NL8201807A - 3-POINT LINKAGE ATTACHMENT OF A TRACTOR. - Google Patents
3-POINT LINKAGE ATTACHMENT OF A TRACTOR. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8201807A NL8201807A NL8201807A NL8201807A NL8201807A NL 8201807 A NL8201807 A NL 8201807A NL 8201807 A NL8201807 A NL 8201807A NL 8201807 A NL8201807 A NL 8201807A NL 8201807 A NL8201807 A NL 8201807A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- guide
- add
- trestle
- coupling
- guide track
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B59/00—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements
- A01B59/06—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines mounted on tractors
- A01B59/061—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines mounted on tractors specially adapted for enabling connection or disconnection controlled from the driver's seat
- A01B59/062—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines mounted on tractors specially adapted for enabling connection or disconnection controlled from the driver's seat the connection comprising a rigid interface frame on the tractor
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B63/00—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
- A01B63/02—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors
- A01B63/10—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors operated by hydraulic or pneumatic means
- A01B63/102—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors operated by hydraulic or pneumatic means characterised by the location of the mounting on the tractor, e.g. on the rear part
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01C—PLANTING; SOWING; FERTILISING
- A01C15/00—Fertiliser distributors
- A01C15/005—Undercarriages, tanks, hoppers, stirrers specially adapted for seeders or fertiliser distributors
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Zoology (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
Description
ί . / „ * , * C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.ί. / * *, * C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.
’•Aanbouwbok voor driepuntsh.efinrich.ting van een trekker""• Mounted headstock for three-point mounting of a tractor"
De uitvinding heeft betrekking op een aanbouwbok voorzien van bevestigingsorganen waarmede de aanbouwbok aan de driepuntshefinrichting van een trekker of dergelijk voertuig koppelbaar is en voorzien van ten minste één gelei-5 dingsbaan waarmede aan. een landbouwinrichting, in het bijzonder een inrichting voor het strooien van materiaal, aangebrachte koppelingsmiddelen koppelbaar zijn, waarbij de aanbouwbok mechanische middelen omvat, die met de landbouwinrichting gekoppeld kunnen worden om deze in de aan de ge-10 leidingsbanen gekoppelde stand ten opzichte van de aanbouwbok te kunnen bewegen en in ten minste één stand ten opzichte van de aanbouwbok te kunnen vastzetten.The invention relates to an add-on trestle provided with mounting members with which the add-on trestle can be coupled to the three-point lifting device of a tractor or the like vehicle and provided with at least one guide track to which it is attached. an agricultural device, in particular a device for spreading material, coupling means arranged can be coupled, the mounting frame comprising mechanical means, which can be coupled to the agricultural device in order to position it in the position coupled to the guiding tracks relative to the mounting frame move and lock in at least one position relative to the headstock.
Ben doel van de uitvinding is een aanbouwbok van genoemde soort te.verkrijgen waarmede de landbouwinrichting 15 op gunstige wijze in de gewenste stand voor het bedrijf gebracht kan worden.The object of the invention is to obtain an add-on trestle of the above-mentioned type with which the agricultural device 15 can be advantageously brought into the desired position for operation.
Volgens de uitvinding kan dit bereikt worden doordat de aanbouwbok twee geleidingsbanen omvat, die zich in verschillende richtingen uitstrekken, waarbij één be-20 'vestigingsmiddel met de ene geleidingsbaan en een ander bevestigingsmiddel met de andere geleidingsbaan koppelbaar is, een en ander zodanig dat althans bij het bewegen van de koppelingsmiddelen langs een deel_van de geleidingsbanen de stand van de landbouwinrichting ten opzichte van 25 de aanbouwbok een hoek-verendering ondergaat. Met deze aanbouwbok kan de landbouwinrichting op gunstige wijze tijdens bewegen ten opzichte van -de aanbouwbok in zijn ligging veranderd worden, waarbij de gewenste stand van de landbouwinrichting gemakkelijk is te verkrijgen.According to the invention this can be achieved in that the add-on trestle comprises two guide tracks which extend in different directions, one fastening means being connectable to one guide track and another fastening means to the other guiding track, such that at least at moving the coupling means along a part of the guide tracks the angle of the agricultural device with respect to the mounted trestle undergoes an angular suspension. With this attachment trestle, the agricultural device can advantageously be changed in its position during movement relative to the add-on trestle, whereby the desired position of the agricultural device is easily obtained.
30 Volgens een -erder uitvoeringsvoorbeeld van de aanbouwbok volgens de uitvinding strekken de beide geleidingsbanen zich althans in hoofdzaak in hoogterichting uit. Hierdoor kan de landbouwinrichting op eenvoudige wijze in hoogterichting verplaatst worden, waarbij zijn stand ten 35 opzichte van de bodem gunstig zal blijven. Een eenvoudig uitvoeringsvoorbeeld.wordt verkregen wanneer de geleidings- 8201807 - 2 - " . i *According to a further exemplary embodiment of the add-on trestle according to the invention, the two guide tracks extend at least substantially in height direction. As a result, the agricultural device can be moved in a height direction in a simple manner, while its position relative to the ground will remain favorable. A simple exemplary embodiment is obtained when the guide 8201807 - 2 - ". I *
VV
baan zich in zijaanzicht gezien in andere richtingen uitstrekt·... Volgen's een verder uitvoeringsvoorbeeld zijn de geleidingsbanen op verschillende hoogten gelegen. Een eenvoudige constructie van de aanbouwbok wordt volgens de uit-5 vinding verkregen wanneer nabij de bovenzijde van de bovenste geleidingsbaan de mechanische middelen zijn aangebracht. Deze mechanische middelen vormen hierbij geen belemmering voor de beweging van de landbouwinrichting ten opzichte van de aanbouwbok. Een eenvoudige constructie wordt verkregen 10 wanneer de mechanische middelen slechts één hydraulische cylinder omvatfcenjlie zich althans in hoofdzaak in hoogte-richting uitstrekt.The track extends in side directions in other directions. ... According to a further exemplary embodiment, the guide tracks are located at different heights. A simple construction of the add-on trestle is obtained according to the invention when the mechanical means are arranged near the top of the upper guide track. These mechanical means do not impede the movement of the agricultural device relative to the headstock. A simple construction is obtained when the mechanical means comprise only one hydraulic cylinder, at least substantially extending in the height direction.
De koppeling van de aanbouwbok met de landbouwinrichting kan op eenvoudige wijze doorgevoerd worden wan-15 neer de beide geleidingsbanen ieder nabij hun ondereinde is voorzien van opvangbekken waarmede de geleidingsbanen op aan de bevestigingsmiddelen aangebrachte geleidingsorga-nen aangesloten kunnen worden door het bewegen van de aanbouwbok met behulp van de hefinrichting. .The coupling of the add-on trestle to the agricultural device can be carried out in a simple manner when the two guide tracks are each provided near their lower end with collecting jaws with which the guide tracks can be connected to guide members arranged on the fasteners by moving the add-on trough using the lifting device. .
20 De constructie van de aanbouwbok kan eenvoudig gehouden worden wanneer volgens de uitvinding de geleidingsbanen ieder uit een in hoofdzaak rechthoekig raam bestaan dat is aangebracht aan een bevestigingsraam dat is voorzien van de bevestigingsorganen voor het bevestigen van de aan-25 bouwbok aan de hefinrichting.The construction of the add-on trestle can be kept simple when, according to the invention, the guide tracks each consist of a substantially rectangular frame which is arranged on a mounting frame provided with the mounting members for attaching the add-on trestle to the lifting device.
Een snelle koppeling van de landbouwinrichting aan de aanbouwbok kan verkregen worden wanneer volgens de uitvinding aan de zuigerstang een koppelingsorgaan aansluitbaar is waaraan een aan de bovenste bevestigingsmiddelen aange-30 brachte koppelingsas voor twee geleidingsorganen aanbreng-baar is. Hierbij wordt een goede geleiding verkregen voor het bewegen van de landbouwinrichting ten opzichte van de aanbouwbok door de mechanische middelen.A quick coupling of the agricultural device to the add-on trestle can be obtained when, according to the invention, a coupling member can be connected to the piston rod, to which a coupling shaft arranged on the upper fastening means for two guide members can be arranged. A good guiding is hereby obtained for moving the agricultural device relative to the mounting stand by the mechanical means.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de 35 hand van een gunstig uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.The invention will be further elucidated on the basis of a favorable exemplary embodiment of the invention.
