NL1039933C2

NL1039933C2 - Koppelingsysteem.

Info

Publication number: NL1039933C2
Application number: NL1039933A
Authority: NL
Inventors: Theodorus Cornelius Antonius Smets
Original assignee: Theodorus Cornelius Antonius Smets
Priority date: 2012-12-06
Filing date: 2012-12-06
Publication date: 2014-06-10
Also published as: CN104919201B; JP2016501350A; JP6542673B2; CA2893418A1; CN104919201A; PT2929204T; US9958014B2; KR20150093171A; ES2623719T3; US20150316107A1; EA201590857A1; CA2893418C; EA029936B1; WO2014088412A1; AU2013356771B2; AU2013356771A1; EP2929204A1; DK2929204T3; BR112015013133A2; EP2929204B1

Description

Titel: Koppelingsysteem

BESCHRIJVING

5 De uitvinding heeft betrekking op een koppeling voor een aseind met een in hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede. Een dergelijk aseind kan bijvoorbeeld vast verbonden zijn met of losneembaar gekoppeld aan een as (met ronde of vierkante dwarsdoorsnede) of met resp. aan een ander machine- of con-10 structie-element.

De uitvinding beoogt te voorzien in een koppeling voor een aseind met een vierkante dwarsdoorsnede met behulp waarvan een andere as of een ander machine- of constructie-element 15 kan worden gekoppeld aan een andere as of een ander machine-of constructie-element, en wel zonder dat daar in principe gereedschap voor nodig is. In het bijzonder wordt daarbij gedacht aan toepassing als koppelelement voor een hometrainer, waarmee bijvoorbeeld cranks en aandrijfpedalen snel en een-20 voudig kunnen worden vast- en losgekoppeld. Ook wordt gedacht aan toepassing als koppelelement voor een rijwiel of ander voertuig, waarmee cranks en/of wielen kunnen worden vast- en losgekoppeld. Ook kunnen, door gebruik van een dubbele of meervoudig uitgevoerde koppeling twee of meer assen aan el-25 kaar gekoppeld worden. De hieronder voorgestelde koppeling volgens de uitvinding is echter breder toepasbaar dan de hierboven gesuggereerde toepassingsvoorbeelden en wordt daardoor dan ook niet beperkt.

30 Volgens de uitvinding wordt aldus voorzien in een koppeling voor een aseind met een vierkante dwarsdoorsnede, dat op een afstand a van zijn uiteinde is voorzien van een hierna als dwarsgroef aangeduid gebied met een (ronde of niet-ronde) dwarsdoorsnede die over geen enkele hoek groter is dan de 1039933 2 kleinste dwarsdoorsnede van het vierkante aseind en met een groefbreedte b, welke koppeling omvat, vanuit het aseind gezien, een voorplaat, een grendelplaat en een achterplaat, 5 waarbij de voorplaat en de grendelplaat beide zijn voorzien van een doorlopend vierkant gat waardoorheen het vierkante aseind kan worden geschoven en waarbij de grendelplaat een dikte heeft die niet groter is dan de groefbreedte b, en waarbij de achterplaat is voorzien van een niet-doorlopend 10 vierkant gat waarin het vierkante aseind kan worden geschoven (gestoken), waarbij de voorplaat en achterplaat onbeweeglijk met elkaar zijn verbonden in een positie waarin de stand van hun vierkante gaten met elkaar overeenkomen, terwijl de grendelplaat 15 tussen de voorplaat en achterplaat roteerbaar is gelagerd zodanig dat die heen en weer kan worden geroteerd tussen een ontgrendelstand waarbij de stand van het vierkante gat in de voorplaat en achterplaat en de stand van het vierkante gat in de grendelplaat met elkaar samenvallen, en een vergren-20 delstand waarin dat niet het geval is, een en ander zodanig gedimensioneerd en uitgevoerd dat in de ontgrendelstand het vierkante aseind via de doorlopende vierkante gaten in de voorplaat en grendelplaat in het niet-doorlopende vierkante gat in de achterplaat kan worden geschoven, waarna de ver-25 grendelplaat ten opzichte van de voorplaat en achterplaat over een zekere vergrendelhoek kan worden geroteerd waardoor het aseind met het geheel, bestaande uit de met elkaar verbonden voorplaat en achterplaat en de daartussen gelegen grendelplaat, gekoppeld is en daaruit niet meer kan worden 30 uitgeschoven (uitgetrokken) zonder de grendelplaat weer in zijn ontgrendelstand terug te roteren.

