NL1041837B1 - Hulpmiddel en werkwijze om een kledingstuk op een bepaalde manier op te vouwen. - Google Patents

Hulpmiddel en werkwijze om een kledingstuk op een bepaalde manier op te vouwen. Download PDF

Info

Publication number
NL1041837B1
NL1041837B1 NL1041837A NL1041837A NL1041837B1 NL 1041837 B1 NL1041837 B1 NL 1041837B1 NL 1041837 A NL1041837 A NL 1041837A NL 1041837 A NL1041837 A NL 1041837A NL 1041837 B1 NL1041837 B1 NL 1041837B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
aid
hanger
garment
folding
clothing
Prior art date
Application number
NL1041837A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1041837A (nl
Inventor
Ossewaarde Roel
Willem Van Doornewaard Jan
Original Assignee
Texmatix B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Texmatix B V filed Critical Texmatix B V
Priority to NL1041837A priority Critical patent/NL1041837B1/nl
Priority to DE202017102324.9U priority patent/DE202017102324U1/de
Priority to FR1753461A priority patent/FR3050464B3/fr
Publication of NL1041837A publication Critical patent/NL1041837A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1041837B1 publication Critical patent/NL1041837B1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06FLAUNDERING, DRYING, IRONING, PRESSING OR FOLDING TEXTILE ARTICLES
    • D06F89/00Apparatus for folding textile articles with or without stapling
    • D06F89/02Apparatus for folding textile articles with or without stapling of textile articles to be worn, e.g. shirts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Holders For Apparel And Elements Relating To Apparel (AREA)
  • Details Of Garments (AREA)

Abstract

Beschreven zijn een hulpmiddel en een werkwijze om een kledingstuk met losse voorpanden op te vouwen middels het vanaf een hanger laten neerhangen van het kledingstuk, waarbij een rugpand tegen een onder de hanger gepositioneerd orgaan aan ligt, dat een naar voren versprongen positie heeft ten opzichte van de hanger; het in hoofdzaak plat tegen het rugpand aan en over elkaar heen leggen van de twee losse voorpanden; het aan de voorzijde langs het kledingstuk positioneren van een tafel· in een verticale stand; het bij voorkeur automatisch wegnemen van de hanger, waarbij schoudergedeelten van het kledingstuk bij voorkeur handmatig tegen de tafel aan worden gehouden; het naar een horizontale stand brengen van de tafel, waarbij het kledingstuk meekantelt, zodat het met de voorpanden naar beneden op de tafel komt te liggen; het bij voorkeur handmatig omslaan van mouwen van het kledingstuk, en het bij voorkeur middels klappen van bepaalde delen van de tafel ten opzichte van elkaar omslaan van bepaalde delen van het kledingstuk of van een tussentijds verkregen vouwsel.