Figuur 1 geeft een zijaanzicht weer van een aanbouwbok en een landbouwinrichting.Figure 1 shows a side view of a headstock and an agricultural device.
8201807 V * · ·» ........ - 3 -8201807 V * · · »........ - 3 -
Figuur 2 geeft op vergrote schaal een aanzicht weer van de aanbouwbok gezien in de richting volgens de pijl II in figuur 1.Figure 2 is an enlarged view of the headstock seen in the direction of the arrow II in Figure 1.
Figuur 3 geeft een zijaanzicht weer van de aanbouw-5 bok met daaraan bevestigd in geheven toestand de landbouwinrichting.Figure 3 shows a side view of the mounted trestle with the agricultural device attached to it in the raised position.
Figuur 4 geeft een doorsnede weer over de aanbouwbok gezien volgens de lijn IV - IV in figuur 3·Figure 4 shows a cross-section over the headstock seen along the line IV - IV in figure 3
Figuur 5 geeft op vergrote schaal een doorsnede weer 10 van een koppelingsmiddel met geleidingsorgaan, gezien volgens de lijn V - V in -figuur 4.Figure 5 is an enlarged cross-section of a coupling means with guide member, seen along the line V-V in figure 4.
Figuur 6 geeft op vergrote schaal een horizontale doorsnede weer -van een koppelingsmiddel met geleidingsorgaan, gezien volgens de lijn VI - VI in figuur 5.Figure 6 is an enlarged horizontal cross-section of a coupling means with guide member, seen along the line VI-VI in Figure 5.
15 De aanbouwbok 1 heeft bevestigingsorganen waarmede zij aan de tops tang 2 en de hefarmen 3 van de driepuntshef^-inrichting van een trekker 4 gekoppeld kan worden. Aan de aanbouwbok 1 kan een landbouwwerktuig, bijvoorbeeld in de vorm van een strooi-inrichting 5 gekoppeld worden.The add-on trestle 1 has mounting members with which it can be coupled to the top pliers 2 and the lifting arms 3 of the three-point lifting device of a tractor 4. An agricultural implement, for example in the form of a spreading device 5, can be coupled to the add-on trestle 1.
20 De aanbouwbok 1 heeft een draaggestel 8 dat in hoofdzaak bestaat uit twee gestelbalken 9 en 10 die V-vormig ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, zodanig dat zij.naar boven toe ten opzichte van elkaar convergerend verlopen. De boveneinde van de gestelbalken 9 en 10 zijn op korte afstand 25 van elkaar gelegen en met elkaar gekoppeld door een steun-strip 11. De gestelbalken 9 en 10 zijn aan hun ondereinden voorzien van beugels 12 waaraan koppelingspennen 13 zijn gekoppeld. Halverwege de hoogte van de balken 9 en 10 zijn deze met elkaar gekoppeld door een tussenbalk 14, die op de 30 naar elkaar toegekeerde zijde van de balken 9 en 10 aansluiten. De balken 9 en 10 kunnen in doorsnede elk gewenst profiel hebben en bestaan in dit uitvoeringsvoorbeeld uit rechthoekige kokerbalken. De tussenbalk 14 is voorzien van bevestigingsstrippen waartussen een einde van de topstang 2 35 bevestigd kan worden door een niet nader weergegeven koppe-lingspen. De hefarmen 3 kunnen met de koppelingspennen 13 gekoppeld worden, waarbij de koppelingspennen 13 en de bevestigingsstrippen 15 bevestigingsorganen vormen van het 8201807 4 » - 4 - draaggestel 8.The add-on trestle 1 has a supporting frame 8 which mainly consists of two frame beams 9 and 10 which are arranged V-shaped with respect to each other, such that they converge upwards with respect to each other. The top end of the frame beams 9 and 10 are spaced a short distance from each other and are coupled together by a support strip 11. The frame beams 9 and 10 are provided at their lower ends with brackets 12 to which coupling pins 13 are coupled. Halfway up the height of the beams 9 and 10 they are coupled to each other by an intermediate beam 14, which connect to the side of the beams 9 and 10 facing each other. The beams 9 and 10 can have any desired profile in cross section and in this exemplary embodiment consist of rectangular box beams. The intermediate beam 14 is provided with mounting strips between which an end of the top rod 2 can be attached by a coupling pin (not shown in more detail). The lifting arms 3 can be coupled to the coupling pins 13, the coupling pins 13 and the fastening strips 15 forming fasteners of the 8201807 4 - 4 - supporting frame 8.
De aanbouwbok 1 is voorzien van een onderste ge-leidingsbaan 18 die wordt gevormd door twee in doorsnede U-vormige gestelbalken 19 en 20. De U-balken 19 en 20 5 "vormen geleidingsrails en zijn zodanig ten opzichte van elkaar opgesteld dat hun open zijdenvan elkaar zijn afgericht. De balken 19 en 20 liggen evenwijdig aan elkaar en zijn op een afstand 21 van elkaar gelegen. De geleidingsbalken 19 en 20 zijn aan hun ondereinde voorzien van opvangbekken 22 en 10 23 als toegang voor de door de ïï van de balken omsloten ruimten. De ondereinden van de geleidingsbalken 19 en 20 zijn met elkaar verbonden door een koppelingsstaaf 24.The add-on trestle 1 is provided with a lower guide track 18 which is formed by two cross-section U-shaped frame beams 19 and 20. The U-beams 19 and 20 5 "form guide rails and are arranged relative to each other so that their open sides The beams 19 and 20 are parallel to each other and spaced from each other 21. The guide beams 19 and 20 are provided at their lower ends with catch jaws 22 and 10 23 for access to the beams enclosed by the beams. The lower ends of the guide beams 19 and 20 are connected to each other by a coupling bar 24.
De geleidingsbalken 19 en 20 zijn vast bevestigd aan de gestelbalken 9 resp. 10. De boveneind®.van de geleidings-15 balken 19 en 20 die, in het aanzicht volgens fig. 2 gezien, aan de van elkaar afgekeerde zijden van de gestelbalken 9 en 10 zijn gelegen, zijn met deze gestelbaken gekoppeld door bevestigingsstrippen 25 en 26.De geleidingsbalken 9 en 10 vormen aldus met hun onderlinge koppelingen een 20 geleidingsraam. In het aanzicht volgens fig. 2 gezien, liggen de geleidingsbalken 19 en 20 binnen de ondereinden van de gestelbalken 9 en 10. De onder de bevestiging van de geleidingsbalken 19 en 20 aan de gestelbalken 9 en 10 aangebrachte delen van de geleidingsbalken 19 en 20 zijn voorzien 25 van verstijvingsruggen 27 die zich van de ondereinden van de balken tot aan de gestelbalken 9 en 10_ uitstrekken.The guide beams 19 and 20 are fixedly attached to the frame beams 9 and 10, respectively. 10. The upper end® of the guide beams 19 and 20, which, viewed in the view according to Fig. 2, are located on the sides of the frame beams 9 and 10 facing away from each other, are coupled to these frame beacon by mounting strips 25 and 26. The guide beams 9 and 10 thus form a guide frame with their mutual couplings. Seen in the view according to Fig. 2, the guide beams 19 and 20 lie within the lower ends of the frame beams 9 and 10. The parts of the guide beams 19 and 20 arranged under the attachment of the guide beams 19 and 20 to the frame beams 9 and 10 are provided with stiffening ridges 27 extending from the lower ends of the beams to the frame beams 9 and 10.
De verstijvingsruggen 27 zijn aan die zijde van de geleidingsbalken 19 en 20 gelegen, tegenover de zijde waar de mondingen 22 en 23 zijn aangebracht.The stiffening ridges 27 are located on that side of the guide beams 19 and 20, opposite the side where the mouths 22 and 23 are arranged.
