteren van de onderdelen en het samenvoegen vereenvoudigt. Compenserende voordelen kunnen echter gerealiseerd worden door een in verhouding dikke glasplaat op te nemen tussen de zwelbare lagen. De voordelen omvatten een grotere brandweerstand. Indien een dergeiijke relatief dikke plaat voorzien wordt als de middenplaat van drie interne gelamineerde platen, kan dit voordeel gerealiseerd worden onder 40 behoud van het voordeel dat het paneel gevormd kan worden door twee gelijke voorgevormde dunnere panelen, die beide een omklemde zwelbare laag omvatten, samen te lamineren. In bepaalde panelen volgens de uitvinding is een dergelijke middenplaat aanwezig met een dikte van ten minste 6 mm.

Zeer goede brandwerende eigenschappen kunnen bevorderd worden door iedere zwelbare laag een dikte van ten minste 1,2 mm te geven. Bijzondere voorkeur heeft een aggregaatdikte van de zwelbare lagen 45 van ten minste 3,5 mm. De aggregaatdikte van de zwelbare lagen beïnvloedt de tijdsduur gedurende welke het paneel blootstelling aan vuur kan weerstaan, voordat het ophoudt aan bepaalde reeds eerder beschreven testomstandigheden te voldoen.

Als zwelbaar materiaal verdienen o.a. gehydrateerde alkalimetaalzouten de voorkeur. Voorbeelden van alkalimetaalzouten die in gehydrateerde vorm gebruikt kunnen worden zijn: kaliumaluminaat, kaliumplum-50 baat, natriumstannaat, kaliumstannaat, natriumaluminiumsulfaat en -aluminiumfosfaat, kaliumaluminium-sulfaat, natriumboraat, kaliumboraat en natriumorthofosfaten. Dergelijke stoffen hebben zeer goede eigenschappen voor de beoogde doeleinden. Ze kunnen in vele gevallen transparantie lagen vormen, die zich goed hechten aan glasachtig materiaal.

Gehydrateerde alkalimetaalsilicaten, bijv. natriumsilicaat, zijn in het bijzonder geschikt voor het vormen 55 van de zwelbare lagen. In het bijzonder zijn de zwelbare lagen van gehydrateerd natriumsilicaat, waarin de gewichtsverhouding Si02 : NagO 3,1 :1 of 3,4 :1 bedraagt en welke 30-35 gew.% water bevatten.

De lagen zwelbaar materiaal kunnen gevormd worden door toepassing van een waterige oplossing van 192875 4 het zwelbare materiaal, dat kan worden opgebracht onder vorming van lagen op de glasachtige paneel-piaten of op tijdelijke dragers als voorbereiding voor overdracht op de genoemde paneelplaten en daarop worden gedroogd totdat het watergehalte de gewenste waarde heeft. Dergelijke lagen kan men daarop de glasplaten waartussen zij zijn ingeklemd samen laten binden, bijv. door deze lagen aan warmte en/of druk 5 te onderwerpen.

De zwelbare lagen kunnen anderzijds gevormd worden door of uit een zwelbaar materiaal, dat geheel of gedeeltelijk in korrelvorm is, waarbij al dan niet een bindmiddel wordt toegepast. Dit heeft het voordeel dat de noodzaak van een droogbehandeling vermeden kan worden, of dat de droogtijd verkort kan worden, indien een bindmiddel gebruikt wordt is dit bij voorkeur water of een waterige oplossing van het zwelbare 10 materiaal. Materiaal dat in korrelvormige of gedeeltelijk korrelvormige vorm wordt opgenomen kan ook de glasplaten waartussen het is aangebracht, doen binden, bij voorkeur door dit materiaal te onderwerpen aan warmte en/of druk.

Het gehele paneel heeft bij voorkeur de vorm van een laminaat. Dit betekent dat het de voorkeur verdient dat de buitenglasplaten op de interne glasplaten gelamineerd zijn door middel van de zwelbare lagen. Het is 15 echter ook mogelijk dat de buitenglasplaten in hun positie ten opzichte van de binnenplaten worden gehouden op enige andere wijze, bijv. door een omlijsting. In het laatste geval is het niet nodig dat het tussenliggende zwelbare materiaal de binnen- en buitenplaten te zamen bindt. De zwelbare lagen kunnen bijv. lagen zijn uit zwelbare korrels.

