NL192072C - Coupling device for coupling a implement to a tractor. - Google Patents

Coupling device for coupling a implement to a tractor. Download PDF

Info

Publication number
NL192072C
NL192072C NL9301683A NL9301683A NL192072C NL 192072 C NL192072 C NL 192072C NL 9301683 A NL9301683 A NL 9301683A NL 9301683 A NL9301683 A NL 9301683A NL 192072 C NL192072 C NL 192072C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
intermediate shaft
coupling
coupling frame
tractor
frame part
Prior art date
Application number
NL9301683A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL9301683A (en
NL192072B (en
Inventor
Felix Mikeska
Andreas Sarfert
Original Assignee
Walterscheid Gmbh Gkn
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Walterscheid Gmbh Gkn filed Critical Walterscheid Gmbh Gkn
Publication of NL9301683A publication Critical patent/NL9301683A/en
Publication of NL192072B publication Critical patent/NL192072B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL192072C publication Critical patent/NL192072C/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B71/00Construction or arrangement of setting or adjusting mechanisms, of implement or tool drive or of power take-off; Means for protecting parts against dust, or the like; Adapting machine elements to or for agricultural purposes
    • A01B71/06Special adaptations of coupling means between power take-off and transmission shaft to the implement or machine
    • A01B71/063Special adaptations of coupling means between power take-off and transmission shaft to the implement or machine for enabling transmission coupling and connection between tractor and implements to be controlled from the driver's seat
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B59/00Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements
    • A01B59/06Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines mounted on tractors
    • A01B59/061Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines mounted on tractors specially adapted for enabling connection or disconnection controlled from the driver's seat
    • A01B59/062Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines mounted on tractors specially adapted for enabling connection or disconnection controlled from the driver's seat the connection comprising a rigid interface frame on the tractor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

1 1920721 192072

Koppellnrichting voor het aankoppelen van een werktuig aan een trekkerCoupling device for coupling an implement to a tractor

De uitvinding heeft betrekking op een koppelinrichting voor het aankoppelen van een weiktuig aan een trekker en wel in het bijzonder voor aankoppeling aan de voorkant van de trekker, met een aan de 5 driepuntshefinrichting van de trekker door middel van onderarmen en een bovenarm bevestigd eerste omgekeerd V-vormig koppelframedeel, dat in hoogterichting beweegbaar is, en een aan het werktuig bevestigd tweede omgekeerd V-vormig koppelframedeel, welk eerste koppelframedeel in de gekoppelde stand passend is opgenomen in het tweede koppelframedeel en beide koppelframedelen in die stand ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld, met een tussenas, die in de gekoppelde stand de aftakas van de 10 trekker draaibaar verbindt met de ingangsaandrijfas van het werktuig, welke tussenas uit twee delen bestaat: waarvan het eerste tussenasdeel met een einde via een universeelkoppeling met de aftakas van de trekker is verbonden en is gelagerd in een niet-draaibare het eerste tussenasdeel over althans nagenoeg de hele lengte omsluitende beschermingsbuis, welke beschermingsbuis in de ontkoppelde stand door een veerbeugel in een naar het koppelframedeel van de trekker gerichte stand voor het koppelen van beide 15 tussenasdelen wordt gehouden, welke veerbeugel twee, zich in de gemonteerde stand naar beneden toe uitstrekkende, benen omvat, die een opneem ruimte voor de beschermbuis omsluiten en die zich ter hoogte van hun vrije einden op een afstand van elkaar bevinden, die kleiner is dan de grootste breedte in het horizontale vlak van de buitenomtrek van de beschermingsbuis, een en ander zodanig dat de beschermingsbuis met daarin opgenomen het eerste tussenasdeel onder verend naar buiten uitwijken van 20 beide benen tussen de einden van deze benen door kan bewegen naar of uit de opneemruimte, en waarvan het tweede tussenasdeel met een einde via een universeelkoppeling is verbonden met de ingangsaandrijfas van het werktuig en is gelagerd in een niet-draaibare het tweede tussenasdeel over althans nagenoeg de hele lengte omsluitende beschermingsbuis, welke beschermingsbuis door middel van een veerinrichting in de ontkoppelde stand in een naar het koppelframedeel van het werktuig gerichte juiste stand voor het 25 koppelen van beide tussenasdelen wordt gehouden, waarbij de beide tussenasdelen met behulp van op beide andere einden aangebrachte centreermiddelen, omvattende een centreerpen en een centreertrechter, telescopisch in elkaar schuivend met elkaar in ingrijping kunnen worden gebracht, waarbij in de ontkoppelde stand het eerste tussenasdeel op een kleinere afstand ligt van het bovenste punt van het koppelframedeel van de trekker dan in de gekoppelde stand.The invention relates to a coupling device for coupling a vehicle to a tractor, in particular for coupling to the front of the tractor, with a first inverted V attached to the three-point hitch of the tractor by means of forearms. - shaped coupling frame part which is movable in height direction and a second inverted V-shaped coupling frame part fixed to the tool, which first coupling frame part in the coupled position is accommodated in the second coupling frame part and the two coupling frame parts are locked in that position, with an intermediate shaft, which in the coupled position rotatably connects the PTO shaft of the tractor to the input drive shaft of the implement, which intermediate shaft consists of two parts: the first intermediate shaft part of which is connected to the PTO shaft of the tractor via a universal coupling, and is mounted in a non-rotatable the first intermediate shaft part over at least nag Enough protection tube enclosing the entire length, which protection tube is held in the uncoupled position by a spring bracket in a position facing the coupling frame part of the tractor for coupling both intermediate shaft parts, the two spring bracket extending downwards in the mounted position, includes legs enclosing a receiving space for the protection tube and spaced at their free ends at a distance less than the greatest width in the horizontal plane of the outer circumference of the protection tube such that the protective tube with the first intermediate shaft part received therein can move to or from the receiving space between the ends of these legs with a resilient outward deflection of the two legs, and the second intermediate shaft part of which is connected at one end to the input drive shaft of the universal shaft via a universal coupling. tool and is mounted in a non-rotatable second intermediate shaft part over a At least almost the entire length of the protective tube, which protective tube is kept in a disengaged position in a correct position directed towards the coupling frame part of the tool by means of a spring device, for coupling the two intermediate shaft parts, the two intermediate shaft parts being used with the aid of the other two ends arranged centering means, comprising a centering pin and a centering funnel, can be telescopically interlocked with each other, wherein in the uncoupled position the first intermediate shaft part is at a smaller distance from the upper point of the coupling frame part of the tractor than in the coupled stand.

