NL1039132C2 - Werkwijze en inrichting voor het behandelen van ballastwater in schepen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het behandelen van ballastwater in schepen. Download PDF

Info

Publication number
NL1039132C2
NL1039132C2 NL1039132A NL1039132A NL1039132C2 NL 1039132 C2 NL1039132 C2 NL 1039132C2 NL 1039132 A NL1039132 A NL 1039132A NL 1039132 A NL1039132 A NL 1039132A NL 1039132 C2 NL1039132 C2 NL 1039132C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
storage tank
ballast water
chloride
active chlorine
foregoing
Prior art date
Application number
NL1039132A
Other languages
English (en)
Inventor
Maurice Paul Tax
Original Assignee
Bright Spark B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bright Spark B V filed Critical Bright Spark B V
Priority to NL1039132A priority Critical patent/NL1039132C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1039132C2 publication Critical patent/NL1039132C2/nl

Links

Classifications

    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02TCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
    • Y02T70/00Maritime or waterways transport

Landscapes

  • Water Treatment By Electricity Or Magnetism (AREA)
  • Electrolytic Production Of Non-Metals, Compounds, Apparatuses Therefor (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het behandelen van ballastwater in schepen
Onderhavige vinding betreft een werkwijze en inrichting voor het behandelen van ballastwater in schepen gekenmerkt door een filter die het water voordat het wordt behandeld filtreert, een flow-switch als beveiliging, een eerste opslagtank, die tevens de 5 functie van electrolysecelbehuizing vervult en waarin koolstofhoudende elektroden zijn aangebracht, tenminste een eerste voeding om de elektroden van die hoeveelheid elektrische energie te voorzien, die noodzakelijk is om een gewenste hoeveelheid aktief chloor te produceren, bij voorkeur overwegend in de vorm van natriumhypochloriet, een chloride houdende vloeistof en bij voorkeur een eerste pomp en / of een roerder om de 10 menging in de eerste opslagtank te bevorderen.
De technologie volgens onderhavige vinding maakt het mogelijk om tegen relatief lage investeringskosten, met een hoge energie-efficiency ballastwater te desinfecteren zonder dat hiervoor transport van gevaarlijke chemicaliën naar het schip noodzakelijk is en waarbij de footprint van de benodigde installatie klein is. Verder is retro-fitting van het systeem 15 eenvoudig.
Inleiding
Er zijn verschillende soorten systemen voor het behandelen van ballastwater van schepen op de markt. Een van die systemen betreft het behandelen van ballastwater met aktief 20 chloor. Deze behandelmethode blijkt in de praktijk zeer effectief en betrouwbaar. Het is mogelijk om het ballastwater met aktief chloor te behandelen waarbij het aktief chloor in de vorm van natriumhypochloriet in opslagtanks naar het schip wordt getransporteerd. Dit brengt ongewenst hoge transportkosten met zich mee en vraagt om aanzienlijke investeringen in veiligheidsmaatregelen om te voorkomen dat aktief chloor vrijkomt tijdens 25 transport, opslag en doseren aan de installatie om het ballastwater te behandelen. Ook het behandelen van ballastwater met andere chemicaliën dan aktief chloor brengt deze nadelen met zich mee. Om deze redenen wordt volgens stand der techniek ballastwater behandeld volgens een methode waarbij ter plekke, en op het moment dat ballastwater nodig is, aktief chloor wordt geproduceerd middels elektrolyse. Dergelijke ballastwater behandelsystemen 30 maken gebruik van de aanwezigheid van natriumchloride in zeewater en / of brak water waarbij te behandelen ballastwater, dat wil zeggen alle ballastwater of een deelstroom daarvan, door elektrolysecellen wordt gepompt. Een dergelijke behandelmethode van ballastwater heeft als belangrijk nadeel dat relatief grote elektrolysecellen noodzakelijk zijn om de hoeveelheid aktief chloor te produceren die