Teneinde de waarschijnlijkheid te verlagen dat de glasplaten barsten of fragmenteren onder thermische 20 schok, is een voorkeursuitvoering volgens de uitvinding hierdoor gekenmerkt, dat ten minste één der interne glasachtige platen een thermische uitzettingscoëfficiënt (E) heeft in het temperatuurgebied van 0 - 400°C van ten hoogste 7,5 x ICT6 per °C.

Verder heeft volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm ten minste één van de interne glasachtige platen een dilatometrisch verwekingspunten van ten minste 600°C. Het dilatometrische verwekingspunt is de 25 temperatuur (de 11,5 temperatuur genaamd), waarbij het giasachtige materiaal een viscositeit van 1011,5P (= 1010'5 Pa.s) heeft. Elke glasplaat uit materiaal dat aan deze verdere voorwaarden voldoet, is redelijk bestendig tegen ineen vallen onmiddellijk na het optreden van barsten in de plaat. Ten minste één van de interne gelamineerde glasplaten bezit de genoemde thermische expansie- en/of verwekingseigenschappen. Genoemde eigenschappen zijn bijzonder gunstig voor een relatief dikke interne plaat, bijv. een plaat van ten 30 minste 6 mm dik, welke één van de interne gelamineerde platen kan uitmaken, bijv. de middenplaat van drie interne platen van een paneel volgens de uitvinding.

De boven weergegeven uitzettings- en verwekingscriteria kunnen worden bereikt door de bedoelde plaat of platen te maken uit een boriumsilicaatglas, een vitro-keramisch of een vitro-kristallijn materiaal, of uit een aluminosilicaat- of aluminoborosilicaatglas. Deze categorieën glasachtig materiaal verdienen de voorkeur.

35 Voorbeelden van samenstellingen van één aluminosilicaat- en drie aluminoborosilicaatglassoorten, die bevredigend zijn gebleken, zijn als volgt (gew.%):

SiO 62,8 69,5 73,25 70 A1203 8,4 4,0 6,2 10 40 B203 1,1 8,7 7,2 8

NajjO 11,7 9,3 8,1 8

BaO 2,4 5,5

CaO - 3,0 3,4 3

MgO 4,4 - 1,7 1 45 ZnO 8,2 -

Ti02 0,6 - -

As203 0,4 - 0,15 - 11,5T (°C) 607 607 618 623

ExIO"6 (°C‘1) 7,25 6,39 5,3 5,34 50

Bij voorkeur bestaat of bestaan één of meer platen van het paneel, bij voorkeur met inbegrip van ten minste één van de interne gelamineerde platen, uit getemperd glas, in het bijzonder chemisch getemperd glas. Dit biedt voordelen wanneer het paneel gebruikt moet worden in situaties waarbij de weerstand tegen breken van het paneel voordat een brand mocht uitbreken, van bijzonder belang is.

55 In een paneel volgens de uitvinding kunnen er meer dan één glasplaten en/of meer dan één zwelbare lagen aan één of aan beide zijden van de interne gelamineerde glasplaten aanwezig zijn. Aan één of aan beide zijden van deze interne glasplaten kunnen er bijv. twee op afstand gelegen glasplaten en twee 5 192875 zwelbare lagen zijn, waarbij de ene laag ingeklemd is tussen deze twee platen en de andere ingeklemd is tussen één van deze platen en het interne laminaat.

