NL1041123B1 - Inrichting en werkwijze voor het op een pen rijgen van voedselstukjes. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het op een pen rijgen van voedselstukjes. Download PDF

Info

Publication number
NL1041123B1
NL1041123B1 NL1041123A NL1041123A NL1041123B1 NL 1041123 B1 NL1041123 B1 NL 1041123B1 NL 1041123 A NL1041123 A NL 1041123A NL 1041123 A NL1041123 A NL 1041123A NL 1041123 B1 NL1041123 B1 NL 1041123B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pin
receiving space
slide
support
stop
Prior art date
Application number
NL1041123A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1041123A (nl
Inventor
Slob Willem
Original Assignee
Slob Willem
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Slob Willem filed Critical Slob Willem
Priority to NL1041123A priority Critical patent/NL1041123B1/nl
Publication of NL1041123A publication Critical patent/NL1041123A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1041123B1 publication Critical patent/NL1041123B1/nl

Links

Landscapes

  • Food-Manufacturing Devices (AREA)

Abstract

Inrichting voor het op een pen rijgen van voedselstukjes, omvattend een houderlichaam met een langwerpige opneemruimte voor voedselstukjes, een schuif en een geleiding voor de schuif waarlangs de schuif heen en weer verplaatst kan worden naar het houderlichaam toe en weer daarvanaf, waarbij de schuif voorzien is van een eerste steun voor een eerste eindgedeelte (vrije eindgedeelte) van de pen en van een meevoerder voor dat eindgedeelte, waarbij het houderlichaam voorzien is van een tweede steun voor het tegengestelde, tweede eindgedeelte (insteekeindgedeelte) van de pen, waarbij de schuif voorzien is van één of meer greepvlakken voor een hand van een gebruiker voor de heen en weer verplaatsing van de schuif.

Description

Inrichting en werkwiize voor het od een pen riiaen van voedselstukjes ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het op een pen rijgen van voedselstukjes. De voedselstukjes kunnen stukjes viees, kip, vis, groente, en dergelijke zijn, eventueel in combinaties. De pennen kunnen houten, metalen of kunststof pennen zijn, geheel recht, al dan niet met aan een insteekeind een punt. Het van het insteekeind afgekeerde eind kan recht zijn of voorzien zijn van een greepdeel, zoals een omgebogen eindgedeelte of een ring of een plaatje. Voorbeelden zijn satéstokjes, brochettes, kebabs of skewers.
Er bestaan machines voor het in grote aantallen produceren van pennen met daarop geregen voedselstukjes. Deze partijen zijn vooral bestemd voor supermarkten en horecagroothandel.
Bij kleinschalige bedrijven zoals slagerijen en cafetaria’s is de vraag naar dergelijke producten zeer variabel en onregelmatig. Uit oogpunt van hygiene en productkwaliteit is het ongewenst om een grote voorraad aan te houden. Het rijgen van voedselstukjes op een pen met de hand kan lastig zijn. Er bestaat daarbij een risico op verwonding. Voorts is er vanwege mogelijke verschillende soorten voedsel kruisbesmetting mogelijk.
Er bestaat daarom behoefte aan een inrichting waarmee men in een slagerij of cafetaria op veilige en eenvoudige wijze een op de bedrijfsvoering aangepaste kleine voorraad pennen met daarop geregen voedselstukjes gemaakt kan worden. Er bestaat voorts behoefte aan een inrichting waarmee op veilige en eenvoudige wijze vrijwel direct op vraag een pen met daarop geregen voedselstukjes gemaakt kan worden.
Een vergelijkbare behoefte bestaat er voor particuliere huishoudens, voor het incidenteel maken van pennen met daarop geregen voedselstukjes, bijvoorbeeld direct voorafgaande aan een barbecue.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de uitvinding is een inrichting voor het op een veilige wijze op een pen rijgen van voedselstukjes te verschaffen.
Een doel van de uitvinding is een inrichting voor het op een beheerste wijze op een pen rijgen van voedselstukjes te verschaffen.
Een doel van de uitvinding is een inrichting voor het op een pen rijgen van voedselstukjes te verschaffen die eenvoudig te bedienen is.
Een doel van de uitvinding is een inrichting voor het op een pen rijgen van voedselstukjes te verschaffen die compact is.
