NL1041307B1 - A large rigid liquid containment system with internal non-rigid flexible multiple liquid holders, in order to store, possibly different, liquids separately and simultaneously, and allow for volume mutations independently of each stored liquid without operational and safety restrictions. - Google Patents

Claims (6)

1. Een niet - vervormbare geconstrueerde houder voor het opslaan van vloeistoffen met daarin twee of meer vervormbare vloeistofhouders of houder(s) met meer dan één compartiment, met variabele volumes, die zijn geplaatst en geïntegreerd in de geconstrueerde houder , zoals een opslagtank of grot die beschikbaar is of onderdeel van een grotere installatie zijn, zoals een tank terminal of grottenstelsel, via verbindingsleidingen, instrumentatie en veiligheidsinrichtingen, waarbij elke vloeistofhouder of compartiment een voor die houder of compartiment specifieke vloeistof kan bevatten, welke zowel in samenstelling en of het volume van vloeistoffen die mogelijk wordt gehouden, opgeslagen in de andere houders of compartimenten daarin binnen diezelfde geconstrueerde houder welke vanwege deze voorzieningen en vloeistofdichte verbindingen continue , langdurige operaties mogelijk maken, inclusief frequente volume veranderingen in iedere houder of compartiment door gecontroleerde vloeistof in- en uitstroom, op een verantwoorde veilige en milieu beschermende wijze; de membranen van de vervormbare vloeistofhouders of compartimenten daarvan zijn ontworpen en gedimensioneerd op een zodanige wijze ten opzichte van de geconstrueerde houder, dat de vloeistof op natuurlijke wijze wordt gepositioneerd op het laagste zwaartepunt in de houder of compartiment zoals toegestaan en beperkt door de niet elastische eigenschappen, de vorm en afmetingen van het gebruikte membraanmateriaal van de houder; de vloeistofhouders of compartimenten drukken via een relatief dunne laag water tegen de binnenwand van de geconstrueerde houder vanwege de hydrostatische druk van de opgeslagen vloeistof , waar dergelijke spleten tussen de binnenwand van de geconstrueerde houder en de buitenwand van een vloeistof houders of compartiment daarvan beschikbaar zijn; de overige delen van de vloeistofhouders of compartimenten die zich niet nabij en niet gescheiden door een dunne waterlaag van de binnenste wand van de geconstrueerde houder bevinden, zullen stijf zijn tijdens alle vloeistofhoudende functies van houders of compartimenten daarvan bij voorkeur met gebruikmaking van driedimensionale materialen die door opblazen vormvast en stijf worden; met het kenmerk, dat de vloeistofhouders of compartimenten daarvan in volume veranderen, evenredig en tegelijkertijd met de hoeveelheid vloeistof die wordt verwijderd uit of toegevoegd aan de houder of compartiment zonder dat er lucht of damp, mogelijk afkomstig van de opgeslagen vloeistof, in komen, ontstaan of aanwezig kan zijn in deze houders of compartimenten daarvan, en dat de vloeistof houders of compartimenten daarvan in volume kunnen variëren van 0-100% van het geconstrueerde houder volume, zodat de operationele en commerciële flexibiliteit van de geconstrueerde houder en elke vloeistofhouder of compartiment daarvan optimaal benut kan worden, terwijl er een extra overvul-beveiliging van de geconstrueerde houder zodanig dat het totale volume van de vloeistof houders of compartimenten daarvan niet en nooit meer dan 100% van het volume van de geconstrueerde houder kan worden, en dat de vloeistofhouders of compartimenten daarvan zijn vervaardigd van een materiaal dat chemisch bestand is tegen de vloeistof die zich in de houder zal kunnen gaan bevinden en niet of nauwelijks permeabel is, en dat de vloeistofhouders of compartimenten daarvan het contact tussen de opgeslagen vloeistoffen en de binnenwand van de geconstrueerde houder wordt voorkomen zodat delen van de geconstrueerde houder die gevoelig zijn voor corrosie worden beschermd tegen dergelijke corrosie vooral wanneer de opgeslagen vloeistof daartoe zou bijdragen en zodanig dat het reinigen van de binnenwand van het houder nauwelijks of helemaal niet nodig meer nodig is, vanwege het ontwerp, de constructie en de geïntegreerde installatie van de vloeibare houders of compartimenten daarvan in de geconstrueerde houder, en dat de vloeistofhouders of compartimenten daarvan enige en alle lucht gescheiden houden van de opgeslagen vloeistoffen vanwege hun ontwerp, bouw en hun geïntegreerde installatie in de geconstrueerde houder waarvan deze deel uitmaken, en ervoor zorg dragen dat er geen componenten of elementen die aanwezig kunnen zijn in de lucht, kunnen migreren in of reageren met de vloeistoffen en dat de vloeistoffen geen componenten kunnen overdragen aan eventueel aanwezige lucht in de geconstrueerde houder door bijvoorbeeld verdamping, en dat de vloeistofhouders of compartimenten daarvan kunnen worden ingebracht in of verwijderd uit zowel nieuwe als bestaande geconstrueerde houders, terwijl de geconstrueerde houders ook een veilige toegang voor mensen wanneer daartoe protocollen die de veiligheid waarborgen nageleefd worden.