Wanneer glasplaten te zamen worden gebonden door een tussenliggende laag van zwelbaar materiaal, biedt het voordeel de sandwich, omvattende de glasplaten en de tussenliggende laag van zwelbaar 5 materiaal, te onderwerpen aan hitte- en drukomstandigheden, met inbegrip van tijdelijke sub-atmosferische drukomstandigheden, zodanig dat de tussen de glasplaten aanwezige ruimte onderworpen wordt aan zuigkrachten, die inwerken op de omtrek van het samenstel voordat het samenstel wordt onderworpen aan druk, waardoor stevige binding van de glasplaten door middel van de zwelbare laag wordt verkregen. Een dergelijke procedure maakt een goede binding tussen de platen gemakkelijker en betrouwbaarder te 10 verkrijgen vanwege of onder meer vanwege de verwijdering van lucht en in sommige gevallen overmaat water en/of oplosmiddel vanuit de ruimte tussen de glasplaten, voorafgaande aan de stevige binding ervan. Bij voorkeur omvat de toegepaste procedure twee trappen, waarvan in de eerste (in het vervolg de "inleidende bindingstrap" genaamd) de ruimte tussen de platen wordt afgezogen als boven vermeld en het zwelbare materiaal tot hechting aan de platen worden gebracht, zodat dat de uiteindelijke bindingssterkte 15 wordt bereikt en waarbij in de tweede trap (in het vervolg de "stevige bindingstrap" genaamd) de sandwich wordt verwarmd tot een hogere temperatuur en/of wordt onderworpen aan hogere druk ter verkrijging van de gewenste stevige binding. De sandwich wordt op geen enkel moment in een zo sterke mate verhit dat bij de heersende druk het zwelbare materiaal opgezwollen raakt. Een dergelijke procedure kan worden toegepast in die gevallen dat het materiaal van de zwelbare laag geheel of gedeeltelijk in korrelvorm is 20 voorafgaande aan de bindingsprocedure, alsmede in die gevallen dat de zwelbare laag gevormd is door het drogen van een oplossing van zwelbaar materiaal.

De binding van glasplaten door middel van een zwelbare laag volgens een werkwijze welke een inleidende bindingstrap omvat als boven aangegeven, wordt beschreven in het Britse octrooischrift 1.590.837, alsmede in de Nederlandse octrooiaanvrage 79.04613 en geschikte temperatuurs- en druk-25 schema’s voor de inleidende bindingstrap worden beschreven in de beide beschrijvingen, onder verwijzing naar figuur 2 van de tekeningen daarin.

De vorming van een volledig brandwerend paneel door samenlaminering van twee voorgevormde paneelonderdelen, die elk een tussen glasplaten ingeklemde zwelbare laag omvatten, kan tevens worden bewerkstelligd door een bindingsprocedure in twee trappen van de soort als boven beschreven, waarbij 30 afzuiging van de bindingsfaagruimte(n) tussen de sub-laminaten gedurende de eerste trap wordt uitgevoerd. De binding van glasplaten door middel van een thermoplastisch materiaal, waarbij een dergelijke procedure wordt toegepast, wordt beschreven in het Britse octrooischrift 1.368.785.

Bij het uitvoeren van de eerste werkwijze kunnen de verschillende bindingstrappen in verschillende volgorden worden uitgevoerd. In een eerste uitvoeringsvorm van de eerste werkwijze worden de platen van 35 de aparte paneelonderdelen stevig te zamen gebonden door de betrokken zwelbare lagen en worden de verkregen laminaten daarop te zamen gebonden onder vorming van het uiteindelijke paneel, bijv. onder toepassing van een bindingsprocedure in twee trappen, waarbij langs de rand wordt afgezogen gedurende de inleidende trap als boven beschreven.

In een tweede uitvoeringsvorm van de eerste werkwijze worden de glasplaten van elk van de aparte 40 paneelonderdelen gebonden door de tussenliggende zwelbare laag in een inleidende bindingstrap als boven beschreven (bijv. een inleidende bindingstrap als beschreven in het Britse octrooischrift 1.590.837 of in de Nederlandse octrooiaanvrage 79.04613), waarop deze paneelonderdelen samen worden gelamineerd door middel van één of meer thermoplastische of hechtende lagen in een inleidende bindingstrap als boven aangeduid (bijv. een inleidende bindingstrap als beschreven in het Britse Octrooischrift 1.368.785) en wordt 45 daarop het verkregen laminaal onderworpen aan de urteindelijke bindingsomstandigheden van temperatuur en druk, waardoor tegelijkertijd stevige binding van de paneelonderdeelplaten door middel van de zwelbare lagen en stevige binding van deze onderdelen door middel van de tussenliggende thermoplastische of hechtende lagen wordt veroorzaakt. Dergelijke uiteindelijke bindingsomstandigheden kunnen bijv. het verhitten van het laminaat tot een temperatuur van 135°C omvatten, terwijl het laminaat gebracht wordt 50 onder bovenatmosferische druk, bijv. een druk van 13 kg/cm2.

