NL1039532C2 - Vervangen van een kunstgras sportveld. - Google Patents

Description

Vervangen van een kunstgras sportveld ACHTERGROND VAN DE uitvinding

De uitvinding heeft onder meer betrekking op een werkwijze voor het vervangen van een kunstgras sportveld. De uitvinding heeft voorts betrekking op een (kunst)gras sportveld.

Kunstgras sportvelden bestaan sinds enige decennia. In een soort van de gevallen worden zij aangelegd op een terrein dat voordien een natuurlijk sportgrasveld vormde. Bij de aanleg wordt eerst de bestaande graslaag verwijderd en een cunet uitgegraven, waarbij de vrijgekomen grond wordt afgevoerd. Op of in de bodem van het cunet wordt een drainagestelsel gelegd, waarna het cunet gevuld wordt met een laag zand (bijvoorbeeld 40 cm) dat de fundering vormt van de sporttechnische laag die daarop, onder afschot, wordt gelegd. De uitvoering van de sporttechnische laag is afhankelijk van de betreffende sport. Vaak omvat deze laag een laag lava (bijvoorbeeld 10 cm) en daarop een dempende laag (shock pad, bijvoorbeeld lava gemengd met rubber foam korrels). Daarop wordt vervolgens een kunstgrasmat gelegd, waarna deze wordt ingestrooid met bijvoorbeeld zand of rubber korrels, voor verhoging van de stabiliteit van de grasvezels. Het drainagestelsel dient om in het zandlichaam gedrongen hemelwater en eventueel uit de bodem komend grondwater af te voeren teneinde ongewenste vervorming van het zandlichaam als gevolg van bevriezing te voorkomen.

In een ander soort benadering wordt een gebruikte kunstgrasmat vervangen door een nieuwe kunstgrasmat. Daarbij kan de mat worden afgenomen en de infill daaruit wordt geklopt. Alternatief kan de infill uit een nog liggende kunstgrasmat worden gezogen. De infill, dat is het ingestrooide materiaal zoals zand en/of rubber korrels, wordt, al dan niet in materiaalsoort gescheiden, afgevoerd naar een plaats van opslag, een plaats hergebruik of een afvalverwerkende installatie.

De bekende wijze van vervanging van een kunstgras sportveld vergt veel tijd, inspanning, materieel en materiaal. SAMENVATTING VAN DE uitvinding

Een doel van de uitvinding is een werkwijze voor het vervangen van een kunstgras sportveld te verschaffen die efficiënt is.

Een doel van de uitvinding is een werkwijze voor het vervangen van een kunstgras sportveld te verschaffen die binnen beperkte tijd uitvoerbaar is.

Een doel van de uitvinding is een werkwijze voor het vervangen van een kunstgras sportveld te verschaffen die economisch is.

Een doel van de uitvinding is een werkwijze voor het vervangen van een kunstgras sportveld te verschaffen die minder milieubelastend is.

Een doel van de uitvinding is een werkwijze voor het vervangen van een kunstgras sportveld te verschaffen, welk sportveld uit oogpunt van milieu gunstig is.

Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het aanleggen van een kunstgras sportveld op een terrein, waarbij een bestaande kunstgrasmat met infill van een bovenlaag wordt verwijderd, de kunstgrasmat wordt afgevoerd, de infill wordt vermengd met materiaal van de bestaande bovenlaag en het mengsel wordt behandeld ter stabilisatie daarvan, in het bijzonder in situ, en een nieuwe kunstgrasmat wordt gelegd.

Door het mengen van de infill met het materiaal van de bovenlaag of bovenlagen en in daarmee gestabiliseerde toestand opnieuw te gebruiken in de bovenlaag voor een nieuwe kunstgrasmat wordt de infill hergebruikt met een minimum aan verplaatsingen.

Door de stabilisatie wordt het infillmateriaal vastgelegd, en wordt voorkomen dat dat zich verplaatst naar elders in de bodem waar het schadelijk voor het mileu zou kunnen zijn.