noodzakelijk is om "real time" het ballast 35 water dat wordt ingenomen van de juiste hoeveelheid aktief chloor te voorzien. Als niet limiterend voorbeeld wordt genoemd dat een typisch debiet waarmee ballastwater in schepen wordt ingenomen of wordt weggepompt circa 100 m3/hr tot circa 5000 m3/hr 1039132 2 bedraagt. Een tweede belangrijk nadeel van het behandelen van alle ballastwater door middel van elektrolyse op het moment dat dit wordt ingenomen door een schip is dat deze methode vraagt om toepassing van een elektrische voeding met een zeer groot vermogen om de grote elektrolysecellen waardoorheen alle ballastwater wordt gepompt van 5 voldoende gelijkstroom te voorzien. Een typisch benodigd vermogen van een voeding voor het behandelen van ballastwater, waarbij alle ballastwater door de elektrolysecellen wordt gepompt, bedraagt een aantal kWatt. Ook dit brengt relatief hoge investeringskosten en vraagt tevens om additionele veiligheidsmaatregelen. Naast deze nadelen, die de behandeling van ballastwater volgens stand der techniek met zich meebrengt wordt 10 opgemerkt dat de elektroden, die volgens stand der techniek worden toegepast om aktief chloor te produceren, van een Ti02 houdende coating zijn voorzien, relatief duur zijn en volgens stand der techniek zijn ingebouwd in een speciaal daarvoor ontworpen electrolyzer. De kosten van de electrolyzer bepalen in belangrijke mate de totale investeringskosten van het systeem om ballastwater te behandelen.
15 De technologie volgens onderhavige vinding maakt het mogelijk om ballastwater te behandelen middels elektrolyse op een aanzienlijk eenvoudigere wijze dan volgens stand der techniek: Er zijn geen separate continu doorstroomde electrolysecellen noodzakelijk voor het behandelen van dezelfde hoeveelheid ballastwater, het benodigde vermogen van de voeding het electrolyseproces is aanzienlijk kleiner, de footprint van de installatie voor 20 het behandelen van het ballastwater is aanzienlijk kleiner, de energie-efficiency van de elektrolyse-installatie is aanzienlijk groter en de levensduur van de elektroden in de elektrolysecel is aanzienlijk langer. Daarnaast maakt de technologie volgens onderhavige vinding het mogelijk om in plaats van Ti02 houdende elektroden, elektroden met een lagere corrosiebestendigheid, zoals koolstofhoudende elektroden volgens de definitie verderop in 25 deze aanvrage, toe te passen.
Beschrijving van de technologie volgens onderhavige vinding
Volgens een eerste aspect bestaat de technologie volgens onderhavige vinding uit tenminste een eerste opslagtank. Deze eerste opslagtank is voorzien van elektroden zodat 30 in de eerste opslagtank een electrolyseproces kan worden uitgevoerd. Bij voorkeur zijn beide elektroden in de eerste opslagtank voorzien van een Ti02 houdende coating zoals bekend volgens stand der techniek. Meer bij voorkeur is slechts een elektrode, bij voorkeur de anode, voorzien van een Ti02 houdende coating, nog meer bij voorkeur is geen van de elektroden voorzien van een Ti02 houdende coating en bestaat tenminste een elektrode uit 35 koolstofhoudend materiaal en het meest bij voorkeur bestaan beide elektroden in de eerste opslagtank uit koolstofhoudend materiaal. In deze aanvrage is koolstofhoudend materiaal gedefinieerd als grafiet, composieten van grafiet en polymeer, aktieve kool, composieten 3 van aktieve kool en polymeer of mengsels van twee of meer van deze componenten. Opgemerkt wordt dat de specificaties waaraan de elektroden moeten voldoen, wanneer toegepast in onderhavige vinding, minder streng zijn dan de specificaties die volgens stand der techniek zijn vereist en / of dat de levensduur van de elektroden langer is dan wanneer 5 dezelfde elektroden in een electrolyseproces volgens stand der techniek worden toegepast.
| Reden hiervoor is dat de elektrolyse met de technologie volgens onderhavige vinding bij een lagere overspanning kan worden uitgevoerd dan gebruikelijk volgens stand der techniek.