Een tweede werkwijze omvat het samenvoegen van alle samenstellende platen en lagen, die het paneel moeten vormen en het gehele samenstel te onderwerpen aan bindingsomstandigheden, waardoor de interne platen, tussen de zwelbare lagen, samengelamineerd worden en de buitenplaten gebonden worden aan het interne laminaal door de zwelbare lagen. Bij het uitvoeren van deze tweede werkwijze wordt de 55 binding van de plaat bij voorkeur bewerkstelligd in een procedure in twee trappen, welke inleidende en stevige bindingstrappen omvat, waarbij in de eerste trap de ruimte voor de zwelbare laag alsmede de ruimte(n) voor het bindingsmedium tussen de interne platen worden afgezogen. In het algemeen is het

i«ftvr«f O

geschikt in de eerste trap het samenstel van platen en lagen in een kamer waarin het samenstel wordt verwarmd, bloot te stellen aan een omgevingsdruk die verlaagd is tot minder dan 26,6 kPa, bij voorkeur tot 2,66-9,8 kPa; de druk in de dichtingsring die de omtrek van het samenstel afsluit, tot minder dan 2,66 kPa te verlagen; en daarop de omgevingsdruk, alsmede de druk in de dichtingsring op zodanige wijze te 5 verhogen dat de omgevingsdruk de atmosferische waarde bereikt juist voordat de temperatuur van het samenstel 55°C bereikt en de druk in de dichtingsring langs de omtrek atmosferische waarde bereikt voordat de temperatuur van het samenstel 85°C bereikt en bij voorkeur voordat deze temperatuur 80°C bereikt indien polyvinylbutyral wordt gebruikt, zoals de voorkeur heeft, als bindingsmedium tussen de interne platen. In de tweede trap, d.w.z. de stevige bindingstrap, waarin het laminaat verkregen door de inleidende 10 bindingstrap, wordt onderworpen aan stevige bindingsomstandigheden, kan het laminaat bijv. worden verwarmd tot een temperatuur van 135°C, terwijl het laminaat wordt gebracht onder een druk van bijv.

13,10® Pa.

Bij toepassing van een van de boven beschreven vervaardigingswerkwijzen wordt met voordeel één of ieder van de zwelbare lagen die tussen twee glasplaten is ingeklemd, gevormd door bekleding van één kan 15 van beide platen met zwelbaar materiaal, gevolgd door samenvoeging van deze platen op een zodanige wijze dat deze bekledingen te zamen worden gebracht en te zamen de zwelbare laag vormen, gereed voor de bindingswerking. Bij voorkeur wordt ieder van de zwelbare lagen gevormd door combinatie van twee bekledingen op deze manier.

Deze werkwijze voor het vormen van zwelbare lagen met de gewenste dikte is bijzonder gunstig bij de 20 grootschalige vervaardiging van brandwerende panelen en vereenvoudigt de automatisering of gedeeltelijke automatisering van het samenvoegen. Dit is het geval omdat het niet noodzakelijk is een zwelbare laag met de uiteindelijke dikte vereist in het paneel door bekleding van één oppervlak te vormen. Omdat er bovendien meer dan één glasplaat zich bevindt tussen zwelbare lagen, maakt de vorming van ieder van de zwelbare lagen door twee bekledingen als boven beschreven het niet nodig beide zijden van een glasplaat met 25 hetzelfde materiaal voor te bekleden. De bekleding van beide zijden van een plaat met zwelbaar materiaal brengt problemen met zich mee, indien gelijkmatige bekledingen van goede kwaliteit gevormd moeten worden, omdat het moeilijk is de plaat te hanteren gedurende of na bekleding op een zodanige wijze dat geen van de bekledingen beschadigd raakt.