In een voorkeursuitvoering van de uitvinding is voorzien in een tussen de voorplaat en achterplaat aangebrachte lager- 3 plaat die is ingericht voor het zodanig lageren van de roteerbare vergrendelplaat dat de hartlijn van het vierkante gat in de vergrendelplaat zowel in de ontgrendelstand als in de vergrendelstand in hoofdzaak overeenkomt met de hartlijn 5 van de vierkante gaten in de voorplaat en achterplaat. De la-gerplaat is bij voorkeur voorzien van een uitsparing en de grendelplaat van (of verbonden met) een bedieningselement dat zich door die uitsparing heen naar buiten toe uitstrekt en voor een deel buiten de voorplaat en achterplaat uitsteekt, 10 zodanig gedimensioneerd en uitgevoerd dat het bedieningselement kan worden gebruikt voor het heen en weer roteren van de vergrendelplaat tussen de ontgrendelstand en de vergrendelstand. Het bedieningselement is bij voorkeur voorzien van (of verbonden met) een afschermelement dat is ingericht voor 15 het afschermen van de ruimte tussen het bedieningselement van de vergrendelplaat en de uitsparing in de lagerplaat. Verder is bij voorkeur voorzien in borgingsmiddelen die zijn ingericht voor het borgen van de grendelplaat of het bedieningselement ten opzichte van de voor- en/of achterplaat in de 20 ontgrendelstand en de vergrendelstand.

De uitvinding zal thans nader worden besproken aan de hand van onderstaande figuurbeschrijving.

25 Figuur 1 toont in perspectief uitvoeringsvoorbeeld van een koppeling volgens de uitvinding incl. een aseind;

Figuur 2 toont een aanzicht van de in figuur 1 getoonde 30 koppeling;

Figuren 3-5 de belangrijkste onderdelen van de in figuur 1 getoonde koppeling; 4

Figuur 6 toont een dubbele koppeling waarmee twee aseinden kunnen worden gekoppeld;

Figuur 7 toont een koppeling waarmee een crank, voor bij-5 voorbeeld een hometrainer, is verbonden.

In de verschillende figuren wordt een koppeling 1 getoond voor een aseind 2 met een vierkante dwarsdoorsnede, die op een afstand a van zijn uiteinde is voorzien van een als 10 dwarsgroef 3 aangeduid gebied met een ronde -zoals in de figuren- of (eventueel) niet-ronde dwarsdoorsnede die over geen enkele hoek (d.w.z. over geen enkele rotatiehoek rondom de hartlijn 4 van het aseind 2) groter is dan de kleinste dwarsdoorsnede d van het vierkante aseind 2, welke dwarsgroef een 15 groefbreedte b heeft.

