NL1039513C2 - Overkapping voor een stal, schuur of uitloopruimte. - Google Patents

Description

Overkapping voor een stal, schuur of uitloopruimte

De uitvinding heeft betrekking op een overkapping voor een stal, schuur of uitloopruimte, omvattende een foliedak, 5 alsmede een groep bomen voor het ondersteunen van het foliedak. Daarbij wordt onder een foliedak een dak vervaardigd uit tenminste één flexibele laag licht-doorlatend kunststof verstaan.

10 Een overkapping van dit type is bekend uit DE 10143113.

Bij de bekende overkapping is het foliedak tussen de stammen van de bomen gespannen en vormen de stammen van de bomen de feitelijke ondersteuning.

15 De overkapping volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat het foliedak over de kruinen van althans nagenoeg alle bomen van de groep is gespannen, waardoor de kruinen en niet de stammen van de bomen het folie ondersteunen. Het voordeel is dat de kruinen dan feitelijk deel uitmaken van 20 de stal, schuur of uitloopruimte, waardoor het microklimaat in de stal, schuur of uitloopruimte belangrijk kan verbeteren. Zo zal in de zomer de temperatuur en de vochtigheid gelijkmatiger zijn en worden geurstoffen en fijnstof effectief uit de lucht gefilterd door de bladeren 25 die deel uitmaken van de kruinen. Verder geldt dat voor mens en dier het interieur als natuurlijk wordt ervaren, wat het welzijn belangrijk kan verbeteren.

Een gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de 30 overkapping een rond of tussen de groep bomen aangebrachte steunconstructie voor het foliedak omvat. Dit is zeker het geval op het moment dat een overkapping volgens de uitvinding wordt geplaatst, waarbij de bomen nog klein zijn en geen wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het 35 ondersteunen van het foliedak. De steunconstructie kan echter relatief licht zijn uitgevoerd, met een verwachte 1 0395 1 3 2 levensduur van bijvoorbeeld tien jaar, omdat de kruinen na korte tijd de steunfunctie althans deels zullen gaan overnemen.

5 Een zeer gunstige uitvoeringsvorm van de inventieve overkapping heeft volgens een verder aspect van de uitvinding als kenmerk, dat de kruinen van de groep bomen een ondersteuning van het foliedak vormen. Daarbij is er dus niet langer sprake van een noodzakelijke additionele 10 steunconstructie. Een dergelijke overkapping heeft een zeer natuurlijke uitstraling en valt nauwelijks op in het landschap. Desgewenst kunnen rond de groep bomen die het foliedak vormen enige additionele, vrijstaande bomen worden geplant, waarna de overkapping vrijwel volledig in het 15 landschap is opgenomen.

Een verder zeer gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de overkapping is voorzien van spanbalken of spanbuizen, alsmede van spanbanden, voor het aan de bodem 20 bevestigen van het foliedak, zodat met het groeien van de bomen de overkapping mee kan groeien. Een alternatief is dat men onder de overkapping de kruin periodiek snoeit. Ook is het mogelijk om incidenteel takken door kleine openingen in de overkapping te leiden, zodat een klein deel van de 25 kruin buiten de overkapping kan doorgroeien, waardoor de overkapping nog meer wordt opgenomen in het landschap.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm waarmee de hoogteverschillen in de overkapping nauwkeurig bepaald kunnen 30 worden heeft als kenmerk, dat het foliedak daksegmenten omvat, alsmede goten voor het onderling verbinden van de daksegmenten en voor het afvoeren van regenwater. Het zo opgevangen water kan worden opgeslagen voor verder gebruik en/of het kan met behulp van grindbakken op een natuurlijke 35 wijze worden afgevoerd.

3

In een natuurlijke omgeving is de kans groot dat de goten gevuld raken met blad. Het is dan ook noodzakelijk om de goten periodiek te reinigen. Een gunstige uitvoeringsvorm waarmee dit reinigen relatief eenvoudig kan worden 5 uitgevoerd heeft als kenmerk, dat de goten althans aan een zijde losneembaar met de daksegmenten zijn verbonden.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de goten losneembaar met de spanbalken of de spanbuizen 10 zijn verbonden, waardoor vormveranderingen van het dak tengevolge van de groei van de daaronder geplaatste bomen vrijwel geen invloed heeft op de positie van de goten. Een belangrijk bijkomend voordeel is dat op de spanbalken of spanbuizen standaard bevestigingsmiddelen kunnen worden 15 gemonteerd voor het bevestigen van de randen van de goten.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een overkapping voor een stal of uitloopruimte, waarbij om of tussen een groep bomen een 20 steunconstructie wordt geplaatst, waarover een foliedak met behulp van spanbanden wordt gespannen. De inventieve werkwijze heeft als kenmerk, dat het foliedak over de kruinen van althans nagenoeg alle bomen van de groep wordt gespannen.