30 Een dergelijke koppelinrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.385.388. Bij deze bekende inlichting is een nadeel, dat de door de veerbeugel gevormde opneemruimte een aanmerkelijke verplaatsing zowel in dwarsrichting als in hoogterichting van de beschermingsbuis met daarin het eerste tussenasdeel ten opzichte van het bijbehorende koppelframedeel toelaat.Such a coupling device is known from US patent 3,385,388. A drawback of this known information is that the receiving space formed by the spring bracket permits a considerable displacement both in the transverse direction and in the height direction of the protective tube containing the first intermediate shaft part relative to the associated coupling frame part.

Hierdoor moet bij het koppelen van een werktuig met een trekker nauwkeurig gemaneuvreerd worden om 35 de beide tussenasdelen telescopisch in elkaar te doen schuiven. Wanneer namelijk de centreerelementen van de beide tussenasdelen elkaar excentrisch raken kunnen op de tussenasdelen zijdelingse of naar boven gerichte krachten worden uitgeoefend waardoor de tussenasdelen niet direct telescopisch in elkaar zullen gaan schuiven, maar naar buiten gaan knikken.As a result, when coupling a tool with a tractor, precise maneuvering is required in order to telescope the two intermediate shaft parts into each other. Namely, when the centering elements of the two intermediate shaft parts touch each other eccentrically, lateral or upwardly directed forces can be exerted on the intermediate shaft parts, so that the intermediate shaft parts will not immediately telescopically collapse, but will buckle outwards.

De uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te heffen en voorziet er daartoe in, dat de vorm van de benen 40 van de veerbeugel is aangepast aan de vorm van de buitenomtrek van de beschermbuis van het eerste tussenasdeel zodanig, dat de benen deze beschermbuis vormpassend maar veerkrachtig kunnen omsluiten, waarbij de veerbeugel door middel van een hoekstuk in hoogte verstelbaar aan een houder is bevestigd, welke houder aan het koppelframedeel van de trekker is bevestigd.The object of the invention is now to eliminate this drawback and to that end provides that the shape of the legs 40 of the spring bracket is adapted to the shape of the outer circumference of the protective tube of the first intermediate shaft part such that the legs fit, but resiliently, this protective tube. enclosing, the spring bracket being attached to a holder in height by means of an angle piece, which holder is attached to the coupling frame part of the tractor.

Door de veerbeugel wordt nu de beschermbuis met daarin het eerste tussenasdeel stevig vastgehouden 45 zodat ook wanneer bij het aankoppelen excentrische krachten optreden beide tussenasdelen niet uit zullen gaan knikken, maar telescopisch in elkaar zullen schuiven. Doordat de veerbeugel in hoogte instelbaar is bestaat de mogelijkheid het eerste tussenasdeel in te stellen op de aanwezige omstandigheden van trekker en werktuig.The protective tube with the first intermediate shaft part is now firmly held by the spring bracket 45, so that even when eccentric forces occur during coupling, both intermediate shaft parts will not buckle, but will telescopically collapse. Because the spring bracket is adjustable in height, it is possible to adjust the first intermediate shaft part to the existing conditions of the tractor and implement.

Volgens een voorkeurs-uitvoeringsvorm bestaat de houder uit een strip plat materiaal, die Z-vormig is 50 gebogen, waarbij in de gemonteerde stand van de houder de langsranden van het lijf van de Z in hoofdzaak in horizontale richting verlopen en de langsranden van de benen van de Z in verticale richting.According to a preferred embodiment, the holder consists of a strip of flat material, which is bent in a Z-shape, the longitudinal edges of the body of the Z being substantially horizontal in the mounted position of the holder and the longitudinal edges of the legs of the Z in vertical direction.