Description

Titel: Hulpmiddel en werkwijze om een kledingstuk op een bepaalde manier op te vouwen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hulpmiddel en een werkwijze om een kledingstuk op een bepaalde manier op te vouwen. Het gaat hierbij met name om een kledingstukken met losse voorpanden, zoals badjassen. Met losse voorpanden worden hierbij met name voorpanden bedoeld, waaraan middelen voor het aan elkaar vastmaken daarvan, om aldus het kledingstuk te sluiten, ontbreken. Verder wordt met de bepaalde manier van vouwen met name een manier bedoeld, waarbij het kledingstuk in de gevouwen toestand een pakket vormt, waarin de voorpanden van het kledingstuk los op elkaar liggen, zonder dat de voorpanden met behulp van eventueel aanwezige sluitmiddelen aan elkaar zijn vastgemaakt.
In hotels worden badjassen vaak in een opgevouwen toestand aangeboden aan de hotelgasten, op een manier waarop doorgaans ook nieuwe badjassen worden aangeboden door de detailhandel. Onder verwijzing naar Figuur 1 vormt een badjas 1 daarbij een pakket 100 dat drie delen 110,120,130 omvat, die ten opzichte van elkaar zijn omgeslagen. Een eerste deel 110, met daarin de kraag 42 van de badjas 1, ligt daarbij bovenop. Het eerste deel 110 ligt daarbij omgeslagen ten opzichte van een tweede deel 120, dat onderop ligt. Een derde deel 130, dat de onderrand 41 van de badjas 1 omvat, ligt tussen het eerste deel 110 en het tweede deel 120 in, omgeslagen ten opzichte van het tweede deel 120.
In de opgevouwen toestand liggen twee aan de kraag grenzende delen van de twee voorpanden van de badjas bovenop, aan de buitenkant van het pakket, wat vanuit het oogpunt van presentatie gewenst is, mede om zo een eventueel op een voorpand aanwezig logo zichtbaar te kunnen laten zijn.
Onder verwijzing naar Figuren 2a tot en met 2f worden bij het tot het pakket 100 vouwen van een badjas 1 eerst de twee voorpanden 10a, 10b over elkaar heen gelegd, om zo een wat gesloten, meer compact geheel te verkrijgen (zie Figuur 2b). Daarna wordt elk van de mouwen 20a, 20b zijdelings of naar achteren omgeslagen, zodat een in hoofdzaak rechthoekig vouwsel wordt verkregen (zie Figuur 2c). Vervolgens worden van dit vouwsel elk van de delen 30a, 30b met daarin een overgang tussen een voorpand 10a, 10b en het rugpand 40 ook naar achteren omgeslagen, waardoor de breedte van het vouwsel wordt verkleind (zie Figuur 2d). Het smalste pakket wordt verkregen, wanneer genoemde delen 30a, 30b daarbij over elkaar komen te liggen, maar naast elkaar kan in principe ook. Van het verkregen langwerpige, smallere vouwsel worden vervolgens de twee einddelen 110,130 naar achteren omgeslagen; eerst het einddeel 130 met daarin de onderrand 41 van de badjas 1 (zie Figuur 2e), en vervolgens het einddeel 110 met daarin de kraag 42 (zie Figuur 2f). Elk einddeel 110,130 wordt daarbij omgeslagen ten opzichte van een tussendeel 120 dat een verbinding tussen de twee einddelen 110,130 vormt.
Bij het handmatig vouwen wordt een badjas eerst plat op een ondergrond gelegd, met de voorpanden naar boven. In een eerste stap wordt daarna één van de voorpanden althans voor een deel over het andere voorpand heen gelegd. Daarna wordt de badjas in zijn geheel gekeerd, zodat die met de voorpanden naar beneden komt te liggen, en daarna de vervolgstappen kunnen worden uitgevoerd. Bij het keren is het zaak dat de twee voorpanden op elkaar blijven liggen, en de badjas dus niet openvalt. Een manier om dat voor elkaar te krijgen, is voor een vouwende persoon om de badjas te keren door de kraag van de op het rugpand liggende badjas over de onderarm te slaan, en de badjas vervolgens aan de kraag volledig over de onderarm heen te trekken, totdat de badjas weer geheel plat ligt, maar dan met de voorpanden naar beneden.
Bij het machinaal vouwen wordt een badjas door een gebruiker op een schuin geplaatste transportband gelegd, waarna de gebruiker de voorpanden dichtvouwt en de machine bedient om de badjas op de transportband verder de machine in te voeren, waar deze verder gevouwen wordt. Het keren van de badjas met de losse, op elkaar gelegde voorpanden kan daarbij plaatsvinden met behulp van twee transportbanden waartussen de badjas wordt platgedrukt.
Een nadeel van het handmatig vouwen van een badjas is dat dit relatief lastig is, en ook relatief lang duurt. Met name het platleggen van de badjas en het over elkaar heen leggen van de voorpanden, en het daarna keren van de badjas, zonder dat daarbij de voorpanden weer van elkaar afglijden, vergt moeite en tijd. Met name wanneer een groter aantal bad jassen dient te worden opgevouwen, zoals bijvoorbeeld in wasserijen en in de hotelwereld het geval is, alsmede in de textielproducerende industrie, vormt dit een probleem.
Bestaande machines voor het volledig machinaal vouwen zijn echter weer relatief duur. Bij kleinere aantallen te vouwen badjassen, of voor kleinere bedrijven, loont het vaak niet een dergelijke machine aan te schaffen. Bovendien is de tijdwinst die wordt verkregen met een dergelijke machine ten opzichte van handmatig vouwen relatief klein.