30 Nabij de bovenzijde van -het draaggestel 8 is een raamvormige geleidingsbaan 29 aangebracht die twee U-vormige geleidingsbalken 30 en 31 omvat, die evenwijdig aan elkaar zijn gelegen op een afstand 32 van elkaar. De geleidingsbalken 30 en 31 zijn aan hun ondereinden voorzien van op-35 vangbekken 33 en 34. De boveneind®van de geleidingsbalken 30 en 31 zijn aan de steunstrip 11 aangebracht en daardoor onderling en met het boveneinde van het draaggestel 8 verbonden. Kort boven hun ondereind®zijn de geleidingsbalken 30 en 31 vast bevestigd aan de tussenbalk 14. Hierbij zijn de 8201807 ......... ~ ............- 5 - van elkaar afgekeerde zijden van de geleidingsbalken 30 en 31 tevens vast bevestigd aan de koppelstrippen 25 en 26. De opvangbekken 33 en 34 liggen althans in hoofdzaak parallel aan de opvangbekken 22 en 23. Aan die zijden van de gelei-5 dingsbalken 30 en 31 waarheen de opvangbekken 33 en 34 zijn gericht, zijn de geleidingsbalken voorzien van verstij vingsruggen 35. De geleidingsbalken 30 en 31 zijn zodanig aangebracht dat de open zijden van de U-balken naar elkaar toe zijn gericht.A window-shaped guide track 29 comprising two U-shaped guide beams 30 and 31, which are parallel to one another at a distance 32 from each other, is arranged near the top of the support frame 8. The guide beams 30 and 31 are provided at their lower ends with catch jaws 33 and 34. The top end of the guide beams 30 and 31 are arranged on the support strip 11 and are therefore mutually connected to the top end of the support frame 8. Shortly above their lower end®, the guide beams 30 and 31 are fixedly attached to the intermediate beam 14. The 8201807 ......... ~ ............- 5 - facing away from each other sides of the guide beams 30 and 31 are also fixedly attached to the coupling strips 25 and 26. The collecting jaws 33 and 34 lie at least substantially parallel to the collecting jaws 22 and 23. On those sides of the guide beams 30 and 31 to which the collecting jaws 33 and 34, the guide beams are provided with stiffening ridges 35. The guide beams 30 and 31 are arranged such that the open sides of the U-beams face each other.
10 Tussen de boveneindenvan de geleidingsbalken 30 en 31 is de stemstrip 11 voorzien van een doorvoergat 36. Aan de bovenzijde van de strip 11 is concentrisch om het gat 36 een stembus 37 aangebracht. Binnen de steunbus is om het gat 36 een steunring 38 van een stootdempend mate-15 riaal aangebracht.Between the top ends of the guide beams 30 and 31, the voting strip 11 is provided with a through hole 36. A ballot box 37 is arranged concentrically around the hole 36 at the top of the strip 11. Within the support sleeve, a support ring 38 of an impact-damping material is arranged around the hole 36.
In de stembus 37 is het ondereinde van een hydraulische cylinder 41 aangebracht, die met een borst 46 op de steunring 38 rust. De cylinder 41 is voorzien van een aansluiting 42 waarop een slang 43 is aangesloten. In de 20 cylinder 41 is een zuigerstang 44 beweegbaar, die met het buiten de cylinder 41 stekende einde door het gat 36 is gestoken en onder het gat 36 is voorzien van een bevesti-gingsgat 45. .In the ballot box 37 the lower end of a hydraulic cylinder 41 is arranged, which rests with a breast 46 on the support ring 38. The cylinder 41 is provided with a connection 42 to which a hose 43 is connected. In the cylinder 41, a piston rod 44 is movable, which is inserted through the hole 36 with the end protruding outside the cylinder 41 and is provided with a fixing hole 45 under the hole 36.
Gezien in het aanzicht volgens fig. 2 is de aan-25 bouwbok symmetrisch uitgevoerd ten opzichte van een symme-trievlak 47 waarbij dit symmetrievlak de hartlijn van de cylinder 41 bevat. In zijaanzicht gezien ligt de geleidings-baan 18 tegen een zijde van het draaggestel 8. De gelei-dingsbaan 29 is aan dezelfde zijde van het draaggestel 8 30 aangebracht als de geleidingsbaan 18. De geleidingsbaan 18 ligt, zoals uit fig. 1 blijkt, in zijaanzicht gezien evenwijdig aan het draaggestel 8. De geleidingsbaan 29, die zich evenals de geleidingsbaan 8 recht uitstrekt over zijn gehele lengte, sluit in zijaanzicht gezien een hoek 48 van 35 ongeveer 8° in met de richting waarin het draaggestel en de geleidingsbaan 18 zich uitstrekken.Seen in the view according to Fig. 2, the mounting frame is constructed symmetrically with respect to a symmetry plane 47, wherein this symmetry plane contains the axis of the cylinder 41. Seen in side view, the guiding track 18 rests against one side of the supporting frame 8. The guiding track 29 is arranged on the same side of the supporting frame 8 as the guiding track 18. The guiding track 18, as can be seen from fig. side view, seen parallel to the support frame 8. The guide track 29, which extends straight along its entire length just like the guide track 8, in side view, encloses an angle 48 of 35 approximately 8 ° with the direction in which the support frame and the guide track 18 extend. .
De opvangbekken 33 en 34 liggen op een afstand 49 boven de opvangbekken 22 en 23. Deze afstand is korter dan waarover de geleidingsbalksi19 en 20 zich uitstrekken,zodat 8201807 9 * * ** ... . _ g _ de opvangbekken 33 en 34 tussen de geleidingsbalken 19 en 20 zijn gelegen. Bij voorkeur liggen de vooreinden van de opvangbekken althans ongeveer in hetzelfde vlak als de vooreinden van de opvangbekken 22 en 23» welk vlak zich evenwij-5 dig uitstrekt aan het draaggestel 8.The collection jaws 33 and 34 are spaced 49 above the collection jaws 22 and 23. This distance is shorter than that over which the guide beams 19 and 20 extend, so that 8201807 9 * * ** .... The collecting jaws 33 and 34 are located between the guide beams 19 and 20. Preferably, the front ends of the collecting jaws lie at least approximately in the same plane as the front ends of the collecting jaws 22 and 23, which plane extends parallel to the supporting frame 8.
De aan de aanbouwbok te koppelen weergegeven landbouwinrichting 5 in de vom van een strooier heeft een gestel 55, een reservoir 56 en één of meerdere strooiorganen 57* Het gestel 55 is van twee aan de voorzijde van het ge-10 stel op afstand van elkaar aangebrachte bevestigingsmiddelen 58 voorzien waarmede de inrichting op de bekende wijze direct aan de hefarmen 3 van een driepuntshefinrichting van een trekker gekoppeld kan worden. Elk van de bevestigingsmiddelen 58 omvat twee strippen 59 en 60, waaraan op de 15 bekende wijze een koppelpen aangebracht kan worden voor bevestiging aan de hefarmen 3· Het gestel 5 heeft in het midden aan de bovenzijde van de voorkant een uit strippen 62 en 63 bestaand bevestigingsmiddel 61 waarmede de inrichting direct met de topstang 2 van de driepuntshefinrichting 20 van de trekker 4 gekoppeld kan worden.The agricultural device 5 shown in the form of a spreader, which can be coupled to the add-on trestle, has a frame 55, a reservoir 56 and one or more spreading members 57 * The frame 55 is spaced apart from each other at the front of the frame. fastening means 58 with which the device can be coupled in the known manner directly to the lifting arms 3 of a three-point lifting device of a tractor. Each of the fastening means 58 comprises two strips 59 and 60, to which a coupling pin can be fitted in the known manner for attachment to the lifting arms 3 · The frame 5 has a strip 62 and 63 in the middle at the top of the front side fastening means 61 with which the device can be directly coupled to the top link 2 of the three-point lifting device 20 of the tractor 4.
Voor de aanbouw van de landbouwinrichting aan de aanbouwbok zijn aan de beide bevestigingsmiddelen 58 aan-koppelstukken 66 bevestigd, terwijl het bevestigingsmiddel 61 is voorzien van een aankoppelstuk 72.For the attachment of the agricultural device to the add-on trestle, coupling parts 66 are fastened to the two fastening means 58, while the fastening means 61 is provided with a coupling piece 72.