Een doel van de uitvinding is een inrichting voor het op een pen rijgen van voedselstukjes te verschaffen die makkelijk verplaatsbaar is en/of makkelijk op te bergen is.
Een doel van de uitvinding is een inrichting voor het op een pen rijgen van voedselstukjes te verschaffen die eenvoudig schoon te maken is.
Een doel van de uitvinding is een inrichting voor het op een pen rijgen van voedselstukjes te verschaffen waarmee in uiterlijk aantrekkelijke producten worden verkregen.
Een doel van de uitvinding is een inrichting voor het op een pen rijgen van voedselstukjes te verschaffen waarmee kwalitatief hoogwaardige producten worden verkregen.
Een doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen voor het op een pen rijgen van voedselstukjes.
Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een inrichting voor het op een pen rijgen van voedselstukjes, omvattend een houderlichaam met een langwerpige opneemruimte voor voedselstukjes, een schuif en een geleiding voor de schuif waarlangs de schuif heen en weer verplaatst kan worden naar het houderlichaam toe en weer daarvanaf, waarbij de schuif voorzien is van een eerste steun voor een eerste eindgedeelte (vrije eindgedeelte) van de pen en van een meevoerder voor dat eindgedeelte, waarbij het houderlichaam voorzien is van een tweede steun voor het tegengestelde, tweede eindgedeelte (insteekeindgedeelte) van de pen, waarbij de schuif voorzien is van één of meer greepvlakken voor een hand van een gebruiker voor de heen en weer verplaatsing van de schuif.
Hiermee kan een gebruiker, zoals een slagermedewerker, op veilige en beheerste wijze met de hand een pen met daarop geregen voedselstukjes maken. Na het plaatsen van de pen en het plaatsen van de voedselstukjes in de opneemruimte kan hij of zij met de ene hand het houderlichaam vasthouden en met de andere hand de schuif bedienen, waarbij de meevoerder er voor zorgt dat de pen meebeweegt en de pen in de langwerpige reeks voedselstukjes wordt gedwongen. Het hoeft niet nodig te zijn de inrichting vast te zetten op een ondergrond. De inrichting kan beperkt in omvang zijn en eenvoudig worden opgeborgen.
In een uitvoering vormt de meevoerder op de schuif een eerste penaanslag voor het vrije uiteinde van het eerste eindgedeelte van de pen. Hierdoor wordt het proces van het in de voedselstukjes dwingen van de pen bevorderd, terwijl voorts het plaatsen van de pen wordt vergemakkelijkt, waarbij bijvoorbeeld eerst het vrije penuiteinde tegen de eerste penaanslag wordt geplaatst en de pen dan neerwaarts wordt gekanteld. De eerste penaanslag biedt voorts een zekere referentie voor dat vrije uiteinde, waardoor het mogelijk is om in afstemming op een standaardlengte van de pen de positie van het insteekuiteinde van de pen te bepalen, bijvoorbeeld op een afstand van enkele mm vanaf de opneemruimte.
In een uitvoering strekt de schuifgeleiding zich uit tussen het houderlichaam en een op afstand daarvan gelegen eerste schuifaanslag, zodat het terugbewegen van de schuif beheerst plaats kan vinden.
De beheersing van de schuifbeweging wordt voorts dan wel verder bevorderd indien het houderlichaam een tweede schuifaanslag vormt voor de schuif.
De stabiliteit van de pen wordt bevorderd indien de eerste steun een steunlengte heeft van meer dan 1 cm, bij voorkeur in het bereik van ongeveer 1 cm - ongeveer 6 cm. Daarbij wordt ook meer gemak verschaft bij het plaatsen van kortere pennen, omdat de schuif dan niet eerst over een afstand behoeft te worden opgeschoven om een steun te bieden aan het vrije uiteinde van de pen.
De eerste steun kan gleufvormig zijn.
In een uitvoering komt de tweede steun uit in de opneemruimte. De beheersing van het proces wordt verder bevorderd indien de tweede steun een geleiding vormt voor de pen.
In een eenvoudige uitvoering omvat de schuifgeleiding één of meer geleidingsstaven.
In een makkelijk uitneembare uitvoering, gunstig met het oog op reiniging, is de schuif losneembaar aangebracht op de schuifgeleiding, bij voorbeeld door oplegging. De schuif kan dan ook vervangen worden door een ander exemplaar, wanneer de vorm van het vrije eind of de lengte van de pen dat nodig maakt.
Voor eenvoudige plaatsing op een werkblad kan het houderlichaam voorzien zijn van een steunvlak voor ondersteuning van de inrichting op een horizontale ondergrond met de opneemruimte horizontaal. De inrichting kan dan ergonomisch gunstig geplaatst worden. Ook de voornoemde eerste schuifaanslag kan, in een uitvoering, deel uitmaken van een eindonderdeel van de inrichting dat tevens een steunvlak vormt voor de inrichting. De schuifgeleiding kan zich uitstrekken tussen het houderlichaam en het eindonderdeel.
Het plaatsen van de voedselstukjes in de opneemruimte kan met overzicht geschieden, alsook het rijgproces goed gevolgd worden, indien de opneemruimte open is in een richting afgekeerd van het steunvlak voor opname van de voedselstukjes.
Aanpassing aan de afmetingen van de voedselstukjes kan plaatsvinden wanneer de opneemruimte gevormd is door een inzetstuk dat op verwijderbare wijze aangebracht is in het houderlichaam. Er kan dan gebruik gemaakt worden van inzetstukken met opneemruimtes met verschillende lengte/diepte/breedte.
Alternatief kan een opneemruimte aangepast worden indien de inrichting volgens de uitvinding voorzien is van één of meer inzetstukken voor opname in de opneemruimte om de vorm en/of afmeting, in het bijzonder de lengte, daarvan in te stellen.
In een verdere ontwikkeling is de afstand van de meevoerder, in het bijzonder eerste penaanslag, tot het houderlichaam instelbaar. Hiertoe kan de inrichting inzetstukken omvatten die op de schuif te plaatsen zijn voor het instellen van de plaats van de eerste penaanslag. De inzetstukken kunnen bijvoorbeeld in/op de eerste steun geplaatst worden, bijvoorbeeld in voornoemde gleufvomnige eerste steun. De inzetstukken kunnen een reeks vormen met lengteverschillen van n x 3 cm.
In een veelzijdige uitvoering is het houderlichaam voorzien van twee opneemruimtes, aan tegengestelde zijden van het houderlichaam. De schuif kan in een uitvoering overeenkomstig omkeerbaar zijn, door losnemen en opnieuw op de geleiding plaatsen daarvan, of aan twee zijden voorzien zijn van de eerste steun, meevoerder, in het bijzonder eerste penaanslag, en van vanaf elk van de twee zijden met de hand aangrijpbare greepvlakken. Aan de zijde van de niet gebruikte opneemruimte vormen het steunlichaam en eventueel ook de schuifaanslag steunvlakken. De opneemruimtes kunnen verschillen in vorm en/of grootte. De inrichting kan gemakkelijk worden omgekeerd en klaargezet worden voor gebruik wanneer overgegaan moet worden op een product van een ander formaat.
In een verdere ontwikkeling is de afstand tussen de eerste penaanslag en het aan de zijde van de opneemruimte gelegen eind van de tweede steun grater dan een standaardlengte van een pen, gekozen uit de groep van 12 cm, 15 cm, 18 cm, 21 cm en 24 cm, en de afstand tussen de eerste penaanslag en het aan de van de opneemruimte afgekeerde zijde gelegen eind van de tweede steun kleiner is dan de gekozen standaardlengte van de pen.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een samenstel van een inrichting volgens de uitvinding en een pen waarop de voedselstukjes te rijgen zijn, waarbij de afstand tussen de eerste penaanslag en het aan de zijde van de opneemruimte gelegen eind van de tweede steun grater is dan de lengte van de pen en de afstand tussen de eerste penaanslag en het aan de van de opneemruimte afgekeerde zijde gelegen eind van de tweede steun kleiner is dan de lengte van de pen.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een samenstel van een basis, zoals een plaat, met daarop naast elkaar bevestigd twee of meer inrichtingen volgens de uitvinding. Bij voorkeur zijn de schuiven daarvan met elkaar verbonden voor samengaande verschuiving langs de geleidingen daarvan.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het op een pen rijgen van voedselstukjes, waarbij de pen met een vrij eindgedeelte wordt geplaatst op een schuif en de voedselstukjes in serie worden geplaatst in een langwerpige opneemruimte daarvoor, welke opneemruimte zich uitstrekt tussen een proximaal eind en een distaal eind, waarbij de pen door het met de hand verplaatsen van de schuif naar de opneemruimte toe met het insteekeindgedeelte vanaf het proximale eind van de opneemruimte in de richting van het distale eind daarvan in de voedselstukjes wordt gedwongen totdat de schuif tegen een aanslag komt, waarbij het insteekuiteinde van de pen op afstand blijft van het distale eind van de opneemruimte. Hiermee wordt bereikt dat het insteekuiteinde van de pen niet geheel door het meest distale voedselstukje steekt, waardoor de bediener zich niet kan verwonden aan het doorgaans puntvormige insteekuiteinde en voorts de penpunt afgeschermd wordt bij een schroeien/verbranden in de latere bereiding. Daardoor kan de gebruiksduur van de pen worden verlengd en verbetert de aanblik van het bereide product. In een uitvoering is de lengte van de opneemruimte gelijk aan de lengte van de slag met de schuif, waarbij de pen met het insteekuiteinde of punt op een afstand van enkele mm, bij voorkeur ongeveer 0,5 cm van het proximaal eind van de opneemruimte gepositioneerd wordt voorafgaande aan het naar de opneemruimte toe verplaatsen van de schuif.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van twee in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: Figuur 1 een eerste voorbeelduitvoering van een inrichting volgens de uitvinding, in een isometrisch aanzicht;
Figuren 1A en 1B respectievelijk een bovenaanzicht en een zijaanzicht op de inrichting van figuur 1;
Figuren 1C en 1D doorsneden ter plaatse van IC en ID in figuur 1A;
Figuren 2A-D een aantal stappen in het gebruik van de inrichting van figuur 1;
Figuur 3 een tweede voorbeelduitvoering van een inrichting volgens de uitvinding, in een isometrisch aanzicht; en
Figuur 4 een derde voorbeelduitvoering van een inrichting volgens de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De inrichting 1 van figuren 1 en 1A-D omvat een plat-blokvormig houderlichaam 2 van bijvoorbeeld kunststof, bijvoorbeeld HPME 1000, welk lichaam 2 een eerste zijde 9a en een tweede zijde 9b heeft. In de eerste zijde 9a is een opneemruimte 6a voorzien, met eerste eind of proximaal eind 6aa, tweede eind of distaal eind 6ab en bodem 6ac. Aan het eind 6aa is een gleuf 7a voorzien, het eind 6ab en de bodem 6ac zijn gesloten. Ook in de tweede zijde 9b is een opneemruimte 6b voorzien, uitgevoerd overeenkomstig opneemruimte 6a, maar dan met andere afmetingen, in dit geval met eenzelfde lengte en diepte maar met een kleinere breedte. Voorts is aan de zijde 9b een gleuf 7b gevormd. Aan de korte zijde 8 vormt het houderlichaam een aanslagvlak 8. Beide zijden 9a,b vormen een mogelijk steunvlak voor de inrichting 1.
Twee rvs geleidingsstangen 3a en 3b zijn met einden bevestigd in het houderlichaam 2, bijvoorbeeld door lijmen. De tegengestelde einden van de stangen 3a,b zijn met dopmoeren of makkelijk met de hand draaibare vleugelmoeren 17a,b bevestigd in een aanslagplaat 4, die voorzien is van steunranden 4a en 4b.
Op de stangen 3a,b is een schuif 5 aangebracht, die als één massief geheel gevormd is van kunststof, bijvoorbeeld HPME 1000. De schuif 5 bezit twee boringen 10a,b voor nauw passende, schuifbare opname van de stangen 3a,b. De schuif 5 heeft een aanslagvlak 13 dat naar het houderlichaam 2 is gekeerd, en een tegengesteld gericht aanslagvlak 14. De zijvlakken 15a,b van de schuif 5 vormen greepvlakken voor de hand van een gebruiker. De schuif 5 omvat voorts aan beide zijden een gleufvormige pensteun 11a, 11b, die eindigt in een eerste penaanslag 16a, 16b, welke als meevoerder functioneert, door aanslag tegen het vrije penuiteinde. De schuif 5 is over de stangen 3a,b, daardoor geleid, heen en weer verschuifbaar, richtingen A, tussen aanslagplaat 4 (voor aanslag van aanslagvlak 14) en aanslagvlak 8 van houderlichaam 2 (voor aanslag van aanslagvlak 13). De gleuven 11a,b liggen in één vlak met het vlak M dat midden tussen de geleiders 3a,b gelegen is.
Bij wijze van voorbeeld, de lengte L van de inrichting 1 kan 35 cm bedragen, de lengte L1, breedte B1, hoogte H1 van blok 2 respectievelijk 14 cm, 8 cm en 3 cm, de lengte L2 van de opneemruimte 6a ongeveer 12,5 cm, de breedte van de opneemruimte 6a ongeveer 3 cm, de lengte L3 van gleuf 7 1 cm, de grootste lengte L4 van de stangen 3a,b tussen aanslagvlakken 8 en 10 ongeveer 12,5 cm, de lengte L5 van de gleuf 11 ongeveer 5 cm bedragen.
In gebruik, zie figuren 2A-D, plaatst men de inrichting 1 op een ondergrond 100, zoals een werkblad, zodat de inrichting 1 stabiel en liggend ondersteund is op steunrand 4b en op steunvlak 9b. Dan plaatst men een pen P met een diameter van 3 mm en met een standaardlengte van 18 cm, eerst met het vrije eind gleuf 11a (richting B), met het vrije penuiteinde P2 van tweede eindgedeelte van pen P tegen de aanlag of meevoerder 16a, in dit geval eerste penaanslag, waarna de pen P wordt gekanteld (richting C) om het vrije insteekuiteinde P1 van eerste eindgedeelte van pen P in de gleuf 7a te brengen.
Omdat de afstand tussen aanslag 16a en het eerste eind 6aa van de opneemruimte 6a iets, in dit geval 0,5 cm, grater is dan de lengte van de pen P, blijft de punt P1 daarvan op een kleine afstand s (zie figuur 1A) van 1 cm - 0,5 cm = 0,5 cm van het eerste eind 6aa, hetgeen voor de gebruiker goed waarneembaar is. De pen P rust dan met het eerste eindgedeelte in de gleuf 11a en met het tweede eindgedeelte in de gleuf 7a.
Dan wordt een aantal voedselstukjes V1-4, bijvoorbeeld gemarineerd kippenvlees, in serie in de opneemruimte 6a geplaatst, richting D.
Dan pakt men met de ene hand het houderlichaam 2 vast en met de andere hand grijpt men de schuif 5 beet, met de vingers klemmend op zijvlakken 15a,b. Men duwt dan de schuif 5 met enige kracht in de richting A1, waarbij het insteekeind P1, geleid door de gleuf 7a en recht gehouden in gleuf 11a, achtereenvolgens de vleesstukjes V1, V2, V3 en V4 penetreert. Uiteindelijk komt aanslagvlak 13 van de schuif 5 tegen aanslagvlak 8 van het houderlichaam 2. Doordat de slag L4 gelijk is aan de lengte L2 van de opneemruimte maar bij het begin van de schuifbeweging de punt P1 op korte afstand ligt van het eerste eind 6aa van opneemruimte 6a zal bij aankomst van aanslagvlak 13 tegen aanslagvlak 8 de punt P1 op de zelfde korte afstand s eindigen tot tweede eind 6ab van opneemruimte 6a. De punt P1 van de pen P zal daardoor nog door het voedselmateriaal bedekt zijn. Dat kan voordelig zijn wanneer het product in verdere bereiding geschroeid wordt en dat uiteinde dan niet verbrandt. Ook kan een gebruiker zich niet prikken aan punt P.
Wanneer de pen P aldus is ingeschoven in de voedselstukjes V1-4 schuift men de schuif 5 terug, richting A2, tot tegen aanslagplaat 4, waarbij de pen P met eind P2 vrijkomt alwaar het product kan worden opgepakt, richting E, uit de inrichting 1, figuur 2D. Met de schuif 5 weer tegen de aanslagplaat 4 is de inrichting 1 weer klaar voor gebruik.
Men kan dan weer kiezen welke zijde boven moet liggen, in het bijzonder welke opneemruimte, 6a of 6b, gewenst is voor het volgende rijgproces, waarbij de inrichting 1 dan steunt op steunrand 4b en steunvlak 9b dan wel op steunrand 4a en steunvlak 9a.
Voor reiniging van de inrichting 1 draait men de dopmoeren of vleugelmoeren 17a,b los en trekt men de aanslagplaat 4 en de schuif 5 van de stangen 3a,b. Deze onderdelen kunnen dan gemakkelijk gewassen/gereinigd worden, net als het samenstel van houderlichaam 2 met stangen 3a,b. Daarna is de inrichting 1 weer eenvoudig te assembleren.
Opgemerkt wordt dat de greepvlakken 15a,b voor bevordering van de grip geprofileerd kunnen zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met uitstekende lippen of met verdiepingen., waarvan een voorbeeld is weergegeven in figuur 4, met ribben 17.
In een alternatieve uitvoering, zie figuur 3, is de tweede zijde 9b niet voorzien van een opneemruimte, maar gesloten. De schuif 5 is eveneens éénzijdig uitgevoerd, met één gleuf 11. De schuif 5 is nu voorzien van een daarmee als één geheel gevormde, daarvan dwars omhoog uitstekend L-vormig greepdeel 15 met flens 15c, die greepvlakken bieden en waarvoor ruimte is omdat de inrichting niet gekeerd hoeft te kunnen worden. De aanslagplaat 4 kan eveneens L-vormig zijn, met een voet 4a voor het verschaffen van een steunvlak.
Men kan in dat geval gebruik maken van inzetstukken, die op verwijderbare wijze in het houderlichaam te plaatsen zijn en een opneemruimte bieden van gewenste afmetingen. Men kan dan over een reeks van bijvoorbeeld vijf inzetstukken met opneemruimtes van verschillende afmetingen beschikken. Inzetstukken kunnen eventueel ook toegepast worden op de hierboven besproken uitvoering met twee verschillende opneemruimtes, om de variatie grater te maken dan de geboden twee mogelijkheden. Men kan ook uitgaan van een vaste basisopneemruimte, met maximale afmetingen, en dan daarin, indien gewenst, inzetstukken plaatsen.
In het gegeven voorbeeld is de pen P 18 cm lang. Bij kleinere penlengte kan gebruik gemaakt worden van inzet- of vulstukken die in de gleuf 11a,b geplaatst kunnen worden, tegen de aanslag 16,b aan. Bijvoorbeeld voor een pen P met lengte 15 cm plaatst men een vulstuk 18 van 3 cm in de gleuf 11 a,b, zie bijvoorbeeld figuur 4, waarin een vulstuk 18 in de gleuf 11a, tegen aanslag 16a is geplaatst en dan zelf de (over 3 cm verplaatste) eerste penaanslag, nu 18a, vormt. Ook dan zal de punt P2 op de afstand s (in het voorbeeld 0,5 cm) van het eind 6aa kunnen liggen. Voor een pen van 12 cm lang kunnen twee vulstukken 18 in de gleuf 11a geplaatst worden. Met het oog op gebruikelijke bereiken voor pennen van 12 cm, 15 cm, 18 cm, 21 cm en 24 cm kan men er ook voor kiezen om met een grotere afstand tussen aanslag 16a,b en aanslagvlak 8 te werken, zodat de maximale afstand daarvan afgestemd is op een penlengte van 24 cm, en voor kleinere lengtes vulstukken met een eigen of gecombineerde lengte van 3, 6, 9 of 12 cm worden geplaatst.
Het is in de tweezijdige uitvoering ook mogelijk gebruik te maken van gleuven 11 a,b van verschillende lengte, afgestemd op de twee meest voorkomende penlengtes. Voor grotere penlengtes zullen waarschijnlijk ook over een grotere lengte voedselstukjes moeten worden geregen, en zal men een vergelijkbare inrichting volgens de uitvinding nemen, met grotere lengtes L,L1, L2, L4 en L5.
Het kan ook voorkomen dat men niet over lengte L2 wenst te rijgen, maar over een kortere lengte. Dan kan gebruik gemaakt worden van vulstukken die op de geleiders 3a,b geplaatst kunnen worden. Waardoor de slag L4 wordt verkleind.
Voornoemde vulstukken kunnen bijvoorbeeld worden opgeborgen in daarvoor gemaakte opneemruimtes in houderlichaam 2.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (29)

1. Inrichting voor het op een pen rijgen van voedselstukjes, omvattend een houderlichaam met een langwerpige opneemruimte voor voedselstukjes, een schuif en een schuifgeleiding voor de schuif waarlangs de schuif heen en weer verplaatst kan worden naar het houderlichaam toe en weer daarvanaf, waarbij de schuif voorzien is van een eerste steun voor een eerste eindgedeelte (vrije eindgedeelte) van de pen en van een meevoerder voor dat eindgedeelte, waarbij het houderlichaam voorzien is van een tweede steun voor het tegengestelde, tweede eindgedeelte (insteekeindgedeelte) van de pen, waarbij de schuif voorzien is van één of meer greepvlakken voor een hand van een gebruiker voor de heen en weer verplaatsing van de schuif.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de meevoerder op de schuif een eerste penaanslag vormt voor het vrije uiteinde van het eerste eindgedeelte van de pen.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de geleiding zich uitstrekt tussen het houderlichaam en een op afstand daarvan gelegen eerste schuifaanslag.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het houderlichaam een tweede schuifaanslag vormt voor de schuif.
5. Inrichting volgens conclusie 1,2, 3 of 4, waarbij de eerste steun een steunlengte heeft van meer dan 1 cm, bij voorkeur in het bereik van ongeveer 1 cm - ongeveer 6 cm.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede steun uitkomt in de opneemruimte en bij voorkeur een lengte heeft van ongeveer1 cm
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede steun een geleiding vormt voor de pen.
8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de schuifgeleiding één of meer geleidingsstaven omvat.
9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de schuif losneembaar aangebracht is op de schuifgeleiding, bijvoorbeeld door oplegging.
10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het houderlichaam voorzien is van een steunvlak voor ondersteuning van de inrichting op een horizontale ondergrond met de opneemruimte horizontaal.
11. Inrichting volgens conclusie 10 en volgens conclusie 3, waarbij de eerste schuifaanslag deel uitmaakt van een eindonderdeel van de inrichting dat tevens een steunvlak vormt voor de inrichting.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij de opneemruimte open is in een richting afgekeerd van het steunvlak voor opname van de voedselstukjes.
13. Inrichting volgens conclusie 8 en conclusie 11, waarbij de schuifgeleiding zich uitstrekt tussen het houderlichaam en het eindonderdeel.
14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de opneemruimte gevormd is door een inzetstuk dat op verwijderbare wijze aangebracht is in het houderlichaam.
15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met één of meer inzetstukken voor opname in de opneemruimte om de vorm en/of afmeting, in het bijzonder de lengte, daarvan in te stellen.
16. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afstand van de meevoerder, in het bijzonder eerste penaanslag, tot het houderlichaam instelbaar is.
17. Inrichting volgens conclusie 16, omvattend inzetstukken die op de schuif te plaatsen zijn voor het instellen van de plaats van de eerste penaanslag.
18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij de inzetstukken een reeks vormen met lengteverschillen van n x 3 cm.
19. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het houderlichaam is voorzien van twee opneemruimtes van verschillende grootte en/of vorm, aan tegengestelde zijden van het houderlichaam en bij voorkeur aan beide zijden waarin de opneemruimtes zijn gelegen een steunvlak voor de inrichting op een ondergrond vormt.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij de schuif overeenkomstig omkeerbaar is, door losnemen en opnieuw op de geleiding plaatsen daarvan.
21. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij de schuif aan twee zijden voorzien is van de eerste steun en meevoerder, in het bijzonder eerste penaanslag en voorzien is van vanaf elk van de twee zijden met de hand aangrijpbare greepvlakken.
22. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de lengte van de slag van de schuif gelijk is aan de lengte van de opneemruimte.
23. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen de eerste penaanslag en het aan de zijde van de opneemruimte gelegen eind van de tweede steun grater is dan een standaardlengte van een pen, gekozen uit de groep van 12 cm, 15 cm, 18 cm, 21 cm en 24 cm, en de afstand tussen de eerste penaanslag en het aan de van de opneemruimte afgekeerde zijde gelegen eind van de tweede steun kleiner is dan de gekozen standaardlengte van de pen.
24. Samenstel van een inrichting volgens één der voorgaande conclusies en een pen waarop de voedselstukjes te rijgen zijn, waarbij de afstand tussen de eerste penaanslag en het aan de zijde van de opneemruimte gelegen eind van de tweede steun grater is dan de lengte van de pen en de afstand tussen de eerste penaanslag en het aan de van de opneemruimte afgekeerde zijde gelegen eind van de tweede steun kleiner is dan de lengte van de pen.
25. Werkwijze voor het op een pen rijgen van voedselstukjes, waarbij de pen met een vrij eindgedeelte wordt geplaatst op een schuif en de voedselstukjes in serie worden geplaatst in een langwerpige opneemruimte daarvoor, welke opneemruimte zich uitstrekt tussen een proximaal eind en een distaal eind, waarbij de pen door het met de hand verplaatsen van de schuif naar de opneemruimte toe met het insteekuiteinde vanaf het proximale eind van de opneemruimte in de richting van het distale eind daarvan in de voedselstukjes wordt gedwongen totdat de schuif tegen een aanslag komt, waarbij het insteekuiteinde van de pen op afstand blijft van het distale eind van de opneemruimte.
26. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij de lengte van de opneemruimte gelijk is aan de lengte van de slag met de schuif, waarbij de pen met het insteekuiteinde of punt op een afstand van enkele mm, bij voorkeur ongeveer 0,5 cm van het proximaal eind van de opneemruimte gepositioneerd wordt voorafgaande aan het naar de opneemruimte toe verplaatsen van de schuif.
27. Samenstel van een basis, zoals een plaat, met daarop naast elkaar bevestigd twee of meer inrichtingen volgens één der conclusies 1-23.
28. Samenstel volgens conclusie 27, waarbij de schuiven van de één of meer inrichtingen met elkaar verbonden zijn voor samengaande verschuiving langs de geleidingen daarvan.
29. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
NL1041123A 2014-12-23 2014-12-23 Inrichting en werkwijze voor het op een pen rijgen van voedselstukjes. NL1041123B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041123A NL1041123B1 (nl) 2014-12-23 2014-12-23 Inrichting en werkwijze voor het op een pen rijgen van voedselstukjes.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041123A NL1041123B1 (nl) 2014-12-23 2014-12-23 Inrichting en werkwijze voor het op een pen rijgen van voedselstukjes.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1041123A NL1041123A (nl) 2016-08-17
NL1041123B1 true NL1041123B1 (nl) 2016-08-26

Family

ID=56735627

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1041123A NL1041123B1 (nl) 2014-12-23 2014-12-23 Inrichting en werkwijze voor het op een pen rijgen van voedselstukjes.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1041123B1 (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL1041123A (nl) 2016-08-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10219535B2 (en) System for dispensing toppings
BE1020905A5 (nl) Inrichting en werkwijze voor het samenstellen van sates.
US6030281A (en) Sharpening apparatus
US11197583B2 (en) Roasting rack and carving board system
US8590877B2 (en) Corralling utensil with associated cutting board
US20130305893A1 (en) Multifunctional cooking utensil
KR20150080766A (ko) 꼬치 꽂이장치
JP2018522744A (ja) 果物または野菜を切断するための改善された器具
NL1041123B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het op een pen rijgen van voedselstukjes.
CA2843015A1 (en) Cutting board
US11026545B2 (en) Cutting board
US9107542B1 (en) Food skewering machine
US3339478A (en) Disposable shish-kebab holder
US9266247B1 (en) Device for layering foods and cutting into portions
CN105128043B (zh) 一种蔬菜处理器
US7913600B2 (en) Tourne cutting method and device
KR101435026B1 (ko) 취급의 편리성을 갖는 꼬치 꽂이용 유닛
US9402507B1 (en) Easy grilling skewer preparation system
EP3340842B1 (en) A barbecue with spit functionality
US20140252709A1 (en) Clean Cut
FR3076185A1 (fr) Dispositif de fabrication de brochettes comportant un moule et un contre moule formant des cavites alignees destinees a recevoir des denrees
KR20190107834A (ko) 다기능 도마
NL8005010A (nl) Inrichting om consumptievlees mals te maken.
US20150196165A1 (en) Knife Guided Cutting Board
KR102097207B1 (ko) 닭꼬치 구이가 가능한 꼬치구이기

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190101