Een nadeel van zowel handmatig vouwen als machinaal vouwen is dat een dikte van het pakket die uiteindelijk kan worden bereikt, relatief laag is. Tevens kunnen heel dikke badjassen veelal niet machinaal gevouwen worden.
Om een oplossing te bieden voor bovengenoemde problemen is een doel van onderhavige uitvinding om een hulpmiddel te verschaffen voor het op een bepaalde manier vouwen van een kledingstuk, met behulp waarvan het vouwen relatief snel en gemakkelijk kan worden uitgevoerd. Een verder doel is om een dergelijk hulpmiddel te verschaffen, dat relatief goedkoop is in vergelijking met bestaande volledig automatische of semiautomatische machines en hulpmiddelen voor het vouwen van kledingstukken. Weer een verder doel is om een dergelijk hulpmiddel te verschaffen, dat relatief eenvoudig in elkaar steekt, en dat daarmee relatief goedkoop is uit te voeren, en dat bij voorkeur weinig ruimte inneemt, in breedte, lengte, en/of hoogte. Weer een verder doel is om een dergelijk hulpmiddel te verschaffen, dat relatief eenvoudig bedienbaar is, en dat na het vouwen van een kledingstuk weer relatief snel gereed is om te kunnen worden gebruikt voor het vouwen van een verder kledingstuk.
Het zal duidelijk zijn, dat het te verschaffen hulpmiddel met name bestemd is voor het vouwen van een kledingstuk met losse voorpanden, waarbij die voorpanden in de gevouwen toestand van het kledingstuk bij voorkeur los van elkaar zijn, en waarbij de bepaalde manier van vouwen is zoals beschreven in de inleiding.
Ten minste één van bovenstaande doelen is bereikt met een hulpmiddel dat een hanger omvat voor het ontvangen van een kledingstuk in een vanaf de hanger neerhangende positie, waarbij onder de hanger een orgaan is opgesteld voor het ontvangen van het rugpand van een kledingstuk dat wordt ontvangen op de hanger, waarbij genoemd orgaan een versprongen positie heeft, om het rugpand van een ontvangen kledingstuk enigszins naar voren te drukken ten opzichte van de hanger, waarbij het hulpmiddel voorts een tafel omvat, die vanuit een parkeerpositie verplaatsbaar is naar een bedrijfspositie, welke tafel in de parkeerpositie een bepaald ophanggebied, waarin de hanger en genoemd orgaan zijn opgesteld, vrij laat, en waarbij de tafel in de bedrijfspositie genoemd ophanggebied in hoofdzaak overlapt, waarbij de tafel in de bedrijfspositie kantelbaar is vanuit een in hoofdzaak verticale stand naar een in hoofdzaak horizontale stand, voor het vanuit een vanaf de hanger neerhangende positie naar een op de tafel liggende positie meenemen van een kledingstuk, waarbij de tafel een centraal deel heeft voor het ondersteunen van een bepaald deel van een kledingstuk in de op de tafel liggende positie, waarbij de tafel voorts één of meer verdere delen heeft, die klapbaar zijn ten opzichte van het centrale deel, voor het ten opzichte van het bepaalde deel van het kledingstuk omslaan van een ander deel van dat kledingstuk.
Een hulpmiddel volgens de uitvinding verschaft aan een gebruiker de mogelijkheid om een kledingstuk met losse voorpanden relatief snel en netjes op te vouwen, door het kledingstuk, vastgehouden met zicht op de voorzijde, over de hanger te slaan, en het kledingstuk vervolgens met behulp van de tafel vanuit een hangende positie naar een liggende positie te brengen, om daarna met zicht op de achterzijde van het kledingstuk bepaalde delen van het kledingstuk ten opzichte van elkaar om te slaan om tot het gewenste pakket te komen.
Een inrichting volgens de uitvinding wordt bij het ophangen van een kledingstuk op de hanger vanaf de voorzijde benaderd. Het rugpand van het kledingstuk komt daardoor bij het ophangen vanzelf tegen eerdergenoemd orgaan aan te liggen, waarna het kledingstuk door de versprongen positie van dat orgaan ervan wordt weerhouden om vrij vanaf de hanger naar beneden te hangen. Dit maakt, dat daarna de voorpanden van het kledingstuk plat op het rugpand en over elkaar heen kunnen worden gelegd, zonder dat de badjas daarna weer openvalt.
De onderlinge positie van rugpand en voorpanden blijft behouden tijdens het in een verticale stand voor het ophanggebied plaatsen van de tafel, en het vervolgens kantelen van de tafel vanuit de verticale stand naar een horizontale stand. Bij het kantelen van de tafel wordt het kledingstuk meegenomen, waardoor dat met de voorpanden naar beneden op de tafel te liggen. Vervolgens kunnen relatief gemakkelijk bepaalde delen van de badjas ten opzichte van elkaar naar achteren worden omgeslagen, eventueel door middel van het klappen van een bepaald klapbaar deel van de tafel ten opzichte van een ander deel.
Om een onderlinge positie van het rugpand en de voorpanden tijdens het kantelen van de tafel te waarborgen, kan een orgaan zoals genoemd met een kanteling van de tafel vanuit een verticale stand naar een horizontale stand meebewegen, om zo een bij de kanteling meegenomen kledingstuk tegen de tafel aan te kunnen houden, en te voorkomen dat op elkaar gelegde voorpanden van elkaar afglijden.
Een met de tafel meebewegend orgaan kan automatisch worden terugbewogen naar een verder van de tafel afgelegen positie wanneer bij genoemde kanteling een horizontale stand is bereikt, om niet in de weg te zitten van het klappen van een bepaald deel van de tafel en/of het ten opzichte van elkaar omslaan van bepaalde delen van een op de tafel liggend kledingstuk.