De infill kan kwartszand omvatten, en/of rubber korrels, zoals van SBR, EPDM of TPE omvat.

Het materiaal van de bestaande bovenlaag of bovenlagen kan lava en/of zand en/of rubber korrels omvatten

Het mengsel kan gestabiliseerd worden door menging van een bindmiddel met het mengsel. Het bindmiddel kan cement omvatten. Schelpkalk is ook een mogelijkheid, waarvan gebleken is dat dit langdurig werkzaam kan zijn. Schelpkalk is taai en dicht en kan scheurvastheid verschaffen. Schelpkalk verhoogt de vorstbestendigheid.

Zonodig kunnen voor bevordering van de sterkte van de bovenlaag daarin wapeningsvezels worden bijgemengd, in het bijzonder vezels (in het bijzonder polypropeen en polyetheen vezels) afkomstig van oude kunstgrasmatten.

Voor de grondstabilisatie kan het mengsel worden vermengd met een klei-kristalliserend middel, zoals Geosta ®, afhankelijk van de samenstelling van de bestaande bovenlaag. Hierdoor wordt scheurvorming tegengegaan. Het Geosta kan bovendien een vastleggende, immobilerende dan wel onschadelijk makende functie vervullen voor in het bijzonder zware metalen die zich op/in de rubber korrels van de infill bevinden, in het bijzonder in geval van SBR rubber korrels afkomstig van bijvoorbeeld autobanden. Het Geosta kan een van water afschermende coating vormen over de korrels.

Het is daarbij mogelijk de nieuwe bovenlaag zodanig te behandelen dat deze tevens in hoofdzaak waterdicht wordt. Op zich zou zo’n waterdichte bovenlaag, onder geschikt afschot, een waterkerende en horizontaal waterafvoerende laag kunnen vormen. Ook wordt de bovenlaag daarmee beschermd tegen capillair grondwater. Voorts wordt uitspoeling van het gestabiliseerde mengsel voorkomen, waardoor chemische verontreinigingen en voor het grondwater ongewenste metalen niet door anders door de bovenlaag vloeiend hemel water elders terecht kunnen komen.

In een eenvoudige uitvoering wordt de infill van de kunstgrasmat verwijderd door de infill vanuit een van de onderlaag opgelichte kunstgrasmat op de bovenlaag te laten vallen. De infill kan daarbij of daarna over de bovenlaag verspreid worden. De infill liggend op de bovenlaag kan dan eenvoudig vermengd worden met het materiaal van de bovenlaag of bovenlagen en met de toevoegingen voor de stabilisatie/immobilisatie en het eventueel waterdicht maken..

In een alternatieve of aanvullende uitvoering wordt voorafgaande aan het aanbrengen van de nieuwe kunstgrasmat een in verticale richting waterkerende en in horizontale richting afvoerende laag gerealiseerd. Hierdoor wordt het binnendringen van hemelwater in de gestabiliseerde bovenlaag grotendeels voorkomen, zodat voornoemde uitspoeling wordt voorkomen.

In een uitvoering wordt de waterkerende laag gerealiseerd door het op de bovenlaag of fundering leggen van een drainagelaag van baanvormig materiaal met een bovenwand die in verticale richting doorlatend is voor water en met een onderwand die in verticale richting in hoofdzaak ondoorlatend is voor water, waarbij de drainagelaag tussen de bovenwand en de onderwand voorzien is van doorgangen voor afvoer van water in horizontale richting. Hierdoor wordt het hemelwater opgenomen uit de daarboven gelegen kunstgrasmat en effectief afgevoerd binnen de drainagelaag. Het drainerend vermogen van de fundering is daarmee van minder of geen belang: verslechtering van dat drainerend vermogen speelt dan geen rol, met als gevolg dat de vervanging van de fundering minder snel aan de orde komt.

In een voordelige uitvoering is de drainagelaag tussen de bovenwand en de onderwand voorzien van afstandhouders, welke veerkrachtig zijn De drainagelaag vormt daarmee tevens een dempende laag, zodat verder op aanlegkosten kan worden bespaard.

