NL1044383B1 - Handgreep alsmede sluitinrichting voorzien van een dergelijke handgreep - Google Patents

Abstract

Een handgreep voor een deur of venster bevat een kerndeel, een ten opzichte van dat kerndeel om een draaias draaibaar gemonteerd greepdeel alsmede koppelmiddelen tussen het kerndeel en het greepdeel. De koppelmiddelen zijn over te brengen tussen een vrijgeeftoestand en een koppeltoestand, in welke koppeltoestand het kerndeel en het greepdeel in draairichting met elkaar zijn gekoppeld door de koppelmiddelen en in welke vrijgeeftoestand zij in draairichting ten opzichte van elkaar zijn vrijgegeven. Teneinde het greepdeel in een vooraf bepaalde positie te dringen, zijn positioneringsmiddelen in de vorm van een magneetinrichting voorzien.

Description

Handgreep alsmede sluitinriehting voorzien van cen dergelijke handgreep

De uitvinding betref ven handgreep voor het handmatig bedienen van een shuitmechanisme, zoals van een deur of venster, omvatiende een aan het $ sluitmechanisme te bevestigen kemdeel, een ten opzichte van dat kerndeel om een draaias draaibaar gemonteerd greepdeel, koppelmiddelen tussen het kerndeel en het greepdeel, welke koppelmiddelen over te brengen zijn tussen een vrijgeeftoestand en een koppeltoestand, in welke koppelioestand het kerndeel en het greepdeel in draatrichting met elkaar zijn gekoppeld door de koppelmiddelen en in welke vrijgeeftoestand het kerndeel en het greepdeel in draairichting ten opzichte van elkaar zijn vrijgegeven door de koppelmiddelen, alsmede op het greepdeel aangrijpende posttioneringsmiddelen voor het in een vooraf bepaalde stand om de draaías dringen van het greepdeel,

Een dergelijke handgreep is bekend uit WO 02/14634 alsmede DE-203 05 870 is en word gebruikt in die gevallen dat het ongewenst is dat kinderen, dementerende ouderen en huisdieren van een sluitinrichting voorziene deuren, ramen en dergelijke kunnen openen, omdat zich daarachter een risicozone bevindt, zoals een trap of een drakke straal.

Kinderen, dementerende ouderen en huisdieren zullen gewoonlijk niet in staat zijn dergelijke koppelmiddelen te manipuleren, zodat deze het sluitmechanisme niet kunnen openen. De uit voornoemde publicatie DE-203 05 870 blijkende handgreep amvat verder positioneringsmiddelen in de vorm van een veer voor het veerkrachtig in een gebruiksvriendelijke stand brengen en houden van de handgreep. Deze veer is veelal geïntegreerd in een bijhorende dekplaat, Deze dekplaat dient in de plaats van een bestaande dekplaat op de deur of bet raam geschroefd te worden, lets dat op zichzelf al bezwaarlijk is.

Voornoemde positioneringsmiddelen moeten voorzien zijn van ecn emdamslag die de toelaatbare verdraaiing tussen handgreep en dekplaat beperkt. Is cen dergelijke § eindaanslag mel aanwezig dan kan de kracht die, bij verdraaiing van de handgreep. op de veer uitgeoefend wordt dusdanig ver oplopen dat overbelasting van de veer ontstaal.

De veer die zorgt voor de positionering kan daardoor zijn oorspronkelijke vorm en functionaliteit verliezen, Bij extent overbelasting, door verdraaiing van de handgreep ten opzichte van de dekplaat, kan de veer zelfs loskomen van of uit zijn bevestigingspunten, Hierdoor gaal de positionerende functie van de veer peheel verloren en zal de handgreep niet meer geforceerd worden naar een gebruiksvriendelijke stand waarbij de koppehmiddelen bij voorkeur, zonder verdraaiing van de handgreep, direct gekoppeld kumen worden, Is een eindaanslag wel aanwezig dan blijkt dat sen kind of dementerende, bij een dusdanige verdraating van de i5 handgreep ten opzichte van de dekplaat dat deze aanslag bereikt wordt, nog zo veel kracht kan zelïfen op de handgreep dat daardoor de dekplaat, waarop deze eindaanslag zich bevindt, Jos kan komen van de deur,

Voor zover uit de publicatie WO 2007089135 blijkt dat de positionering van de handpreep cok verkregen kan worden door het plaatsen van een veer die enerzijds aangrijpt op de handgreep en anderzijds aangrijpt op het aandrijfariddel heeft zen emdaanslag die aan Is gebracht op de dekplaat bij deze inrichting hetzelfde nadeel als in voornoemd voorbeeld van publicatic DE-203 05 870, De dekplaat zal daarbij los kunnen komen van de deur, Is de eindaanslag vormgegeven zoals omschreven in conclusie 6 en 7 van de publicatie WO 2007089135 dan wordt het kind daarmee, door het vergaand verdraaien van de handgreep, alsnog de mogelijkheid geboden de deur zelf te openen. Een uitermate onwenselijke eigenschap. Deze onwenselijke eigenschap openbaart zich ook als bij een sluitinrichting als beschreven in publicatie WO 2007089135 de genoemde emdaanslag ontbreekt. Door de kracht van het positioneringsmiddel, die in publicatie WO 2007089135 bij een vergaande verdraaiing rechistreeks geprojecteerd wordt op het aandrijfmiddel, zal het kind de deur toch nog zelf kunnen openen. Dit is enkel anders als de veer bij een vergaande verdraaiing tussen haar aangrijpingspuuten los zou komen van diezelfde aangrijpingspunten, Daardoor verliest de veer echter zijn oorspronkelijke voorspanning en daarmee zijn positionerende werking.

In de jnrichting zoals bekend uit de publicatie WO 02/14634 alsmede

NL 1039835 wordt voornoemd probleem dat kleeft aan het gebruik van een veer als positioneringsmiddel ondervangen. Dit door gebruik te maken van positioneringsmiddelen in de vorm van een, onder spanning geplaatsie, kogel en een met die kogel samenwerkende inkeping, Als de handgreep door de gebruiker in een gebruiksvriendelijke positie wordt geplaatst zorgt de kogel ervoor dat deze handgreep in die specifieke positie blijft. De in voornoemde publicaties gebruikte positioneringsmiddelen zijn echter bezwaarlijk in gebruik omdat deze niet tot doel hebben de handgreep, na door een kind uit een gebruiksvriendelijke naar een ongebruiksvriendelijke positie getrokken te zijn, weer naar een gebruiksvriendelijke positie terug te brengen. Voor de optimale gebruiksvriendelijkheid van een handmatig bediende sluitinrichting is het van belang om een handgreep te hebben voorzien van positioneringsmiddelen voor het in gebruiksvriendelijke positie brengen en houden van diezelfde handgreep, waarbij de koppelmiddelen bij voorkeur direct gekoppeld kunnen worden. Wat betreft de toelaatbare verdraaiingshoek tussen de aangrijpingspunten van diezelfde positioneringsmiddelen is het echter wenselijk dat deze geen beperking kent.

Alternatieve rnanieren van positioneren worden In de liferatour, binnen classificatie ESB, onder meer beschreven in publicatie EP 1746229 alsmede DE 10 2014 111413. Voornoemde publizaties bevatten beide maatregelen ter positionering inhoudende het gebruik van magnetisme, Het ligt echter niet voor de hand dat

S hestudering van publicatie EP 1746229 en DE 10 2014 111413 leidt tot het toepassen van magnetistae als posttioneringsmiddel bij bedieringshandgrepen zoals omschreven in publicatie DE-20305870, WO 2007089135 alsmede WO 02/14634,

Publicstie EP 1746229 omvat con permanente magneet geplaatst binen de buitenomtrek van de kern van de cilinder (20). De mapneet in de kern van de cilinder (20) 1s daarbij geplaatst in het midden en strekt zich diagonaal uit naar de buitenzijde,

De kem van de cilinder (20) is slank en dun uigevoerd om te passen in de daarvoor bedoelde boring van bet slotmechanisme zoals gemonteerd fu de deur. Aan die kern is vervolgens een relatief kleine duim-knop (22) bevestigd, Een tweede permanente magneet is geplaatst in de cilinderbehuizing (103. Dit zorgt ervoor dat de magneten, in alle mogelijke posities, een draaikracht uitoefenen op de kern van de cilinder en daarmee op de daaraan vast verbonden duimknop, Deze toepassing van magneten is viet bruikbaar bij een inrichting van ven veiligheids-bedieningshendgreep, Bij cen veiligheids-bedieningshandgreep zou de in publicatie EP 1746229 genoemde kern van de cilinder (207, die zich uitsteekt tot in de boring van het in de deur gemonteerde 29 sletmechanisme, dienst moeten doen als aandrijfimiddel van het sluitmechamsme, Op grond van meerdere redenen ligt dit niet voor de hand,

L De primaire grondslag, dat de positionerende magneetwerking oft publicatie

EP 1746229 niet voor de hand ligt om te gebruiken bij een veiligheids- bedieningshandgreep, ligt verscholen in de werking. Het doel van de positionerende magneten, zoals geplaaist in poblicatie EP 1746229, is in feite het positioneren van de kern-as (20) waaraan de duimknop (22) onverdraaihaar bevestigd wil. Bij een veiligheids-bedieningshandgreep is de handgreep Juist verdrasibaar gemonteerd op de kern-as (20). Plaatsing van magneten volgens de vinding die blijkt uit EP 1746229 zou, bij een veiligheids-bedieningshandgreep, derhalve enkel resulteren in het positioneren van het aandrijimukdel, Niet het positioneren van de handgreep die, gezien het beveiligingskarakier van de veiligheids-bedieningshandgreep, juist verdraaibaar gemonteerd is op het aandrijfmiddel.

Een mogelijkheid voor bet gebraik van de positionerende techniek uit poblicatig

EP 1746229 bij een veiligheids-bedieningshandgreep zou enkel gezocht kunnen 19 worden in het monteren van een handgreep op het cilinderhuis (10) waarbij de cilinder- kern (20% dan jnist zou dienen als stabiel pont,

Deze variant is echter geen oplie binnen de inrichting van voornoemde publicatie. Het

Joel van de vinding uit publicatie EP 1746229 is immers het positioneren van de kern- as ten opzichte van de deur.

Het cilinderhuis (16) doet daarbij, als magnecthouder, dienst als stabiel punt. Om te kunnen dienen als stabiel punt moet het cilinderhuis (10) wel op enigerlei wijze onverdraaibaar bevestigd zijn aan of in de deur. Een verdraatbare handgreep monteren op ditzelide cilinderhuis (10) is om die reden niet mogelijk, De positioneringsinriching die blijkt uit publicatie EP 1746229 is dan ook met ioepasbaar bij zen veiligheids- 29) bedieningshandgreep. Dat maakt dat het gebruik van diezelfde uitvinding ook nist voor de hand ligt. 2. Subsidiair moet opgemerkt worden dat de magneetinrichting uit EP 1746229, moeilijk toe te passen is op cen nuichting zoals deze blijkt uit DE-20305870, WO 20070891335 alsmede WO 02/14034. De veiligheids-bedieningshandgreep is doorgaans slank uitgevoerd, Binnen die slanke vorm is ook nog vormgegeven aan de nodige beweegbare maatregelen die moeten zorgen voor de beveiliging. De magneetinrichting die blijkt uit EP 1746229 is in een dergelijk complexe en slanke inrichting niet zomaar toe te passer. 3. Meer subsidiair moet opgemerkt worden dat het aandrijfmiddel van een veiligheids-bedieningshandgreep gebruikelijk vierkant is uitgevoerd en daarbij doorgaans een afmeting van ongeveer acht bij acht millimeter heeft. Een binnen die afmeting te plaatsen magneet zal dusdanig klein zijn dat deze niet voldoende draaikracht zal kunnen leveren voor het actief positioneren van een handgreep. veel groter dan de genoemde duimknop, Het verdikken van het vierkante aandrijfmiddel, om zodoende ruimte te creëren voor het plaatsen van een grotere magneet, ligt daarbij niet voor de hand. Het aandrijfmiddel zou daarmee niet meer passen in de, in het algemeen standaard, aanwezige boring van het sluitmechanisme, zoals gemonteerd in de deur. 4. Meer subsidiair ligt het plaatsen van een permanente magneet binnen de omtrek van het aandrijfmiddel niet voor de hand bij een veiligheids- 13 bedieningshandgreep omdat de genoemde dutmknop (22) vervangen zou moeten worden door gen relatief veel grotere handgreep, Met deze veel grotere greep kan door de gebruiker, na koppeling van de koppelmiddelen, een veel grotere draaikracht op de kern-as worden uitgeoefend. Nu volgens publicatie EP 1746229 de magneet is geplaatst in diezelfde kern-as is deze inrichting niet geschikt voor het monteren van een bandgreep. De kem van de as zou, door plaatsing van de magneet volgens publicatie

EP 1746229 (Fig. 2a, ben c}, veel te zwak worden om de draai- en trekkrachten die uitgeoefend kunnen worden met de handgreep te verwerken. De inrichting uit publicatie EP 1746229 dient enkel voor het draaien van een cilinder van een slotinrichting. Veiligheids-bedieningshandgrepen van sluitinwichtingen hebben, anders 253 dan daimknoppen van slotinrichtingen, juist als taak ook de trekkracht, die de gebruiker denkt nodig te hebben voor het opentrekken van de deur, le verwerken, Het aandrijfmiddel zou, na plaatsing van de magneet volgens publicatie EP 1746229, te zwak worden om de trek- en draaikrachten te verwerken,

De positionerende werking, benodigde positionerende kracht, de slanke vorm van de handgreep, de ammwezigheid van beweegbare middelen in diezelfde slanke vorm alsmede de draai- en trekkrachten die het aandrijfmiddel moet kunnen verwerken maakt de toepassing van magneten als positioneringsmiddelen, volgens publicatic EP 1746229, bij een veiligheids-bedieningshandgreep niet voor de hand Hggend,

Publicatie DE 10 2014 111413 omvat een construits van permanente magneten

IO in cen cilinderhuis van cen cilinderslot, waarbij minimaal één magneet nngvormig is on een tweede magneet zich over minder dan 180 graden van de rotoromtrek uitstrekt,

Voor deze ingewikkelde constructie is gekozen om een dood punt te voorkomen als de koop (15) 180 graden gedraaid wordt (zie DE 10 2014 111413 onder 0012). Dit probleem zou zich normaal echter nooit voordoen bij een veiligheids- bedieningshandgresp zoals omschreven in publicatie DE-203 05 870, WO 2097089135 alsmede WO 02/14634, Daarbij komt dat een vinding gericht op het voorkomen van een dood-pont van een relatief kleine knop riet als vanzelisprekend ook kan dienen als positioneringsmiddel voor het actie naar een specifiek rustpont (her)positioneren van een relatief veel grotere handgreep, Alle vier de bezwaren die voorafgaand genoemd zijn bij de bespreking van publicatie EP 1746229 gelden onverkort bij de positionsrende vinding die blijkt uit publicatie DE 10 2014 111413. Daarbij komt nog dat bij publicatie DE 10 2014 111413 de positionerende middelen zich bevinden binnen het in de deur bevestigde slotmechanisme. Daarmee ontstaan ook meteen de beperkingen als het gaat over het creëren van ven deugdelijke mrichting met voldoende 254 positioneringskracht, Het is daarbij ook niet goed voorstelbaar hoe de middelen uit g publicatie DE 10 2014 111413, buiten het slotmechamsme, in een veel grotere uitvoering gemonteerd zouden moeten worden binnen de inrichting van een complexe veiligheids-hedieningsbandpreep,

Het omschreven doel, de fetielijke werking, de beperkt te realiseren posttionerende werking, het fragiele karakter en het gegeven dat de toegepaste vinding geplaatst zou moeten worden In de beperkte ruimte van een slanke handgreep, waarbinnen zich ook nog maatregelen ter beveiligmg bevinden, maakt dat het toepassen van positioneringsmiddelen in de vorm van magneten bij een velligheids- bedieningshandgreep, na bestudering van voorncemde publivaties, niet voor de hand hgt

Doel van de offvinding

De uitvinding beoogt nu een slotinrichting volgens de inleidende tekst te verschaffen die zich kenmerkt door de zanwezigheid van twee gunstige kenmerken zijnde: - Actieve positionering van de handgreep van ven ongeluiksvriendelijke naar een iS gebruiksvriendelijke stand en - Ongevoeligheid voor vergaande verdraaiing tussen de aangrijpingspanten van de aangebrachte posttioneringsmiddelen, Dat doel wordt bereikt doordat dat de positionermgsmiddelen ven magneetinrichting omvatten,

Teneinde een gunstig terusstelmoment voor de handgreep te verkrijgen, is bij voorkenr tonminste cen onderdeel van de magneatinrichiing excentrisch ten opzichte van de draaias aan het groepdeel bevestigd, Als gevolg van de excentrische posilie van dat magneetonderdeel ontstaat cen momentarm ten opzichte van de draaias, die het im de vooraf bepaalde ruststand drmgen van het greepdeel bevordert.

Volgens een gerste voorkeursuitvoeringsvorm is ton minste zen verder onderdeel van de mapgneetinrichiing aan het kerndeel bevestigd. Het voordeel van cen dergelijke uitvoeringsvorm is dat deze het eenvoudigweg vervangen van de traditionele handgreep mogelijk maakt, zonder dat het nodig is verdere aanpassingen uit te voeren aan de deur of het venster en dergelijke waaraan de handgreep is aangebracht. Volgens een tweede voorkenrsatvoeringsvorm kan ten minste een verder onderdeel van de magneetinrichting vast zijn ten opzichte van de behuizing. In het laatste geval, waarin bijvoorbeeld aanvullend tevens ven ten opzichte van de behuizing vaste afdekplaat kan zijn voorzien waardoorheen zich het kerndeel nitstrekt, kan het tenminste ene verdere onderdeel zijn bevestigd aan de afdekplaat,

Ook dat tenminste ene verdere onderdeel van de magneetinrichting kan excentrisch zijn ten opzichte van de draaias, De montentwerking kan nog verbeterd worden indien het tenminste ene onderdeel en het tenminste ene verdere onderdeel van de magnectinrichting legengesielde polarileit bezitien respectievelijk polariseerbaar zijn en in de vooraf bepaalde stand van de handgreep direct iegenover elkaar liggen respectievelijk een spleet insluiten.

De werking van de magnestinrichting is dan ook gegarandeerd indien de handgreep een langwerpig greepdeel, zoals een hendel, omvat, welk greepdeel excentrisch is ten opzichte van de draaias, Een dergelijk radiaal vanaf de draaias uitstekend en excentrisch greepdeel verlegenwoordigt cen zekere onbalans. In dat verband kan de werking van de magnectinrichtiog gunstig worden beïnvloed indien het greepdeel zen balansmassa, zoals het tenminste ene onderdeel van de magneetinrichting, omvat, welke belansmassa excentrisch is ten opzichte van de draaias en de massaverdeling van het greepdeel rond de langsas geheel of gedeeltelijk uitbalanceert, De magneetinrichiing kan dan zelfs al bij een relatief geringe teugstebmomentwerking, dat wil zeggen in de {oesland waarin de magneetonderdelen nog relatief ver van elkaar zijn verwijderd, het greepdeel betrouwbaar in de vooraf bepaalde stand dringen. In de toestand waarin de handgreep is gemonteerd aan cen deur bijvoorbeeld gaat het dan in het bijzonder om de horizontale stand van het langwerpige greapdeel,

De koppelmiddelen kunnen onder voorbelasting in de richting van de 5S vrijgeeftoestand worden aangedrongen en kunnen handmatig tegen de voorbelasting in de koppeltoestand worden gebracht.

Volgens een verdere mogelijkheid zijn de positioneringsniddelen tevens uitgevoerd voor het aandringen van de koppelmiddelen in de vrijgeefioestand. De positioneringsmiddelan kunnen datos op verschillende manieren zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met de op zich bekende voorspanveer, In een zeer eenvoudige uitvoermgsvorm echter kan de magneetinrichting tevens fungeren als middel voor het aandringen van de koppelmiddelen in de vrijgeeftoestand,

Volgens een voorkeuwsuitvoeringsvorm omvat de magweetinrichting ten minste twee in laugstichting ten opzichte van elkaar verplaatsbare onderdelen, en zijn bij voorkeur tenminste de twee onderdelen die ten opzichte van elkaar in draairichting om de draaisas verdraaibaar zijn tevens in langsrichting langs de dramas verschuifbaar, De magneetinriching, bijvoorbeeld met slechts twee onderdelen, vervult in dat geval de dubbele functie van het aandringen van het greepdeel naar de vooraf bepaalde stand, en tegelijk het aandringen van de koppelmiddelen naar de vrijgeeftoestand. Daarmee is cen zeer effectieve, kindveilige sluiting verkregen die bovendien relatief eenvoudig van opbouw is gezien de enkel uit con mapneetnrichting beslaande positioneringsmiddelen,

In de uitvoering waarin de koppehmiddelen een 10 langsrichting langs de langsas verplaatsbaar bediemngsorgaan omvatten, kan dan de magneetinrichting het bedieningsorgaan zodanig in de langsrichting gendringen met als resultaat dat de koppelmiddslen zich in de vrijgeefioestand bevinden. Het bedieningsorgaan van de koppelmiddelen kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, bijvoorbeeld met het op zich bekende penmechanisme met cen in langsrichting indrukbare pen, Volgens een verste mogelijkheid konnen daartoe het greepdeel en het kerendeel evenwijdig aan 3 de draaias ten opzichte van elkaar verschuithaar zijn tussen ven onder invloed van de door de magneetïnrichting verschafte voorbelasting verkregen ruststand en cen onder invloed van een externe kracht die tegen de door de magneetinrichting verschafte voorbelasting in werkt verkregen verschoven stand, waarbij in de ruststand van het greepdeel en het kerndeel de koppelmiddelen zich in de vrijgeeftoostand bevinden en in de verschoven stand van het greepdeel en het kerndeel de koppelmiddelen zich in de koppeltoestand bevinden.

Deze uitvoering heeft het voordeel dat de gecombineerde beweging van het greepdeel in draairichting en in schuifrichting lastig is voor een kind, maar naturlijk aanvoelt voor een volwassene. Daarmee is cen verhoogde veiligheid verzekerd,

Volgens eon verdere mogelijkhetd kan 8én van het pgreepdeel en het kerndeel cen drakvlak omvatten en de ander van de greepdeel en het kerndeel een grijpvlak omvatten dat tegengesteld gericht is ten opzichte van het drak vlak, zodanig dat een gebruiker van de handgreep met de duim kan drukken op het druk vlak en met overige vingers kan trekken zan het grijpvlak ter verkrijging van de relatieve beweging tussen greepdeel en kerndeel. Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de gebruiker mat ven eenvoudige knijnbeweging van de hand de handegreep kan bedienen, De bedieningskracht kan daarbij zo gekozen worden dat deze relatief hoog is, Voor volwassen gebruikers is dat geen probleem.

De koppelmiddelen kunnen op vele verschillende manieren zijn uitgevoerd, volgens de principes van wrijving of van overcenkomstige vormen, Een praktische uitvoertngsvorm in de laatste categorie betreft een slaitinrichting waarbij de handgreep cen ten opzichte van de langsas in wezen concentrische schachtdeel omvat, welk schachtdeel aan het van de schoot afgekeende einde daarvan cen verste koppeldeel, zoals een bol cilindrisch koppeldeel, omvat, het kerndeel zich door het schachtdeel 3 uitstrekt via een gat in het eerste koppeldeel, en het kerndeel aan het zich buiten het schachtdeel bevindende eind eon tweede koppeldeel, zoals een hol cilindrisch koppeldeel, bevat, zodanig dat in de bedieningspositie de eerste en tweede koppeldelen elkaar aangrijpen, in het bijzonder de bol en hol cilindrische delen in elkaar grijpen,

Voordeel van deze uitvoeringsvarm is dat het buiten het schachtdeel bevindende

IO eind van het kemdeel als knop met drokvlek kan fongeren, terwijl het prijpvlak zich bevindt aan het greepdeel.

De uitvinding betreft tevens een sluitinrichting omvattende een sluitmechamsne, zoals voor een deur of venster, omvattende een behuizing, een verdraaibaar aandrijfelement alsmede een, onder invloed van verdraaiing van het aandrijfelement, ten opzichte van de behuizing verplaatsbaar grendelelement, zoals cen schoot, alsmede een handgreep volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het kerndeel van de handgreep in draatrichting is bevestigd aan het aandrijfelement.

Tenslotte betreft de uitvinding een vleugel, zoals een deur of venster, voor het

Sluiten respectievelijk openen van con overeenkomstig gevormde opaning in zen gebouw, voorzien van een dergelijke shuttinrichiing.

De nitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van een in de figoren weergegeven wivoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont zen doorsnede in bovenaanzicht van de handgreep voor gen sluitmechanisme van de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 toont een vooraanzicht van de handgreep met de specifieke plaatsing van de positioneringsmiddelen.

Figuur 3 toont een doorsnede in zijaanzicht van de handgreep inclusief de positioneringsmiddelen waarbij de koppelmiddelen zich in de vrijgeeftoestand bevinden.

Figuur 4 toont een doorsnede in zijaanzicht van de handgreep inclusief de positioneringsmiddelen waarbij de koppelmiddelen zich in de koppeltoestand bevinden.

Figuur 5 toont een doorsnede in bovenaanzicht van de handgreep voor een sluitmechanisme van de onderhavige uitvinding, waarbij het kerndeel zo is uitgevoerd dat daaraan aan de onderste helft een magneet, of cen daargan aangrijpend deel, bevestigd kan worden.

Figuur 6 toont een doorsnede in zijaanzicht van de handgreep zoals figuur 5 inclusief de positioneringsmiddelen.

Het sluitmechanisme volgens de uitvinding is bestenid voor samenwerking met een hier niet in detail getoonde sluitinrichting, Een dergelijke sluitinrichting, zoals bijvoorbeeld wordt toegepast in deuren, ramen en dergelijke is algemeen bekend en bevat een behuizing die is bevestigd aan deur of raam. Door bediening van de sluitinrichting kan een schoot worden uitgestoken of ingetrokken, Het kozijn waarin zich de deur of het raam bevindt bevat een sluitkom waarin de uitgestoken schoot valt ter afsluiting van raam of deur, De sluitinrichting wordt daartoe bediend met een bedieningshandgreep 1, die omvat cen handgreep 2, cen dekplaat 3 en een aandrijfimiddel 4. Het aandrijfmiddel 4 heeft aan zijn in figuur 1 getoonde linker einde gen vierkante doorsnede en grijpt daarmee in dit uitvoeringsvoorbeeld aan in een vierkant gat van de op zichzelf bekende sluitinrichting. De handgreep 2 is hier getoond als een deurkruk en heeft een schachtdeel 5 en een greepdeel 6. Het schachtdeel 5 strekt i4 zich uit in de richimg van de dranigs 7, waar cmheen het aandrijfiniddel 4 verdraaibaar is. Het greepdeel 6 strekt zich dwars op het schachtdeel 5 uit en kan met de hand worden vastgegrepen voor het verdraaien van het schachtdeel 5 en daarmee het aandrijfmiddel 4, Het aandrijfmiddel 4 wordt daarbij echter alleen aangedreven indien koppelmiddelen 8 in aangrijping worden gebracht, Wanneer deze koppelmiddelen 8 niet in sangrijping zijn kan de handgreep 2 vrij om het aandrijfmiddel 4 draaien, zodat het slot in die toestand niet kan worden bediend, Deze koppelmiddelen 8 omvatten enerzijds een hol gevormd schaaldeel 9 aan het kerndeel en ven bal gevormd schaaldeel 9° aan het schachtdeel 5. Het hol gevormde schaaldeed 9 1s middels een kerndeel 10 eneen schroef 11 onverdraaibaar verbonden met het aandrijfmiddel 4.

De binnenzijde van het schaaldeel 9 heeft dezelfde radius als de buitenzijde van het greepdeel 6. Het kerndeel 10 is opgenomen in ven centrale horing 12 in het schachtdesd 3, Het schachideel 5 van de bedieningshandgreep 1 is in de richting van de draaias 7 vrij te verschuiven over het kemdeel 10, Verder is voorngemd schachideel S van de bedieningshandgreep 1 ook verdraaibaar om het kemdeel 1D.

De positioneringsmiddelen 13 bevinden zich san de onderzijde van de handgreep 2.

Uit Figuren 3 en 4 blijkt de werking van de bedieningshandgreep.

In figuren 3 en 4 zijn aangegeven de posttioneringsmiddelen 13 in de vorm van een magneet 14, zoals iu dit voorbeeld gemonteerd aan de onderste helft van het schachtdee! S, en cen in de dekplaat 3 aangebracht magnetisch deel 15 waarop de magneet 14 aangrijpt, Het deel 15 waarop de magneet 14 aangrijpt zou logischerwijs zelf ook cen magneet kunnen omvatten.

Uit figuur 4 blijkt de werking van de koppel- en positioneringsmiddelen.

Zodra de gebruiker bij bet vaslgrijpen van het greepdeel 6, zijn duim op het schaaldeel 9 zet en het greepdeel 6, tegen de aantrekkingskracht van de magneet 14 in, in het is schaaldeel 9 trekt, wordt het schaaldeel 9 onverdraaibaar verbonden met het greepdeel f,

Na het tof stand brengen van voornoentle koppeling kan bet slot normaal geopend worden, Het trekken aan de handgreep om een koppeling tat stand te brengen is con zeer natuurlijke en makkelijk uit te voeren handeling, Voor kinderen en bijvoorbeeld huisdieren is het cchter niet venvoudig mogelijk de handgreep 2, tegen de onderlinge magnetische aangrijpingskracht van de positioneringsmiddelen 13 in, dusdanig krachtig in de richting van de draaias 7 naar zich ioe te trekken dat cen deugdelijke koppeling tussen het schaaldeel 9 en het greepdeel 6 ontstaal. Verder zorgt de werking van de zwaartekracht en de aantrekkingskracht van de magneet 14 ervoor dat de hendgreep 2 altijd actief wordt gepositioneerd naar de bedoelde ruststand. In dit verband wordt erop gewezen dat de magneet 14 van de posttionermgsmiddelen 13 een zekere massa heeft, Vanwege de werking van de zwaartekracht op die magneei kan bij een geschikte plaatsing daarvan de positionerende werking verder gonstig worden beïnvloed, De magneet 14 bevindt zieh dan bij voorkeur aan de onderzijde van het schachtdeel 3, in de vichting van de tegenoverliggende zijde van de draaias 7 ten opzichte van het greepdeel 0,

Voornoemde positionering Komt ook tot stand als een kind de bedieringshandreep 1, bij een poging de deur te openen, van ven overwegend horizontale naar een verticale positie heeft getrokken,

De in figuren 5 en 6 getoonde uitvoeringsvorm is voorbereid op anders uiigevoerde positionermgsmiddelen. Bij deze uitvoeringsvorm is het kerndeel 10 zo aangepast dat dit kan dienen als aangrijpingspunt bij de positionering van de handgreep 2.

to

Fignur ó toont dat de magneet 14 zo is geplaatst dat deze aangrijpt op cen magnetisch deel 15 dat in dit voorbeeld verbonden is aan het kerndeel 1D. Dit kerndeel 10 is middels de schroef 11, uit figuur 5, onverdraaibaar gemomocend op bet aandrijimiddel 4.

Zo kan positionering van de handgreep 2 verkregen worden zonder gebruik te maken

Svan een dekplaat 3. Aldus wordt ook in dit voorbeeld de handgreep 2 gepositioneerd met de magneet 14, In de hiervoor beschreven uitvoering wordt de positionering verkregen zonder dat de dekplaat vervangen dient te worden, De positioneringsmiddelen zijn daanmee geïntegreerd in de handgreep 2 waardoor de inrichting kan worden laegepast op ven standaard sluitinrichting die 1s voorzien van een standaard dekplaat. De koppelmiddelen 8 zijn bij deze vitvoeringsvorm op overeenkomstige wijze toegepast als im figoor 3. De handgreep 2 is daarbij ook voorzien van een balansmassa 16, geplaatat in lijn met de magneet 14 aan de onderste helft van het schachtdeel 5, waardoor de positionerende kracht van de magneet 14 door de op de balansmassa werkende zwaartekracht verder werdt ondersteund. Een

IS dergelijke balansmassa kan natuurlijk ook worden toegepast in de variant van de figuren 1-4, Ook voor deze balansmassa geldt de gonstige positie aan de onderzijde van het schachtdeel S.

Claims (18)

1. ì. Handgreep voor het handmatig bedienen van ven sluitmechanisme, zoals van cen denr of venster, omvattende een aan het shuiimechanisme te bevestigen kerndeel (10), zen ten opzichte van dat kerndeel om een draaias (7) draaibaar gemonteerd greepdeel {2}, koppelmiddelen {8} tussen het kerndeel en het greepdeel, welke koppelmiddelen over te brengen zijn tussen ven vrijgeeftoestand en een koppeltoestand, in welke koppelieestand het kerndeel {10} en het preepdeel (2) in draairichting met elkaar zijn gekoppeld door de koppelmiddelen (8) en in welke vrijgeefioesiand het kemdeel (10) en bet greepdeel (2) in draainchtüng ten opzichte van elkaar zijn vrijgegeven door de koppelmiddslen (8), alsmede op het greepdeel aangrijpende posttioneringsmiddelen {13} voor het in sen vooraf bepaalde stand om de draaias dringen van het greepdeel 12), net het kenmerk dat de positioneringsmiddelen (13) een magneetinrichting (14,15) omvatten,
2. 2 Handgreep volgens conclusie 1, waarbij tenminste een onderdeel (14) van de magneetinrichting aan het greepdeel (2) is bevestigd en excentrisch is ten opzichte van de draaias (7)
3. 3. Handgreep volgens conclusie 2, waarbij ten minste eon verder onderdeel {15} van de magnestinrichting (14, 15) aan het kerndeel (10) 18 bevestigd,
4. 4. Handgreep volgens conclusie 1, omvattende tevens cen afdekplaat (3) waardoorheen zich het kerndeel (4, 10) uitstrekt, en waarbij het tenminste ene verdere onderdeel van de magveelrwichtng (15) 1s bevestigd aan de afdekplaat (3).
5. $. Handgreep volgens conclusie 3 of 4, waarbij het tenminste ene verdere onderdeel {15} van de magneetinvichling excentrisch is ten opzichte van de draaias (7). 3
6. 6, Handgreep volgens conclusie 5, waarbij het tenminste ene onderdeel (14) en het tenminste ene verdere onderdeel {15} van de magneetinrichting (14, 15) tegengestelde polariteit bezitten en in de vooraf bepaalde stand van het greepdeel (2) dect tegenover elkaar liggen respectievelijk een spleet insluiten. 19
7. 7, Handgreep volgens een der conclusies 1-6, waarbij de magneetinrichting ten minste twee in draamchting ten opzichte van elkaar verplaatsbare onderdelen (14, 15} gravat,
8. 8. Handgreep volgens ven der conclusies 1-7, waarbij het greepdeel (2) langwerpig is uitgevoerd {6}, zoals een hendel, welk greepdeel exeentrisch is ten opzichte van de draaias (7).
9. J. Handgreep volgens concloste 8, waarbij het groepdeel een balansmassa (14, 16), zoals het tenminste ene onderdeel {14} van de magneetmrichting (14, 15}, omvat, welke balansmassa (14, 16) excentrisch is ten opzichte van de draalas (7) en de massaverdeling van het greepdeel (2) rond de draatas (7) geheel of gedeeltelijk utthalanceert.
10. 10, Handgreep volgens een der voorgaande conclusies, waarbij koppelmiddelen (8) onder voorbelasting in de richiing van de vrijgeeffoestand worden aangedrongen en handmatig tegen de voorbelasting mt de koppeltoestand zijn te brengen.
11. 11. Handgreep volgens vonglusie 10, waarbij magneetinrichting (14, 15) tevens de voorbelasting voor het in de vrijgeefteestand drmgen van de koppelmiddelen (8) verschaft,
12. 12. Handgreep volgens conclusie 11, waarbij de magneetinrichtng ten minste twee 1d evenwijdig aan de drasias (27) ten opzichte van elkaar verplaatsbare onderdelen omvat, en bij voorkeur de twee onderdelen (14, 15) die ten opzichte van elkaar in draairichting cm de draatas dragibaar zijn {evens ovenwijdig aan de draaias verplaaisbaar zijn,
13. 13, Handgreep volgens conclusie 11 of 12, waarbij bet groepdeel (2) en bet kemdee! (10) ter bediening van de koppelmiddelen (8) evenwijdig aan de drasias ten opzichte van elkaar verschuitbaar zijn tussen con onder invloed van de door de magneetinrichting (14, 15} verschafte voorbelasting verkregen tmststand en een onder mvioed van cen externe kracht die tegen de door de magneetintichting (14, 15} verschafte voorbelasting in werkt verkregen verschoven stand, waarbij in de ruststand van het greepdeel {2} en het kerndeel (10) de koppelmiddelen (8) zich in de vrijgeeftoestand bevinden en in de verschoven stand van het greepdeel (2) en het kerndeel {10} de koppelmiddelen (8) zich in de koppeltoestand bevinden,
14. 14. Handgreep volgens conclusie 13, waarbij een van het greepdeel (2) en bet kerndeel (10) een drukvlak ontvalt en de ander van het greepdeel en het kerndeel een grijpvlak omvat dat tegengesteld gericht is ten opzichte van het drukvlak, zodanig dat cen gebruiker van de handgreep met de duim kan drakken op het drokvlak en met ten minste een vinger kan trekken aan het grijpvlak ter verkrijging van de verschuiving van het greepdeel en kerndeel ten opzichte van elkaar evenwijdig aan de dranigs en tegen de S door de magneetinvichiing (14, 15} verschafle voorbelasting In.
15. 15. Handgreep volgens conclusie 14, waarbij het greepdeel een ten opzichte van de draaias in wezen concentrische schachtdeel (8) omvat, welk schachtdeel (5) san het van het kerndeel (10) afgekeerde vinde daarvan cen bol cilindrisch deel omvat (27), het kerndeel {19} zich door het schachtdeel {5} uistrek! via cen gat in het gedeeltelijk bol cilindrische deel daarvan, en het kerndeel (19) aan het zich buiten het schachideel (5) bevindende eind een hol cilindrisch deel {9) bevat, zodanig dat in de verschoven stand van het greepdeel (2) en bet kerndeel (10) de bol en hol cilindrische delen in elkaar prijpen,
16. 16. Handgreep volgens conclusie 14 en 15, waarbij het buiten het schachtdeel zich bevindende eind van het kerndesd ven knop met drokvlak onovat en bet grijpvlak zich bevindt aan het greepdeel.
17. 17. Sluitnwichting omvattende cen sluitmechanisme, zoals voor zen deur of venster, omvattende cen behuizing, eon verdraaibaar aandrijfelement alsmede een, onder invloed van verdraaimg van het aandrijfelement, ten opzichte van de behuizing verplaatsbaar grendelslement, zoals een schoot, alsmede cen handgreep volgens ven der voorgaande conclusies, waarbij het kerndeel van de handgreep in draairichting is bevestigd aan het zandrijfelement.
18. 18. Vleugel, zoals cen deur of venster, voor het sluiten respectievelijk openen van cen overeenkomstig gevormde opening in cen gebouw, voorzien van een sluitinrichting volgens conclusie 17.