De tafel kan verder in de bedrijfspositie vanuit de verticale stand naar de hanger en/of genoemd orgaan toe beweegbaar zijn alvorens dat de tafel naar een horizontale stand kantelt, bij welke laatste kanteling de tafel weer van de hanger af beweegt. Aldus kan de tafel vlak langs, of tegen een opgehangen kledingstuk aan worden opgesteld, en kan het kledingstuk vervolgens relatief plat tegen de tafel aan worden gehouden tijdens een kanteling van de tafel.
De hanger kan verder twee armen omvatten voor het ondersteunen van twee respectievelijke schoudergedeelten van een ontvangen kledingstuk, welke armen elk beweegbaar zijn om te kunnen worden teruggetrokken uit een dergelijk schoudergedeelte, waarbij de armen mede beweegbaar zijn om te kunnen worden teruggetrokken uit het ophanggebied. Na het terugtrekken van de armen kan dan een eerder vanaf de hanger neerhangend kledingstuk met een kanteling van de tafel in een liggende positie worden gebracht, zonder dat de hanger daarbij de schoudergedeelten in de weg zit.
Genoemde armen strekken zich in hun positie voor het ondersteunen van twee schoudergedeelten bij voorkeur uit langs een rand van de tafel, wanneer die in de bedrijfspositie in een verticale stand staat. Een gebruiker kan dan tegelijkertijd een rand van de tafel en twee bij die rand gelegen schoudergedeelten vastgrijpen, om na het terugtrekken van de twee armen de twee schoudergedeelten tegen de tafel aan te kunnen houden, en tegelijkertijd de tafel naar een horizontale stand te kunnen bewegen door genoemde rand naar zich toe te trekken.
Aanwezige middelen voor het doen bewegen van de armen kunnen automatisch bedienbaar zijn, bijvoorbeeld in afhankelijkheid van een door een eventueel aanwezige sensor waargenomen minimale beweging van de tafel in de richting van de hanger, of door een gebruiker bedienbaar zijn, bijvoorbeeld middels een voetpedaal.
Verder kan een middel zijn voorzien voor het blokkeren een kanteling van de tafel vanuit een verticale stand naar een horizontale stand, welk middel bedienbaar is voor het onderbreken van een dergelijke blokkering, bijvoorbeeld door een signaal van een eventueel aanwezige sensor zoals eerder genoemd, of middels een bediening van bepaalde middelen, zoals een voetpedaal, door een gebruiker. Dat een blokkering slechts wordt opgeheven bij ontvangst van een bepaald signaal, of bij bewuste bediening door een gebruiker, komt de veiligheid van de gebruiker ten goede.
Bepaalde bewegingen van de tafel, zoals een verplaatsing vanuit de parkeerpositie naar de bedrijfspositie, en een kanteling van de tafel vanuit een verticale stand naar een horizontale stand, zijn vanuit het oogpunt van veiligheid bij voorkeur passief, en handmatig uitvoerbaar door een gebruiker, waarbij die bewegingen vanuit het oogpunt van bedieningsgemak bij voorkeur geassisteerd zijn, bijvoorbeeld door pneumatische middelen.
Andere bewegingen van de tafel, zoals een verplaatsing vanuit de bedrijfspositie terug naar de parkeerpositie, en een kanteling van de tafel vanuit een horizontale stand terug naar een verticale stand, zijn vanuit het oogpunt van bedieningsgemak bij voorkeur actief, gestuurd door bijvoorbeeld pneumatische middelen.
Bij voorkeur zijn aanwezige middelen voor het actief terugverplaatsen van de tafel naar de bedrijfspositie en middelen voor het vanuit een horizontale stand terugkantelen van de tafel naar een verticale stand gelijktijdig bestuurbaar, zodat het terugverplaatsen en het terugkantelen ook gelijktijdig kunnen worden uitgevoerd. Aldus is een vouwinrichting volgens de uitvinding weer relatief snel in gereedheid te brengen om te kunnen worden gebruikt voor het opvouwen van een volgend kledingstuk.
Een verplaatsing van de tafel vanuit de parkeerpositie naar de bedrijfspositie omvat bij voorkeur een horizontale verschuiving. Aldus hoeft een vouwinrichting volgens de uitvinding niet veel hoger dan ongeveer manshoog te worden uitgevoerd, en is ook het bedienen van de tafel door een gebruiker relatief gemakkelijk, aangezien de tafel zich dan meer binnen het bereik van de gebruiker bevindt.
Klapbare delen van de tafel kunnen ten minste één lateraal klapdeel omvatten voor het omslaan van een deel van een kledingstuk met daarin een overgang van een voorpand naar het rugpand, welk lateraal klapdeel bij voorkeur handmatig bedienbaar is, alsmede een verder klapdeel voor het omslaan van een einddeel van een tot een smaller vouwsel gevouwen kledingstuk, met daarin de onderrand van het kledingstuk.
Een verder klapdeel is bij voorkeur klapbaar middels een door een gebruiker bedienbare actuator. Aldus kan een verder klapdeel dat ver van een gebruiker af is gelegen, toch gemakkelijk worden omgeklapt.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn zoals gedefinieerd in de aangehangen conclusies en zoals omschreven in de hiernavolgende figuurbeschrijving.
De uitvinding zal in het onderstaande in meer detail worden uitgelegd onder verwijzing naar de tekeningen, waarin:
Figuur 1 in schematische weergave een tot een pakket opgevouwen badjas toont;
Figuur 2a tot en met 2f in schematische weergave verschillende stappen tonen van een manier om een badjas tot het pakket van Figuur 1 te vouwen, en
Figuren 3 tot en met 10 een hulpmiddel volgens de uitvinding tonen in verschillende stadia van het bedienen van het hulpmiddel ten behoeve van het tot het pakket van Figuur 1 vouwen van een badjas volgens de manier van Figuren 2a tot en met 2f.
Onder verwijzing naar Figuur 3 omvat een hulpmiddel 200 volgens de uitvinding een relatief plat, verticaal geplaatst hoofdframe 201 dat in wezen een vlak definieert waarlangs een op het hoofdframe 201 opgelegd subframe 202 kan bewegen.
Het subframe 202 draagt een tafel 230, die ten opzichte van het subframe 202 kantelbaar is tussen een in hoofdzaak verticale stand, waarin de tafel 230 in hoofdzaak plat in het sub-frame 202 ligt, parallel aan het hoofdframe 201, en een in hoofdzaak horizontale stand, waarin de tafel 230 in hoofdzaak dwars staat op zowel het subframe 202 als het hoofdframe 201.
In de positie getoond in Figuur 3 bevindt de tafel 230 zich in een parkeerpositie, in welke positie het subframe 202 in hoofdzaak een eerste helft 201a van het hoofdframe 201 beslaat, en waarbij de tafel 230 in een verticale stand staat.
Op een tweede helft 201b van het hoofdframe 201 is op een relatief hoog niveau een hanger 210 opgesteld, waaraan een op te vouwen kledingstuk kan worden gehangen. De hanger 210 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm twee ten opzichte van het hoofdframe 201 beweegbare armen 211a, 211b, die elk zijn bestemd om in één van de twee schouder-gedeelten 50a, 50b van een opgehangen kledingstuk te steken (zie ook Figuur 2a), om het kledingstuk aldus te ondersteunen.
Op een lager niveau is op de tweede helft 201b van het hoofdframe 201 een stang 220 opgesteld, waarvan in de getoonde uitvoeringsvorm althans een middengedeelte 221 een naar voren versprongen positie ten opzichte van de hanger 210 heeft. Met "naar voren" wordt hier bedoeld een richting loodrecht op een door het hoofdframe 201 gedefinieerd vlak waarlangs het subframe 202 kan bewegen, in de richting van de tafel 230 die is opgesteld op het subframe 202.
Met behulp van althans de armen 211a, 211b van de hanger 210 en de stang 220 is in de tweede helft 201b van het hoofdframe een ophanggebied 240 gedefinieerd, waarin een te vouwen kledingstuk kan worden ontvangen en vanaf de hanger 210 naar beneden kan hangen langs de voorzijde van de stang 220, en welk ophanggebied 240 in de parkeerpositie van de tafel 230 in hoofdzaak door de tafel 230 wordt vrijgelaten.
Onder verwijzing naar Figuur 4 is de tafel 230 middels een beweging van het subframe 202 langs het hoofdframe 201 vanuit de parkeerpositie beweegbaar naar een bedrijfspositie, waarin het subframe 202 in hoofdzaak de tweede helft 201b van het hoofdframe 201 beslaat, en waarbij de tafel 230 althans in zijn verticale stand het ophanggebied 240 in hoofdzaak overlapt.
Onder verwijzing naar Figuur 5 is de tafel 230 in de bedrijfspositie in eerste instantie vanuit de verticale stand kantelbaar in de richting van de hanger 210. De armen 211a, 211b van de hanger zijn daarbij zo gepositioneerd, dat zij zich in de naar de hanger 210 toe gekantelde stand van de tafel 230 uitstrekken langs wat dan een bovenrand 234 van de tafel is.
Onder verwijzing naar Figuur 6 zijn de armen 211a, 211b van de hanger 210 beweegbaar vanuit een stand waarin zij de tafel 230 overlappen (zie Figuur 5), naar een stand waarin dat niet langer het geval is, en daarbij zijn teruggetrokken uit het ophanggebied 240.
Onder verwijzing naar Figuur 7 is de tafel 230 vervolgens althans met de bovenrand 234 naar voren kantelbaar ten opzichte van het subframe 202, naar een in hoofdzaak horizontale stand. Eventueel kan daarbij althans het middendeel 221 van de stang 220 meebewegen met de tafel 230, waarna dat weer kan terugbewegen naar een meer van de tafel 230 af gelegen positie zoals weergegeven in Figuur 7, wanneer een horizontale stand is bereikt.
Onder verwijzing naar Figuren 8,9 en 10 zijn bij een horizontale stand van de tafel 230 vervolgens verschillende delen 232a, 232b, 233 van de tafel 230 omhoog te klappen ten opzichte van een centraal deel 231 van de tafel 230, in de richting van dat centrale deel 231.
Onder verwijzing naar Figuren 8 en 9 zijn twee aan weerszijden van het centrale deel 231 gelegen laterale delen 232a, 232b, die zich uitstrekken dwars op de kantelas van de tafel 230, te klappen om een as die loodrecht staat op die kantelas. Genoemde delen 232a, 232b strekken zich in de getoonde uitvoeringsvorm uit tot aan eerder genoemde rand 234 van de tafel 230, om bij een horizontale stand van de tafel 230 vanaf de voorzijde van de tafel 230 door een gebruiker te kunnen worden vastgepakt om handmatig te worden gekanteld.
Onder verwijzing naar Figuur 10 is een in een richting dwars op de kantelas in het verlengde van het centrale deel 231 gelegen verder klapdeel 233 te klappen om een as die zich uitstrekt parallel aan de kantelas. Dit verdere klapdeel 233 is bedienbaar met een bij eerder genoemde rand 234 van de tafel 230 gepositioneerde knop 235, waarmee een actuator voor het automatisch omklappen van het verdere klapdeel 233 kan worden geactiveerd.
Bij gebruik van de inrichting 200 voor het vouwen van een badjas 1 wordt de badjas 1 in het ophanggebied met de voorpanden 10a, 10b naar voren op de hanger 210 gehangen, waarbij de twee schoudergedeelten 50a, 50b elk op één van de armen 211a, 211b daarvan komen te rusten. Het rugpand 40 van de badjas 1 komt bij het ophangen vanzelf tegen het middendeel 211 van de onder de hanger 210 gepositioneerde stang 210 aan, zodat het rugpand 40 in de opgehangen toestand van de badjas 1 wat naar voren wordt gedrukt ten opzichte van een toestand waarin de badjas 1 vrij zou neerhangen vanaf de hanger 210.
Na het ophangen van de badjas 1 legt de gebruiker zoals in Figuur 2b één van de voorpanden 10a, 10b over het zich in zijn breedte langs de stang 220 uitstrekkende rugpand 40, en het andere voorpand 10a, 10b over het eerste voorpand 10a, 10b heen.
Vervolgens verplaatst een gebruiker het subframe 202 langs het hoofdframe 201, om aldus de tafel 230 vanuit de parkeerpositie naar de bedrijfspositie te brengen, waarin deze het ophanggebied 240, en daarmee de opgehangen badjas 1 althans in hoofdzaak overlapt. Het verplaatsen gebeurt bij voorkeur handmatig, maar kan bijvoorbeeld pneumatisch zijn geassisteerd.
Daarna duwt de gebruiker de tafel 230 vanuit de verticale stand met wat dan de bovenrand 234 is, tegen de opgehangen badjas 1 aan, waarbij de gebruiker met elke hand tegelijkertijd genoemde bovenrand 234 van de tafel 230 aangrijpt, als ook een langs die rand 234 gelegen schoudergedeelte 50a, 50b dat wordt ondersteund door één van de armen 211a, 211b van de hanger 210.
Vervolgens worden eventueel in vervolg op het waarnemen van een kanteling van de tafel 230 door een sensor, of op een bepaalde wijze bediend door een gebruiker, de twee armen 211a, 211b van de hanger 210 door een bepaalde actuator teruggetrokken uit de schouder-gedeelten 50a, 50b. Daarbij kan ook een eventueel aanwezige blokkering van de tafel 230 tegen het naar een horizontale stand kantelen van de tafel 230 automatisch worden onderbroken.
Vervolgens kantelt de gebruiker de tafel 230 handmatig naar een horizontale stand, door genoemde bovenrand 234 van de tafel 230 naar zich toe te trekken. Hij houdt daarbij de schoudergedeelten 50a, 50b van de badjas 1 vast, waardoor de badjas 1 plat, en met de voorpanden naar beneden op de tafel 230 komt te liggen. De stang 220 verplaatst zich daarbij eventueel mee met de tafel 230 om de badjas 1 daartegenaan te houden, waarna de stang 220 zich weer terugverplaatst naar een verder van de tafel 230 af gelegen positie. In het getoonde voorbeeld is het middendeel 221 van de stang 220 daartoe zwenkend opgelegd op het hoofdframe 201.
Met de badjas 1 liggend op de tafel 230 slaat de gebruiker vervolgens zoals in Figuur 2c de mouwen 20a, 20b van de badjas 1 om, om die zo eventueel over elkaar heen of nog verder omgeslagen tegen het rugpand 40 aan te leggen.
Vervolgens bedient de gebruiker elk van de laterale klapdelen 232a, 232b van de tafel 230, om zo net als in Figuur 2d twee delen 30a, 30b van de badjas 1 met daarin een overgang tussen een voorpand 10a, 10b en het rugpand 40 om te slaan naar de achterzijde van de badjas 1, waardoor een relatief smal vouwsel wordt verkregen.
Daarna bedient de gebruiker door middel van de knop 235 het verdere klapdeel 233 om zoals in Figuur 2e een einddeel 130 van de badjas 1 met daarin de onderrand 41 om te slaan ten opzichte van een middendeel 120 van de badjas 1.
In een laatste stap slaat de gebruiker met de hand zoals in Figuur 2f het aan zijn kant van de tafel 230 gelegen einddeel 110 van het vouwsel met daarin de kraag 42 van de badjas 1 om, zodat het pakket 100 van Figuur 1 wordt verkregen.
Na gebruik worden de tafel 230 en het subframe 202 al dan niet automatisch bediend en aangestuurd om respectievelijk terug naar een verticale stand ten opzichte van het subframe 202 te kantelen en terug te verschuiven ten opzichte van het hoofdframe 201, om de tafel 230 weer in de parkeerpositie te brengen. Deze terugkanteling en terugverschuiving kunnen eventueel tegelijkertijd plaatsvinden, zodat de tafel 230 daarna weer relatief snel in de parkeerpositie staat, en de inrichting weer gereed is om te worden gebruikt voor het opvouwen van een verdere badjas.
Het zal voor een vakman duidelijk zijn, dat er diverse varianten op bovenstaande uitvoeringsvorm mogelijk zijn, die een zelfde of nog verbeterde werking van het hulpmiddel verschaffen. Een variant die in dit verband bijzondere aandacht verdient, is er één waarbij het orgaan voor het ontvangen van het rugpand bij het ophangen van een kledingstuk op het buitenoppervlak een profilering of één of meer uitsteeksels heeft, die zijn gevormd om met het weefsel van het rugpand daaroverheen uit te stulpen richting de op het rugpand te leggen voorpanden, om zo een verdere belemmering voor het zijwaarts van het rugpand of van elkaar af glijden van de voorpanden te vormen, en aldus bij te dragen aan het belemmeren van het openvallen van een tegen het orgaan aan liggend kledingstuk.

Claims (17)

1. Hulpmiddel (200) om een kledingstuk (1) op een bepaalde manier op te vouwen, welk hulpmiddel (200) een hanger (210) omvat voor het ontvangen van een kledingstuk (1) in een vanaf de hanger (210) neerhangende positie, waarbij onder de hanger (210) een orgaan (220) is opgesteld voor het ontvangen van het rugpand (40) van een kledingstuk (1) dat wordt ontvangen op de hanger (210), waarbij genoemd orgaan (220) een versprongen positie heeft, om het rugpand (40) van een ontvangen kledingstuk (1) enigszins naar voren te drukken ten opzichte van de hanger (210), waarbij het hulpmiddel (1) voorts een tafel (230) omvat, die vanuit een parkeerpositie verplaatsbaar is naar een bedrijfspositie, welke tafel (230) in de parkeerpositie een bepaald ophanggebied (240), waarin de hanger (210) en genoemd orgaan (220) zijn opgesteld, vrij laat, en waarbij de tafel (230) in de bedrijfspositie genoemd ophanggebied (240) in hoofdzaak overlapt, waarbij de tafel (230) in de bedrijfspositie kantelbaar is vanuit een in hoofdzaak verticale stand naar een in hoofdzaak horizontale stand, voor het vanuit een vanaf de hanger (210) neerhangende positie naar een op de tafel (230) liggende positie meenemen van een kledingstuk (1), waarbij de tafel (230) een centraal deel (231) heeft voor het ondersteunen van een bepaald deel van een kledingstuk (1) in de op de tafel (230) liggende positie, waarbij de tafel (230) voorts één of meer verdere delen (232a, 232b, 233) heeft, die klapbaar zijn ten opzichte van het centrale deel (231) , voor het ten opzichte van het bepaalde deel van het kledingstuk (1) omslaan van een ander deel van dat kledingstuk.
2. Hulpmiddel (200) volgens conclusie 1, waarbij genoemd orgaan (220) is ingericht om met een kanteling van de tafel (230) vanuit een verticale stand naar een horizontale stand mee te bewegen.
3. Hulpmiddel (200) volgens conclusie 2, waarbij genoemd orgaan (220) is ingericht om automatisch terug naar een verder van de tafel (230) afgelegen positie te bewegen wanneer bij genoemde kanteling een horizontale stand is bereikt.
4. Hulpmiddel (200) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tafel (230) in de bedrijfspositie vanuit de verticale stand naar de hanger (210) en/of genoemd orgaan (220) toe beweegbaar is, voordat de tafel (230) naar een horizontale stand toe kantelt.
5. Hulpmiddel (200) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de hanger (210) twee armen (211a, 211b) omvat voor het ondersteunen van twee respectievelijke schouder-gedeelten (50a, 50b) van een ontvangen kledingstuk (1), welke armen (211a, 211b) elk beweegbaar zijn om te kunnen worden teruggetrokken uit een dergelijk schoudergedeelte (50a, 50b), waarbij de armen (211a, 211b) mede beweegbaar zijn om te kunnen worden teruggetrokken uit het ophanggebied (240).
6. Hulpmiddel (200) volgens conclusie 5, waarbij genoemde armen (211a, 211b) in hun positie voor het ondersteunen van twee schoudergedeelten (50a, 50b) langs een rand (234) van de tafel (230) liggen, wanneer die in de bedrijfspositie in een verticale stand staat.
7. Hulpmiddel (200) volgens conclusie 5 of 6, waarbij aanwezige middelen voor het doen bewegen van de armen (211a, 211b) automatisch bedienbaar zijn, bijvoorbeeld in afhankelijkheid van een door een eventueel aanwezige sensor waargenomen beweging van de tafel (230) in de richting van de hanger (210), of bedienbaar zijn door een gebruiker, bijvoorbeeld middels een voetpedaal.
8. Hulpmiddel (200) volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een middel voor het blokkeren een kanteling van de tafel (230) vanuit een verticale stand naar een horizontale stand, welk middel bedienbaar is voor het onderbreken van een dergelijke blokkering, bijvoorbeeld door een signaal van een eventueel aanwezige sensor, of middels een bediening van bepaalde middelen door een gebruiker.
9. Hulpmiddel (200) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij bepaalde bewegingen van de tafel (230), zoals een verplaatsing vanuit de parkeerpositie naar de bedrijfspositie, en een kanteling van de tafel (230) vanuit een verticale stand naar een horizontale stand, passief, en handmatig uitvoerbaar zijn door een gebruiker, waarbij die bewegingen bij voorkeur zijn geassisteerd, bijvoorbeeld pneumatisch.
10. Hulpmiddel (200) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij bepaalde bewegingen van de tafel (230), zoals een verplaatsing vanuit de bedrijfspositie terug naar de parkeerpositie, en een kanteling van de tafel (230) vanuit een horizontale stand terug naar een verticale stand, actief door bepaalde middelen zijn gestuurd, zoals pneumatische middelen.
11. Hulpmiddel (200) volgens één der voorgaande conclusies, omvattende eerste middelen voor het actief terugverplaatsen van de tafel (230) vanuit de bedrijfspositie naar de parkeerpositie, en tweede middelen voor het vanuit een horizontale stand terugkantelen van de tafel (230) naar een verticale stand, welke eerste middelen en tweede middelen gelijktijdig bestuurbaar zijn.
12. Hulpmiddel (200) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een verplaatsing van de tafel (230) vanuit de parkeerpositie naar de bedrijfspositie een horizontale verschuiving omvat.
13. Hulpmiddel (200) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij klapbare delen (232a, 232b, 233) van de tafel (230) ten minste één lateraal klapdeel (232a, 232b) omvatten voor het omslaan van een deel (30a, 30b) van een kledingstuk (1) met daarin een overgang van een voorpand (10a, 10b) naar het rugpand (40), welk lateraal klapdeel (232a, 232b) bij voorkeur handmatig bedienbaar is.
14. Hulpmiddel (200) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij klapbare delen (232a, 232b, 233) van de tafel (230) ten minste één verder klapdeel (233) omvatten voor het omslaan van een einddeel (130) van een tot een smaller vouwsel gevouwen kledingstuk (1) met daarin de onderrand (41) van het kledingstuk (1).
15. Hulpmiddel (200) volgens conclusie 14, waarbij het verdere klapdeel (233) middels een door een gebruiker bedienbare actuator klapbaar is.
16. Hulpmiddel (200) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het orgaan (220) op zijn buitenoppervlak een profilering en/of één of meer uitsteeksels heeft.
17. Werkwijze voor het opvouwen van een kledingstuk (1) met losse voorpanden (10a, 10b), omvattende de stappen van het vanaf een hanger (210) laten neerhangen van het kledingstuk (1), waarbij een rugpand (40) tegen een onder de hanger (210) gepositioneerd orgaan (220) aan ligt, dat een naar voren versprongen positie heeft ten opzichte van de hanger (210); het in hoofdzaak plat tegen het rugpand (40) aan en over elkaar heen leggen van de twee losse voorpanden (10a, 10b); het aan de voorzijde langs het kledingstuk (1) positioneren van een tafel (230) in een verticale stand; het bij voorkeur automatisch wegnemen van de hanger (210), waarbij schoudergedeelten (50a, 50b) van het kledingstuk (1) bij voorkeur handmatig tegen de tafel (230) aan worden gehouden; het naar een horizontale stand brengen van de tafel (230), waarbij het kledingstuk (1) meekantelt, zodat het met de voorpanden (10a, 10b) naar beneden op de tafel (230) komt te liggen; het bij voorkeur handmatig omslaan van mouwen (20a, 20b) van het kledingstuk (1), en het bij voorkeur middels klappen van bepaalde delen (232a, 232b, 233) van de tafel (230) ten opzichte van elkaar omslaan van bepaalde delen (30a, 30b, 110,130) van het kledingstuk (1) of van een tussentijds verkregen vouwsel.
NL1041837A 2016-04-22 2016-04-22 Hulpmiddel en werkwijze om een kledingstuk op een bepaalde manier op te vouwen. NL1041837B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041837A NL1041837B1 (nl) 2016-04-22 2016-04-22 Hulpmiddel en werkwijze om een kledingstuk op een bepaalde manier op te vouwen.
DE202017102324.9U DE202017102324U1 (de) 2016-04-22 2017-04-19 Hilfsmittel zum Falten eines Kleiungsstücks auf eine bestimmte Art und Weise
FR1753461A FR3050464B3 (fr) 2016-04-22 2017-04-21 Dispositif pour plier un vetement d'une certaine facon

