NL192747C - Over de kop beweegbaar geleiddeurblad voor deuren met verhoudingsgewijs grote deurbreedte en/of met zware deurbladuitvoering. Deur met spaninrichting. - Google Patents

Description

1 192747

Deur met spaninrichting

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op bovenwaarts van een vertikale naar een horizontale stand beweegbaar geleide deur, met een verhoudingsgewijs grote breedte en/of zware constructie, die uit onder 5 belasting meegevend materiaal bestaat, omvattende een spaninrichting, met een tussen twee eindveranke-ringen, daaraan via spanmiddelen bevestigd spanorgaan, dat zich ongeveer horizontaal in het, in de sluitstand onderste deel van de deur, vanaf het langsmidden van de deur uit gezien, ongeveer symmetrisch ten opzichte van de zijranden van de deur, over ten minste het grootste deel van de breedte van de deur uitstrekt, waarbij in de sluitstand aan de binnenzijde, ongeveer in het langsmidden, tussen de deur en het 10 spanorgaan, een spanner is aangebracht, die instelmiddelen heeft, waarmee de afstand tussen de deur en het spanorgaan kan worden ingesteld.

Een dergelijke deur, ook wel kanteldeur genoemd, met spaninrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 2.319.303. In het midden van het spanorgaan is bij deze bekende deur een spanelement aangebracht dat slechts versteld kan worden door het zijdelings aangrijpen en draaien van een moer 15 waarmee een bout die het spanorgaan ondersteunt, bewogen wordt.

Dergelijke kanteldeuren moeten vaak aanzienlijke breedten van deuropeningen overbruggen. Daarom worden wel profielframes toegepast langs de omtrek van de deur waaraan een gekozen deurblad respectievelijk -vulling bevestigd wordt. In de horizontale stand buigt de deur onder de invloed van zijn gewicht door, welke doorbuiging door de bekende spaninrichting kan worden ondervangen.

20 Het nadeel van de in het Amerikaanse octrooischrift 2.319.303 voorgestelde spaninrichting is, dat in gesloten toestand van de deur de onderdelen van de spaninrichting uitsteken, dat enerzijds het gevaar voor verwondingen van gebruikers van een hierboven beschreven hal op kan leveren en anderzijds zelf aan beschadigingen blootgesteld is.

Het is het doel van de uitvinding deze nadelen te vermijden.

25 Dit doel wordt bij een hierboven beschreven deur met spaninrichting verwezenlijkt, doordat de spaninrichting is opgenomen in een hol profielframe, dat ter plaatse van de spanner is voorzien van ten minste één opening waarachter zich de, door de opening bedienbare, instelmiddelen voor het instellen van de spanner bevinden.

Door deze maatregel is het gevaar van verwonding van de gebruikers en gevaar van beschadiging van 30 de spaninrichting uitgesloten. Het in het midden liggende spanelement volgens het Amerikaanse octrooischrift 2.319.303 is door een omsluiting door een kokerprofiel niet meer toegankelijk maar bij de constructie volgens de uitvinding is een dergelijke verstelbaarheid van buitenaf wel mogelijk.

Opgemerkt wordt, dat uit het Amerikaanse octrooischrift 2.183.015 een spaninrichting voor een deurblad bekend is, waarbij deze spaninrichting in een U-profiel opgenomen is. Centrale verstelling met behulp van 35 een in het midden liggend spanelement is daarij slechts mogelijk na het wegnemen van de spanning op het spanorgaan.

Uit de Oostenrijkse octrooipublicatie 346.565 is een spaninrichting voor kromgetrokken deurbladen bekend, die opgenomen is in een alzijdig kokerprofiel. Het daar toegepaste spanorgaan staat echter niet onder spanning in langsrichting, terwijl geen in het midden liggend spanelement gebruikt wordt.

40

De uitvinding zal hieronder aan de hand van in de tekening afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden.