25 Zoals uit fig. 5 blijkt, omvat een aankoppelstuk 66 • een as 67 met daarop verdraaibaar doch niet in axiale rich-r ting verschuifbaar een als rol uitgevoerd geleidingsorgaan 68. Om de as 67 is een bus 69 aangebracht. De as 67 past door een opening 64 van de strip 60, terwijl de bus 69 door een 30 opening 65 van de strip 59 past. De as 67 is tegen verschuiving in de gaten 64,en 65 geborgd door een ring 71 en een pen 70. De aankoppel stukken 66 worden- zodanig aan de betreffende bevestigingsmiddelen 58 aangebracht dat de geleidings-rollen 68 aan de naar elkaar toegekeerde zijden van de beves-35 tigingsmiddelen zijn gelegen.As can be seen from Fig. 5, a coupling piece 66 comprises a shaft 67 with a guide member 68 designed to be rotatable but not displaceable in the axial direction. A sleeve 69 is arranged around the shaft 67. The shaft 67 fits through an opening 64 of the strip 60, while the sleeve 69 fits through an opening 65 of the strip 59. The shaft 67 is secured against displacement in the holes 64, and 65 by a ring 71 and a pin 70. The coupling pieces 66 are mounted on the respective fasteners 58 in such a way that the guide rollers 68 on the mutually facing sides of the fasteners are located.
Het aankoppelstuk 72 omvat een as 73 op de einden waarvan als rollen uitgevoerde geleidingsorganen 74 en 75 zijn aangebracht, die tegen axiale verschuiving zijn geborgd. De as 73 is vast bevestigd met twee evenwijdig aan elkaar 8201807 \ \ é * - 7 - gelegen steunplaten 76 en 77. De rollen 74 en 75 liggen aan de buitenzijden van de platen 76 en 77* De van de as 73 afgekeerde eindenvan de steunplaten 76 en 77 zijn met elkaar gekoppeld door een bovenstrip 78 en een onderstrip 79. Deze 5 strippen zijn op zodanige afstand van elkaar gelegen, dat daar tussen de strippen 62 en 63 van bet bevestigingsmiddel 61 passen, zoals in fig. 4 is weergegeven. De onderstrip 79 is hierbij voorzien van een verlenging die tegen de onderzijde van een gestelbalk van het gestel 55 past. Door middel 10 van een pen 80 is het aankoppelstuk 72 aan het bevestigingsmiddel 61 bevestigd, waarbij de pen 80 door gaten 82 in de platen 76 en 77 en gaten 83 in de strippen 61 en 63 is aangebracht. Verschuiving van de pen 80 is geborgd door een borgstift 81.The coupling piece 72 comprises a shaft 73 on the ends of which guide members 74 and 75, which are designed as rollers, are mounted, which are secured against axial displacement. The shaft 73 is fixedly secured with two support plates 76 and 77 located parallel to each other. The rollers 74 and 75 lie on the outer sides of the plates 76 and 77 * The ends of the support plates facing away from the shaft 73 76 and 77 are coupled together by an upper strip 78 and a lower strip 79. These strips are spaced such that they fit between the strips 62 and 63 of the fastener 61 as shown in FIG. The bottom strip 79 is hereby provided with an extension which fits against the underside of a frame beam of the frame 55. The coupling piece 72 is fastened to the fastening means 61 by means of a pin 80, the pin 80 being arranged through holes 82 in the plates 76 and 77 and holes 83 in the strips 61 and 63. Sliding of the pin 80 is secured by a locking pin 81.
15 Bij het gebruik van de aanbouwbok wordt deze op de bekende wijze aan een driepuntshefinrichting gekoppeld, waarbij de top stang 22 met de strippen 15 en de hefarmen 3 met de koppelingspennen 13 worden bevestigd. Het landbouwwerktuig dat met de aanbouwbok moet worden gekoppeld wordt aan 20 de bevestigingsmiddelen 58 en 61, die gewoonlijk aanwezig zijn om de inrichting direct aan de driepuntshefinrichting te kunnen koppelen, voorzien van de aankoppelstukken 66 en 72. De aankoppelstukken 66 worden aangebracht door de as 67 vanaf de binnenzijde, dit is de zijde gekeerd naar waar 25 het andere bevestigingsmiddel 58 is gelegen,, in het gat 64 gestoken. Hierna wordt door het gat 65 de_ bus 69 over de as 67 aangebracht, waarbij de pen 70 door gaten in de bus 69 en een gat in de as 67 wordt gestoken, zodat de as 67 tegen axiale verschuiving in de gaten is geborgd door de ring 71 30 en de pen 70. De as 67 en de bus -69 zijn zodanig van afmeting dat in gemonteerde toestand van het aankoppelstuk 66 de bus 69 en de as 67 praktisch niet buiten de van de strip 60 afgekeerde zijde van de strip 59 uitsteken.When the add-on trestle is used, it is coupled to a three-point lifting device in the known manner, the top rod 22 being fixed with the strips 15 and the lifting arms 3 with the coupling pins 13. The agricultural implement to be coupled to the add-on trestle is provided with the attachment means 58 and 61, which are usually present for coupling the implement directly to the three-point lifting device, with the coupling pieces 66 and 72. The coupling pieces 66 are arranged by the shaft 67 from the inside, this is the side facing where the other fastener 58 is located, inserted into the hole 64. After this, through the hole 65, the bush 69 is fitted over the shaft 67, the pin 70 being inserted through holes in the bush 69 and a hole in the shaft 67, so that the shaft 67 is secured in the holes against axial displacement by the ring 71 30 and the pin 70. The shaft 67 and the bush -69 are of such a size that in the mounted condition of the coupling piece 66 the bush 69 and the shaft 67 practically do not protrude beyond the side of the strip 59 remote from the strip 60.
Het aankoppelstuk 72 wordt aan het bevestigings-35 middel 61 aangebracht door dit koppelstuk op de strippen 62 en 63 te schuiven zodanig dat de plaat 78 boven en de plaat 79 onder deze strippen is gelegen, waarna de pen 80 door de betreffende gaten kan worden gestoken en de borgstift 81 kan worden aangebracht. Door de door de platen 76 en 77 en 8201807 ................... ..... ’- 8 - ...... ......The coupling piece 72 is applied to the fastening means 61 by sliding this coupling piece onto the strips 62 and 63 such that the plate 78 is located above and the plate 79 below these strips, after which the pin 80 can be inserted through the relevant holes and the locking pin 81 can be fitted. Due to the through plates 76 and 77 and 8201807 ................... ..... '- 8 - ...... ......
* · de strippen 73 en 79 gevoimde houder passend om de strippen 62 en 63 te hebben gemaakt, zal het aankoppelstuk 72 niet kunnen verdraaien ten opzichte van de strippen 62 en 63.* The strips 73 and 79 voided container fitting to have made the strips 62 and 63, the coupling piece 72 will not be able to rotate relative to the strips 62 and 63.
De pen 80 voorkomt verschuiven van het aankoppelstuk op de 5 strippen 62 en 63, terwijl de pen 80 is geborgd tegawerschui-ven door de borgstift 81.The pin 80 prevents sliding of the coupling piece on the strips 62 and 63, while the pin 80 is secured against sliding by the locking pin 81.
De landbouwinrichting 5 kan gemakkelijk en snel aan de aanbouwbok aangebracht worden door de aan de hef inrichting bevestigde aanbouwbok door middel van de hefinrichting 10 te laten zakken, zodanig dat de opvangbekken 22, 23 van de onderste geleidingsbaan 18 vóór de betreffende geleidings-roDen 68 liggen. Hierna kan de topstang 2 zodanig in lengte vergroot of verkort worden dat de opvangbekken 33 en 34 op dezelfde wijze vóór de geleidingsrollen 74 en 75 zijn gele-15 gen. Hierna kunnen door de aanbouwbok iets verder naar de landbouwinrichting te brengen en de aanbouwbok door middel van de hefinrichting te laten zakken de rollen 68 in de door de ïï-vormige balken 19 en 20 gevormde geleidingsrails gebracht worden, terwijl de rollen 74 en 75 in de door de U-20 vormige balken 30 en 34 gevormde geleidingsrails worden gebracht. De landbouwinrichting 5 zal dan nog op de grond staan, terwijl de ondereinden van de geleidingsbanen 18 en 29 op de betreffende geleidingsorganen aansluiten.The agricultural device 5 can be easily and quickly attached to the add-on trestle by lowering the add-on trestle attached to the lifting device by means of the lifting device 10, such that the collecting jaws 22, 23 of the lower guide track 18 lie in front of the respective guide rails 68 . After this, the top rod 2 can be lengthened or shortened such that the collecting jaws 33 and 34 are positioned in front of the guide rollers 74 and 75 in the same manner. After this, by bringing the add-on trestle slightly further to the agricultural device and lowering the add-on trestle by means of the lifting device, the rollers 68 can be brought into the guide rails formed by the beams 19 and 20, while the rollers 74 and 75 can be brought into the guide rails formed by U-20 beams 30 and 34 are brought. The agricultural device 5 will then still be on the ground, while the lower ends of the guide tracks 18 and 29 connect to the respective guide members.