Volgens een tweede aspect bestaat de technologie volgens onderhavige vinding uit een 10 hoeveelheid chloridehoudende vloeistof die zich in het de eerste opslagtank bevindt. De chloridehoudende vloeistof kan bijvoorbeeld bestaan uit zeewater en / of brak water en / of zoet water waaraan optioneel natriumchloride of een extra hoeveelheid natriumchloride is toegevoegd. Optioneel wordt ook een hoeveelheid natronloog aan de chloridehoudende vloeistof toegevoegd om de pH van de vloeistof vooraf op de juiste waarde in te stellen dan 15 wel om tijdens het electrolyseproces de pH van de vloeistof op de juiste waarde te houden. Optioneel is de eerste opslagtank voorzien van middelen om de vloeistof in de opslagtank te mengen zodat de vloeistofsamenstelling tijdens het electrolyseproces homogeen is. Het mengproces kan worden gerealiseerd door vloeistof over de eerste opslagtank te recirculeren of door een roerder in de opslagtank te plaatsen. Opgemerkt wordt dat de 20 noodzaak van de menging afhangt van het aantal elektroden, de geometrie van de elektroden, de geometrie van de opslagtank en de plaatsing van de elektroden en dat middelen om het reaktiemengsel te mengen in de meeste gevallen niet noodzakelijk zijn. Volgens een derde aspect bestaat de technologie volgens onderhavige vinding uit het concentreren van het aktief chloorgehalte van de vloeistof in de voorraadtank als functie 25 van de tijd door toepassing van elektrolyse. Het is de vakman bekend dat het produkt van de stroom en de elektrolysetijd kan worden gerelateerd aan de totale hoeveelheid aktief chloor die is geproduceerd. Gegeven een totaal vloeistofvolume in het voorraadvat en het chloridegehalte in de vloeistof kan dus worden berekend hoe lang het product van stroom en electrolysetijd dient te zijn om een gewenst aktief chloorgehalte in de vloeistof in de 30 voorraadtank te krijgen. Bij voorkeur omvat de technologie volgens onderhavige vinding tevens een intelligent systeem van software, hardware en een microprocessor, optioneel maar niet noodzakelijk, aangevuld met een aktief chloorsensor die geschikt is voor geconcentreerde oplossingen van hypochloriet. Met behulp van een dergelijk intelligent systeem is het mogelijk om volledig automatisch het gewenste aktief chloorgehalte in te 35 stellen dat nodig is voor de behandeling van het ballastwater voor het schip.
Volgens een vierde aspect bestaat de technologie volgens onderhavige vinding uit doseersysteem om aktief chloor vanuit de opslagtank aan ballastwater te doseren zodat het 4 ballastwater dat wordt ingenomen van de juiste hoeveelheid aktief chloor wordt voorzien. Het doseersysteem voor dosering van aktief chloor wordt bij voorkeur geregeld via een feedback loop regeling waarbij op basis van een gemeten chloorgehalte in het ballastwater na het chloorinjectiepunt, de aktief chloordosering vanuit de opslagtank continu wordt 5 bijgesteld naar een gewenste waarde.
Nu de verschillende aspecten van de technologie volgens onderhavige vinding zijn beschreven wordt kort uiteengezet waarom de technologie volgens onderhavige vinding een aantal voordelen heeft ten opzichte van stand der techniek.