Bij de zojuist beschreven werkwijze voor het opbouwen van zwelbare lagen met een speciale dikte 30 verdient het de voorkeur dat de zwelbare bekledingen op de beklede glasplaten dezelfde dikten hebben, omdat deze voorwaarde het toelaat dat alle bekledingen gevormd kunnen worden volgens een enkele gestandaardiseerde techniek.

Het is bijzonder gunstig een werkwijze voor de vervaardiging van het paneel toe te passen, waarbij twee dunnere panelen vervaardigd worden en vervolgens gecombineerd worden als boven reeds is beschreven 35 en waarbij elk van de dunnere panelen gevormd is door bekleding van één vlak van elk van de twee samenstellende glasplaten met zwelbaar materiaal, gevolgd door samenhechting van de beklede platen door de zwelbare bekledingen met elkaar in contact te brengen.

De glasplaten die bij het uitvoeren van de onderhavige uitvinding worden gebruikt of enige andere van dergelijke platen, kunnen platen uit glas of uit een vitro-keramisch of vitro-kristalIijn materiaal zijn. De 40 samenstellende platen van een bepaald paneel kunnen uit verschillende glasachtige materialen bestaan. Bij voorkeur zijn alle platen uit glas. Bij voorkeur is één of meer van de glasplaten en met de meeste voorkeur zijn ten minste de interne glasplaten gevormd uit een borosilicaatglas, een vitro-keramisch of vitro-kristallijn materiaal, of een aluminosilicaat- of aiumino-borosiiicaatglas.

45 Bepaalde uitvoeringsvormen van de uitvinding worden thans nader als voorbeeld beschreven onder verwijzing naar de schematische tekening, die de figuren 1-3 omvat, die dwarsdoorsneden zijn van drie panelen volgens de uitvinding.

Het in figuur 1 getoonde paneel omvat vier glasplaten 1, 2, 3, 4 die elk een dikte van 3 mm hebben twee 50 lagen 5, 6 uit zwelbaar materiaal, met elk een dikte van 3,6 mm. De glasplaten 2 en 3 zijn te zamen gebonden door middel van een film 7 uit polyvinylbutyral, welke laatste een dikte van bijv. 0,38 mm kan hebben. Het paneel is rond deze bindingslaag geheel symmetrisch. Indien na installatie van het paneel voor gebruik brand uitbreekt aan één zijde van het paneel met voldoende intensiteit om het paneel te breken, zal de buitenpaneelplaat 1 of 4, die zich dichtst bij de brand bevindt, het eerste breken onder de gecombi-55 neerde invloed van thermische schok en de krachten die worden uitgeoefend door het uitzetten van het zwelbaar materiaal in de aanliggende (primaire) zwelbare laag. De dichtst bij zijnde van de twee interne glasplaten zal als volgende breken. Ondertussen zal de temperatuur van de andere buitenglasplaat, die zich

Claims (4)