De koppeling 1 omvat, vanuit het aseind gezien (pijl 5), een voorplaat 6, een grendelplaat 7 en een achterplaat 8. De voorplaat 6 en de grendelplaat 7 zijn beide voorzien van een 20 doorlopend vierkant gat 9 resp. 10 (de laatste in figuur 1 onder ca. 45° getekend) waardoorheen het vierkante aseind kan worden geschoven (wanneer beide in dezelfde hoekpositie staan). De grendelplaat 7 heeft een dikte die niet groter is dan de groefbreedte b. De achterplaat 8 is voorzien van een 25 niet-doorlopend vierkant gat 11 waarin het vierkante aseind 2 (d.w.z. het voorste gedeelte ervan met de lengte a) kan worden geschoven. De voorplaat 6 en achterplaat 8 zijn onbeweeglijk met elkaar verbonden in een positie waarin de stand van hun vierkante gaten 9, 11 met elkaar overeenkomen. De gren-30 delplaat 7 is tussen de voorplaat 6 en achterplaat 8 roteerbaar gelagerd en wel zo dat die heen en weer kan worden geroteerd tussen een ontgrendelstand I en een vergrendelstand II. In de ontgrendelstand I vallen de stand van het vierkante gat 9 in de voorplaat 6, het vierkante gat 11 in de achterplaat 8 5 en de stand van het vierkante gat 10 in de grendelplaat 7 met elkaar samen. In de vergrendelstand II vallen die standen niet met elkaar samen (in figuur 1 is het gat 10 in de grendelplaat 7 ca. 45° verdraaid ten opzichte van de gaten 9 en 5 11 in de voorplaat 6 resp. achterplaat 8). Een en ander is zodanig gedimensioneerd en uitgevoerd dat in de ontgren-delstand het vierkante aseind 2 via de doorlopende vierkante gaten 9 en 10 in resp. de voorplaat 6 en grendelplaat 7, in het niet-doorlopende vierkante gat 11 in de achterplaat 8 kan 10 worden geschoven, waarna de vergrendelplaat 7 ten opzichte van de voorplaat 6 en achterplaat 8 over een zekere vergren-delhoek (bijvoorbeeld ca. 45°) kan worden geroteerd waardoor het aseind 2 met het geheel, bestaande uit de met elkaar verbonden voorplaat 6 en achterplaat 8 en de daartussen gelegen 15 grendelplaat 7, gekoppeld is en daaruit niet meer kan worden uitgeschoven zonder de grendelplaat 7 weer in zijn ontgren-delstand terug te zetten.

Behalve de genoemde platen, is er tevens voorzien in een tus-20 sen de voorplaat 6 en achterplaat 8 aangebrachte lagerplaat 12 die is ingericht voor het zodanig lageren van de (binnen die lagerplaat 12) roteerbare vergrendelplaat 7 dat de hartlijn 13 van het vierkante gat 10 in de vergrendelplaat 7 zowel in de ontgrendelstand II als in de vergrendelstand I in 25 hoofdzaak overeenkomt met de hartlijn 13 van de vierkante gaten in de voorplaat en achterplaat. De lagerplaat 12 kan één geheel vormen met de voorplaat 6 of de achterplaat 8, en bijvoorbeeld zijn vervaardigd -evenals de andere platen- door (spuit)gieten van metaal of kunststof. De platen 6, 7, 8 en 30 11 kunnen ook worden vervaardigd door middel van stansen van plaatvormig uitgangsmateriaal. De voorplaat 6, de lagerplaat 12 en de achterplaat 8 kunnen (onbeweeglijk) aan elkaar worden bevestigd door middel van bijvoorbeeld klinknagels 19 die door klinknagelopeningen 20 lopen. Ook kunnen boutverbindin- 6 gen worden gebruikt, maar ook behoort verlijming, versmelting of persen tot de mogelijkheden.

De buitenzijde van de vergrendelplaat 7 is in hoofdzaak rond 5 en wordt opgenomen binnen de (bijvoorbeeld) ronde binnenvorm van de lagerplaat 12. De lagerplaat 12 is voorzien van een uitsparing 14 terwijl de grendelplaat 7 is voorzien van (of verbonden met) een bedieningselement 15 dat zich door die uitsparing 14 heen naar buiten toe uitstrekt en voor een deel 10 16 buiten de (buitenomtrek van de) voorplaat 6 en achterplaat 8 uitsteekt, zodanig gedimensioneerd en uitgevoerd dat het uitstekende deel 16 kan worden gebruikt voor het (door een gebruiker) heen en weer roteren van de vergrendelplaat 7 tussen de ontgrendelstand I en de vergrendelstand II.