De planning wanneer een schip ballastwater gaat lozen of innemen is relatief lang voor 10 lozing of inname van het ballastwater bekend. De tijd die tussen inname en lozing van ballastwater verstrijkt is in de regel vele malen langer dan de tijd die het innemen en lozen van ballastwater vergt. Dit betekent dat, indien de voor behandeling van ballastwater benodigde hoeveelheid aktief chloor wordt geproduceerd in de beschikbare tijd tussen inname en lozing van het ballastwater in plaats van tijdens de inname en / of lozing van 15 ballastwater, de benodigde produktiesnelheid van het aktief chloor aanzienlijk lager is ten opzichte van de situatie dat het ballastwater tijdens inname wordt behandeld. Het gevolg hiervan is dat de capaciteit en dus ook de omvang van de elektrolyse-installatie aanzienlijk kleiner kunnen zijn en ook dat het benodigde elektrisch vermogen om de benodigde hoeveelheid aktief chloor te produceren aanzienlijk lager is aangezien de produktietijd van 20 de benodigde hoeveelheid aktief chloor aanzienlijk langer mag zijn. Door nu gebruik te maken van een geconcentreerde oplossing van chloride houdend water (zeewater en / of geconcentreerd zeewater en / of brak water en / of zoet water optioneel afzonderlijk of als mengsel aangevuld met natriumchloride of een ander chloridezout om de chlorideconcentratie in de oplossing te verhogen), kan een relatief grote hoeveelheid aktief 25 chloor worden geproduceerd en opgeslagen in een relatief klein vloeistofvolume. Kort samengevat wordt volgens de technologie van onderhavige vinding een zouthoudende oplossing op een schip continu in de eerste opslagtank ge-electrolyseerd in de periode voorafgaand aan en / of tussen inname en lozen van ballastwater, bij voorkeur tot het moment dat de maximaal haalbare of de gewenste aktief chloorconcentratie in de vloeistof 30 in de eerste opslagtank is bereikt. Omdat de periode voorafgaand aan en / of tussen inname en lozen van ballastwater lang is, kan het electrolyseproces relatief langzaam gedurende lange tijd lopen. Hierdoor kan de installatie klein blijven. Het volume van de opslagtank is ook klein aangezien een geconcentreerde oplossing van aktief chloor wordt geproduceerd. Omdat de technologie volgens onderhavige vinding het mogelijk maakt om 35 het electrolyseproces relatief langzaam uit te voeren, is het technisch haalbaar om het electrolyseproces bij een lage overspanning uit te voeren. Het gevolg is dat minder nevenreakties optreden en dat de levensduur van de elektroden langer is ten opzichte van 5 het proces volgens stand der techniek. Dit aspect is met name zeer belangrijk omdat hierdoor de mogelijkheid bestaat om relatief dure elektroden volgens stand der techniek met Ti02 houdende coating te vervangen door koolstofhoudende elektroden. Hierdoor is het met de technologie volgens onderhavige vinding niet alleen mogelijk om een separate 5 electrolyzer achterwege te laten aangezien de elektroden in de eerste opslagtank kunnen worden geplaatst maar ook nog om koolstofhoudende elektroden toe te passen in plaats van veel duurdere elektroden volgens stand der techniek met Ti02 houdende coating. Zoals beschreven hebben de koolstofhoudende elektroden indien toegepast in de technologie volgens onderhavige vinding een aanzienlijk langere levensduur vergeleken met de situatie 10 dat deze elektroden in een systeem zouden worden toegepast voor het behandelen van ballastwater volgens stand der techniek. Er zal echter altijd enige veroudering van de koolstofhoudende elektroden optreden aangezien een deel van het in de elektroden aanwezige koolstof tijdens het electrolyseproces geoxideerd zal worden tot kooldioxide. Gezien het grote kostenvoordeel dat toepassen van koolstofhoudende elektroden met zich 15 meebrengt vergeleken met elektroden volgens stand der techniek, is de beschreven veroudering van koolstofhoudende elektroden acceptabel. De veroudering van de elektroden is gekoppeld aan de totale hoeveelheid actief chloor die met de koolstofhoudende elektroden is geproduceerd. Door de koolstofhoudende elektroden na een bepaalde totale actief chloor produktie te vervangen, kan het goed functioneren van het 20 electrolysesysteem worden gewaarborgd.
Nu de technologie van onderhavige vinding is beschreven en de voordelen ten opzichte van stand der techniek zijn toegelicht volgt een aantal niet limiterende voorkeuruitvoeringsvormen.
In een eerste uitvoeringsvorm wordt de technologie volgens onderhavige vinding toegepast 25 met zeewater als chloride-oplossing.
In een tweede uitvoeringsvorm wordt de technologie volgens onderhavige vinding toegepast met brak water als chloride-oplossing.