Hierna kan de zuigerstang 44 naar beneden bewogen 25 worden door daaraan bijvoorbeeld te trekken wanneer de hydraulische cylinder 41 slechts een enkelvoudig werkende hydraulische cylinder is zoals in dit weergegeven uitvoerings-voorbeeld. De zuigerstang kan zover uit de cylinder 41 bewegen dat zij tot nabij de as 73 reikt wanneer de geleidings-30 rollen 74 en 75 nabij de opvangbekken 34 en 33 in de ondereinden van de geleidingsbalken 30 en 31 zijn gelegen. Hierna kan de koppelplaat 86 aangebracht worden door de pen 87 in het gat 45 aan te brengen. Daarna wordt de dekselplaat 88 aangebracht, waarbij het gat 89 over de pen 87 wordt aange-35 bracht en de pen 91 in het gat 92 van de koppelplaat 86 wordt gestoken. De haak 90 komt hierbij tegen de koppelplaat 86 te steunen, terwijl de steunplaat 93 eveneens tot aan de koppelplaat 86 zal reiken. Hierna kan een borgpen 94 aangebracht worden door de pen 91 zodanig, dat de dekselplaat 88 tegen 8201807 \ ·ν • · - 9 - losraken van de koppelplaat 86 is geborgd zoals uit fig. 4 blijkt. Het koppelingsorgaan 85 is hierbij zodanig aangebracht dat de as 73 tussen het ondereinde van de zuiger-stang 44 en de steunplaat 93 is gelegen.After this, the piston rod 44 can be moved downwards by, for example, pulling it when the hydraulic cylinder 41 is only a single-acting hydraulic cylinder as in this exemplary embodiment shown. The piston rod can move out of the cylinder 41 until it extends near the shaft 73 when the guide rollers 74 and 75 are located near the receiving jaws 34 and 33 in the lower ends of the guide beams 30 and 31. After this, the coupling plate 86 can be fitted by inserting the pin 87 into the hole 45. Thereafter, the cover plate 88 is fitted, the hole 89 being placed over the pin 87 and the pin 91 being inserted into the hole 92 of the coupling plate 86. The hook 90 here comes to bear against the coupling plate 86, while the support plate 93 will also extend up to the coupling plate 86. After this, a locking pin 94 can be fitted by the pin 91 such that the cover plate 88 is secured against loosening of the coupling plate 86 as shown in Fig. 4. The coupling member 85 is here arranged such that the shaft 73 is located between the lower end of the piston rod 44 and the support plate 93.
5 ‘ Vanuit deze stand kan de zuigerstang 44 door het opbouwen van een druk in de hydraulische cylinder 41 omhoog-gebracht worden, waarbij de zuigerstang 44 het landbouwwerktuig 5 ten opzichte van de aanbouwbok 1 omhoog zal trekken. Hierbij zullen de geleidingsrollen 68 in de gelei-10 dingsrails 19 en 20 van de geleidingsbaan 18 en de geleidingsrollen 74 en 75 in de geleidingsrails 30 en 31 van de geleidingsbaan 29 bewegen. V/anneer de landbouwinrichting 5 in de hoogste stand ten opzichte van de aanbouwbok 1 is gebracht door de zuigerstang 44» kunnen de hefannen 3 van de 15 driepuntshefinrichting omhoog bewogen worden, om het landbouwwerktuig 5 in de gewenste stand boven de grond te brengen. Voor het bedienen van de hydraulische cylinder 41 kan de slang 43 met het hydraulisch systeem van de trekker gekoppeld worden. De topstang 2 wordt bijvoorkeur in de hoogst 20 mogelijke stand aan de trekker gekoppeld, waarvoor deze topstang in het hoogst gelegen gat 95 aan de trekker 4 gekoppeld wordt.5 "From this position, the piston rod 44 can be raised by building up a pressure in the hydraulic cylinder 41, whereby the piston rod 44 will pull the agricultural implement 5 upwards relative to the headstock 1. The guide rollers 68 will move in the guide rails 19 and 20 of the guide track 18 and the guide rollers 74 and 75 in the guide rails 30 and 31 of the guide track 29. When the agricultural device 5 has been brought into the highest position relative to the add-on trestle 1 by the piston rod 44, the lifting arms 3 of the three-point lifting device can be moved upwards to bring the agricultural implement 5 into the desired position above the ground. To operate the hydraulic cylinder 41, the hose 43 can be coupled to the hydraulic system of the tractor. The top link 2 is preferably coupled to the tractor in the highest possible position, for which purpose this top link is coupled to the tractor 4 in the highest hole 95.
Ha het omhoogbrengen van het landbouwwerktuig 5 door de zuigerstang 44 ten opzichte van de aanbouwbok 1, 25 kan de tussenas 96 aangebracht worden tussen de aandrijfas 97 voor het strooiorgaan resp. de strooiorganen 57 en de af takas 98. De tussenas 96 kan hierbij gemakkelijk tussen de geleidingsbalken 19 en 20, boven de koppelstaaf 24 en onder de tussenbalk 14 doorgevoerd worden.After raising the agricultural implement 5 by the piston rod 44 with respect to the mounting stand 1, 25, the intermediate shaft 96 can be arranged between the drive shaft 97 for the spreading member or the spreading device. the spreading members 57 and the PTO shaft 98. The intermediate shaft 96 can herein easily be passed between the guide beams 19 and 20, above the coupling bar 24 and below the intermediate beam 14.
30 Voor het aahkoppelen van de aanbouwbok aan de op de grond staandelandbouwinrichting zullen de hefarmen 3 evenals de topstang 2 gewoonlijk schuin naar beneden gericht zijn vanaf hun bevestiging aan het gestel van de trekker.For coupling the headstock to the ground-mounted agricultural implement, the lift arms 3 as well as the top link 2 will usually be angled downward from their attachment to the tractor frame.