Daarbij tonen: figuur 1 een schematisch deelaanzicht van een van planken voorziene tumhalwand met een zich in de 45 sluittoestand bevindende deur, die van een beplanking voorzien is; figuur 2 een schematisch doorsnede-aanzicht door het in de sluittoestand van de deur onderste horizontale framedeel van de deur met holprofiel in zij-aanzicht, in de stand die dit framedeel in geopende toestand van de deur aanneemt; figuur 3 een in langsrichting van het framedeel gezien kops zij-aanzicht op het hierboven weergegeven 50 profiel van het framedeel; figuur 4 een doorsnede-aanzicht volgens figuur 2 met overdreven aangegeven welving van het profiel van het framedeel, die zonder op het profielframe aangebrachte beplanking voor het compenseren van het gewicht zou ontstaan, indien het spanorgaan op maximale trekspanning ingesteld is; figuur 5 een bovenaanzicht op het spanorgaan, dat bij de uitvoering volgens figuur 2 tot en met 4 55 gebruikt wordt.

Uit het gedeeltelijke vooraanzicht van een turnhalwand volgens figuur 1 blijkt dat de beplanking 2 van de

Claims (2)

192747 2 deur 1, d.w.z. het in het profielframe 4 geplaatste deurblad, met planken, aan de met de smalle kant naar boven aangebrachte planken 3 van de zijwandbekleding van de hal aangepast verlopend aangebracht is. De beplanking 2 van het deurblad 1 is aan een hol profiel 4 van het frame bevestigd. Het in de gesloten toestand van de deur 1 onderste framedeel 5 van het holle profiel 4 verschijnt in de geopende toestand van 5 de deur 1 vanaf het inwendige van de turnhal uit gezien, als een balk, die onder het gewicht van de beplanking iets doorgebogen is. Deze doorbuiging stoort het aanzicht. Om deze doorbuiging te vermijden, is in het onderhavige voorbeeld het in sluittoestand onderste horizontale framedeel 5 zodanig met behulp van een spanorgaan 7 (figuur 2-5) belast, dat de doorbuiging daarvan in de geopende toestand, die onder het gewicht van de beplanking 2 optreedt, gecompenseerd wordt.

10 De figuren 2 tot en met 4 tonen een niet belast, d.w.z. nog geen beplanking opnemend, in sluittoestand onderste horizontaal framedeel 5 met een spanorgaan 7, dat een middengebied 8 uit een metalen plaat 9 omvat, aan de kopse zijden waarvan, die in de langsrichting van het framedeel 5 gericht zijn, stangen- of buisvormige op trek belastbaar elementen in het bijzonder door lassen bevestigd zijn. Bij de van het middengebied 8 naar beide zijden uitstekende einden 11 zijn de trekelementen 10 van een schroefdraad 15 voorzien, door een opening in een ankerplaat 12 geleid, en met een moer aan de ankerplaat onder voorspanning verankerd. De ankerplaten 12 zijn dwars ten opzichte van de langsrichting van het profiel 6 van het framedeel daar aan - in het bijzonder door lassen - bevestigd. De beide ankerplaten 12 voor het opnemen van de einden 11 van de buisvormige trekelementen 10 zijn zodanig symmetrisch ten opzichte van het langsmidden van het framedeel 5 in de beide eindgebieden daarvan bevestigd dat de afstand 20 tussen de ankerplaten 12 ongeveer de gehele lengte van het framedeel 5 omvat. Het spreekt vanzelf, dat in plaats van de hierboven beschreven metalen plaat 9 met aangelaste trekelementen een enkel trekelement gebruikt kan worden, dat bijvoorbeeld buisvormig uitgevoerd is en in het midden platgedrukt is. 25 Bovenwaarts van een verticale naar een horizontale stand beweegbaar geleide deur, met een verhoudingsgewijs grote breedte en/of zware constructie, die uit onder belasting meegevend materiaal bestaat, 30 omvattende een spaninrichting, met een tussen twee eindverankeringen, daaraan via spanmiddelen bevestigd spanorgaan, dat zich ongeveer horizontaal in het, in de sluitstand onderste deel van de deur, vanaf het langsmidden van de deur uit gezien, ongeveer symmetrisch ten opzichte van de zijranden van de deur, over ten minste het grootste deel van de breedte van de deur uitstrekt, waarbij in de sluitstand aan de binnenzijde, ongeveer in het langsmidden, tussen de deur en het spanorgaan, een spanner is aangebracht, 35 die instelmiddelen heeft, waarmede de afstand tussen de deur en het spanorgaan kan worden ingesteld, met het kenmerk, dat de spaninrichting is opgenomen in een hol profielframe, dat ter plaatse van de spanner is voorzien van ten minste één opening waarachter zich de, door de opening bedienbare, instelmiddelen voor het instellen van de spanner bevinden. Hierbij 2 bladen tekening