Door het aanbrengen van verstelbare boutverbindingen tussen het hoekstuk bevestigd aan de veerbeugel en het ene been van de Z-vormige houder kan de veerbeugel gemakkelijk op de juiste hoogte worden ingesteld.By installing adjustable bolted connections between the corner piece attached to the spring bracket and one leg of the Z-shaped holder, the spring bracket can easily be adjusted to the correct height.

55 Verder kan er in worden voorzien dat de houder in verticale richting beperkt verend is uitgevoerd. Hierdoor kan beschadiging van het tussenasdeel worden voorkomen, wanneer dit bijvoorbeeld tijdens het rijden met de trekker met een obstakel in aanraking komt.55 Furthermore, provision can be made for the holder to have a limited resilience in the vertical direction. This can prevent damage to the PTO shaft if it comes into contact with an obstacle while driving the tractor, for example.

192072 2192072 2

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, getoond in de tekening, waarin: figuur 1 een zijaanzicht toont van een koppelinrichting volgens de uitvinding met de onderdelen in de stand juist voordat koppeling van het werktuig met de trekker plaatsvindt; 5 figuur 2 een aanzicht toont van de koppelframedelen in de stand van figuur 1 en gezien vanaf de trekker; figuur 3 een zijaanzicht toont overeenkomstig figuur 1 maar met de koppelframedelen in de gekoppelde stand; figuur 4 een aanzicht toont overeenkomstig figuur 2 maar met de koppelframedelen in de gekoppelde stand; en 10 figuur 5 twee aanzichten toont van de veerbeugel met hoekstuk en houder op grotere schaal.The invention is further elucidated on the basis of an exemplary embodiment, shown in the drawing, in which: figure 1 shows a side view of a coupling device according to the invention with the parts in the position just before coupling of the tool to the tractor takes place; Figure 2 shows a view of the coupling frame parts in the position of figure 1 and seen from the tractor; Figure 3 shows a side view corresponding to Figure 1 but with the coupling frame parts in the coupled position; Figure 4 shows a view corresponding to Figure 2 but with the coupling frame parts in the coupled position; and figure 5 shows two views of the spring bracket with corner piece and holder on an enlarged scale.

De figuren 1 en 2 tonen de koppelinrichting met delen van de trekker 1 en het werktuig 2 in de stand gereed voor koppeling. Van de trekker is slechts het voorste deel zichtbaar. Vanaf de trekker steken twee, op gelijke afstand van het midden van de trekker gelegen, onderarmen 6 naar voren toe. De onderarmen 6 15 zijn in het verticale vlak draaibaar om de punten 10 en beperkt zijdelings verdraaibaar. Elke onderarm 6 bezit een koppelingshaak 11. In het verticale middenlangsvlak van de trekker is op afstand boven de onderarmen 6 in het punt 12 een, in lengte veranderbare, bovenarm 9 aangebracht. Deze is eveneens draaibaar in het verticale vlak en beperkt zijdelings verdraaibaar en aan zijn vrije einde voorzien van een koppelingshaak. De koppelingshaken 11 van de onderarmen 6 en de koppelingshaak van de bovenarm 9 20 nemen het omgekeerd V-vormig koppelframedeel 4 op. De koppelingshaken 11 kunnen zijn veibonden met de onderste punten 7 en 8, zie figuur 2, van het koppelframedeel 4 en de koppelingshaak van de bovenarm 9 met het verbindingspunt 13 daarvan. De punt van het koppelframedeel 4 is aangeduid met 49. De sluithefboom 14 van de bovenarm 9 maakt een verstelling van de lengte van de bovenarm 9 mogelijk en kan deze in een bepaalde stand blokkeren. De sluithefboom 14 is door middel van een trekorgaan 15, dat 25 een veer kan bevatten, verbonden met een vast punt van de trekker 1. Afhankelijk van de stand van het koppelframedeel 4 kan door het opheffen en neerlaten van de onderarmen 6 vrijgeven of blokkeren van de bovenarm 9 plaats vinden. De stand van het koppelframedeel 4 kan dan worden aangepast op het met de trekker te koppelen werktuig.Figures 1 and 2 show the coupling device with parts of the tractor 1 and the tool 2 in the position ready for coupling. Only the front part of the tractor is visible. Two forearms 6, equidistant from the center of the tractor, project from the tractor forward. The forearms 6 15 are rotatable in the vertical plane about the points 10 and are limited laterally rotatable. Each forearm 6 has a coupling hook 11. In the vertical longitudinal center plane of the tractor, a distance arm 9, which can be changed in length, is arranged above the forearms 6 in point 12. It is also rotatable in the vertical plane and has limited lateral rotation and is equipped with a coupling hook at its free end. The coupling hooks 11 of the lower arms 6 and the coupling hook of the upper arm 9 20 receive the inverted V-shaped coupling frame part 4. The coupling hooks 11 may be bonded to the lower points 7 and 8, see figure 2, of the coupling frame part 4 and the coupling hook of the upper arm 9 to the connecting point 13 thereof. The point of the coupling frame part 4 is indicated by 49. The closing lever 14 of the upper arm 9 allows an adjustment of the length of the upper arm 9 and can block it in a certain position. The closing lever 14 is connected to a fixed point of the tractor 1 by means of a pulling member 15, which can contain a spring. Depending on the position of the coupling frame part 4, by raising and lowering the forearms 6, release or blocking of the the upper arm 9 take place. The position of the coupling frame part 4 can then be adjusted on the implement to be coupled to the tractor.