In de geheven stand van de hefinrichting, waarbij de land-35 bouwinrichting op de gewenste stand boven de grond is gelegen, zullen de topstang 2 en de hefannen 3 gewoonlijk vanaf de trekker schuin naar boven gericht zijn. Hierdoor zal bij het bewegen van de aanbouwbok 1 vanuit de in fig. 1 weergegeven stand, waarin zij aan de landbouwinrichting 8201807 - 10 - wordt gekoppeld, naar de stand zoals in fig. 3 is weergegeven, de aanbouwbok - een kantelende beweging uitvoeren· Door deze kantelende beweging wordt ook de landbouwinrichting die aan de aanbouwbok is bevestigd, gekanteld. Deze kan-5 teling van de landbouwinrichting is gewoonlijk niet gewenst. In het bijzonder niet wanneer de landbouwinrichting een strooi-inrichting is met om zich in hoogterichting uitstrekkende assen verdraaibare verspreidorganen 57» daar deze gewoonlijk evenwijdig aan hét, of soms onder een bepaalde hoek 10 met, bodemvlak gebracht moeten worden. Om het kantelen van de aanbouwbok met de daaraan gekoppelde inrichting althans in de gewenste richting te compenseren, zijn de beide ge-leidingsbanen 18 en 29 onder de hoek 48 ten opzichte van elkaar opgesteld. Deze hoek 48 tussen de verschillende rich-15 tingen waarin de beide geleidingsbanen zich ten opzichte van elkaar uitstrekken, gezien in zijaanzicht volgens fig. 1, heeft tot gevolg dat bij het heffen van de inrichting 5 ten opzichte van de aanbouwbok 1 door middel van de zuigers tang 44» de geleidingsrollen 74 en 75 in de geleidingsbalken 20 30 en 31 in een andere richting zullen bewegen dan de geleidingsrollen 68, die in de geleidingsbalken 19 en 20 van de geleidingsbaan 18 bewegen. Gerekend vanaf de ondereinden van de geleidingsbalken 30 en 31 zijn deze naar boven gericht van het draaggestel weg onder de hoek 48. Ten opzichte 25 van de aanbouwbok 1 zal de landbouwinrichting 5 hierdoor kantelen in een richting tegengesteld als waardoor zij zal kantelen door het heffen van de hef inrichting van de trekker. Het zal duidelijk zijn dat door het kiezen van de hoek 48 de mate waarin de landbouwinrichting ten opzichte van de 30 aanbouwbok kantelt bij zijn beweging ten opzichte van de aanbouwbok gekozen kan worden. De hoek 8 kan zodanig gekozen worden dat de kanteling door middel van de hefinrichting praktisch geheel, of op de gewenste waarde gecompenseerd wordt, zodat de landbouwinrichting op eenvoudige en snelle wijze op 35 de gewenste hoogte in de juiste stand boven de grond is te brengen.In the raised position of the lifting device, in which the agricultural device is located at the desired position above the ground, the top link 2 and the lifting tines 3 will usually point upwards from the tractor. As a result, when the add-on trestle 1 is moved from the position shown in fig. 1, in which it is coupled to the agricultural device 8201807 - 10 - to the position as shown in fig. 3, the add-on trestle - will perform a tilting movement. this tilting movement also tilts the agricultural device attached to the headstock. This tilting of the agricultural device is usually not desirable. In particular not when the agricultural device is a spreading device with spreading members 57 rotatable about axes extending in height direction, since these usually have to be brought parallel to, or sometimes at a certain angle with, the bottom surface. In order to compensate for the tilting of the add-on trestle with the device coupled thereto at least in the desired direction, the two guide tracks 18 and 29 are arranged at an angle 48 relative to each other. This angle 48 between the different directions in which the two guide tracks extend relative to each other, seen in side view according to Fig. 1, results in that when the device 5 is lifted relative to the add-on trestle 1 by means of the piston pliers 44 »the guide rollers 74 and 75 in the guide bars 20 and 31 will move in a different direction than the guide rollers 68, which move in the guide bars 19 and 20 of the guide track 18. Calculated from the lower ends of the guide beams 30 and 31, they point upwards away from the support frame at an angle of 48. With respect to the mounting stand 1, the agricultural device 5 will tilt in a direction opposite to that by which it will tilt by lifting the lifting device of the tractor. It will be clear that by choosing the angle 48, the degree to which the agricultural device tilts relative to the add-on frame can be selected in its movement relative to the add-on frame. The angle 8 can be chosen such that the tilting is practically completely compensated by means of the lifting device, or to the desired value, so that the agricultural device can be brought to the correct height above ground in the correct position in a simple and quick manner.
In fig. 3 is de landbouwinrichting op een zodanige afstand boven de grond aangebracht, dat de strooiorganen 57 8201807 - 11 - op een afstand 99 boven de grond zijn gelegen van ongeveer 120 cm. Gewoonlijk zal de werpschijf voor bet strooien van materiaal over de grond op een afstand van 60 cm. boven de grond zijn gelegen. In de stand die in fig. 3 is weergege-5 ven zal de inrichting dan ook geschikt zijn om bijvoorbeeld in de horizontale stand van de strooiorganen 57 materiaal te verspreiden over gewas dat tot ongeveer 60 cm. boven de grond is uitgegroèid. Deze afstand is in het algemeen voldoende om op alle gewenste manieren de strooi-inrichting 10 te kunnen gebruiken· De werklengte van de geleidingsbanen, dit is de lengte waarover de inrichting 5 ten opzichte van de aanbouwbok bewogen kan worden, is in dit uitvoeringsvoor-beeld dan ook ongeveer 60 cm. Het zal duidelijk zijn dat deze werklengte ook anders gekozen kan worden.In Fig. 3, the agricultural device is arranged at such a distance above the ground that the spreading members 57 8201807-11 are located at a distance 99 above the ground of about 120 cm. Usually the throwing disc for sprinkling material over the ground will be at a distance of 60 cm. are located above the ground. In the position shown in Fig. 3, the device will therefore be suitable, for example, in the horizontal position of the spreading members 57 to spread material over crop up to about 60 cm. has grown above the ground. This distance is generally sufficient to be able to use the spreading device 10 in any desired manner. The working length of the guide tracks, this is the length over which the device 5 can be moved relative to the mounting frame, is shown in this exemplary embodiment. then also about 60 cm. It will be clear that this working length can also be chosen differently.
15 De landbouwinrichting 5, dienend voor het uit strooien van materiaal, zal het uit te strooien materiaal in het reservoir 56 meevoeren van waaruit het aan de ver-spreidorganen 57 wordt toegevoerd tijdens het bedrijf van de inrichting. Wanneer het reservoir 56 leeg is zal dit 20 weer moeten worden gevuld, waarbij het gewoonlijk gewenst is dat de inrichting weer zo dicht mogelijk bij de grond is gelegen, zodat de bovenrand van het reservoir 56 op een afstand boven de grond ligt, zodanig dat het reservoir gemakkelijk is te vullen vanaf bijvoorbeeld een landbouw-25 wagen of op andere wijze. Voor dit vullen kan de druk in de cylinder weggenomen worden waardoor onder invloed van het gewicht van de inrichting de zuigerstang 44 uit de cylinder zal bewegen. De cylinderstang 44 kan nu zodanig uit de cylinder bewegen, dat in de onderste stand van de zuiger-30 stang 44 de rollen 75 en 74 resp.' 68 nog voldoende geleid in de ondereinden van de geleidingsbanen 30 en 31 resp. 19 en 20 zijn gelegen. Hierna kan de hef inrichting zodanig naar beneden gelaten worden totdat bijvoorbeeld de achter-steun 100 van de inrichting op de grond komt. In deze stand 35 kan de hefinrichting van de trekker dan worden vastgehouden. Het reservoir is dan gemakkelijk te vullen, waarna de strooier weer in de geheven stand ten opzichte van de aanbouwbok aangebracht kan worden door middel van de mechanische 8201807 t - .12 - middelen bestaande uit de hefcylinder 41· Daarna kan de hefinrichting weer tot op de gewenste hoogte gebracht worden voor het instellen van de inrichting op de gewenste hoogte boven de grond.The agricultural device 5, serving for spreading material, will carry the material to be spread in the reservoir 56 from which it is supplied to the spreading members 57 during the operation of the device. When the reservoir 56 is empty, it will have to be refilled, it being usually desirable that the device is again as close to the ground as possible, so that the top edge of the reservoir 56 is spaced above the ground, such that the reservoir is easy to fill from, for example, an agricultural wagon or otherwise. For this filling, the pressure in the cylinder can be released, whereby the piston rod 44 will move out of the cylinder under the influence of the weight of the device. The cylinder rod 44 can now move out of the cylinder such that in the lower position of the piston rod 44 the rollers 75 and 74, respectively. 68 is still sufficiently guided in the lower ends of the guide tracks 30 and 31, respectively. 19 and 20 are located. After this, the lifting device can be lowered until, for example, the rear support 100 of the device comes to the ground. The lifting device of the tractor can then be held in this position. The reservoir is then easy to fill, after which the spreader can be reinstalled in the raised position with respect to the headstock by means of the mechanical 8201807 t - .12 - means consisting of the lifting cylinder 41 · After that, the lifting device can be desired height for adjusting the device to the desired height above the ground.
5 In dit uitvoeringsvoorbeeld heeft de hoek 48 een waarde van ongeveer 8°. Deze hoek zal dus zoals uit het voorgaande blijkt ook een andere grootte kunnen hebben· In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn in zijaanzicht gezien de geleidings-banen 18 en 29 recht. Het zal echter ook mogelijk zijn dat 10 beide of één van deze banen gekromd uitgevoerd wordt in zijaanzicht gezien. Door-het gekromd uitvoeren van deze banen zal de kanteling van de aan de aanbouwbok bevestigde landbouwinrichting tijdens zijn beweging ten opzichte van de aanbouwbok nog verder gekozen kunnen worden.In this exemplary embodiment, the angle 48 has a value of about 8 °. As can be seen from the foregoing, this angle can therefore also have a different size. In this exemplary embodiment, the guide tracks 18 and 29 are straight in side view. However, it will also be possible for both or one of these tracks to be curved in side view. Due to the curved design of these tracks, the tilting of the agricultural device attached to the mounted trestle can be chosen even further during its movement relative to the mounted trestle.