In een derde uitvoeringsvorm wordt zoet water of gedemineraliseerd water waarin een chloridezout zoals natriumchloride wordt opgelost toegepast als chloride-oplossing.
30 In een vierde uitvoeringsvorm wordt een chloridezout zoals bijvoorbeeld natriumchloride toegevoegd aan zeewater of brak water.
In een vijfde uitvoeringsvorm wordt een van de uitvoeringsvormen 1 t/m 4 gecombineerd met middelen om softwarematig, gebruik makend van tenminste een microprocessor, te berekenen hoe snel het electrolyseproces dient plaats te vinden gegeven een hoeveelheid 35 in te nemen ballastwater en de beschikbare tijd tussen inname en lozing van ballastwater en op basis van de berekening de stroomsterkte in het electrolyseproces volgens de technologie van onderhavige vinding automatisch te regelen.
6
In een zesde uitvoeringsvorm wordt een van de eerdere voorkeuruitvoeringsvormen 1 t/m 5 gecombineerd met toepassing van een zoutoplossing voor electrolyse die een concentratie chloride-ionen bevat die overeenkomt met meer dan 1 gram per liter natriumchloride, bij voorkeur meer dan 10 gram per liter natriumchloride, meer bij voorkeur meer dan 25 gram 5 per liter natriumchloride, nog meer bij voorkeur meer dan 50 gram natriumchloride per liter en het meest bij voorkeur meer dan 100 gram natriumchloride per liter. Opgemerkt wordt dat, hoewel het chloridezout bij voorkeur natriumchloride is, ook andere chloridezouten zoals kaliumchloride of calciumchloride kunnen worden toegepast.
In een zevende uitvoeringsvorm wordt een van de eerdere uitvoeringsvormen 1 t/m 6 10 gecombineerd met het toepassen van een zoutslurry in de eerste opslagtank. Dit concept werkt als volgt: In een de eerste oplostank wordt een hoeveelheid natriumchloride gestort. Deze hoeveelheid is groter dan de hoeveelheid zout die kan oplossen in het water. Hierdoor onstaat een verzadigde pekel en blijft zout op de bodem van het oplosvat liggen. Op deze wijze is altijd gewaarborgd dat voldoende zout in het systeem aanwezig is. Van tijd tot tijd 15 wordt dit gecontroleerd door een visuele inspectie (bijvoorbeeld kijkglas). Indien er geen of te weinig zout aanwezig is, wordt natriumchloride toegevoegd aan de eerste opslagtank. De afvoer van het vat bevindt zich ruim boven het niveau van de zoutlaag. Op deze wijze wordt voorkomen dat grote hoeveelheden zout uit het vat worden gepompt wanneer actief chloor aan ballastwater wordt toegevoegd. Door toepassing van een zoutslurry, kan elke 20 waterkwaliteit worden als oplosmiddel worden toegevoegd aan de eerste opslagtank zonder dat berekend hoeft te worden of er voldoende zout aanwezig is. Tevens is het toevoegen van zout niet kritisch: er is altijd een overmaat aanwezig. Op de produktiesnelheid van aktief chloor heeft de exacte zoutconcentratie nauwelijks invloed. Er is zoveel chloride in de oplossing aanwezig dat de vormingssnelheid van aktief chloor rechtstreeks uit de 25 electrolysestroom kan worden berekend.
In een achtste uitvoeringsvorm wordt een van de eerdere uitvoeringsvormen 1 t/m 7 gecombineerd met een electrolysesysteem dat is ingepast in de beschikbare ruimte in het schip. De eerste opslagtank kan flexibel worden ingebouwd in loze ruimtes en hoeft zich niet dicht bij het chloorinjectiepunt van de ballastwaterstroom te bevinden. De afstand van 30 de eerste opslagtank tot het chloorinjectiepunt kan zonder bezwaar meer dan 5 meter of meer dan 15 meter bedragen. Aangezien de elektrolysecel zich in de eerste opslagtank bevindt, neemt deze geen ruimte in beslag en zoals eerder opgemerkt zijn ook de afmetingen van de elektrische voeding zeer beperkt. Dit maakt het elektrolysesysteem volgens de technologie van onderhavige vinding uitermate geschikt voor inbouw in een 35 schip (nieuwbouw en / of retrofitting).