De koppelinrichting omvat verder een tussenas 16 in de vorm van een cardanas en onder anderen 30 bestaande uit een eerste tussenasdeel 19, met de hartlijn Y, welk deel via een universeelkoppeling 20 is verbonden met de aftakas 18 van de trekker 1, en een tweede tussenasdeel 25 dat via de universeelkoppeling 27 is verboden met de ingangsaandrijfas 17 van het werktuig 2.The coupling device further comprises an intermediate shaft 16 in the form of a cardan shaft and among others 30 consisting of a first intermediate shaft part 19, with the axis Y, which part is connected via a universal coupling 20 to the power take-off shaft 18 of the tractor 1, and a second intermediate shaft part 25 which is prohibited via the universal coupling 27 with the input drive shaft 17 of the tool 2.

Op de universeelkoppeling 20 sluit een profielbuis 21 aan, die dient voor het overbrengen van het draaimoment. De profielbuis 21 is coaxiaal omgeven door een beschermingsbuis 22 en een daarop 35 aansluitende beschermingstrechter 23, die om de universeelkoppeling 20 heen valt. Aan het vrije einde van de beschermingsbuis 22 is de centreertrechter 24 aangebracht, die taps toeloopt naar de buis 22.A profile tube 21 connects to the universal coupling 20, which serves to transmit the torque. The profile tube 21 is coaxially surrounded by a protective tube 22 and a protective funnel 23 adjoining it, which surrounds the universal coupling 20. At the free end of the protective tube 22, the centering funnel 24 is provided, which tapers towards the tube 22.

Het eerste tussenasdeel 19 wordt, in de niet gekoppelde stand van het werktuig 2, vastgehouden in de veerbeugel 32, die via een hoekstuk 38 en een houder 40 door middel van bouten 50 is vastgezet op het vlak 48 van het koppelframedeel 4. De veerbeugel 32 houdt het tussenasdeel 19 zodanig vast dat de 40 hartlijn Y ervan zich op de afstand A van het bovenste punt 49 van het koppelframedeel 4 bevindt.The first intermediate shaft part 19, in the uncoupled position of the tool 2, is held in the spring bracket 32, which is fixed via an angle piece 38 and a holder 40 by means of bolts 50 to the plane 48 of the coupling frame part 4. The spring bracket 32 hold the intermediate shaft part 19 such that its center axis Y is at the distance A from the top point 49 of the coupling frame part 4.

Aan het werktuig 2 is het koppelframedeel 5 bevestigd, dat eveneens de vorm van een omgekeerde V heeft. Het koppelframedeel 5 kan tezamen met het koppelframedeel 4 het koppelframe 3 vormen. Daarbij zijn de koppelframedelen vormpassend met elkaar verbonden en in deze stand vergrendeld.The coupling frame part 5, which also has the shape of an inverted V, is attached to the tool 2. The coupling frame part 5, together with the coupling frame part 4, can form the coupling frame 3. The coupling frame parts are connected to each other in a form-fitting manner and locked in this position.

Met de ingangsaandrijfas 17 kan het werktuig worden aangedreven. Deze aandrijfas 17 is door middel 45 van de universeelkoppeling 27 verbonden met het tweede tussenasdeel 25. Op de universeelkoppeling 27 sluit de profielbuis 26 aan die zodanig is gedimensioneerd dat hij passend in de profielbuis 21 van het tussenasdeel 19 kan schuiven en dan een draaiingsvaste verbinding daarmee tot stand kan brengen. De axiale afstand tussen de universeelkoppelingen 20 en 26 kan echter variëren. De profielbuis 26 is, tezamen met de centreerpen 31 daarvan, coaxiaal opgenomen in de beschermingsbuis 28, die kan schuiven in de 50 beschermingsbuis 22 van het eerste tussenasdeel 19 en is voorzien van een beschermingstrechter 29, die de universeelkoppeling 27 afdekt.The tool can be driven with the input drive shaft 17. This drive shaft 17 is connected by means of the universal coupling 27 to the second intermediate shaft part 25. The universal coupling 27 is connected to the profile tube 26, which is dimensioned such that it can slide appropriately into the profile tube 21 of the intermediate shaft part 19 and then a rotation-proof connection thereto can accomplish. However, the axial distance between the universal joints 20 and 26 may vary. The profiled tube 26, together with the centering pin 31 thereof, is coaxially received in the protective tube 28, which can slide in the protective tube 22 of the first intermediate shaft part 19 and is provided with a protective funnel 29, which covers the universal coupling 27.