15 In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de geleidings- rollen 68 aan de naar elkaar toe gekeerde zijden van de bevestigingsmiddelen 58 aangebracht, terwijl de geleidings-banen 19 en 20 op een afstand 21 van elkaar zijn gelegen, zodanig dat deze banen nabij deze bevestigingsmiddelen zijn 20 gelegen. Het zal duidelijk zijn dat de afstand tussen de geleidingsbanen 19 en 20 en daarmede de afstand van de gelei dingsrpll en tot de betreffende bevestigingsmiddelen ook anders gekozen kan worden. In dit uitvoeringsvoorbeeld liggen de geleidingsrollen 74 en 75 op een afstand van elkaar iets 25 groter dan de afstand tussen de strippen 62 en 63, waarvoor de geleidingsbalken 30 en 31 op de gewenste afstand 32 van elkaar zijn gelegen. Het zal duidelijk zijn dat de afstand 32 en de onderlinge afstand tussen de geleidingsrollen 74 en 75 ook anders gekozen kan worden. Hierom zal het dan ook 30 mogelijk zijn de geleidingsbalken- 19 en 20 en de geleidingsbalken 30 en 31 in wezen als é&Lgeheel uit te voeren, waarbij het onderste en bovenste gedeelte van dergelijke, als één doorlopend uitgevoerde geleidingsbaan zich in verschillende richtingen uitstrekken. ELk deel vormt dan als het 35 ware een geleidingsbaan. In het bijzonder wanneer de geleidingsbanen als een gebogen baan uitgevoerd worden, zouden zij als één doorlopende geleidingsbaan uitgevoerd kunnen worden. In deze geleidingsbaan zouden dan ongeveer halverwege opvangbekken aangebracht moeten zijn voor het opnemen 8201807 - 13 - ............................In this exemplary embodiment, the guide rollers 68 are arranged on the opposite sides of the fastening means 58, while the guiding tracks 19 and 20 are spaced 21 apart, such that these tracks are located near these fastening means . It will be clear that the distance between the guide tracks 19 and 20 and hence the distance from the guide rails and to the respective fastening means can also be chosen differently. In this exemplary embodiment, the guide rollers 74 and 75 are slightly spaced at a distance from each other than the distance between the strips 62 and 63, for which the guide bars 30 and 31 are located at the desired distance 32 from each other. It will be clear that the distance 32 and the mutual distance between the guide rollers 74 and 75 can also be chosen differently. Therefore, it will therefore be possible to design the guide beams 19 and 20 and the guide beams 30 and 31 essentially as a whole, with the lower and upper parts of such a continuous guide path extending in different directions. Each part then forms, as it were, a guideway. In particular, if the guide tracks are designed as a curved track, they could be designed as one continuous guide track. In this guiding path approximately halfway through the collection jaws should be arranged for receiving 8201807 - 13 - ............................
van de geleidingsrollen aan liet bovenste bevestigingsmiddel van de inrichting. Gekromde geleidingsbanen kunnen echter ook in de breedterichting op afstand van elkaar aangebracht zijn op overeenkomstige wijze als in fig. 2 is weergegeven.from the guide rollers to the top fastener of the device. However, curved guideways can also be spaced apart in the width direction in a manner similar to that shown in FIG.
5 De geleidingsbanen kunnen in hoogterichting, in zijaanzicht gezien, een zodanige ten opzichte van elkaar verschillende richting gegeven worden, dat de kanteling van het landbouwwerktuig ten opzichte van de aanbouwbok zowel in de ene als in de andere richting bereikt kan worden op de gewenste 10 waarde. Bijvoorbeeld kan de inrichting ten opzichte van de aanbouwbok over de hoogte waarover het ten opzichte van de aanbouwbok verplaatst kan worden over een eerste gedeelte naar de ene richting kantelen en over een verder gedeelte naar een andere richting.Seen in elevation direction, viewed in side view, the guide tracks can be given such a different direction relative to each other that the tilting of the agricultural implement relative to the mounted trestle can be achieved in one direction as well as in the other direction at the desired value. . For example, the device can tilt over a first part to one direction and over a further part to another direction relative to the add-on trestle.
15 Het aanbrengen van de geleidingsbaan 29 ‘en de in het verlengde daarvan gelegen hefcylinder, zodanig dat deze zich uitstrekken In een richting vanaf het verlengde van het draag-gestel 8, voorkomt dat de bovenzijde van de hefcylinder bijvoorbeeld in aanraking kan komen met de cabine van de trek-20 ker 4. Het uitvoeren en aanbrengen van het aankoppelstuk 72, zodanig dat de rollen 74 en 75 wat verder naar voren zijn gelegen dan de gaten 83 van het koppelingsmiddel 61 heeft het voordeel dat de aanbouwbok zich gemakkelijk langs de voorrand van de bovenzijde van het reservoir 56 kan uit-25 strekken.. Het kiezen van de afstand 101 tussen de draaiings-as van de geleidingsrollen 74 en 75 en de_ hartlijn van de gaten 83 kan ook nog van invloed zijn om de inrichting op een bepaalde wijze meer of minder gekanteld op de grond staand aan te vatten, resp. de kanteling bij het omhoog 30 bewegen in de aanbouwbok te regel-en voor het verkrijgen' van een juiste stand van de landbouwinrichting in een meer of minder geheven stand boven de grond. In het bijzonder kan de afstand 101 anders gekozen worden dan de afstand tussen de draaiingsas van de geleidingsrol 68 met de hartlijn van 35 de gaten 64 en 65 > welke afstand in dit uitvoeringsvoorbeeld nul is.The provision of the guide track 29 'and the lifting cylinder located in its extension, such that they extend in a direction from the extension of the supporting frame 8, prevents the top of the lifting cylinder from coming into contact with the cabin, for example. of the puller 4. The design and installation of the coupling piece 72, such that the rollers 74 and 75 are located a little further forward than the holes 83 of the coupling means 61 has the advantage that the mounting stand easily extends along the front edge of the the top of the reservoir 56 may extend. Selecting the distance 101 between the axis of rotation of the guide rollers 74 and 75 and the centerline of the holes 83 may also affect the arrangement in a particular manner. to be started more or less tilted on the ground, resp. adjust the tilt when moving up in the headstock to obtain the correct position of the agricultural device in a more or less raised position above the ground. In particular, the distance 101 can be chosen differently than the distance between the axis of rotation of the guide roller 68 with the center line of the holes 64 and 65, which distance is zero in this exemplary embodiment.
De constructie volgens de uitvinding, waarvan de figuren 1-6 een uitvoeringsvoorbeeld weergeven, heeft verder het voordeel dat de landbouwinrichting zeer dicht 8201807 t - 14 - bij de trekker blijft gelegen in de geheven stand. Hierdoor zal het gewicht 'van de landbouwinrichting zeer goed door 'de trekker opgenomen kunnen worden. Vooral bij geheel gevuld reservoir is dat van belang. De uitvinding geeft op deze wijze 5 een eenvoudige constructie van de aanbouwbok, die gemakkelijk aan de hefinrichting aangebracht kan worden. De aanbouwbok kan verder gemakkelijk en snel gekoppeld worden met de landbouwinrichting, die is voorzien van de betreffende aankoppel-stukken 66 en 72. Deze aankoppelstukken vormen, hoewel los 10 van de aanbouwbok, een combinatie daarmede voor een gemakkelijke en snelle koppeling van de aanbouwbok met de landbouwinrichting. De hefcylinder 41 kan als van de aanbouwbok afneembaar onderdeel’fungeren, zodat zij ook voor andere doeleinden is te gebruiken.The construction according to the invention, of which figures 1-6 show an exemplary embodiment, has the further advantage that the agricultural device remains very close to the tractor in the raised position. As a result, the weight of the agricultural device can very well be absorbed by the tractor. This is particularly important with a fully filled reservoir. In this way, the invention provides a simple construction of the add-on trestle, which can be easily mounted on the lifting device. The add-on trestle can furthermore be easily and quickly coupled to the agricultural device, which is provided with the corresponding coupling pieces 66 and 72. These coupling pieces, although separate from the add-on trestle, form a combination therewith for an easy and quick coupling of the add-on trestle with the agricultural establishment. The lifting cylinder 41 can function as a detachable part from the mounting stand, so that it can also be used for other purposes.