25

Een gunstige realisatie van de inventieve werkwijze heeft als kenmerk, dat de steunconstructie zodanig is uitgevoerd dat ze hoger is boven boomkruinen of groepen of rijen van boomkruinen en lager tussen boomkruinen of groepen of rijen 30 van boomkruinen, zodat de boomkruinen of groepen of rijen van boomkruinen de functie van de steunconstructie geleidelijk kunnen overnemen, waarbij de door de steunconstructie bepaalde vorm althans in hoofdzaak wordt behouden.

35 Een verdere gunstige realisatie van de inventieve werkwijze heeft als kenmerk, dat na enkele jaren de steunconstructie 4 wordt verwijderd, zodat het foliedak nog uitsluitend door de kruinen wordt ondersteund.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand 5 van de volgende figuren, waarbij:

Fig. IA schematisch een steunconstructie weergeeft waarmee een overkapping met grote hoogteverschillen kan worden gerealiseerd; 10 Fig. 1B schematisch een op deze wijze verkregen overkapping weergeeft;

Fig. 2A schematisch een steunconstructie weergeeft waarmee een overkapping met geringe hoogteverschillen kan worden gerealiseerd; 15 Fig. 2B schematisch een op deze wijze verkregen overkapping weergeeft;

Fig. 3A schematisch een steunconstructie weergeeft waarmee een tunnelvormige overkapping kan worden gerealiseerd; 20 Fig. 3B schematisch een op deze wijze verkregen overkapping weergeeft;

Fig. 4A schematisch in doorsnede een goot en twee folies voorzien van spanbalken weergeeft; Fig. 4B schematisch in zijaanzicht een metalen beugel, 25 een foliegoot en twee folies voorzien van spanbalken weergeeft;

Fig. 4C schematisch een mogelijk bevestigingsorgaan voor een goot aan een spanbalk weergeeft;

Fig. 4D schematisch in doorsnede een steunpaal als deel 30 van een steunconstructie weergeeft.

Fig. IA geeft schematisch een steunconstructie weer waarmee een overkapping met grote hoogteverschillen kan worden gerealiseerd. De steunconstructie bestaat uit rijen van 35 steunpalen 1, verankerd in poeren 2. Nagenoeg in dezelfde rijen worden bomen 3 geplant met een hoogte die kleiner is 5 dan de hoogte van steunpalen 1. Over palen 1 wordt een foliedak 4 gespannen, bestaande uit brede banen kunststof-folie die onderling zijn verbonden met behulp van goten 5 welke centraal tussen de steunpalen 1 verlopen. Goten 5 5 worden met behulp van spanbanden 6 verankerd aan poeren 2. Ook de vrije randen van de banen kunststoffolie worden met spanbanden 6 verankerd aan poeren 2. Water dat van foliedak 4 stroomt kan worden opgevangen voor verder gebruik en/of worden afgevoerd naar een infiltratiesysteem, bijvoorbeeld 10 kiezelbakken 7. Desgewenst kunnen ook tussen foliedaken 4 bomen 8 worden geplant, waarvan de stammen door openingen in goten 5 steken. Het voordeel is dat de boomkruinen rond goten 5 op foliedaken 4 rusten, wat de stormvastheid van de overkapping belangrijk kan vergroten. Rond de overkapping 15 kunnen vrijstaande bomen 9 worden geplant, waardoor de overkapping enigszins aan het oog wordt onttrokken en wordt opgenomen in het landschap.