In een uitvoering worden de afstandhouders gevormd door zogenoemde noppen van een noppenfolie, welke noppen tussen zich doorgangen bepalen.

In een alternatieve uivoering worden de afstandhouders gevormd door in wirwar gelegen, aan elkaar bevestigde draden die tussen zich doorgangen bepalen. Dit kan bijvoorbeeld het materiaal zijn dat gebruikt wordt voor Enkamat ® of Secumat ® (drie-dimensionale structuurmat van kronkelige polymeer (zoals polyamide, polypropeen) draden die op kruispunten aan elkaar zijn gesmolten.

In een uitvoering wordt de kunstgrasmat direct op de drainagelaag gelegd.

De drainagelaag is bij voorkeur uitgevoerd als een mat.

De drainagelaag of -mat kan in waterafvoerende verbinding worden gebracht met een wateropvang, in het bijzonder een waterreservoir, voor hergebruik als bijvoorbeeld sproeiwater.

Wanneer het voornoemde bekende drainagestelsel achterwege kan worden gelaten is de noodzaak om een cunet te graven verminderd. Een verdere, aanzienlijke vereenvoudiging kan dan worden verkregen indien, volgens een verder aspect volgens de uitvinding, voor het realiseren van de fundering het grondmateriaal van een bestaande bovenlaag van het terrein wordt behandeld ter stabilisatie daarvan. Deze laag kan dan de voornoemde funderingslaag vormen. Het al aanwezige grondmateriaal behoeft niet te worden verwijderd en afgevoerd, zand behoeft niet of nauwelijks te worden aangevoerd en te worden gestort/verspreid. De aanleg kan daarmee in hoofdzaak “no-dig” zijn.

In een uitvoering wordt de werkwijze toegepast op een terrein dat aanvankelijk voorzien is van een kunstgrasmat, waarbij de infill daarvan wordt vermengd met genoemd grondmateriaal.

De dikte van de gestabiliseerde bovenlaag kan beperkt gehouden worden, bijvoorbeeld 15 -20 cm.

De bovenlaag kan gestabiliseerd worden door menging van een bindmiddel met het grondmateriaal van de bovenlaag. Het bindmiddel kan cement zijn.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het aanleggen van een kunstgras sportveld op een terrein, waarbij een bestaande kunstgrasmat met infill van kwartszand en/of rubberkorrels vanaf een bovenlaag van lava en/of zand en/of rubberkorrels wordt verwijderd, de kunstgrasmat wordt afgevoerd, de infill over de bovenlaag wordt verspreid en in situ wordt vermengd met materiaal van de bestaande bovenlaag of bovenlagen en dat mengsel tijdens het vormen daarvan of daarna wordt behandeld ter stabilisatie daarvan voor het vormen van een fundering, en een nieuwe kunstgrasmat wordt gelegd.

In een uitvoering wordt de kunstgrasmat ingestrooid met olivijnhoudend korrelmateriaal. Het olivijn kan C02 in lucht en water binden. Het olivijn heeft ook verder een gunstige invloed op het milieu, doordat door een verhoging van de pH-waarde zware metalen als zink, lood, etc. beter gebonden worden. Dit is gunstig voor het opgevangen en afgevoerde hemelwater, dat daardoor een mindere belasting vormt voor zuiveringsinstallaties of bodem, en al gauw geschikt kan zijn voor lozing of voor hergebruik als sproeimiddel. Voorts is het mogelijk dat het olivijn meehelpt in NOx reductie, fosfaatbinding en fijnstof reductie. Het water kan bij de omzetting van C02 ontstane stoffen in oplossing nemen en afvoeren. Voorts gaat het olivijn een dichtslibben door biofilmvorming in drainerende lagen tegen. Het olivijn houdend korrelmateriaal komt in de plaats van fijn kwartszand, dat mogelijk als nadeel heeft schadelijk te zijn voor de gezondheid van gebruikers van het sportveld.