Met de beschermingsbuis 28 is een veerinrichting verbonden die, zoals blijkt uit figuur 2, twee onder een hoek ten opzichte van elkaar aangebrachte veren 30 omvat, die vast met het werktuig 2 zijn verbonden en die het tussenasdeel 25 in een bepaalde stand ten opzichte van het koppelframedeel 5 houden maar wel 55 een verplaatsing van dit tussenasdeel 25 mogelijk maken.Connected to the protective tube 28 is a spring device which, as shown in Figure 2, comprises two springs 30 arranged at an angle to each other, which are fixedly connected to the tool 2 and which hold the intermediate shaft part 25 in a certain position relative to the keep coupling frame part 5 but 55 allow displacement of this intermediate shaft part 25.

De veerbeugel 32, getoond in de figuren 1 en 3 wordt meer in detail beschreven aan de hand van figuur 5. Zoals daaruit blijkt omvat de veerbeugel 32 de benen 33 en 34, die door een tussenstuk 37 met elkaarThe spring bracket 32 shown in Figures 1 and 3 is described in more detail with reference to Figure 5. As can be seen from this, the spring bracket 32 comprises the legs 33 and 34, which are joined by an intermediate piece 37

Claims (3)

3 192072 zijn verbonden. Een deel van de benen 33 en 34 is zodanig gevormd dat in de ertussen ontstane opneem-ruimte 36 een deel van de omtrek van de beschermingsbuis 22 van het eerste tussenasdeel 19 vorm-passend kan worden opgenomen. Om de bescherm ingsbuis 22 gemakkelijk in de opneemruimte 36 te kunnen brengen zijn de benen 33, 34 voorzien van schuine geleidingsvlakken 35. Door middel van bouten 5 39 is het tussenstuk 37 van de veerbeugel 32 verbonden met een hoekstuk 38, waarvan de poot 41 door middel van bouten is verbonden met het been 42 van een Z-vormige houder 40. Daartoe zijn in de poot 41 twee gaten en in het been 42 drie gaten 43, 44 en 45 aangebracht, die onderiing op gelijke afstanden liggen. Hierdoor kan de veerbeugel 32 in twee verschillende standen met het been 42 worden verbonden. De houder 40 omvat verder het lijf 46 en een been 47, dat via een bout 50 kan worden verbonden met het 10 koppelframedeel 4. De werking van de koppelinrichting is als volgt. Uitgegaan wordt van de stand van de onderdelen getoond in figuur 1. Daarbij bevindt het koppelframedeel 4 met de veerbeugel 32 zich in een bepaalde stand waarbij de hartlijn Y van het eerste tussenasdeel 19 samenvalt met de hartlijn X, die het middelpunt van de opneem-15 ruimte 36, zie figuur 5, van de veerbeugel 32 vormt. Zoals aangegeven in figuur 1 ligt de hartlijn Y op de afstand A van het hoogste punt 49 van het koppelframedeel 4. Het tweede tussenasdeel 25 wordt door de veren 30 in een bepaalde stand ten opzichte van het koppelframedeel 5 gehouden. Door het verstellen van het koppelframedeel 4 door middel van de niet getoonde hefinrichting, die inwerkt op de onderarmen 6, kan het eerste tussenasdeel 19 met zijn centreertrechter 24 in de nabijheid van de centreerpen 31 van het 20 tweede tussenasdeel 25 worden gebracht. Bij verdere benadering van het weiktuig 2 door de trekker 1 kan de centreeipen 31 in de opening van de profielbuis 21 worden gebracht. Gelijktijdig zal de beschermings-buis 28 van het tweede tussenasdeel 25 in de beschermingsbuis 22 van het eerste tussenasdeel 19 worden geschoven. Daarbij nadert ook het aan de trekker aangebrachte koppelframedeel 4 het aan het werktuig 2 aangebrachte koppelframedeel 5 tot het tegen een passend geleidingsvlak daarvan aanligt. Vervolgens vindt 25 bediening van de hefaandrijving plaats waardoor de onderarmen 6 omhoog bewegen en daarmee ook het koppelframedeel 4 totdat de koppelframedelen 4 en 5 in elkaar komen te vallen en vergrendeling van die delen plaats vindt. Bij de opwaartse beweging van het koppelframedeel 4 zal het punt 49 daarvan naar boven toe bewegen ten opzichte van de tussenas 16, waarvan de delen 19 en 25 intussen met elkaar zijn gekoppeld. Hierdoor zal de tussenas 16 uit de openverende beugel 32 worden getrokken zodat in de figuren 30 3 en 4 getoonde positie wordt bereikt. In figuur 3 is aangegeven dat daarbij de afstand tussen de hartlijn Y van de tussenas 16 en het hoogste punt 49 van het koppelframedeel 4 gelijk is aan B, welke afstand groter is dan de afstand A aangegeven in figuur 1. De tussenas 16 kan dus bepaalde bewegingen uitvoeren zonder daarbij gehinderd te worden door de veerbeugel 32. Om beschadiging van het tussenasdeel 19 dan wel van de tussenas 16 in zijn geheel tijdens het koppelen te voorkomen, is de houder 40 en wel in het 35 bijzonder het deel 46 daarvan, veerkrachtig uitgevoerd maar wel zodanig dat de voor het koppelen vereiste vaste positie is gewaarborgd. Uitgaande van de positie van de figuren 3 en 4 zullen bij het ontkoppelen de koppelframedelen 4 en 5 worden ontgrendeld en zal het deel 4 naar beneden toe worden bewogen waarbij echter de verbinding tussen de beide tussenasdelen 19 en 25 nog behouden blijft. Tijdens deze neerwaartse beweging van het 40 deel 4 wordt de afstand B kleiner en nadert de veeibeugel 32 het eerste tussenasdeel 19. Via de geleidingsvlakken 35 van de benen van de veerbeugel zullen de benen 33 en 34 van de veerbeugel uit elkaar worden gedrukt en zal het tussenasdeel 19 in de opneemruimte 36 worden opgenomen. Vervolgens wordt de verbinding tussen de beide tussenasdelen 19 en 25 opgeheven door het achteruitrijden van de trekker 1 en het van elkaar verwijderen van de beide koppelframedelen 4 en 5. 