NL9201954A - Inrichting voor het behandelen van folieachtig materiaal. - Google Patents

Description

Inrichting voor het behandelen van folieachtig materiaal

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het behandelen van folieachtig materiaal, zoals het openen en/of sluiten van pakpapier om een voorwerp, welke inrichting een steun voor het voorwerp omvat alsmede een ten opzichte van de steun beweegbaar behandelingstoestel.

Er zijn in de markt inrichtingen bekend om het foliemateriaal om een voorwerp te ontpakken of te wikkelen, bijvoorbeeld pakpapier om een voorwerp bestaande uit een groot aantal tot een cilindrische vorm gegroepeerde stapel deksels voor conservenblikken, die aan de fabrikant voor het vullen van de conservenblikken zijn aangeboden en die voor verdere verwerking dienen te worden ontpakt. Dit ontpakken gebeurt veelal omslachtig en met dure machines.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen, welke bijzonder goedkoop en doeltreffend werkt.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat het behandelingstoestel is voorzien van een over het foliemateriaal beweegbare drager met althans een wielpaar, waarvan de draaiingsas van de wielen een hoek insluiten, een en ander zodanig dat bij die beweging van de drager de wielomtrek op het foliemateriaal een naar elkaar toe en/of van elkaar af gerichte kracht uitoefenen teneinde een sluitende of openende werking op het foliemateriaal te bewerkstelligen.

Dankzij de scheefgestelde wielen van het paar wordt het folieachtige materiaal rond het pakket vervormd tot een plooi of vouw, welke door bijvoorbeeld een snijorgaan gemakkelijk is te doorsteken, waarmee het verpakkingsmateriaal kan worden doorgesneden. Daartoe is de inrichting als extra van een snijmes met een omhooggerichte snijkant uitgevoerd.

Anderzijds is het mogelijk om een dergelijk vervormd voorwerp van cilindrische gestalte te verpakken in folie- materiaal, waartoe de scheefgestelde wielen van het paar het folie om het voorwerp kan samentrekken, waarna de randen op elkaar kunnen worden gehecht, bijvoorbeeld door een volgens de uitvinding in de drager aangebracht hechtorgaan. Dit hechtorgaan kan een lijmpistool zijn of dergelijke.

In een uitvoeringsvorm ligt het voorwerp op een steun, waarbij boven de steun parallel daaraan een geleiding is aangebracht voor het geleiden van een slede, waaraan verend de drager is opgehangen. De drager heeft aldus altijd nauwsluitend contact met het oppervlak van het verpakkings-papier, waardoor de gewenste vervorming c.q. straktrekking kan plaatsvinden.

In een andere uitvoeringsvorm is de inrichting symmetrisch uitgevoerd, zodat in twee bewegingsrichtingen langs de geleiding kan worden gewerkt, waardoor de doeltreffendheid van de inrichting wordt verhoogd.

Ook andere voorwerpen dan cilindrische voorwerpen kunnen worden behandeld door de door de uitvinding voorgestelde inrichting.

Bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding geschikt voor het ontpakken van een cilindrisch gevormd voorwerp, fig. 2 een staande doorsnede volgens de pijl II-II in fig. 1, fig. 3 een perspectivisch bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, overeenkomstig het perspectief in fig. 1, echter met weggebroken geleiding, fig. 4 een met fig. 3 overeenkomend perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, echter gebruikt als verpakkingsinrichting.

In fig. l is met het cijfer 1 een steun aangegeven voor een voorwerp V, welke steun hier bestaat uit een twee- tal parallelle profielen van willekeurige aard, aangepast aan het te ondersteunen voorwerp. De afstand tussen de twee profielen 2 is zodanig dat het cilindrisch gevormde voorwerp V enigszins daartussen komt te liggen.

Aan de bovenzijde van de steunen 1 en parallel daaraan, dat wil zeggen parallel aan de profielen 2 is een geleiding 3 aangebracht, waarlangs een slede 4 althans in de richting van de pijl PI beweegbaar is, welke beweging door niet nader getoonde aandrijfmiddelen tot stand kan worden gebracht.

Aan de onderzijde van de slede 4 is een drager 5 aangebracht, welke drager is voorzien van een nok 6, welke scharnierbaar aan de slede 4 is gelagerd. Aan de ten opzichte van de bewegingsrichting PI voorste zijde is de drager 5 geleid door een staande pen 7, waaromheen een drukveer 8 is aangebracht. De drager 5 is tevens aan de voorzijde voorzien van een paar loopwielen 9, waarvan de bijzonderheid is dat de rotatieas van elk wiel een bepaald van 90° afwijkende hoek insluit met de geleiding 3 of de voortbewegingsrichting PI. De hoek is zodanig dat de twee wielen in bovenaanzicht gezien convergerend zijn opgesteld ten opzichte van de voortbewegingsrichting PI.