Het korrelmateriaal is bij voorkeur verkregen van een stollingsgesteente. Dat -olivijn-houdend- gesteente kan basalt zijn, een basisch vulkanisch gesteente, bij voorkeur echter, vanwege hoge gehaltes aan olivijn, een ultrabasisch dieptegesteente, in het bijzonder van peridotiet, in het bijzonder van duniet.

Voor de effectiviteit van het olivijn heeft het de voorkeur dat dit een Mg gehalte van meer dan 50 gew.%, meer bij voorkeur van meer dan 70 gew.% heeft. Het voornoemde dieptegesteente kan in het bijzonder forsteriet zijn.

Het korrelmateriaal kan kleiner zijn dan ongeveer 1 mm.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het aanleggen van een kunstgras sportveld op een terrein, omvattend het behandelen van het grondmateriaal van een bestaande bovenlaag van het terrein ter stabilisatie daarvan, het in profiel brengen van het bovenoppervlak van de bovenlaag, en het plaatsen van een kunstgrasmat. Hiermee worden de voornoemde voordelen bereikt, in het bijzonder de aanleg van een kunstgras sportveld met een no-dig proces.

Verdere uitwerkingen van deze werkwijze zijn hiervoor reeds genoemd en zijn beschreven in onder meer de conclusies 24-30.

Het gras van de bestaande grasmat kan worden gemaaid en afgevoerd, waarna de wortellaag met bijbehorend grondmateriaal wordt vermengd met daaronder gelegen grondmateriaal.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het aanleggen van een kunstgras sportveld op een terrein, waarbij een kunstgrasmat wordt aangebracht boven een laag grondmateriaal dat vermengd is met schelpkalk. Het grondmateriaal kan in het bijzonder in situ aanwezig grondmateriaal zijn.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het aanleggen van een kunstgras sportveld op een terrein, waarbij een kunstgrasmat wordt ingestrooid met olivijnhoudend korrelvormig materiaal. Deze stap kan ook toegepast worden op bestaande kunstgras sportvelden, in plaats van het gebruikelijke zand. De voordelen van olivijn en verdere uitvoeringen zijn hiervoor reeds beschreven.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een kunstgras sportveld verkregen met een werkwijze volgens de uitvinding. In het bijzonder voorziet de uitvinding in een kunstgras sportveld omvattend een kunstgrasmat en een daaronder gelegen bovenlaag van gestabiliseerd grondmateriaal. De uitvinding verschaft voorts een kunstgras sportveld omvattend een kunstgrasmat die gelegd is op een drainagemat met een waterkerende onderlaag en horizontaal waterafvoerend vermogen, in het bijzonder een in verticale richting veerkrachtige drainagemat. De uitvinding verschaft voorts kunstgras sportveld omvattend een kunstgrasmat die is ingestrooid met olivijnhoudend korrelmateriaal.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:

Figuren 1-9 een aantal opeenvolgende stappen in een voorbeeld van een werkwijze die benut kan worden bij de uitvinding; en

Figuur 10 een schematische weergave van een aantal stappen in het uitvoeren van een werkwijze volgens de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

In figuur 1 is weergegeven een bestaand terrein 1 met een natuurgrasmat met wortelzone 2 en gras 3, welke op een laag grondmateriaal 4 ligt van bijvoorbeeld zand met klei- en/of leemdeeltjes en organische stof.

Voor de aanleg van een kunstgras sportveld wordt, zie figuur 2, het gras 3 geschoren en afgevoerd.. Het bovenoppervlak 6 is dan hoogstens van stoppels gras voorzien.

Vervolgens, figuur 3, wordt met de op en neer bewegende haken 11 van een zogenoemde hakenfrees 10, verplaatsend over het terrein 1 in de richting A, het materiaal van de laag 2 vermengd met een bovenste gedeelte van de laag 4, bijvoorbeeld tot op een diepte D van 15-20 cm. Het gemengde materiaal is aangeduid met 5a. De grens tussen gemengd materiaal 5a en oorspronkelijke grondmateriaal 4 is aangegeven met d.