15 De aanbouwbok is ook als een soort heftruck te ge bruiken. Hiervoor zal dan een in hoofdzaak zich horizontaal uitstrekkend blad of ander opnamevlak van bijvoorbeeld staven aan een min of meer haaks daarop staand draagraam bevestigd zijn, dat is voorzien van geleidingsrollen op een 20 wijze overeenkomstig de aan de inrichting 5 aangebrachte geleidingsrollen 68 en 74, 75. Het draagraam kan dan met de zuigerstang 44 verbonden worden bij een aangebracht zijn van de geleidingsrollen in de geleidingsbanen op een wijze zoals hiervoor is uiteengezet. Het blad of vlak kan dan ten 25 opzichte van de aanbouwbok in hoogterichting bewogen worden voor het heffen van materialen die op het blad zijn aangebracht. Dit is bijvoorbeeld goed toe te passen op landbouwbedrijf ven voor het vullen van een wagen met zakken of ander materiaal.15 The headstock can also be used as a kind of forklift truck. For this purpose, a substantially horizontally extending blade or other receiving surface of, for example, rods will be attached to a supporting frame, which is more or less perpendicular to it, and which is provided with guide rollers in a manner corresponding to the guide rollers 68 and 74, 75 arranged on the device 5. The support frame can then be connected to the piston rod 44 when the guide rollers are mounted in the guide tracks in a manner as set forth above. The blade or surface can then be moved in the height direction relative to the add-on trestle to lift materials mounted on the blade. This is, for example, well applicable to farms for filling a car with bags or other material.
30 De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat hiervoor is beschreven, doch strekt zich ook uit tot datgene wat uit de tekeningen volgt, doch niet in detail is beschreven.The invention is not limited to what has been described above, but also extends to what follows from the drawings, but has not been described in detail.
-Conclusies- 8201807-Conclusions- 8201807
Claims (29)
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8201807A NL8201807A (en) | 1982-05-03 | 1982-05-03 | 3-POINT LINKAGE ATTACHMENT OF A TRACTOR. |
GB08311797A GB2124467B (en) | 1982-05-03 | 1983-04-29 | Mounting trestle fittable to a vehicle three-point lift |
DE19833315813 DE3315813A1 (en) | 1982-05-03 | 1983-04-30 | ATTACHMENT BODY FOR THE THREE-POINT LIFTING DEVICE OF A TRACTOR |
FR8307249A FR2525853B1 (en) | 1982-05-03 | 1983-05-02 | HITCH POST FOR THE THREE-POINT LIFT DEVICE OF A TRACTOR |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8201807 | 1982-05-03 | ||
NL8201807A NL8201807A (en) | 1982-05-03 | 1982-05-03 | 3-POINT LINKAGE ATTACHMENT OF A TRACTOR. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8201807A true NL8201807A (en) | 1983-12-01 |
Family
ID=19839676
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8201807A NL8201807A (en) | 1982-05-03 | 1982-05-03 | 3-POINT LINKAGE ATTACHMENT OF A TRACTOR. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3315813A1 (en) |
FR (1) | FR2525853B1 (en) |
GB (1) | GB2124467B (en) |
NL (1) | NL8201807A (en) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL8302688A (en) * | 1983-07-28 | 1985-02-18 | Lely Nv C Van Der | AGRICULTURAL APPARATUS, IN PARTICULAR AN APPARATUS FOR THE SPREAD OF SPREADABLE MATERIAL. |
DE3539825A1 (en) * | 1985-11-09 | 1987-05-14 | Hoopman Onderzoek Ontwikkeling | ATTACHMENT ATTACHABLE TO AN AGRICULTURAL TRACTOR |
DE3622288A1 (en) * | 1986-07-03 | 1988-01-07 | Amazonen Werke Dreyer H | Distributor machine |
DE4315343C2 (en) * | 1992-05-16 | 2003-04-30 | Rauch Landmaschfab Gmbh | seeder |
FR2754134B1 (en) * | 1996-10-04 | 2000-02-18 | Europ D Approvisionnement Agri | ADJUSTABLE MOUNTING OF A ROTARY INJECTOR PAL FOR ANTI-CARENTIAL TREATMENTS IN VINEYARD AND TREE SOILS |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1937118U (en) * | 1966-03-04 | 1966-04-21 | Franz Gosmann | DEVICE FOR ATTACHING A MANUFACTURER SPREADER TO A TRACTOR. |
DE1634033A1 (en) * | 1967-10-19 | 1970-12-23 | Cornelius Werner Kg | Device for laying endless flexible lines, in particular drainage pipes made of plastic, water pipes made of plastic and cables |
DE2024998A1 (en) * | 1970-05-22 | 1971-12-30 | ||
DE7302861U (en) * | 1973-01-26 | 1973-08-02 | Maschinenfabrik Schmotzer Gmbh | FRONT LIFT DEVICE FOR MOUNTING DEVICE ON AGRICULTURAL TRACTORS |
JPS534722B2 (en) * | 1973-05-31 | 1978-02-20 | ||
DE2628798B2 (en) * | 1976-06-26 | 1979-02-08 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | Attachment device for centrifugal fertilizer spreader |
FR2373474A1 (en) * | 1976-12-13 | 1978-07-07 | Audureau Sa | Self-loading agricultural spreader - has pivoted hopper operated by hydraulic cylinders and including screw conveyor at bottom to discharge material |
FR2379976A1 (en) * | 1977-02-11 | 1978-09-08 | Bobard Jeune Sa Ets | IMPROVEMENTS TO STUDDING TRACTORS |
NL7702938A (en) * | 1977-03-18 | 1978-09-20 | Lely Nv C Van Der | AGRICULTURAL IMPLEMENT FOR USE ON THE LINKAGE OF A TRACTOR. |
DE2756509B1 (en) * | 1977-12-19 | 1979-06-13 | Amazonen Werke Dreyer H | Centrifugal fertilizer spreader |
-
1982
- 1982-05-03 NL NL8201807A patent/NL8201807A/en not_active Application Discontinuation
-
1983
- 1983-04-29 GB GB08311797A patent/GB2124467B/en not_active Expired
- 1983-04-30 DE DE19833315813 patent/DE3315813A1/en not_active Withdrawn
- 1983-05-02 FR FR8307249A patent/FR2525853B1/en not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3315813A1 (en) | 1983-11-10 |
FR2525853B1 (en) | 1987-01-30 |
GB2124467B (en) | 1986-02-05 |
GB8311797D0 (en) | 1983-06-02 |
GB2124467A (en) | 1984-02-22 |
FR2525853A1 (en) | 1983-11-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA1256406A (en) | Hydraulic bumper lift device for a pickup truck | |
EP2661169B1 (en) | Self-propelled merger | |
EP0387794B1 (en) | Self-propelled utility vehicle for cleaning beaches | |
CA2891788A1 (en) | Farm implement with retractable ladder | |
NL8201807A (en) | 3-POINT LINKAGE ATTACHMENT OF A TRACTOR. | |
EP0083460B1 (en) | Agricultural implement | |
DE4405858C1 (en) | Mower with wide working width | |
NL8701767A (en) | CIRCULAR HARVESTING MACHINE. | |
NL8002233A (en) | DEVICE TO BE ATTACHED TO A TRACTOR FOR SOIL REMOVAL. | |
DE4129640C2 (en) | Mobile collecting container for mowing and / or sweepings or the like attachment | |
US4157642A (en) | Catch frame for fruit picker | |
NL8101017A (en) | SOIL TILLER. | |
SI9500256A (en) | Supporting frame | |
NL8001263A (en) | AGRICULTURAL EQUIPMENT, IN PARTICULAR GROUND TILLER. | |
DK2210473T3 (en) | CUTTING MACHINE WITH CROSSING TRANSPORTER | |
NL8302688A (en) | AGRICULTURAL APPARATUS, IN PARTICULAR AN APPARATUS FOR THE SPREAD OF SPREADABLE MATERIAL. | |
NL2008876C2 (en) | AGRICULTURAL TOOL. | |
NL8602289A (en) | MOWER. | |
NL7907081A (en) | SOIL TILLER. | |
NL8203892A (en) | DEVICE FOR SUPPORTING AN AGRICULTURAL MACHINE. | |
NL9301170A (en) | Soil cultivation machine. | |
NL1020444C2 (en) | Support frame for agricultural machine, e.g. mower, has sliding part for securing to machine mounted next to connection between frame and hitch | |
NL8102676A (en) | CONNECTION DEVICE FOR FITTING A FARM IMPACT TO THE REAR OF A TRACTOR. | |
GB2210242A (en) | Rotary tedding machine | |
NL9100572A (en) | AGRICULTURAL MACHINE. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |