NL1040290C2 - Etiket. - Google Patents

Description

Etiket

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het van informatie voorzien van bepaalde soorten groenten, in het bijzonder aubergine, paprika en komkommer. De inrichting volgens de uitvinding omvat een uit een papier, karton of kunststof vervaardigde platte informatiedrager welke is voorzien van maatregelen waardoor de informatiedrager de steel van voornoemde groenten kan aangrijpen.

Het van informatie voorzien van groente en fruit is dikwijls een uitdaging. Uiteraard bestaat er altijd de optie om groente en fruit via bij voorbeeld de flowpack methode te verpakken in een kunststof folie en vervolgens op deze verpakking een etiket, bij voorbeeld een zelfklevend etiket, aan te brengen met de relevante productinformatie en/of andere gewenste of nuttig geachte informatie. Ondanks het feit dat voor dergelijke verpakkingen steeds vaker wordt gekozen voor het gebruik van biologisch afbreekbare materialen, is het imago van dit type verpakkingen niet altijd even gunstig.

Een niet in een folie verpakt stuk groente of fruit kan dikwijls veel meer appelleren aan de bij de consument levende verwachtingen met betrekking tot onder meer duurzaamheid. Ook vergen diverse verpakkingsmethoden, zoals de eerdergenoemde flowpack methode het gebruik van speciale machines, welke niet voor elke kweker beschikbaar zijn.

Aan het zonder een stuk groente of fruit te verpakken daaraan toevoegen van informatie zal naar verwachting behoefte blijven bestaan. Voor sommige soorten groenten en fruit is het toepassen van een zelfklevende sticker acceptabel. Hierbij moet worden gedacht aan groenten en fruit waarbij de schil in principe nooit wordt opgegeten door de consument, zoals bijvoorbeeld het geval is bij bananen of sinaasappels.

Voor groente of fruit waarvan de schil wel, ten minste door een substantieel deel van de consumenten, wordt opgegeten, is het vanuit het oogpunt van perceptie niet raadzaam voor de detailhandel om gebruik te maken van zelfklevende etiketten welke op de schil worden aangebracht. Terwijl relatief kleine vruchten meestal per meerdere stuks worden verkocht en daarbij bij voorbeeld ook in een netje dat is voorzien van een daaraan bevestigd etiket kunnen worden verkocht, zijn er diverse soorten groenten die meestal per stuk worden verkocht. Een goed voorbeeld van zo’n groente is de aubergine. Tot nu toe is er geen etiket dat zich goed leent voor het van informatie voorzien van een aubergine.

Een inrichting volgens de aanhef van conclusie 1 is bekend uit US 5,943,804. Hierin is een informatiedrager voor selderij getoond die bestaat uit een plat element dat een aangrijpopening en meerdere zich in radiale richting naar buiten toe uitstrekkende sneden omvat.

De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting, in de vorm van een informatiedrager, te verschaffen die eenvoudig en snel, zonder gebruik te hoeven maken van speciale apparatuur aan een aubergine kan worden bevestigd en welke tevens beantwoordt aan hetgeen de consument doorgaans als duurzaam ervaart.

Dit doel wordt bereikt door een inrichting voor het van informatie voorzien van een stuk groente of fruit door bevestiging van de inrichting aan de steel van dit stuk groente of fruit volgens conclusie 1, waarbij de inrichting in de uitgangstoestand bestaat uit een in hoofdzaak plat element welk een aangrijpopening en ten minste één snede omvat, en waarbij de inrichting wordt gekenmerkt doordat de inrichting in de uitgangstoestand verder ten minste één in hoofdzaak cirkelvormige spanningsregulerende opening omvat, waarbij de snede loopt van de spanningsregulerende opening tot aan de aangrijpopening.

Opgemerkt wordt dat GB 2 255 958 een labelsysteem toont waarbij een label een insteekopening heeft die begrensd wordt door flapjes die van elkaar gescheiden zijn door taps toelopende sneden die overgaan in cirkelvormige einduitsparingen. Het betreft hier dan echter geen toepassing voor groente en fruit, maar een label voor bevestiging op een hals van een fles, waarbij het label eerst over een verdikt gedeelte van de hals van de fles wordt geschoven, en waarbij nadat het label dit verdikte gedeelte gepasseerd is, de flapjes weer terug bewegen naar een positie waarin ze minder verbogen zijn danwel helemaal niet meer verbogen zijn. Het ligt niet voor de hand om een label voor het tijdelijk passeren van een verdikte gedeelte op een hals van een fles opeens te gaan gebruiken als label voor bevestiging rondom een steel van groente en fruit, met name niet vanwege de nogal verschillende afmetingen en materiaaleigenschappen van groente* en fruitstelen ten opzichte van die van flessen, en gezien de aanzienlijke onderlinge variatie in gemiddelde diameter van dergelijke groente- en fruitstelen en gezien het feit dat dergelijke groente- en fruitstelen onderling sterk van vorm kunnen verschillen, en bijvoorbeeld voor aubergine zelfs in aanzienlijke mate taps kunnen toelopen.

De informatiedrager volgens de uitvinding zal nu worden besproken aan de hand van enkele figuren.

Daarbij toont: -fig. 1 een schematisch vooraanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding in de uitgangstoestand; -fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een aubergine met een daaraan bevestigde inrichting conform het in fig. 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld; -fig. 3 een schematisch vooraanzicht van de uitgangstoestand van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding.

In de figuren en in deze beschrijving hebben gelijke of vergelijkbare delen gelijke of vergelijkbare verwijzingscijfers.

Fig. 1 toont een schematisch vooraanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding in de uitgangstoestand. In de hier getoonde uitgangstoestand is de inrichting volgens de uitvinding een in hoofdzaak plat element dat door een lijnvormige ril of perforatie 3, verder ook wel vouwlijn 3 genoemd, is verdeeld in een informatievlak 1 en een bevestigingsvlak 2. In dit voorbeeld is het informatievlak 1 (nog) onbedrukt.

Het bevestigingsvlak van de inrichting omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld een in hoofdzaak cirkelvormige aangrijpopening 4 die bestemd is voor het omklemmen van de steel van een aubergine. Het met behulp van een dergelijk aangrijpopening omklemmen van de steel van een aubergine brengt twee uitdagingen met zich mee. De eerste betreft de aanzienlijke variatie in de gemiddelde diameter van de steel van de ene aubergine ten opzichte van een andere aubergine. De tweede uitdaging betreft het feit dat de steel van een geoogste aubergine in aanzienlijke mate taps kan toelopen. Het moge duidelijk zijn dat de keuze van een aangrijpopening met een diameter welke in hoofdzaak gelijk is aan de gemiddelde diameter van de steel van aubergines (aannemende dat de doorsnede van zo’n steel als in hoofdzaak cirkelvormig kan worden beschouwd) ertoe zal leiden dat de inrichting bij de ene aubergine slechts over een korte afstand over de steel kan worden geschoven alvorens vast te lopen terwijl er bij een andere aubergine met een steel die dunner is dan de gemiddelde steel sprake kan zijn van een gebrek aan klemming om de steel. Ook zou er, zelfs indien de steel bij het in de aangrijpopening 4 steken vast loopt op de diameter van het gat, sprake kunnen zijn van het weer eenvoudig van de steel vallen van de inrichting als gevolg van het taps toelopen van de steel.

Daarom waren er voor de inrichting volgens de uitvinding inventieve maatregelen nodig om te bewerkstelligen dat de inrichting door middel van de in het bevestigingsvlak 2 van de inrichting aangebrachte aangrijpopening 4 stelen van, althans nagenoeg, alle gangbare maten aubergines klemmend kan aangrijpen.

De oplossing werd gevonden in het aanbrengen van een aangrijpopening 4 met een diameter welke aanzienlijk kleiner is dan de te verwachten gemiddelde diameter van de steel van een aubergine ter plaatse van de voet van de steel, het aan de aubergine grenzende deel van de steel en het vanuit deze aangrijpopening in radiale richting aanbrengen van sneden in het materiaal van de inrichting. Voor een klemmende aangrijping van een steel door middel van de aangrijpopening 4 in de inrichting volgens de uitvinding is het in principe van belang dat het materiaal van de inrichting rondom de aangrijpopening 4 in hoofdzaak elastisch vervormd is, zodat het met enige veerkracht tegen de steel drukt. Om dit effect tot stand te brengen omvat de inrichting volgens de uitvinding op enkele, in dit voorbeeld vier, plaatsen langs de omtrek van de aangrijpopening 4 in radiale richting aangebrachte sneden 5 in het materiaal van de inrichting. Deze verschaffen de aangrijpopening 4 de mogelijkheid dikkere stelen of dikkere delen van een steel te omklemmen zonder dat de opening inscheurt. Door inscheuren zouden de voor klemming gewenste elastische spanningen in het materiaal gerelaxeerd worden en zou de mate van klemming derhalve afnemen.

Bij de inrichting volgens de uitvinding moet klemming plaatsvinden om stelen van zeer uiteenlopende diameter. Het in de inrichting aanbrengen van de aangrijpopening 4 aangevuld met de sneden 5 werpt de vraag op hoe lang de sneden moeten zijn. Om doorscheuren van de sneden te voorkomen, zou het verstandig zijn de sneden zo lang te maken dat de spanningsconcentraties aan de tip van de sneden beneden de treksterkte van het materiaal van de inrichting blijven. Om aan die eis te voldoen, is het mogelijk dat de sneden echter weer zo lang moeten worden dat de klemming in de aangrijping te laag wordt.

De oplossing is gevonden in het toepassen van relatief korte sneden en het aan het einde van de snede aanbrengen van een in hoofdzaak cirkelvormig spanningsregulerende insnede of opening 6. verder te noemen spanningsregulerende opening. Deze spanningsregulerende opening 6 voorkomt het verder doorscheuren van de snede en verschaft tegelijkertijd het aan de sneden grenzende materiaal de mogelijkheid substantieel elastisch te vervormen. Hierbij treden er niet uitsluitend elastische buigspanningen op door vervorming van het materiaal in een richting welke in hoofdzaak haaks staat op het bevestigingsvlak 2, maar treden er ook elastische vervormingen op met een significante component in het vlak van het bevestigingsvlak 2.

Om algemeen gevoel te krijgen voor het effect van een spanningsregulerende opening kan in een stuk papier op een afstand van circa 1 cm van de rand van het papier met een perforator een gat in het papier worden gemaakt waarna er althans nagenoeg haaks op de rand van het papier een snede kan worden gemaakt langs een denkbeeldige lijn die in hoofdzaak door het hart van het door perforatie aangebrachte gat loopt. Bij het uit elkaar trekken van het papier aan weerszijden van de snede blijkt een verrassend grote elastische vervorming mogelijk te zijn.

In een voor aangrijping van de stelen van, qua afmetingen, zeer uiteenlopende aubergines goed functionerende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding had de aangrijpopening 4 een diameter van circa 8 millimeter en hadden de (vier) sneden 5 een lengte van circa 4 millimeter en de spanningsregulerende openingen 6 een diameter van circa 4 millimeter.

De uitvinding voorziet erin dat de sneden 5 niet per se allemaal dezelfde lengte hoeven te hebben. Evenmin hoeven de spanningsegulerende openingen allen dezelfde vorm of diameter te hebben.

Fig. 2 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een aubergine 7 met een om de steel 8 van de aubergine bevestigde inrichting volgens de uitvinding naar het in fig. 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld. Door het vouwen van de inrichting langs de vouwlijn 3 omvat de inrichting nu een althans nagenoeg haaks op het informatievlak 1 staand bevestigingsvlak 2.

Het rondom de aangrijpopening 4 aangebrachte samenstel van sneden 5 en spanningsregulerende openingen 6 resulteert in de vorming van segmenten, welke zoals schematisch is weergegeven in fig. 2 als een soort kroon de steel van de aubergine aangrijpen. De punten op het snijpunt van een snijlijn 5a van een snede 5 en een cirkelsegment 4a van elk segment van de kroon drukken tegen de steel en dragen zorg voor een goede aangrijping mits er sprake is van voldoende elastische spanningen in de kroon. Bij te hoge spanningen bestaat het risico van het plastisch vervormen van het materiaal. In de praktijk manifesteert zich dat als een blijvende vouw in het materiaal

Mede vanuit het oogpunt van milieuvriendelijkheid is dik papier, verder ook wel karton genoemd, een voorkeursmateriaal voor de vervaardiging van de inrichting volgens de uitvinding. In een voorkeursuitvoering is de inrichting vervaardigd van papier met een gewicht van 200 tot 400 g/m2. Daarbij kan worden gekozen voor biologisch afbreekbaar materiaal. Uiteraard voorziet de uitvinding ook in toepassing van andere materialen zoals kunststof. Zelfs een metaalfolie behoort tot de, weliswaar minder voor de hand liggende, opties.

Terwijl er bij de besproken en getoonde uitvoeringsvoorbeelden sprake was van vier sneden 5 en vier spanningsregulerende openingen 6 welke in hoofdzaak gelijkmatig verdeeld om de aangrijpopening 4 zijn aangebracht, voorziet de uitvinding ook in uitvoeringsvormen van de inrichting welke minder dan vier, bij voorbeeld drie of één, of meer dan vier sneden en spanningsregulerende openingen omvatten die in een al dan niet gelijkmatig om de aangrijpopening verdeelde opstelling in de inrichting zijn aangebracht.

Fig. 3 toont een schematisch vooraanzicht van de uitgangstoestand van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding waarbij de inrichting uitwendige contouren heeft welke gelijkenis vertonen met die van een langsdoorsnede door de as van een aubergine. De voor de inrichting volgens de uitvinding mogelijke vormen zijn nagenoeg onbeperkt en kunnen naar wens worden aangepast, bij voorbeeld aan de vorm van de groente, zoals in het in fig. 3 getoonde voorbeeld.

De uitvinding voorziet erin dat de aangrijpopening 4 van de inrichting ook een andere vorm kan hebben dan een cirkelvorm, hoewel de cirkelvorm wel de voorkeur geniet. In verband met de door de spanningsregulerende openingen 6 te verrichten functie is een cirkelvormige insnede voor deze openingen de meest geëigende vorm. De in de beschrijving en besproken figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn slechts enkele van de vele binnen het kader van de uitvinding mogelijke uitvoeringsvormen en dienen derhalve als niet-limitatief te worden beschouwd.

Claims (15)

1. Een inrichting voor het van informatie voorzien van een stuk groente of fruit door bevestiging van de inrichting aan de steel (8) van dit stuk groente of fruit, waarbij de inrichting in de uitgangstoestand bestaat uit een in hoofdzaak plat element welk een aangrijpopening (4) en ten minste één snede (5) omvat, met het kenmerk, dat de inrichting in de uitgangstoestand verder ten minste één in hoofdzaak cirkelvormige spanningsregulerende opening (6) omvat, waarbij de snede (5) loopt van de spanningsregulerende opening (6) tot aan de aangrijpopening (4).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting één aangrijpopening (4), vier spanningsregulerende openingen (6) en vier sneden (5) omvat.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de inrichting is vervaardigd van papier.

4. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een vouwlijn (3) omvat welke de scheidslijn vormt tussen een informatievlak (1) en een bevestigingsvlak (2) van de inrichting.

5. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat vouwlijn (3) in de inrichting gevormd wordt door een lijnvormige perforatie welke de scheidslijn vormt tussen een informatievlak (1) en een bevestigingsvlak (2) van de inrichting.

6. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting meerdere sneden (5) en spanningsregulerende openingen (6) omvat die rondom de aangrijpopening (4) zijn aangebracht, en waarbij het samenstel van sneden (5) en spanningsregulerende openingen (6) resulteert in de vorming van segmenten (4a), welke segmenten (4a) zijn ingericht om elastisch te vervormen voor het als een kroon aangrijpen rondom de steel (8) van het stuk groente of fruit.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij punten voorzien zijn op een snijpunt van een snijlijn (5a) van een snede (5) en segmenten (4a) die de aangrijpopening (4) begrenzen, welke punten bestemd zijn om te drukken tegen en aan te grijpen op de steel (8) van het stuk groente of fruit.

8. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de sneden (5) in radiale richting zijn aangebracht.

9. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aangrijpopening (4) een diameter van circa 8 millimeter heeft.

10. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de snede (5) een lengte van circa 4 millimeter heeft.

11. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spanningsregulerende opening (6) een diameter van circa 4 millimeter heeft.

12. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een informatiedrager vormt die bedrukt is met productinformatie over het stuk groente of fruit.

13. Stuk groente of fruit voorzien van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting bevestigd is aan de steel (8) van dit stuk groente of fruit.

14. Stuk groente of fruit volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het stuk groente of fruit een aubergine is, en dat de inrichting bevestigd is aan een taps toelopende steel (8) van de aubergine.

15. Stuk groente of fruit volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de inrichting een vouwlijn (3) omvat welke de scheidslijn vormt tussen een informatievlak (1) en een bevestigingsvlak (2) van de inrichting, en dat de inrichting door vouwen langs de vouwlijn (3) een nagenoeg haaks op het informatievlak (1) staand bevestigingsvlak (2) omvat.