Daarna wordt, figuur 4, cement 12 en Geosta ® 13 toegevoerd en, figuur 5, met behulp van de hakenfrees 10 innig vermengd met het materiaal 5a, onder toevoeging van water 14. Het Geosta ® vormt de kleideeltjes om tot kristallen die bindbaar zijn met het cement 12. Het resultaat is een gestabiliseerde bovenlaag 100 over de diepte D, welke nog aanvullend verdicht (wals 15, figuur 6) wordt en wordt geëgaliseerd en onder het juiste afschot wordt gebracht. De bovenlaag kan daarbij bij geschikte menging met het cement en Geosta ook waterdicht worden gemaakt.

Langs de randen van het beoogde veld kan een vorstrand gemaakt worden, bijvoorbeeld door menging van het grondmateriaal aldaar met schelpkalk.

Vervolgens wordt, figuur 7, een drainagemat 20 op het onder gewenst afschot staande bovenvlak 6 geplaatst. Deze mat omvat een onderlaag 21 van waterondoorlatend materiaal, zoals een kunststof folie, een bovenlaag 22 van goed waterdoorlatend materiaal, zoals een non woven, welke lagen beide bevestigd zijn aan en op onderlinge afstand (bijvoorbeeld 0,5 cm) worden gehouden door een open netwerk van willekeurig gerichte, kronkelige polymeer draden, zoals het eerder genoemde Enkamat ®. Begrepen zal worden dat de materiaalkeuze afgestemd zal zijn op de mogelijkheid van onderlinge bevestiging van de lagen en de draden. Naden tussen naast elkaar gelegde banen van de mat worden afgeplakt met geschikte tape. Het is ook mogelijk om bijvoorbeeld een bestaande mat opgebouwd uit voornoemd netwerk met een non-woven vlies zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde (zoals Enkadrain® of Secudrain®) te gebruiken, en de vlies-onderlaag daarvan te plaatsen op, bij voorkeur vooraf te bevestigen op, een waterondoorlatende folie.

Daarna wordt een kunstgrasmat 30 op de drainagemat 20 gelegd, zie figuur 8. De kunstgrasmat 30 omvat een waterdoorlatende dragerlaag 31 waarop kunststof grasvezels 32 zijn bevestigd, zoals gebruikelijk. Dit wordt gevolgd door het vanuit een voorraad 16 instrooien van de ruimtes tussen de grasvezels, althans een onderste gebied daarvan, met olivijnhoudend korrelmateriaal 40, gepolijste, niet hoekige ronde korrels van 0,5- 1 mm

Water dat op het kunstgras veld valt sijpelt neerwaarts door de ruimtes tussen de korrels 40, door de dragerlaag 31, de bovenlaag 22 en stroomt dan, geleid door de onderlaag 21, naar de randen van de drainagemat 20. De drainagemat 20 watert af aan de randen daarvan, in het bijzonder in goten, die naar een opslag voeren.

Hiermee is een kunstgrasveld aangelegd zonder noemenswaardig graafwerk en grondverplaatsing. De diepte tot waarop het grondmateriaal 4 wordt geroerd is kleiner dan de diepte tot waarop gewoonlijk een cunet wordt uitgegraven ( 1-20 cm tegen 30-40 cm). De bovenlaag 100 is in hoofdzaak vorstongevoelig en behoudt voor lange tijd zijn stabiliteit om als fundering te dienen, waardoor de kunstgrasmat zijn vlakheid kan behouden.

In gebruik zal het water bij het langs de korrels 40 sijpelen over een padlengte in contact komen het olivijn en daarmee chemisch kunnen reageren. Voor wat betreft binding van C02 is daarbij de volgende reactie mogelijk:

Mg2Si02 + 4 C02 + 2 HzO 2Mg2+ + 4 HC03' + Si02

De magnesium ionen en de bicarbonaat ionen lossen in het water op en worden daardoor meegenomen. In deze vergelijking is de Fe-component in olivijn (Mg,Fe)2 Si04 weggelaten. Mg ionen zullen vaker voorkomen en zijn effectief in het vastleggen van CO2. Forsteriet heeft het hoogste gehalte aan Mg.