15

Het bedieningselement 15 kan zijn voorzien van (of verbonden met) een afschermelement 17 dat is ingericht voor het afschermen van de ruimte tussen het bedieningselement 15 van de vergrendelplaat 7 en de uitsparing 14 in de lagerplaat 7.

20 Verder kan zijn voorzien in borgingsmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van een of twee verende borgnokken 18, ingericht voor het borgen van de grendelplaat 7 (of het bedieningselement 15) ten opzichte van de voorplaat 6 en/of achterplaat 8 in de ontgrendelstand I en de vergrendelstand II. Als veerelement 25 kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een drukveer 21.

Figuur 6 toont een koppeling 1, zoals in het voorgaande behandeld en getoond in de figuren 1-5, die (direct) is verbonden één soortgelijke koppeling 1', voor het onderling verbin-30 den van twee aseinden 2 en 2' met een vierkante dwarsdoorsnede en elk voorzien van een dwarsgroef 3 zoals getoond in figuur lb. De koppelingen 1 en 1' kunnen eenvoudig aan elkaar worden gekoppeld door middel van lange, zich door beide koppelingen heen uitstrekkende klinknagels 19 of trekbouten. In 7 plaats van twee, kunnen desgewenst ook meer koppelingen 1, 1', etc. met elkaar worden verbonden (direct of indirect) om even zovele aseinden 2, 2', etc. (elk verbonden met een as, stang of ander machine- of constructieonderdeel) aan elkaar 5 te koppelen.

Figuur 7 toont een koppeling 1 zoals in het voorgaande besproken en in de figuren 1-5 geïllustreerd, die is verbonden met een zich in hoofdzaak dwars op de lengterichting van het 10 aseind 2 uitstrekkend machine- of constructieonderdeel zoals (in figuur 7) een crank 22 die in het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 7 is verbonden met de achterplaat 8 van de koppeling 1. De crank 22 -bijvoorbeeld van een trainingsapparaat of van een rijwiel of ander voertuig- kan direct met de kop-15 peling 1 zijn verbonden door middel van klinknagels 19 of trekbouten. De koppeling of een deel daarvan, in het bijzonder de voor-, lager- en/of achterplaat, kan ook geïntegreerd zijn in het ontwerp van bijvoorbeeld de crank of trapper en daarmee een geheel vormen. Aan het vrije uiteinde van de 20 crank kan een trapper 23 of handgreep zijn bevestigd waarmee het trainingsapparaat (bijvoorbeeld een mobiele hometrainer) of voertuig door een gebruiker kan worden aangedreven.

De koppeling zoals in het voorgaande behandeld, kan dienst 25 doen in vele inrichtingen, mits die zijn voorzien van een aseind 2 met een vierkante dwarsdoorsnede met daarin een dwarsgroef 3 van de hierboven aangegeven soort.

Opgemerkt wordt dat zowel de koppeling als het aseind hol 30 kunnen zijn, namelijk door deze te voorzien van (op elkaar aansluitende) axiale boringen. Door de koppeling en/of het aseind dan bovendien te voorzien van afdichtingsringen of andere afdichtingen kan de voorgestelde koppeling (incl. aseind) ook worden gebruikt voor het koppelen van buizen of 8 andere componenten (voorzien van een aseind met een in hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede en een doorlopende axiale boring) waarmee gassen en vloeistoffen kunnen worden getransporteerd.

