NL1038426C2

NL1038426C2 - FEEDING DEVICE.

Info

Publication number: NL1038426C2
Application number: NL1038426A
Authority: NL
Inventors: Jan Lambertus Pastoor; Howard Sie; Arie Huyzer
Original assignee: Lely Patent Nv
Priority date: 2010-12-03
Filing date: 2010-12-03
Publication date: 2012-06-05
Also published as: BR112013011862A2; BR112013011862B1

Description

Voederinrichting TECHNISCH GEBIEDFeeding device TECHNICAL FIELD

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 voederafgeefinrichting volgens de aanhef van conclusie 1, in het bijzonder omvattende een houder met een zijwand en een in de houder roteerbaar aandrijfbare, inwendige, in het bijzonder in hoofdzaak verticale, meng- en/of snijinrichting, waarbij in de zijwand een afgeefopening is verschaft die afsluitbaar is met een schuif die langs een baan verschuifbaar is, waarbij de 10 voederafgeefinrichting tevens een uithaalinrichting voor uit de houder halen van in de houder opgenomen voeder omvat, waarbij de uithaalinrichting een in hoofdzaak voor de afgeefopening en buiten de houder evenwijdig aan de zijwand geplaatste, om een as roteerbaar aangedreven en van meerdere het voeder meenemende uitsteeksels voorzien lichaam omvat, waarbij althans meerdere, en 15 in het bijzonder alle, uitsteeksels zich althans in een werkstand, bij rotatie van het lichaam, door de afgeefopening heen tot in de houder uitstrekken.The present invention relates to a feed dispensing device according to the preamble of claim 1, in particular comprising a holder with a side wall and a drivable, internal, in particular substantially vertical, mixing and / or cutting device rotatable in the holder, wherein in the side wall a dispensing opening is provided that can be closed with a slide that can be slid along a path, wherein the feed dispensing device also comprises a removal device for removing feed contained in the container from the holder, wherein the removal device is substantially for the dispensing opening and comprises a body arranged outside the holder parallel to the side wall, rotatably driven about an axis and provided with a plurality of protrusions carrying along the feed, wherein at least a plurality of, and in particular all, protrusions are positioned at least in a working position, upon rotation of the body. extend the dispensing opening into the holder.

STAND VAN DE TECHNIEKSTATE OF THE ART

Uit US5803375 is een voermengwagen bekend met een bak met 20 daarin een eerste snijinrichting. De zijwand van de bak heeft een met een schuif afsluitbare opening met daarvoor geplaatst een tweede snijinrichting. In een eerste uitvoeringsvorm is de tweede snijinrichting zodanig naar binnen verplaatsbaar dat de messen van de tweede snijinrichting zich uitstrekken tot in de houder. In een andere uitvoeringsvorm is de schuif convex, waarbij de messen van de tweede 25 snijinrichting zich na omhoogschuiven van de schuif tot in de houder uitstrekken.US5803375 discloses a feed mixer wagon with a container with a first cutting device therein. The side wall of the trough has an opening that can be closed with a slide with a second cutting device placed in front of it. In a first embodiment, the second cutting device is movable inwards such that the blades of the second cutting device extend into the holder. In another embodiment the slide is convex, the blades of the second cutting device extending into the holder after sliding up the slide.

Een nadeel van de uit US5803375 bekende voerwagens is dat ze hetzij complex zijn door de naar binnen bewegende tweede snijinrichting, hetzij de rondgang van het voer binnen de houder verstoren door de naar binnen gekeerde schuif wanneer deze de opening afsluit, of door de naar binnen gekeerde messen 30 van de tweede snijinrichting. Hierdoor zal de eerste snijinrichting altijd een grotere afstand tot de opening moeten hebben, en kan de overdracht van voer naar de opening toe verslechterd zijn.A drawback of the feed trolleys known from US 5803375 is that they are either complex by the inwardly moving second cutting device or disrupt the circulation of the feed within the container by the inwardly facing slider when it closes the opening, or by the inwardly turned blades 30 of the second cutting device. As a result, the first cutting device will always have to have a greater distance to the opening, and the transfer of feed to the opening may be deteriorated.

1038426 21038426 2

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om de hierboven genoemde nadelen althans ten dele te ondervangen, of althans om een bruikbaar alternatief te verschaffen.It is an object of the present invention to at least partially overcome the aforementioned disadvantages, or at least to provide a useful alternative.