2. Vloeistofhouders of compartimenten daarvan volgens conclusie 1, waarbij de vloeibare houders of compartimenten daarvan gefixeerd zijn in de geconstrueerde houder, zodanig dat geen of minder materiaal van de houder beweegt langs de binnenwand van, en beter gepositioneerd blijft in de geconstrueerde houder.

3. Vloeistofhouders of compartimenten daarvan volgens conclusie 1 en 2, waarbij een niet op water reagerende vloeistofdetectie wordt toegevoegd tussen de vloeibare houders of compartimenten daarvan en de geconstrueerde houder, waardoor eventuele lekken of andere vochtverlies van een houder kan worden gedetecteerd voordat dit kan leiden tot een lek of verlies van vloeistof van de geconstrueerde houder naar de externe omgeving.

4. Vloeistofhouders of compartimenten daarvan volgens conclusie 1, 2 en 3, waarbij balg- type appendages verbonden zijn aan enerzijds de vloeistofhouders of compartimenten daarvan en anderzijds aan een vaste verbinding met de geconstrueerde houder, tevens zijn verbonden met een gesloten (lucht) voorraadvat met veranderlijk volume gepositioneerd binnen de geconstrueerde houder, zodanig dat lucht of damp in de balg-type verbindingen wordt verplaatst van of naar dit (lucht) voorraadvat bij een volumeverandering van de vloeistof.

5. Vloeistofhouders of compartimenten daarvan volgens conclusie 1, 2, 3 en 4, waarbij de vloeistofhouders of compartimenten daarvan voorzien zijn van één of meer opblaasbare houders of kamers onderdeel vormend van de vloeistofhouder, ontworpen en uitgevoerd, zodanig dat mogelijk oncontroleerbare externe waterstromen die uitmonden in de geconstrueerde houder op een gewenste manier worden afgevoerd of zodanig dat de afvoer van opgeslagen vloeistof uit een vloeistofhouder of compartiment daarvan kan worden gedaan met een minimaal vereiste snelheid.

6. Vloeistofhouders of compartimenten daarvan volgens conclusie 1, 2, 3, 4 en 5, die in een zwevende toestand binnen de geconstrueerde houder drijven als gevolg van de met voldoende water gevulde toestand van de geconstrueerde houder en het bestaan van een dunne waterlaag tussen de buitenste membranen van de vloeistofhouders of compartimenten daarvan en de binnenste wand van de geconstrueerde houder welke waterlaag mogelijk kan bestaan vanwege een bekleding van de binnenwand van de geconstrueerde houder met een laag zeer open, uit dun draad opgebouwd, materiaal