7 192875 het verst van het vuur af bevindt, stijgen. De tijd die verloopt voordat de gemiddelde temperatuur van de buitenzijde van deze buitenplaat of de temperatuur van enig gebied op dat oppervlak een bepaald niveau bereikt wordt beïnvloed door de gecombineerde dikten van de glasplaten 2 en 3, en ook in enige mate door de kunststoflaag 7 zelf. Natuurlijk zal in een bepaald stadium de kunststoflaag verweken en afgebroken 5 worden, maar gedurende het beginstadium van de blootstelling van het paneel aan de brand draagt de kunststoflaag bij in enige mate tot het bevorderen van gelijkmatige verhitting van de tweede zwelbare laag en van de glasplaat die zich het verst van het vuur verwijderd bevindt. Een paneel als beschreven onder verwijzing naar figuur 1, dat tevens gehydrateerd natriumsilicaat in een gewichtsverhouding Si02 : NaaO van 3,3 :1 of 3,4 :1 en 30-35 gew.% water als het zwelbare materiaal 10 omvat, bleek bij onderwerping aan de International Standard ISO 834-test deze test gedurende meer dan 60 min. te doorstaan. De glasplaten van dit paneel waren ongetemperde platen uit gewoon natronkalkglas. In een gemodificeerde variant van het in figuur 1 beschreven paneel werden getemperde glasplaten gebruikt bij de verwaardiging van het paneel. In een andere variant van het paneel als beschreven onder verwijzing naar figuur 1, hadden de beide 15 lagen 5, 6 uit zwelbaar materiaal elk een dikte van 1,5 mm. Dit paneel bleek bij onderwerpen aan de genoemde international Standard-test deze test gedurende meer dan 30 min. te doorstaan. Het in figuur 2 getoonde paneel omvat vijf glasplaten 8-12, die elk een dikte van 3 mm hebben. De glasplaten 9 en 10 zijn samengelamineerd door een tussenliggende bindingslaag 13, gevormd uit een film van polyvinylbutyral met een dikte van 0,38 mm. Dit interne laminaat is aan buitenglasplaten 8 en 11 20 gebonden door tussenliggende lagen 14,15 uit gehydrateerd natriumsilicaat ais gebruikt in het paneel van figuur 1, waarbij beide lagen elk een dikte van 1,8 mm hebben. De glasplaat 11 is aan de buitenste glasplaat 12 gebonden via een volgende laag 16 uit gehydrateerd natriumsilicaat. Deze derde zwelbare laag heeft dezelfde samenstelling als de lagen 14 en 15 en eveneens een dikte van 1,8 mm. Toen dit paneel onderworpen werd aan de International Standard-test als boven aangeduid, met het vuur aan wat in figuur 2 25 de linkerzijde is van het paneel, doorstond het paneel de proef gedurende meer dan 30 min. De temperatuur van het rechterbuitenvlak van het paneel bereikte 180°C boven de aanvankelijke omgevingstemperatuur in een tijdsduur van 52 min. Het in figuur 3 getoonde paneel omvat vijf glasplaten 17-21. Elk van de platen 17,18, 20 en 21 heeft een dikte van 3 mm. De glasplaat 19 heeft een dikte van 8 mm. De glasplaten 18, 19 en 20 zijn te zamen 30 gelamineerd door bindingslagen 22, 23 uit een film van polyvinylbutyral met een dikte van 0,38 mm. Het interne laminaat omvattende de glasplaten 18,19 en 20 is aan de buitenglasplaten 17 en 21 gelamineerd door zwelbare lagen 24 en 25. Beide lagen zijn samengesteld uit gehydrateerd natriumsilicaat met dezelfde samenstelling als gebruikt in de panelen volgens figuren 1 en 2, maar hebben een dikte van 3,6 mm. Toen dit paneel wordt onderworpen aan de International Standard-test als boven aangeduid doorstond het paneel 35 de test gedurende meer dan 90 min.

1. Brandwerend beglazingspaneel dat ten minste twee op afstand gelegen lagen van zwelbaar materiaal bezit, welke lagen van zwelbaar materiaal zijn ingeklemd tussen platen uit glasachtig materiaal, met het kenmerk, dat er ten minste twee zwelbare lagen zijn waartussen zich interne glasachtige platen bevinden, welke interne glasachtige platen te zamen zijn gelamineerd, zonder tussenliggend zwelbaar materiaal, door middel van tussenliggend polyvinylbutyral of een ander kunststofkleefmateriaal, waarbij de totale dikte van 45 de interne gelamineerde glasachtige platen ten minste 6 mm is.

2. Brandwerend beglazingspaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat alle glasachtige platen dezelfde dikte hebben.

3. Paneel volgens een der conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat ten minste één der interne glasachtige platen een thermische uitzettingscoëfficiënt (E) in het temperatuurgebied van 0-400°C heeft van ten 50 hoogste 7,5 χ 10-6 per °C.

4. Paneel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één van de interne glasachtige platen een dllatometrisch verwekingspunt van ten minste 600°C heeft. Hierbij 1 blad tekening