In een negende uitvoeringsvorm wordt de technologie volgens onderhavige vinding toegepast om gedurende de periode voorafgaand aan en / of tussen inname van 7 ballastwater en lozen van ballastwater andere biociden dan aktief chloor te produceren en deze in de opslagtank te bewaren om deze vervolgens te gebruiken ter desinfectie van ballastwater op het moment dat ballastwater wordt ingenomen. Opgemerkt wordt dat ook andere biociden in combinatie met aktief chloor volgens de technologie van onderhavige 5 vinding kunnen worden geproduceerd.
In een tiende uitvoeringsvorm wordt de technologie volgens onderhavige vinding, optioneel in combinatie van een van de voorgaande uitvoeringsvormen 1 t/m 9, gecombineerd met een chloorelektrolysesysteem volgens stand der techniek. Met een chloorelektrolysesysteem volgens stand der techniek wordt een elektrolysesysteem bedoeld 10 waarbij het ballastwater door een elektrolysecel wordt gevoerd en waarbij het benodigde aktief chloor in het ballastwater wordt geproduceerd op het moment dat het ballastwater wordt ingenomen. Op deze wijze wordt een systeem verkregen dat het mogelijk maakt om grotere hoeveelheden aktief chloor aan het ballastwater toe te voegen dan zonder de technologie volgens onderhavige vinding mogelijk is. Een dergelijke combinatie van stand 15 der techniek en de technologie volgens onderhavige vinding is bijvoorbeeld nuttig indien de kwaliteit van het ballastwater minder goed is, bijvoorbeeld doordat er zich veel verontreinigingen in het ballastwater bevinden die eerst geoxideerd moeten worden alvorens voldoende aktief chloor beschikbaar komt om schadelijke organismen te doden. Opgemerkt wordt dat een het filtreren van ballastwater alvorens dit water wordt behandeld 20 nadrukkelijk deel uitmaakt van de technologie volgens onderhavige vinding en in combinatie met alle in deze aanvrage genoemde voorkeuruitvoeringsvormen kan worden toegepast. Verder wordt opgemerkt dat de technologie volgens onderhavige vinding in al haar uitvoeringsvormen ook kan worden toegepast om ballastwater van een gewenste aktief chloorconcentratie te voorzien alvorens dit ballastwater wordt geloosd (behandeling van het 25 water tijden deballasten).
Verder wordt nadrukkelijk opgemerkt dat de technologie volgens onderhavige uitvinding uitermate geschikt is voor toepassing op zoete wateren i.e., het is heel goed mogelijk om ballastwater ingenomen op zoete wateren te behandelen.
Tot slot wordt opgemerkt dat de technologie volgens onderhavige vinding uitermate geschikt 30 is voor behandeling van ballastwater in andere schepen. Hiertoe kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een eerste opslagtank met een groter volume zodat een grotere totale hoeveelheid actief chloor kan worden opgeslagen. Op deze wijze kan, bijvoorbeeld tegen betaling, het ballastwater van een ander schip in een haven worden behandeld. Het is voor de vakman duidelijk dat de technologie volgens onderhavige vinding ook op de kade kan 35 worden geïnstalleerd, bijvoorbeeld in een haven, zodat schepen in de haven gebruik kunnen maken van de technologie volgens onderhavige vinding.
1 039 1 32

Claims (31)

1. Inrichting voor het behandelen van ballastwater in schepen gekenmerkt door • teminste een eerste opslagtank waarin • elektroden voor elektrolyse zijn aangebracht die werkzaam zijn verbonden 5 met • tenminste een eerste gelijkstroomvoeding • tenminste een chloridehoudende vloeistof die zich in de eerste opslagtank bevindt en • tenminste een injectiesysteem voor dosering van aktief chloor uit de eerste 10 opslagtank aan een leiding waardoorheen ballastwater wordt gepompt
2. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij beide elektroden zijn voorzien van een T\Ch houdende coating.
3. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij slechts de anode is voorzien van een TIO2 houdende coating.
4. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij tenminste 1 elektrode van koolstofhoudend materiaal volgens de definitie in deze aanvrage is gemaakt.
5. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij zowel het anode- als kathodemateriaal van koolstofhoudend materiaal volgens de definitie in deze aanvrage zijn gemaakt.
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 5 vermeerd met 20 tenminste een chloorsensor die is geïnstalleerd in tenminste een leiding waardoorheen ballastwater stroomt met het kenmerk dat de chloorsensor na het chloorinjectiepunt is geplaatst zodat de sensor het aktief chloorgehalte meet in het ballastwater dat naar de ballasttank(s) stroomt.
7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 6 waarbij de dosering 25 van aktief chloor op basis van de metingen met de chloorsensor automatisch via een feed back loop wordt bijgesteld zodat het aktief chloorgehalte in het ballastwater dat naar de ballasttanks stroomt de gewenste concentratie heeft.
8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 7 waarbij het chloridehoudende water in de eerste opslagtank ten minste ten dele uit zeewater 30 bestaat.
9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 7 waarbij het chloridehoudende water in de eerste opslagtank ten minste ten dele uit brak water bestaat.
10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 7 waarbij het 35 chloridehoudende water in de eerste opslagtank tenminste ten dele uit zoet water bestaat.
11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 7 waarbij natriumchloride 1 039 1 3 2 aan de opslagtank wordt toegevoegd om de chlorideconcentratie in de opslagtank te verhogen.
12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 7 waarbij een overmaat natriumchloride aan de eerste opslagtank wordt toegevoegd zodat op de bodem van 5 de eerste opslagtank een hoeveelheid vast NaCI aanwezig is.
13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 11 waarbij een ander anorganisch chloridehoudend zout dan natriumchloride, zoals calciumchloride, aan de opslagtank wordt toegevoegd om op deze wijze het chloridegehalte in de opslagtank te verhogen.
14. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 13 waarbij het chloridegehalte en / of aktief chloorgehalte in de opslagtank overeenkomt met de hoeveelheid chloride in een natriumchloride-oplossing met een zoutgehalte groter dan 1 gram per liter.
15. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 13 waarbij het 15 chloridegehalte en / of aktief chloorgehalte in de opslagtank overeenkomt met de hoeveelheid chloride in een natriumchloride-oplossing met een zoutgehalte groter dan 10 gram per liter.
16. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 13 waarbij het chloridegehalte en / of aktief chloorgehalte in de opslagtank overeenkomt met de 20 hoeveelheid chloride in een natriumchloride-oplossing met een zoutgehalte groter dan 25 gram per liter.
17. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 13 waarbij het chloridegehalte en / of aktief chloorgehalte in de opslagtank overeenkomt met de hoeveelheid chloride in een natriumchloride-oplossing met een zoutgehalte groter 25 dan 50 gram per liter.
18. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 13 waarbij het chloridegehalte en / of aktief chloorgehalte in de opslagtank overeenkomt met de hoeveelheid chloride in een natriumchloride-oplossing met een zoutgehalte groter dan 100 gram per liter.
19. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 18 vermeerderd met software en tenminste een microprocessor om de voor behandeling van het ballastwater benodigde produktiehoeveelheid en produktiesnelheid te berekenen.
20. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 19 waarbij deze inrichting wordt toegepast in combinatie met een electrolysereaktor waardoorheen 35 ballastwater stroomt.
21. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 20 waarbij deze inrichting wordt toegepast in combinatie met een dosering van een andere biocide dan aktief chloor.
22. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 21 met het kenmerk dat de eerste opslagtank en het injectiepunt voor dosering van aktief chloor aan het ballastwater zich in verschillende ruimten in het schip bevinden.
23. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 21 met het kenmerk dat de eerste opslagtank en het injectiepunt voor dosering van aktief chloor aan het ballastwater zich meer dan 5 meter uitelkaar bevinden.
24. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 21 met het kenmerk dat de eerste opslagtank en het injectiepunt voor dosering van aktief chloor aan het 10 ballastwater zich meer dan 15 meter uitelkaar bevinden.
25. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 24 vermeerderd met een filter voor filtratie van het water alvorens dit behandeld wordt.
26. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 25 vermeerderd met een flow-switch die de produktie en / of de dosering van aktief chloor stopzet in het geval 15 dat de recirculatiestroom stopt en / of de inname van ballastwater stopt en / of het lozen van ballastwater stopt.
27. Werkwijze voor het behandelen van ballastwater in schepen gekenmerkt door een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 26.
28. Werkwijze volgens conclusie 27 met het kenmerk dat tenminste een deel van het 20 gedoseerde actief chloor wordt geproduceerd middels electrolyse in de eerste opslagtank in een periode dat het schip niet wordt beladen met ballastwater.
29. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 28 waarbij de inrichting voor behandeling van ballastwater aanwezig in een eerste schip wordt toegepast ter behandeling van ballastwater dat naar een tweede schip wordt getransporteerd dan 25 wel in of op een tweede schip aanwezig is.
30. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 28 waarbij de inrichting voor het behandelen van ballastwater niet op een schip maar aan wal is geplaatst.
31. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1 t/m 28 waarbij de inrichting voor het behandelen van ballastwater op een ander drijvend object dan een schip is 30 geplaatst. 1039132
NL1039132A 2011-10-25 2011-10-25 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van ballastwater in schepen. NL1039132C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1039132A NL1039132C2 (nl) 2011-10-25 2011-10-25 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van ballastwater in schepen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1039132A NL1039132C2 (nl) 2011-10-25 2011-10-25 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van ballastwater in schepen.
NL1039132 2011-10-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1039132C2 true NL1039132C2 (nl) 2013-05-01

Family

ID=48876945

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1039132A NL1039132C2 (nl) 2011-10-25 2011-10-25 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van ballastwater in schepen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1039132C2 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2018231082B2 (en) Half-cell electrochemical configurations for self-cleaning electrochlorination devices
JP6718366B2 (ja) 船上装備品の生物付着を防除するための方法及びシステム
WO2012070468A1 (ja) 海水電解システム及び海水電解方法
US20060283808A1 (en) Automated electrolyte addition for salt water pools, spas, and water features
JP5791377B2 (ja) 海水電解システム及び海水電解方法
AU2016240613A1 (en) Reverse osmosis membrane treatment system operation method and reverse osmosis membrane treatment system
CN110213966B (zh) 压载水管理系统
Vacca et al. On the formation of bromate and chlorate ions during electrolysis with boron doped diamond anode for seawater treatment
EP2818453A1 (en) Methods and stabilized compositions for reducing deposits in water systems
JP5863143B2 (ja) 殺菌用酸化水を生成する方法
JP2016022458A (ja) 圧入水生産システム
KR101202765B1 (ko) 페레이트를 이용한 선박 평형수를 포함하는 물의 살균 장치 및 방법
CN104105670B (zh) 用于处理压载水的方法和装置
EP1461291B1 (en) Electrolytic device and method for disinfecting water in a water supply system by means of the generation of active chlorine
KR20110109299A (ko) 선박용 조수기를 이용한 전기분해방식 선박 평형수 처리장치
JP2021181091A (ja) バラスト水処理及び中和
NL1039132C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het behandelen van ballastwater in schepen.
JP5776367B2 (ja) 船舶バラスト水の処理方法
NL1038932C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het behandelen van ballastwater in schepen.
JP5874245B2 (ja) 船舶バラスト水の処理方法
JP2013006173A (ja) 船舶バラスト水の処理方法
JP6086306B2 (ja) バラスト水処理装置およびバラスト水処理方法
US11124433B2 (en) Method of managing ionization for biofouling control in fresh raw water intakes
RU2135417C1 (ru) Установка для обработки воды ионами серебра
WO2017033848A1 (ja) バラスト水処理装置及びバラスト水処理方法

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150501