Fig. 1B geeft schematisch een op deze wijze verkregen 20 overkapping weer, waarbij bomen 3 het foliedak 4 volledig ondersteunen en waarbij steunpalen 1 zijn verwijderd. Foliedak 4 is bijvoorbeeld vervaardigd uit een vrijwel transparante meerlaags kunststoffolie met een UV bestendige buitenlaag en een met kunststofvezels versterkte 25 binnenlaag. De levensduur van een dergelijke folie bedraagt doorgaans 10-20 jaar, waarna het foliedak of delen van het foliedak kunnen worden vervangen. Daarbij worden goten 5 en spanbanden 6 losgekoppeld van de banen kunststof, waarna de oude banen kunststof worden vervangen door nieuwe banen. De 30 vorm van foliedak 4 blijft daarbij behouden, want die is vastgelegd in de vorm van de kruinen van bomen 3.

Fig. 2A geeft schematisch een steunconstructie weer waarmee een overkapping met geringe hoogteverschillen kan worden 35 gerealiseerd. De steunconstructie bestaat uit rijen van steunpalen 1, verankerd in poeren 2, waarop steunbalken 10 6 zijn bevestigd, zodanig dat de overkapping rondom wordt ondersteund. Binnen de steunbalken worden bomen 3 geplant, waarvan de hoogte kleiner is dan de hoogte van steunpalen 1. Over steunpalen 1 en steunbalken 10 wordt een foliedak 4 5 gespannen, bestaande uit brede banen kunststoffolie die onderling aaneen zijn gelast of gelijmd, waarbij de buiten steunbalken 10 uitstekende randen met behulp van spanbanden 6 worden verankerd aan poeren 2. Water dat van foliedak 4 stroomt kan worden opgevangen voor verder gebruik en/of 10 worden afgevoerd via kiezelbakken 7. Rond de overkapping kunnen vrijstaande bomen worden geplant, waardoor de overkapping enigszins aan het oog wordt onttrokken en wordt opgenomen in het landschap.

15 Fig. 2B geeft schematisch een op deze wijze verkregen overkapping weer, waarbij bomen 3 het foliedak 4 volledig ondersteunen en waarbij steunpalen 1 en steunbalken 10 zijn verwijderd. Foliedak 4 is bijvoorbeeld vervaardigd uit een vrijwel transparante meerlaags kunststoffolie met een UV 20 bestendige buitenlaag en een met kunststofvezels versterkte binnenlaag. De levensduur van een dergelijke folie bedraagt doorgaans 10-20 jaar, waarna het foliedak deels of geheel kan worden vervangen. De vorm van foliedak 4 blijft daarbij behouden, want die is vastgelegd in de vorm van de kruinen 25 van bomen 3.

Fig. 3A geeft schematisch een steunconstructie weer waarmee een tunnelvormige overkapping kan worden gerealiseerd waarin bijvoorbeeld pluimvee kan worden ondergebracht.

30 Hierbij worden bijvoorbeeld uit kunststof vervaardigde bogen 11 vastgezet in poeren 2 en onderling verbonden met in een lengterichting verlopende buizen 12. Over de zo verkregen tunnelvormige steunconstructie wordt een folie 4 gespannen en met behulp van verder niet getoonde haringen 35 vastgezet. Aan weerszijden van de zo verkregen tunnelvormige overkapping wordt vervolgens langs en tussen bogen 7 11 twijgen 13 gepoot en naar boven geleid. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld beukentwijgen of ligustertwijgen worden gebruikt. In de linker figuur is het folie gesloten en zullen de twijgen aan de binnenzijde van folie uitgroeien.

5 In de rechter figuur is het folie geperforeerd, bijvoorbeeld met enkele gaten per vierkante meter met een diameter van 1 centimeter, waardoor uitlopers van twijgen 13 via de gaten naar buiten kunnen groeien.

10 Fig. 3B geeft schematisch een op deze wijze verkregen overkapping weer, waarbij twijgen 13 zo ver zijn uitgegroeid dat ze folie 4 volledig kunnen ondersteunen en waarbij bogen 11 en buizen 12 zijn verwijderd. In de linker figuur is aan de buitenkant alleen folie 4 zichtbaar en in 15 de rechter figuur wordt folie 4 deels aan het oog onttrokken door de uitlopers die door de gaten in het folie zijn gegroeid.