453 192072 are linked. A part of the legs 33 and 34 is shaped such that in the receiving space 36 formed between them, part of the circumference of the protective tube 22 of the first intermediate shaft part 19 can be received in a form-fitting manner. In order to be able to easily bring the protective tube 22 into the accommodation space 36, the legs 33, 34 are provided with inclined guide surfaces 35. The bolts 37 connect the intermediate piece 37 of the spring bracket 32 to a corner piece 38, the leg 41 of which is bolted to the leg 42 of a Z-shaped holder 40. For this purpose two holes are provided in the leg 41 and three holes 43, 44 and 45 in the leg 42, which are equally spaced apart. The spring bracket 32 can hereby be connected to the leg 42 in two different positions. The holder 40 further comprises the body 46 and a leg 47, which can be connected via a bolt 50 to the coupling frame part 4. The operation of the coupling device is as follows. The position of the parts shown in figure 1 is assumed. The coupling frame part 4 with the spring bracket 32 is in a certain position in which the center line Y of the first intermediate shaft part 19 coincides with the center line X, which is the center of the receiving space 36, see figure 5, of the spring bracket 32. As indicated in figure 1, the axis Y is at the distance A from the highest point 49 of the coupling frame part 4. The second intermediate shaft part 25 is held by the springs 30 in a certain position relative to the coupling frame part 5. By adjusting the coupling frame part 4 by means of the lifting device (not shown), which acts on the forearms 6, the first intermediate shaft part 19 with its centering funnel 24 can be brought in the vicinity of the centering pin 31 of the second intermediate shaft part 25. Upon further approach of the tool 2 by the trigger 1, the center pin 31 can be inserted into the opening of the profile tube 21. At the same time, the protective tube 28 of the second intermediate shaft part 25 will be slid into the protective tube 22 of the first intermediate shaft part 19. The coupling frame part 4 arranged on the tractor also approaches the coupling frame part 5 arranged on the tool 2 until it abuts against a suitable guiding surface thereof. Operation of the lifting drive then takes place, as a result of which the forearms 6 move upwards and with it also the coupling frame part 4 until the coupling frame parts 4 and 5 come together and locking of those parts takes place. With the upward movement of the coupling frame part 4, its point 49 will move upwards relative to the intermediate shaft 16, the parts 19 and 25 of which are now coupled to each other. As a result, the intermediate shaft 16 will be pulled out of the open spring bracket 32 so that position shown in Figures 30 and 3 is achieved. In figure 3 it is indicated that the distance between the center line Y of the intermediate shaft 16 and the highest point 49 of the coupling frame part 4 is equal to B, which distance is greater than the distance A indicated in figure 1. The intermediate shaft 16 can thus determine perform movements without being hindered by the spring bracket 32. In order to prevent damage to the intermediate shaft part 19 or the intermediate shaft 16 in its entirety during coupling, the holder 40, in particular part 46 thereof, is resiliently constructed but such that the fixed position required for coupling is ensured. Starting from the position of Figures 3 and 4, the coupling frame parts 4 and 5 will be unlocked when uncoupling and the part 4 will be moved downwards, but the connection between the two intermediate shaft parts 19 and 25 will still be maintained. During this downward movement of the part 40, the distance B becomes smaller and the cattle bracket 32 approaches the first intermediate shaft part 19. Via the guide surfaces 35 of the legs of the spring bracket, the legs 33 and 34 of the spring bracket will be pressed apart and the intermediate shaft part 19 can be received in the receiving space 36. Subsequently, the connection between the two intermediate shaft parts 19 and 25 is canceled by reversing the tractor 1 and removing the two coupling frame parts 4 and 5 from each other. 1. Koppelinrichting voor het aankoppelen van een werktuig aan een trekker en wel in het bijzonder voor 50 aankoppeling aan de voorkant van de trekker, met een aan de driepuntshefinrichting van de trekker door middel van onderarmen en een bovenarm bevestigd eerste omgekeerd V-vormig koppelframedeel, dat in hoogterichting beweegbaar is, en een aan het werktuig bevestigd tweede omgekeerd V-vormig koppelframedeel, welk eerste koppelframedeel in de gekoppelde stand passend is opgenomen in het tweede koppelframedeel en beide koppelframedelen in die stand ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld, met een 55 tussenas, die in de gekoppelde stand van de aftakas van de trekker draaibaar verbindt met de ingangs-aandrijfas van het werktuig, welke tussenas uit twee delen bestaat, waarvan het eerste tussenasdeel met een einde via een universeelkoppeling met de aftakas van de trekker is verbonden en is gelagerd in een 192072 4 niet-draaibare het eerste tussenasdeel over althans nagenoeg de hele lengte omsluitende beschermings-buis, welke beschermingsbuis in de ontkoppelde stand door een veerbeugel in een naar het koppelframe-deel van de trekker gerichte juiste stand voor het koppelen van beide tussenasdelen wordt gehouden, welke veerbeugel twee, zich in de gemonteerde stand naar beneden toe uitstrekkende, benen omvat, die een 5 opneemruimte voor de beschermingsbuis omsluiten en die zich ter hoogte van hun vrije einden op een afstand van elkaar bèvinden, die kleiner is dan de grootste breedte in het horizontale vlak van de buitenomtrek van de beschermingsbuis, een en ander zodanig dat de beschermingsbuis met daarin opgenomen het eerste tussenasdeel onder verend naar buiten uitwijken van beide