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041837A NL1041837B1 (nl) 2016-04-22 2016-04-22 Hulpmiddel en werkwijze om een kledingstuk op een bepaalde manier op te vouwen.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1041837A NL1041837A (nl) 2017-11-01
NL1041837B1 true NL1041837B1 (nl) 2017-11-16

Family

ID=56132998

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1041837A NL1041837B1 (nl) 2016-04-22 2016-04-22 Hulpmiddel en werkwijze om een kledingstuk op een bepaalde manier op te vouwen.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE202017102324U1 (nl)
FR (1) FR3050464B3 (nl)
NL (1) NL1041837B1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113136721B (zh) * 2020-01-17 2024-06-18 青岛海尔洗衣机有限公司 一种叠衣机的自动纠偏方法

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3212629C2 (de) * 1982-04-05 1985-03-14 Herbert Kannegiesser Gmbh + Co, 4973 Vlotho Vorrichtung zum Falten von Bekleidung, insbesondere Kittel
DE9105042U1 (de) * 1990-05-05 1991-09-19 Herbert Kannegiesser Gmbh + Co, 4973 Vlotho Vorrichtung zum Falten von Bekleidungsstücken, insbesondere Kitteln
DE4015798A1 (de) * 1990-05-16 1991-11-21 Kleindienst Gmbh Verfahren und vorrichtung zur automatischen uebergabe von waeschekitteln an falteinrichtungen
JP4570639B2 (ja) * 2007-04-23 2010-10-27 洋左右 前嶋 厚手衣類専用折り畳み機

Also Published As

Publication number Publication date
FR3050464A3 (fr) 2017-10-27
FR3050464B3 (fr) 2018-06-22
NL1041837A (nl) 2017-11-01
DE202017102324U1 (de) 2017-05-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0347323B1 (fr) Procédé de préhension automatisée de deux coins adjacents d'un linge plat et machine correspondante
NL1041837B1 (nl) Hulpmiddel en werkwijze om een kledingstuk op een bepaalde manier op te vouwen.
CN109208299B (zh) 叠衣机的叠衣方法
NL9401820A (nl) Inrichting voor het bewerken van aan zijn poten opgehangen gevogelte.
US7124919B1 (en) Clamp-type garment hanger
US10167591B1 (en) Laundry hamper with rotating handle and grip
WO2013057562A2 (en) Machine for spreading out and loading flat clothing articles
US9901169B1 (en) One piece collapsible shelving unit
JP5419588B2 (ja) 方形状布類展開装置
CN109466918A (zh) 悬挂收纳体
US5845951A (en) Lever operated bag holder
NL2000675C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een dekbed, kussen of dergelijke in een bijbehorende dekbedovertrek, kussensloop of dergelijke, alsmede dekbedovertrek, kussen of dergelijke voor toepassing daarbij.
US8267288B2 (en) Device to help with dressing
FR2615497A1 (fr) Dispositif prehenseur de tissu et notamment dispositif manipulateur de manche
US2964326A (en) Collapsible child's seat for a nesting shopping cart
EP3368431B1 (en) Apparatus of containment and transport of objects
NL1042893B1 (nl) Uitklapbare kledinghanger door middel van een enkele handeling.
NL8701190A (nl) Zak, soepel van aard, voor het transport van voorwerpen.
JP5022674B2 (ja) 衣類整形供給装置
JP6780977B2 (ja) 布類投入機
NL1017453C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het plukken en verder verwerken van champignons.
CA1229825A (en) Plastic bag
US2491289A (en) Shirt folding unit
NL9200676A (nl) Inrichting voor het automatisch aan transporthaken hangen van te slachten pluimvee.
ITTV20100029A1 (it) Armadio automatizzato per l'immagazzinamento con modulo per la movimentazione e la distribuzione facilitata di contenitori e con rilevatore fotografico integrato.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220501