NL1041673A - Tapesluiter voor het sluiten van zelfklevende tape rondom een voorwerp met variërende diameter tijdens horizontale doorvoer. - Google Patents

Abstract

Trapesluiter waarbij een transportwiel zodanig is uitgerust met opnameopeningen dat transport van een te omtapen voorwerp door middel van dit transportwiel in combinatie met een horizontaal transportmechanisme voor een lineaire beweging van het te omsluiten voorwerp zorgt. In combinatie met een voorsluiter van de tape wordt de sluitkracht van de tape om het voorwerp, in het bijzonder een bos bloemen onafhankelikjk van de diameter van het voorwerp en wordt tevens bedrijfszekerheid gegarandeerd.

Description

Tapesluiter voor het sluiten van zelfklevende tape rondom een voorwerp met variërende diameter tijdens horizontale doorvoer.

De uitvinding betreft een apparaat en methode teneinde een produkt te omsluiten met zelfklevende tape op gemechaniseerde wijze met hoge snelheid zonder noemenswaardige verstoringen. In het bijzonder is de omsluiting eenmalig, met als uiteinde een samengekleefd stuk tape. Dit vindt plaats in samenwerking tussen een horizontaal transport en een roterend transportmechanisme op zodanige wijze dat er in principe geen andere krachten dan transportkrachten op het voorwerp worden uitgeoefend en tevens een eendimensionale transportvoortgang mogelijk wordt. Dit tevens in samenwerking tussen een primair en een secundair aandrukmechanisme op zodanige wijze dat er een voorkleving plaats vindt van het tape. Dit teneinde storingsarm met hoge snelheid, in de orde van tussen 3000 en 4000 stuks voorwerpen per uur, te kunnen omsluiten. Produkten kunnen bijvoorbeeld een bos bloemen zijn, of een enkele steel bloemen, al of niet omgeven door bijvoorbeeld een hoes. De uitvinding maakt het tevens mogelijk om secundaire produkten, zoals bijvoorbeeld een zakje voedingsmiddel in de omsluiting op te nemen.

De methode ter omsluiting van produkten zoals boven beschreven is reeds lang bekend, zoals beschreven in patenten: US2013292271(A1), US2013277240(A1), NL2007689(C), US2010223888(A1), W02011002287(A1), US5295345(A), JPH1191730(A), US4718220(A), NL6804235(A), NL8801612(A), US4537005(A), US2841935(A), US2916863(A), US3729896(A), US3922834(A), US4398379(A), US4721545(A), US5600934(A), NL8902097(A), US4545185(A).

In alle patenten is sprake van een sterwiel, waarbij de opnameopeningen van een voorwerp radiaal zijn gericht. Dat impliceert direct dat bij aanvoer met een horizontaal transport in combinatie met een draaiend sterwiel er sprake is van een tweedimensionale transportdoorgang. Een en ander leidt tot de moeilijkheid om een combinatie te maken van een horizontaal transport met het transport door het ster wiel.

De uitvinding die het hier betreft heeft een dergelijk nadeel niet. Hier is de samenhang tussen roterend transport en horizontaal transport zodanig dat er een eendimensionaal transport mogelijk is, zonder noemenswaardige krachten, behalve transportkrachten, uit te oefenen op het te om sluiten voorwerp.

De genoemde patenten maken alle gebruik van een sluitmechanisme dat een stuk tape op twee delen van de zelfklevende zijde op elkaar laat sluiten. De hier beschreven vinding doet niet anders. Echter de genoemde octrooien maken slechts gebruik van een enkel sluitmechanisme met behulp van bijvoorbeeld een veer in samenwerking met het sterwiel. Het blijkt in de praktijk bij hoge snelheden matig betrouwbaar. Elkeen die bij de groenteafdeling van een supermarkt zijn zakken heeft gesloten zal hebben bemerkt dat falen van een dergelijk eenvoudig mechanisme regelmatig voorkomt. De vinding voorkomt dit probleem door een voorsluiting te realiseren, welke de tape voor een deel op elkaar kleeft. Dit voorkomt falen van het voortgaande sluiten door middel van het roterend transportmechanisme.