benen tussen de einden van deze benen door kan bewegen naar of uit de opneemruimte, en waarvan het tweede tussenasdeel met een einde via 10 een universeelkoppeling is verbonden met de ingangsaandrijfas van het werktuig en is gelagerd in een niet-draaibare het tweede tussenasdeel over althans nagenoeg de hele lengte omsluitende beschermings-buis, welke beschermingsbuis door middel van een veerinrichting in de ontkoppelde stand in een naar het koppelframedeel van het werktuig gerichte juiste stand voor het koppelen van beide tussenasdelen wordt gehouden, waarbij de beide tussenasdelen met behulp van op beide andere einden aangebrachte 15 centreermiddelen, omvattende een centreerpen en een centreert rechter, telescopisch in elkaar schuivend met elkaar in ingrijping kunnen worden gebracht, waarbij in de ontkoppelde stand het eerste tussenasdeel op een kleinere afstand ligt van de bovenste punt van het koppelframedeel van de trekker dan in de gekoppelde stand, met het kenmerk, dat de vorm van de benen (33,34) van de veerbeugel (32) is aangepast aan de vorm van de buitenomtrek van de beschermingsbuis (22) van het eerste tussenasdeel 20 (21) zodanig, dat de benen deze beschermingsbuis vormpassend maar veerkrachtig kunnen omsluiten, waarbij de veerbeugel (32) door middel van een hoekstuk (38) in hoogte verstelbaar aan een houder (40) is bevestigd, welke houder aan het koppelframedeel (4) van de trekker (1) is bevestigd.1. Coupling device for coupling a implement to a tractor, in particular for coupling to the front of the tractor, with a first inverted V-shaped coupling frame attached to the three-point linkage of the tractor by lower arms and an upper arm, movable in height, and a second inverted V-shaped coupling frame part attached to the tool, the first coupling frame part in the coupled position being suitably received in the second coupling frame part and the two coupling frame parts being locked in that position relative to each other, with a 55 intermediate shaft , which rotatably connects in the coupled position of the power take-off shaft of the tractor to the input drive shaft of the implement, which intermediate shaft consists of two parts, the first intermediate shaft part of which is connected to the power take-off shaft of the tractor via a universal coupling mounted in a 192072 4 non-rotatable the first intermediate shaft part over at least almost the entire length The enclosing protection tube, which protection tube is held in the disengaged position by a spring bracket in a correct position facing the coupling frame part of the tractor for coupling both intermediate shaft parts, the two spring bracket extending downwards in the mounted position includes legs which enclose a receiving space for the protection tube and which are spaced apart at their free ends, which is smaller than the greatest width in the horizontal plane of the outer circumference of the protection tube, such that that the protective tube with the first intermediate shaft part accommodated therein can move resiliently outwardly of both legs between the ends of these legs by moving towards or out of the receiving space, the second intermediate shaft part of which is universally connected to the input drive shaft by an end via 10 the tool and is mounted in a non-rotatable second intermediate shaft section at least protection tube enclosing almost the entire length, which protection tube is held in a disengaged position in a correct position directed towards the coupling frame part of the tool by means of a spring device, for coupling the two intermediate shaft parts, the two intermediate shaft parts being used on both other ends arranged centering means, comprising a centering pin and a centering right telescopically interlocking meshable, the first intermediate shaft portion being disengaged from the top point of the tractor's coupling frame portion less than in the coupled position, characterized in that the shape of the legs (33,34) of the spring bracket (32) is adapted to the shape of the outer circumference of the protective tube (22) of the first intermediate shaft part 20 (21) such that the legs can enclose this protective tube in a form-fitting but resilient manner, the spring bracket (32) being The height-adjustable piece (38) is attached to a holder (40), which holder is attached to the coupling frame part (4) of the tractor (1). 2. Koppelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder (40) bestaat uit een strip plat materiaal, die Z-vormig is gebogen, waarbij in de gemonteerde stand van de houder de langsranden van het 25 lijf (46) van de Z in hoofdzaak in horizontale richting verlopen en de langsranden van de benen (42, 47) van de Z in verticale richting.Coupling device according to claim 1, characterized in that the holder (40) consists of a strip of flat material, which is bent in Z-shape, wherein in the mounted position of the holder the longitudinal edges of the body (46) of the Z extend substantially in the horizontal direction and the longitudinal edges of the legs (42, 47) of the Z in the vertical direction. 3. Koppelinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de houder (40) in verticale richting beperkt verend is uitgevoerd. Hierbij 5 bladen tekeningCoupling device according to claim 1 or 2, characterized in that the holder (40) has a limited resilience in vertical direction. Hereby 5 sheets drawing
NL9301683A 1992-12-18 1993-09-30 Coupling device for coupling a implement to a tractor. NL192072C (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4242995A DE4242995C2 (en) 1992-12-18 1992-12-18 Coupling device for connecting a tractor to a device
DE4242995 1992-12-18