Fig. 4A geeft schematisch in doorsnede twee folies 4a,4b 20 weer, waarvan de uiteinden rond twee spanbalken 14a,14b zijn geslagen en met schroeven 15 zijn vastgezet. Het is natuurlijk mogelijk op de spanbalken en de folies op andere wijze te verbinden, bijvoorbeeld met behulp van in het vakgebied bekende pees en schede verbindingen. Spanbalken 25 14a,14b zijn onderling verbonden met een V-vormige beugels 16 die met spanbanden 6 aan de bodem zijn bevestigd. Spanbalken 14a,14b zijn eveneens voorzien van bevestigingsmiddelen 17 waarmee een uit folie of plaat vervaardigde goot 18 tussen spanbalken 14a,14b losneembaar kan worden 30 bevestigd. Het is dan eenvoudig mogelijk om een rand van goot 18 los te maken om goot 18 te reinigen. Ter plaatse van beugels 16 is goot 18 voorzien van ondiepe uitsparingen om beugels 16 te laten passeren. Aan goot 18 kunnen eenvoudig kunststof afvoerslangen of afvoerbuizen 19 worden 35 bevestigd om regenwater af te voeren. In goot 18 kunnen tevens manchetten 20 worden bevestigd om stammen van bomen 8 8 te laten passeren. Als alternatief kunnen goten 18 gesegmenteerd worden uitgevoerd, waarbij elk segment is voorzien van een afvoerslang of afvoerbuis 19 en waarbij de stammen van bomen 8 tussen de segmenten kunnen passeren.

5 Fig. 4B geeft schematisch in zijaanzicht een folie 4a weer, waarvan de rand rond een spanbalk 14a is geslagen en met schroeven 15 is bevestigd. Aan de onderzijde is spanbalk 14a voorzien van bevestigingsmiddelen 17 waarmee de uit folie vervaardigde goot 18 aan spanbalk 14a kan worden 10 bevestigd. Ter plaatse van V-vormige beugels 16 is goot 18 voorzien van ondiepe uitsparingen 21 om V-vormige beugels 16 te laten passeren.

Fig. 4C geeft schematisch in vooraanzicht een op zich 15 bekend mogelijk bevestigingsmiddel 17 weer, bestaande uit een ovalen knop 22 die op een spanbalk kan worden geschroefd en die is voorzien van een roteerbaar deel 23, alsmede een ovalen ring 24 die in een ovale opening in goot 18 kan worden geklemd. Afhankelijk van de stand van 20 roteerbaar deel 23 is goot 18 dan aan de spanbalk bevestigd of kan goot 18 worden losgenomen.

Fig. 4D geeft schematisch in doorsnede een steunpaal 1 als deel van een steunconstructie weer. Aan de bovenzijde is 25 steunpaal 1 voorzien van een buis 25 waar folie 4 overheen is gespannen. Bij voorkeur wordt over folie 4 een uit versterkte kunststof folie vervaardigde strip 26 gelegd, waarna beide folies met behulp van een metalen strip 27 en schroeven 28 op buis 25 worden bevestigd.

1039513

Claims (10)

1. Overkapping voor een stal, schuur of uitloopruimte, omvattende een foliedak, alsmede een groep bomen voor het 5 ondersteunen van het foliedak, met het kenmerk, dat het foliedak over de kruinen van althans nagenoeg alle bomen van de groep is gespannen.

2. Overkapping volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 de overkapping een rond of tussen de groep bomen aangebrachte steunconstructie voor het foliedak omvat.

3. Overkapping volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de kruinen van de groep bomen een 15 ondersteuning van het foliedak vormen.

4. Overkapping volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de overkapping is voorzien van spanbalken of spanbuizen, alsmede van spanbanden, voor het spannen van het foliedak. 20

5. Overkapping volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het foliedak daksegmenten omvat, alsmede goten voor het onderling verbinden van de daksegmenten en voor het afvoeren van regenwater. 25

6. Overkapping volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de goten losneembaar met de daksegmenten zijn verbonden.

7. Overkapping volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 30 de goten althans aan een zijde losneembaar met de spanbalken of de spanbuizen zijn verbonden.

8. Werkwijze voor het vervaardigen van een overkapping voor een stal of uitloopruimte, waarbij om of tussen een 35 groep bomen een steunconstructie wordt geplaatst, waarover een foliedak met behulp van spanbanden wordt gespannen, met 1039513 het kenmerk, dat het foliedak over de kruinen van althans nagenoeg alle bomen van de groep wordt gespannen.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 5 de steunconstructie zodanig is uitgevoerd dat ze hoger is boven boomkruinen of groepen of rijen van boomkruinen en lager tussen boomkruinen of groepen of rijen van boomkruinen.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat na enkele jaren de steunconstructie wordt verwijderd. 1039513