In een groot aantal octrooien is de actuator de mens, die het voorwerp, meestal een zak, door het mechanisme beweegt. De kracht om het voorwerp in een opnameopening te drukken wordt door de mens uitgeoefend. In diverse octrooien zoals hierboven genoemd wordt een mechanisme ingezet teneinde een bundel bloemen of anderszins voorwerp in een opnameopening te drukken teneinde een begin van omsluiting van tape te bewerkstelligen. Hierbij is geenszins de sluitkracht constant bij variërende diameter dan het te omsluiten artikel. In de onderhavige vinding vindt een vergelijkbare aandrukking plaats, echter is hier een combinatie gezocht met het voorsluiten, namelijk een nadrukker die beide functies tegelijkertijd vervult. Dat heeft als voordeel dat grote variaties in diameter of afmeting van het te omsluiten voorwerp kunnen worden opgevangen zonder dat geweld wordt aangedaan aan de ingestelde sluitkracht.

In een uitvoeringsvorm bestaat de inrichting volgens de uitvinding minimaal uit een transportwiel (1) met opnameopeningen (2) welke zodanig van vorm zijn en zodanig in het wiel zijn georiënteerd dat transport van een voorwerp (16) door dit wiel (1) in samenwerking met een horizontaal transportsysteem (7) voor een lineair transport zorgt waarbij geen andere krachten dan transportkrachten op het voorwerp worden uitgeoefend.

In een uitvoeringsvorm vindt tijdens transport een bewerking plaats aan het voorwerp, waarbij de bewerking het eenmalig omsluiten met tape is, in het bijzonder het omsluiten met zelfklevende tape van een bos bloemstelen, waarbij onder de bos ook uit een enkele steel kan worden verstaan.

In een uitvoeringsvorm is het transportwiel uitgevoerd met een zodanig aantal opnameopeningen dat invoer- en uitvoerpositie tegelijkertijd mogelijk zijn, zoals aangegeven in figuur 3.

In een uitvoeringsvorm bevat het transportwiel een aantal opnameopeningen waarvan de centrale assen met elkaar zijn te verbinden tot een driehoek of veelhoek.

In een uitvoeringsvorm vindt een omsluiting van de tape plaats door een primaire aandaikker in combinatie met een secundaire aandrukken

In een uitvoeringsvorm is de secundaire aandrukker zodanig afgesteld dat elke variatie van de bundeldikte wordt toegestaan met als maximum de grootte van de opnameopeningen.

In een uitvoeringsvorm vindt het aan elkaar kleven van de tapeeinden plaats door een voorsluiter, welke tevens secundaire aandrukker is, en een nasluiting door middel van een rotatie van het wiel.

In een uitvoeringsvorm kan de bos bloemen omgeven zijn door een hoes.

In een uitvoeringsvorm kan een extra voorwerp worden ingesloten door de tape.

In figuur 1 is de vinding schematisch weergegeven. De hoofdbestanddelen bestaan uit zes elementen. Ten eerste een transportwiel 1 met opnameopeningen 2 welke draait rond een as 3 welke is opgenomen in een frame. Het frame is niet getekend. In het volgende wordt bij vermelding van frame hetzelfde frame bedoeld als waarin het transportwiel is opgenomen. Ten tweede een transportmechanisme 7, welke in combinatie met transportwiel 1 voor horizontaal transport zorgt langs een bewerkingsstation. Het frame van het transportmechanisme 7 kan onderdeel uitmaken van het frame dat de vinding bevat, maar dat hoeft niet noodzakelijk zo te zijn. Ten derde een ketting 4, aangedreven door kettingwielen 5. Op de ketting zijn primaire aandrukvingers 6 opgenomen. De kettingwielen zijn met hun as 5 opgenomen in het frame. Ten vierde een opname voor een rol zelfklevende tape 8, welke roteert om as 9. Er vindt zodanige geleiding langs geleiders 10 plaats dat de klevende zijde 11 gericht is zoals in de tekening is aangegeven. Een aangevoerd product 16 door middel van transportmechanisme 7 in de richting van pijl T zal tegen de kleefkant van de tape worden aangevoerd. De as 9 en de geleiders 10 zijn opgenomen in het frame. Ten vijfde een secundaire aandrukker, alsmede voorklever 12, welke wordt aangedreven door middel van een eenvoudig mechanisme 13, welke roteert rond as 3 door middel van een schematisch aangegeven bekrachtiger 14. Ten zesde een aandrukmechanisme 17, welke bedoeld om een stuk zelfklevend tape vast te houden tussen genoemd aandrukmechanisme 17 en wiel 1. De aandrukkracht is variabel in te stellen door middel van veer 18. Ten zesde een snij mechanisme 19, bekrachtigd door een actuator 20, welke de tape doorsnijdt op het geschikte moment. Hiertoe zijn sparingen 21 in het wiel aangebracht, op regelmatige afstand van elkaar, net zoveel als er opnameopeningen 2 zijn. Het aandrukmechanisme 17 en snij mechanisme 19 zijn opgenomen in het frame.