In plaats van cement 12, of in plaats van een gedeelte daarvan, kan men ook schelpkalk in de stap van figuur 4 toevoegen.

In figuur 10 is met 100 schematisch aangeduid een graslaag die, anders dan in de figuren 1 en 2, gevormd is door een kunstgrasmat 200 die voorzien is van ingestrooid materiaal of infill 210. De kunstgrasmat 200 ligt op een fundering met bovenste bovenlaag 201 van bijvoorbeeld lava en een daaronder gelegen bovenlaag 202 van zand. De hoogte van beide bovenlagen 201,202 kan bijvoorbeeld 30 cm bedragen. De infill 210 kan bijvoorbeeld kwartszand zijn en/of rubber korrels.

Met een machine 102 wordt de mat 200 verwijderd. Hiertoe wordt tijdens het verrijden van de machine 102 in de richting A een baan van bijvoorbeeld 2-4 m breed uitgesneden, met messen 103. Via een oploop 104 en omleidrollen 105, waarvan één of meer aangedreven zijn, wordt de baan langs een klopper 106 geleid om het in de baan kunstgras aanwezige korrelvormig materiaal daaruit te lossen. Dat materiaal wordt opgevangen in een bak 107, de baan wordt opgerold tot een rol. De baan kan bijvoorbeeld een lengte hebben van 5-50 m.

Meerdere rollen banen worden op dezelfde wijze verkregen, en afgevoerd. Via een afvoer 108 wordt, eventueel gedoseerd, de infill vanuit de bak 107 afgegeven aan een verspreider 109, die in rotatie wordt aangedreven en de infillkorrels over het vrije oppervlak van de bovenlaag 201 verstrooid.

Met de eerder genoemde hakenfrees 10 wordt tot over een diepte van bijvoorbeeld 15-20 cm, tot in de zand-bovenlaag 202, innige menging van zand, lava en infill bewerkstelligd, overeenkomstig de wijze van figuur 3. De daaropvolgende stappen komen overeen met die van de figuren 4 en verder.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding

Claims (33)

1. Werkwijze voor het aanleggen van een kunstgras sportveld op een terrein, waarbij een bestaande kunstgrasmat met infill van een bovenlaag wordt verwijderd, de kunstgrasmat wordt afgevoerd, de infill wordt vermengd met materiaal van de bestaande bovenlaag of bovenlagen en het mengsel tijdens het vormen daarvan of daarna wordt behandeld ter stabilisatie daarvan voor het vormen van een fundering, en een nieuwe kunstgrasmat wordt gelegd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het mengsel in situ wordt behandeld ter stabilisatie daarvan.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de infill kwartszand omvat.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de infill rubber korrels, zoals van SBR, EPDM of TPE omvat.

5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het materiaal van de bestaande bovenlaag of bovenlagen lava en/of zand omvat

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het materiaal van de bestaande bovenlaag of bovenlagen rubber korrels omvat.

7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het mengsel gestabiliseerd wordt door menging van een bindmiddel met het grondmateriaal van de bovenlaag.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij het bindmiddel schelpkalk omvat.

9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, waarbij het bindmiddel cement omvat.

10. Werkwijze volgens conclusie 7, 8 of 9, waarbij het mengsel wordt vermengd met een klei-kristalliserend middel, zoals Geosta ®.

11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het mengsel tevens wordt behandeld om in hoofdzaak waterdicht te worden.

12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in het mengsel wapeningsvezels worden bijgemengd, in het bijzonder vezels (in het bijzonder polypropeen en polyetheen vezels) afkomstig van oude kunstgrasmatten.