Aan de onderzijde van de drager 5 is een snijorgaan 10 in de vorm van een mesblad met een omhooggerichte snede 11 aangebracht.

De inrichting zoals getoond in fig. 1 werkt als volgt:

Bij de beweging van de slede 4 in de richting van de pijl PI en het aanbrengen van een voorwerp V op de steun 1, zal de omtrek van elk loopwiel 9 op het oppervlak van het pakpapier A rond het voorwerp V rusten. De drukkracht wordt verhoogd door de drukveer 8 rond de pen 7, waardoor een stevig contact tussen de loopwielen 9 en het pakpapier A wordt bewerkstelligd. Bij de beweging van de slede 4 in de richting van de pijl PI zullen de wielen 9 een wrijvende werking op het pakpapier uitoefenen en wel door de convergerende stand daarvan naar boven toe, dat wil zeggen naar het gebied tussen de wielen 9. Daardoor ontstaat er een plooi of vouw B in het pakpapier, zodanig dat het mesblad 10 deze plooi kan insnijden zonder het in het pakpapier aanwezige voorwerp V te raken. Door deze beweging zal de snijrand 11 van het mesblad 10 het papier doorsnijden. Bij een volledige beweging langs het pakket wordt het pakpapier of ander foliemateriaal volledig doorgesneden en verwijderd van het voorwerp.

In fig. 3 is een dubbele uitvoering getoond, waarbij de drager 5 uitgevoerd is met een dubbel paar loopwielen 9 aan weerseinden daarvan. De loopwielen van elk paar staan divergerend naar buiten gericht in de richting van de pijl PI respectievelijk P2, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de drager 5 aan een overeenkomstige snede 4 rond de geleiding 3 is opgehangen. Een en ander betekent dat de in fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm in twee richtingen, dat wil zeggen PI respectievelijk P2 te gebruiken valt met dezelfde snijwijze van het rond een voorwerp aangebracht pakpapier. Bovendien zullen in deze uitvoering de telkens achterste wielen het pakpapier spreiden.

In fig. 4 is een inrichting getoond, waarmee het in dit geval eveneens cilindrisch gevormde voorwerp kan worden gewikkeld in een folie A.

Hierbij wordt weer gebruik gemaakt van een drager 5, welke aan een niet getoonde geleiding is opgehangen en welke is voorzien van een tweetal paren wielen 9, die echter dezelfde divergentie ten opzichte van de voortbewegingsrich-tingspijl PI hebben. Het voorste paar wielen zal de twee randstrookzones van het reeds gedeeltelijk om het voorwerp V aangebrachte pakpapier A aangrijpen en naar binnen toe omhoogtrekken. Vervolgens wordt door een hechtorgaan 20 in de vorm van een lijmrol de ene randstrook voorzien van een hechtmiddel, waarna de andere randstrook daaroverheen kan worden gevouwen, hetgeen wordt bevorderd door het tweede paar loopwielen 9. Een aandrukrol 21 verzorgt de definitieve hechting. Het voordeel van de toepassing van de scheefgestelde loopwielen 9 is dat het pakpapier stevig rond het voorwerp V wordt getrokken en vastgehecht.

De uitvinding is niet beperkt tot de toepassing van cilindrisch gevormde voorwerpen. Het is zelfs mogelijk om met de getoonde inrichting foliemateriaal, dat op een vlak voorwerp ligt, aan te pakken en vast te trekken.

Voorts kan de drager vast zijn opgesteld en de steun voor het voorwerp beweegbaar zijn.

Claims (7)

1. Inrichting voor het behandelen van folieachtig materiaal, zoals het openen en/of sluiten van pakpapier om een voorwerp, welke inrichting een steun voor het voorwerp ! omvat alsmede een ten opzichte van de steun beweegbaar behandelingstoestel, met het kenmerk, dat het behandelings-toestel is voorzien van een over het foliemateriaal beweegbare drager met althans een wielpaar, waarvan de draaiingsas van de wielen een hoek insluiten, een en ander zodanig dat bij die beweging van de drager de wielomtrek op het foliemateriaal een naar elkaar toe en/of van elkaar af gerichte kracht uitoefenen teneinde een sluitende of openende werking op het foliemateriaal te bewerkstelligen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drager is voorzien van een snijorgaan, hetwelk zich ten opzichte van de bewegingsrichting achter het wielpaar bevindt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het snijorgaan een loodrecht op het foliemateriaal staand mesblad is met een van het foliemateriaal af gerichte snede.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drager is voorzien van een hechtorgaan dat zich ten opzichte van de bewegingsrichting achter het wielpaar bevindt .

5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat twee paar wielen zijn aangebracht op de drager, alsmede een tussen de wielparen aangebracht snijorgaan met twee van elkaar af gerichte sneden.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drager verend aan een geleiding is opgehangen, welke geleiding zich parallel aan de steun voor het voorwerp uitstrekt.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de drager op afstand van het wielpaar is voorzien van een drukrol.