De aangegeven richtingen T en R van transportmechanisme 7 en wiel 1 kunnen vanzelfsprekend anders zijn, echter zolang de samenwerking van transport 7 en wiel 1 de door de uitvinding bedoelde uitkomst biedt, namelijk lineair transport zonder krachtuitoefening behalve transportkrachten, op het te bewerken voorwerp.

De aandrijving van de aandaikvingers 6 kan evident ook plaats vinden door een ander mechanisme dan een ketting 4. De wijze van aandnikken is niet essentieel voor deze vinding, wel dat er wordt aangedrukt op een instelbare wijze. Het aantal kettingwielen 5 is hier drie, maar kan elk aantal zijn, evenals het aantal aandaikvingers 6. Een en ander is afhankelijk van normale constructekeuzen.

Hier is gekozen voor een aandrijving met behulp van een ketting 6, welke typisch een afstand aflegt per slag gelijk aan een derde van de lengte van de ketting. De aandrukker alsmede voorklever 12 behoeft niet noodzakelijkerwijs te roteren rond as 3. Een en ander kan zodanig worden geconstrueerd dat de functies van aandrukker/voorklever worden vervuld zonder dat de rotatie rond as 3 plaats vindt. De wijze van bekrachtigen kan, gezien de stand van de techniek op velerlei wijzen. Het horizontaal transport 7 kan worden verzorgd door elk daartoe geëigend mechanisme. In dit speciale geval, bij het transport van bloemen, is dit meestal een transportband met af standhouders.

De bewerking die hier door de zes samenwerkende delen wordt bedoeld is het sluiten van een tape rond een voorwerp, in dit geval speciaal een bos bloemen. Onder een bos kan ook een enkele steel worden verstaan. De bos kan omsloten zijn door een ander voorwerp, in dit speciale geval een hoes. Ook kan er samenvoeging plaatsvinden van een of meer voorwerpen die mede met het produkt 16 dient of dienen worden samengevoegd door middel van tape 8.

De samenwerking van de zes genoemde hoofddelen is als volgt te verklaren. In de eerste plaats wordt de samenwerking van wiel 1 en transport 7 verklaard in figuur 2. Het wiel 1 is met vijf posities 30,31,32,33,34 aangegeven, telkens dertig booggraden gedraaid. De nummers corresponderen ook met de positie van het voorwerp 16. Het horizontale transport voert het produkt 16 binnen in een van de opnameopeningen 2. Hier wordt het produkt aangedrukt door vooraandrukker 6 tot een positie zoals in positie 30 van het wiel is aangegeven. Minder ver dan deze positie is eveneens mogelijk en meestal wenselijk, afhankelijk van de juiste afstelling van het samenwerkende systeem. Het tape 8 wordt hiermee aangespannen. Voor deze figuur is dat secundair. Primaire doel van figuur 2 is te verklaren dat in elke positie van het wiel de randen van opnameopeningen 2 geenszins het produkt 16 behoeven te raken. Bij goede afstelling van beide transporten 7 en 1 kan produkt 16 ongehinderd passeren. Een en ander is mogelijk doordat, in tegenstelling tot de genoemde octrooien de opnameopeningen 2 niet radiaal, maar meer richting tangent zijn gericht. Dit op zodanige wijze dat de genoemde ongehinderde passage van produkt 16 langs een horizontale lijn mogelijk wordt. Speciaal is dit weergegeven in figuur 3. Hierin is te zien, dat de middellijnen van de opnameopeningen 2 tezamen een driehoek vormen. Bij meer opnameopeningen wordt dit een vierhoek, respectievelijk een veelhoek. Essentieel is het niet, zolang de genoemde functie van ongehinderde doorgang wordt gerealiseerd. Een en ander kan meer in detail worden aangepast met behulp van de aangepaste lijnen 27 en 28 van de opnameopeningen 2. Hierin zijn vele variaties mogelijk.

Het is evident dat de maximale afmeting van produkt, in casu doorsnede van de bos stelen van bloemen beperkt wordt door de afmeting van opnameopeningen 2. Deze zijn echter naar believen aan te passen.

Met behulp van de volgende figuren 4 t/m 7 wordt de werking van het apparaat nader verklaard. In de figuren is de tape veelal los van andere elementen getekend ten einde een en ander te verduidelijken.

In figuur 4 is te zien dat het te bewerken voorwerp 16 tegen de klevende zijde 11 van de tape is getransporteerd door horizontaal transport 7.