5 1039933

Claims

1. Koppeling (1) voor een aseind (2) met een in hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede, die op een afstand (a) van zijn 5 uiteinde is voorzien van een hierna als dwarsgroef (3) aangeduid gebied met een ronde of niet-ronde dwarsdoorsnede die over geen enkele hoek groter is dan de kleinste dwarsdoorsnede van het vierkante aseind, welke koppeling een voorplaat (6), een grendelplaat (7) 10 en een achterplaat (9) omvat, waarbij de voorplaat en de grendelplaat beide zijn voorzien van een doorlopend vierkant gat (9 resp. 10) waardoorheen het vierkante aseind kan worden geschoven, en waarbij de achterplaat is voorzien van een niet-15 doorlopend vierkant gat (11) waarin het vierkante aseind kan worden geschoven, waarbij de voorplaat en achterplaat onbeweeglijk met elkaar zijn verbonden in een positie waarin de stand van hun vierkante gaten met elkaar overeenkomen, terwijl de 20 grendelplaat tussen de voorplaat en achterplaat roteer baar is gelagerd zodanig dat die heen en weer kan worden geroteerd tussen een ontgrendelstand (I) waarbij de stand van het vierkante gat in de voorplaat en achterplaat en de stand van het vierkante gat in de grendelplaat met el-25 kaar samenvallen, en een vergrendelstand (II) waarin dat niet het geval is, een en ander zodanig gedimensioneerd en uitgevoerd dat in de ontgrendelstand het vierkante aseind via de doorlopende vierkante gaten in de voorplaat en grendelplaat in het niet-doorlopende vierkante gat in 30 de achterplaat kan worden geschoven, waarna de vergren- delplaat ten opzichte van de voorplaat en achterplaat over een zekere vergrendelhoek kan worden geroteerd waardoor het aseind met het geheel, bestaande uit de met elkaar verbonden voorplaat en achterplaat en de daartussen 1039933 gelegen grendelplaat, gekoppeld is en daaruit niet meer kan worden uitgeschoven zonder de grendelplaat weer in zijn ontgrendelstand terug te roteren.

2. Koppeling volgens conclusie 1, waarbij is voorzien in een tussen de voorplaat en achterplaat aangebrachte lager-plaat (12) die is ingericht voor het zodanig lageren van de roteerbare vergrendelplaat dat de hartlijn (13) van het vierkante gat in de vergrendelplaat zowel in de ont-10 grendelstand als in de vergrendelstand in hoofdzaak over eenkomt met de hartlijn van de vierkante gaten in de voorplaat en achterplaat.

3. Koppeling volgens conclusie 2, waarbij de lagerplaat is 15 voorzien van een uitsparing (14) en de grendelplaat is voorzien van of verbonden met een bedieningselement (15) dat zich door die uitsparing heen naar buiten toe uitstrekt en zodanig gedimensioneerd en uitgevoerd dat het bedieningselement kan worden gebruikt voor het heen en 20 weer roteren van de vergrendelplaat tussen de ontgren delstand en de vergrendelstand.

4. Koppeling volgens conclusie 3, waarbij het bedieningselement is voorzien van of verbonden met een afschermelement 25 (17) dat is ingericht voor het afschermen van de ruimte (14) tussen het bedieningselement van de vergrendelplaat en de uitsparing in de lagerplaat. 1 Koppeling volgens conclusie 3 of 4, waarbij is voorzien 30 in borgingsmiddelen (18) die zijn ingericht voor het bor gen van de grendelplaat of het bedieningselement ten opzichte van de voor- en/of achterplaat in de ontgrendelstand en de vergrendelstand.

6. Koppeling (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1-5, direct of indirect verbonden met ten minste één soortgelijke koppeling (1'), voor het onderling verbinden van twee of meer aseinden (2, 2') met een vierkante dwars- 5 doorsnede en voorzien van een dwarsgroef van de genoemde soort.

7. Koppeling volgens één van de voorgaande conclusies 1-5, direct of indirect verbonden met een zich in hoofdzaak 10 dwars op de lengterichting van het aseind uitstrekkend machine- of constructieonderdeel zoals een crank (22) of schijf, direct of indirect verbonden met de genoemde voor- en/of achterplaat.

8. Inrichting omvattende-.een aseind (2) met een vierkante dwarsdoorsnede en voorzien van een dwarsgroef (3) van de genoemde soort, en een koppeling (1) volgens één van de voorgaande conclusies.

9. Inrichting volgens conclusie 8, gevormd door een home trainer of ander trainingsapparaat.

10. Inrichting volgens conclusie 8, gevormd door een rijwiel of een ander voertuig. 25 1039933