13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de infill van de kunstgrasmat wordt verwijderd door de infill door het vanuit een van de onderlaag opgelichte kunstgrasmat op de bovenlaag te laten vallen.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de infill over de bovenlaag verspreid wordt.

15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, waarbij de infill liggend op de bovenlaag vermengd wordt met het materiaal van de bovenlaag of bovenlagen.

16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij voorafgaande aan het aanbrengen van de nieuwe kunstgrasmat een in verticale richting waterkerende en in horizontale richting afvoerende laag wordt gerealiseerd.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de waterkerende laag wordt gerealiseerd door het op de bovenlaag leggen van een drainagelaag van baanvormig materiaal, bij voorkeur drainagemat, met een bovenwand die in verticale richting doorlatend is voor water en met een onderwand die in verticale richting in hoofdzaak ondoorlatend is voor water, waarbij de drainagelaag tussen de bovenwand en de onderwand voorzien is van doorgangen voor afvoer van water in horizontale richting.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij de drainagelaag tussen de bovenwand en de onderwand voorzien is van afstandhouders, welke veerkrachtig zijn

19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij de afstandhouders gevormd worden door zogenoemde noppen van een noppenfolie, welke noppen tussen zich doorgangen bepalen.

20. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij de afstandhouders gevormd worden door in wirwar gelegen, aan elkaar bevestigde draden die tussen zich doorgangen bepalen.

21. Werkwijze volgens één der conclusies 17-20, waarbij de kunstgrasmat direct op de drainagelaag wordt gelegd.

22. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de nieuwe kunstgrasmat wordt ingestrooid met olivijnhoudend korrelmateriaal.

23. Werkwijze volgens één der conclusies 16-22, waarbij de afvoerende laag, in het bijzonder drainagemat, in waterafvoerende verbinding wordt gebracht met een wateropvang, in het bijzonder een waterreservoir.

24. Werkwijze voor het aanleggen van een kunstgras sportveld op een terrein, omvattend het behandelen van het grondmateriaal van een bestaande bovenlaag van het terrein ter stabilisatie daarvan, het in profiel brengen van het bovenoppervlak van de bovenlaag, en het plaatsen van een kunstgrasmat.

25. Werkwijze volgens conclusie 24, toegepast op een terrein dat aanvankelijk voorzien is van een kunstgrasmat, waarbij, na het verwijderen van die aanvankelijk aanwezige kunstgrasmat, de infill daarvan wordt vermengd met genoemd grondmateriaal.

26. Werkwijze volgens conclusie 24 of 25, waarbij de bovenlaag gestabiliseerd wordt door menging van een bindmiddel met het grondmateriaal van de bovenlaag.

27. Werkwijze volgens conclusie 26, waarbij het bindmiddel schelpkalk en/of cement omvat.

28. Werkwijze volgens conclusie 25, 26 of 27, waarbij het grondmateriaal wordt vermengd met een klei-kristalliserend middel, zoals Geosta ®.

29. Werkwijze volgens één der conclusies 24-28, waarbij de bovenlaag tevens wordt behandeld om in hoofdzaak waterdicht te worden.

30. Werkwijze volgens één der conclusies 24-29, waarbij in het grondmateriaal wapeningsvezels worden bijgemengd, in het bijzonder vezels (in het bijzonder polypropeen en polyetheen vezels) afkomstig van oude kunstgrasmatten.

31. Werkwijze voor het aanleggen van een kunstgras sportveld op een terrein, waarbij een bestaande kunstgrasmat met infill van kwartszand en/of rubberkorrels vanaf een bovenlaag van lava en/of zand en/of rubberkorrels wordt verwijderd, de kunstgrasmat wordt afgevoerd, de infill over de bovenlaag wordt verspreid en in situ wordt vermengd met materiaal van de bestaande bovenlaag of bovenlagen en dat mengsel tijdens het vormen daarvan of daarna wordt behandeld ter stabilisatie daarvan voor het vormen van een fundering, en een nieuwe kunstgrasmat wordt gelegd.

32. Kunstgras sportveld voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

33. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.