In figuur 5 is te zien dat dan primaire aan drukvingers 6 in actie komen en het voorwerp in een opnameopening 2 drukt, waarbij het tape 8 zich gedeeltelijk rondom het voorwerp sluit. De afgelegde weg van de primaire aandrukvingers 6 laat zich door bekende technieken instellen.

In figuur 6 is te zien dat hierna de secundaire aandrukker 12 in actie komt met een slag voorbij de opnameopening 2. De secundaire aandrukker 12 functioneert tegelijkertijd als een voorklever, welke een deel van de klevende zijden 11 van het tape 8 aan elkaar kleeft zover als de slag voorbij opnameopening is ingesteld. Hierdoor wordt een storingsarme werking gegarandeerd.

In figuur 7 is te zien dat het transportwiel 1 over een hoek is gedraaid. Zover dat snij opening 21 zich voor mes 19 bevindt. Door de draaiing is de tape verder aan elkaar gekleefd tot snij opening 21. Het mes slaat in en de tape wordt afgesneden. Er volgt verder transport met behulp van transportwiel 1 en horizontaal transport 7, totdat de volgende opnameopening 2 zich in de startpositie bevindt. De cyclus kan worden herhaald.

Claims (14)

1. Inrichting voor het omsluiten van een voorwerp met een zelfklevende tape, welke inrichting minimaal bestaat uit: - een draaibaar transportwiel (1) met opnameopeningen (2) voor de opname van het voorwerp, welke opnameopeningen niet radiaal maar meer richting tangent zijn gericht, - een horizontaal transportsysteem voor een lineair transport van het voorwerp naar in een opnameopening van het transportwiel en tegen een klevende zijde van de tape aan, waarbij de opnameopeningen (2) van het wiel (1) in samenwerking met het horizontaal transportsysteem (7) een door het transportwiel ongehinderde doorgang van het voorwerp langs een horizontale lijn (16) door het transportwiel mogelijk maken.

2. Inrichting voor het omsluiten van een voorwerp met een zelfklevende tape, welke inrichting minimaal bestaat uit: - een draaibaar transportwiel (1) met opnameopeningen (2) voor de opname van het voorwerp, - een horizontaal transportsysteem voor een lineair transport van het voorwerp naar in een opnameopening van het transportwiel en tegen een klevende zijde van de tape aan, waarbij de opnameopeningen niet radiaal maar meer richting tangent zijn gericht en zodanig van vorm zijn dat het horizontaal transportsysteem het voorwerp (16) lineair door dit wiel (1) heen kan transporteren.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij tijdens transport een bewerking plaats vindt aan het voorwerp.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de bewerking in het bijzonder het eenmalig omsluiten met tape is.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de bewerking in het bijzonder het omsluiten met zelfklevende tape van een bos bloemstelen is.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opnameopeningen (2) randen hebben die, in elke positie van het wiel, het voorwerp geenszins raken.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opnameopeningen (2) elk een rand hebben die in een draaipositie van het wiel een zelfde vlak ligt als de bovenzijde van het horizontale transportsysteem (7).

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de openingen van het transportwiel zo zijn ingericht dat wanneer een opnameopening met zijn rand in hetzelfde vlak ligt als de bovenzijde van het horizontale transportsysteem, een voorwerp dat in een in draairichting voorgaande opnameopening is gelegen horizontaal in de transportrichting uit die voorgaande opnameopening kan worden bewogen door het transportsysteem.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het transportwiel (1) een aantal opnameopeningen (2) bevat waarvan de centrale assen met elkaar zijn te verbinden tot een driehoek of veelhoek.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij voorzien van een primaire aandrukker (6) voor het in een opnameopening (2) drukken van een voorwerp waarbij de tape zich gedeeltelijk rondom het voorwerp sluit, en verder voorzien van een secundaire aandrukker (12) ingericht om een slag voorbij de opnameopening te maken, zodat een omsluiting van de tape plaats vindt door de primaire aandrukker (6) in combinatie met de secundaire aandrukker (12).

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de secundaire aandaikker zodanig is afgesteld dat elke variatie van de bundeldikte wordt toegestaan met als maximum de grootte van de opnameopeningen (2).

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het aan elkaar kleven van de tapeeinden plaats vindt door een voorsluiter (12), welke tevens secundaire aandrukker is, en een nasluiting plaats vindt door middel van een rotatie van het wiel (1).

13. Inrichting volgens conclusie 12, verder omvattend een aandrukmechanisme (17) ingericht voor het vasthouden van een stuk van de zelfklevende tape tussen het aandrukmechanisme en het wiel.

14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het voorwerp een door een hoes omgeven bos bloemen is.