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9301683A NL9301683A (en) 1994-07-18
NL192072B NL192072B (en) 1996-10-01
NL192072C true NL192072C (en) 1997-02-04

Family

ID=6475789

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9301683A NL192072C (en) 1992-12-18 1993-09-30 Coupling device for coupling a implement to a tractor.

Country Status (5)

Country Link
AT (1) AT403752B (en)
DE (1) DE4242995C2 (en)
FR (1) FR2699368B1 (en)
IT (1) IT1272765B (en)
NL (1) NL192072C (en)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT403640B (en) * 1996-08-01 1998-04-27 Raiffeisenverband Salzburg Reg Quick-action coupling for mounting a working appliance on a tractor
DE19744479C1 (en) * 1997-10-09 1999-03-11 Walterscheid Gmbh Gkn Actuator for tractor hitch coupling hook
GB2356549B (en) * 1999-11-27 2003-04-23 David Creighton Mcveigh Tractor coupling
ITBO20040069A1 (en) * 2004-02-13 2004-05-13 M R S R L HOOKING GROUP FOR AN AGRICULTURAL MACHINE
LT5552B (en) 2007-03-29 2009-03-25 Johann Gangl Universally applicable coupling system
DE102007018319A1 (en) * 2007-04-18 2008-10-23 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Gmbh Agricultural implement

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE677842A (en) * 1965-03-16 1966-08-01
DE3613708A1 (en) * 1986-04-11 1987-12-17 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Quick-action coupling for the connection of agricultural working machines
DE3612322A1 (en) * 1986-04-11 1987-10-15 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Quick-action coupling for the connection of agricultural working machines

Also Published As

Publication number Publication date
IT1272765B (en) 1997-06-26
DE4242995A1 (en) 1994-06-23
ITMI932306A1 (en) 1995-04-29
ITMI932306A0 (en) 1993-10-29
ATA195193A (en) 1997-10-15
FR2699368A1 (en) 1994-06-24
NL9301683A (en) 1994-07-18
FR2699368B1 (en) 1995-06-09
DE4242995C2 (en) 1997-01-16
NL192072B (en) 1996-10-01
AT403752B (en) 1998-05-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4944354A (en) Three-point coupling device
US4843744A (en) Snowplow
NL192072C (en) Coupling device for coupling a implement to a tractor.
EP3210446A1 (en) Working vehicle
EP0063553B1 (en) Arrangement for coupling an implement to a tractor
US3539016A (en) Actuating means for foldable implement carriage
CA2344431C (en) Self-centering trailer hitch
CA1115589A (en) Traction coupling between a tractor and an implement
US5408756A (en) Bifold field marker
US3385388A (en) Power couplings
US11723310B2 (en) Agricultural machine comprising a safety system with improved triggering kinematics
NL8802486A (en) Tractor harrow coupling implement - has lock with shear pin connected to first coupling part
US6164699A (en) Deflection fitting with automatic adjusting device
EP0363068A1 (en) Implement support mechanism
NL8001263A (en) AGRICULTURAL EQUIPMENT, IN PARTICULAR GROUND TILLER.
NL8802243A (en) Hay gathering machine with wide working width - has one setting element between each of individual frame elements
NL7905254A (en) AGRICULTURAL IMPLEMENT.
US4058990A (en) Device for supporting the drive shaft of an agricultural machine for coupling to a power take-off shaft
NL9100572A (en) AGRICULTURAL MACHINE.
GB2202125A (en) Device for connecting working implement to tractor
NL8201807A (en) 3-POINT LINKAGE ATTACHMENT OF A TRACTOR.
NL9202216A (en) Mowing machine (harvesting machine)
GB2042316A (en) Tractor hitches
GB2058698A (en) Hitch
EP0673591B1 (en) Towed agricultural implement

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20080401