5 Dit doel wordt bereikt met een voermenginrichting van de in de aanhef genoemde soort, die wordt gekenmerkt doordat de voederafgifteinrichting voorts een positioneerinrichting omvat die is ingericht voor het rond de as draaien van het lichaam tot een ruststand waarin alle uitsteeksels minder in de houder uitsteken dan een uiterste omtreksbaan van al die uitsteeksels. Zolang er een 10 afstand tussen de uitsteeksels is, zal er altijd een stand mogelijk zijn waarin de uitsteeksels minder ver in de houder uitsteken dan het maximum, de uiterste omtreksbaan, dat is wanneer het langste uitsteeksel recht in de houder wijst. Doordat in de ruststand de uitsteeksels minder ver in de houder steken kunnen de meng- en/of snijinrichting in de houder en de uithaalinrichting in beginsel dichter 15 opeen worden geplaatst, waardoor een betere voederafgifte kan worden gewaarborgd, zonder dat daarvoor een verplaatsen, zoals kantelen of verschuiven, van de uithaalinrichting noodzakelijk is. Ook is het mogelijk om de omtreksbanen, en dus de werkgebieden, van de meng- en/of snijinrichting elkaar te laten overlappen. Bijvoorbeeld kan de meng- en/of snijinrichting in werking zijn 20 als de uithaalinrichting in ruststand staat, en omgekeerd. Merk op dat het dan gunstig zal zijn als ook de meng- en/of snijinrichting in een overeenkomstige ruststand kan worden geplaatst.This object is achieved with a feed mixing device of the type mentioned in the preamble, which is characterized in that the feed dispensing device furthermore comprises a positioning device which is adapted to rotate the body about the axis to a rest position in which all the projections protrude less into the holder than an extreme circumferential orbit of all those protrusions. As long as there is a distance between the protrusions, there will always be a position in which the protrusions protrude less far into the holder than the maximum, the extreme circumferential path, that is when the longest protrusion points straight into the holder. Because in the rest position the protrusions protrude less far into the holder, the mixing and / or cutting device in the holder and the removal device can in principle be placed closer together, whereby a better feed delivery can be ensured without having to move, such as tilting or shifting of the eviscerating device is necessary. It is also possible to overlap the circumferential tracks, and thus the working areas, of the mixing and / or cutting device. For example, the mixing and / or cutting device may be in operation when the eviscerating device is in the rest position, and vice versa. Note that it will then be favorable if the mixing and / or cutting device can also be placed in a corresponding rest position.

Opgemerkt wordt dat de uit US5803375 bekende voerwagen niet een dergelijke besturing omvat, zodat die plaatsing in een ruststand niet 25 gewaarborgd is: het is altijd mogelijk dat bij stilstaande tweede snijinrichting er nog steeds messen maximaal in de houder uitsteken. Daardoor blijft de noodzaak bestaan tot verder uiteen plaatsen van de eerste en tweede snijinrichting. Ook is mede om die reden de afsluitschuif in de uit US5803375 bekende inrichting convex naar binnen gebogen, omdat de messen van de tweede snijinrichting 30 immers maximaal naar binnen in de houder (kunnen) zijn gericht. Deze boiling naar binnen werkt ook verstorend voor de voerrondgang in de houder. Bij de onderhavige uitvinding kan de schuif minder bol zijn, omdat immers met een minder uitsteken in de houder rekening hoeft te worden gehouden. De schuif kan daardoor vloeiender verlopen ten opzichte van de rest van de zijwand, met het 3 zeer belangrijke voordeel van een beter menggedrag in de houder. Het rondgaande voeder zal immers eenvoudiger achter elk uitsteeksel naar binnen, zoals een (meer) convexe schuif, kunnen blijven haken, met ongewenst opkruipen en dergelijke tot gevolg. De onderhavige uitvinding verkrijgt dan ook 5 haar voordeel door de positioneerinrichting die de gunstiger plaatsing van de uithaalinrichting kan waarborgen. Een en ander zal hieronder nader worden toegelicht.It is noted that the feed wagon known from US5803375 does not comprise such a control, so that this placement in a rest position is not guaranteed: it is always possible that when the second cutting device is stationary, knives still protrude to the maximum in the holder. As a result, the need remains to further displace the first and second cutting device. Also for this reason, the closing slide in the device known from US5803375 is bent convex inwards, because the blades of the second cutting device 30 are, after all, able to be directed inwardly into the holder. This internal boiling also has a disruptive effect on the feed tour in the container. In the present invention, the slider can be less convex, because after all a less protrusion into the holder has to be taken into account. The slide can thereby run more smoothly with respect to the rest of the side wall, with the very important advantage of a better mixing behavior in the holder. After all, the circulating feed will be able to hook more easily behind each protrusion inwards, such as a (more) convex slide, resulting in undesired creeping up and the like. The present invention therefore obtains its advantage through the positioning device which can guarantee the more favorable placement of the eviscerating device. All this will be further explained below.

Voordelige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn beschreven in de onderconclusies. In het bijzonder bezit het lichaam, gezien in 10 projectie op een loodvlak op de as, meerdere uitsteeksels en heeft een eerste verbindingslijn tussen een eerste paar naburige uitsteeksels een kleinere afstand tot de as dan de afstand tot de as van een tweede verbindingslijn tussen twee andere naburige uitsteeksels op het lichaam, en omvat de ruststand dat het eerste paar naburige uitsteeksels zich het dichtst bij, in het bijzonder direct vóór, de 15 afgeefopening bevindt. Meer in het bijzonder is de tweede verbindingslijn evenwijdig aan de afgeefopening, zodat de twee uitsteeksels elk zo ver mogelijk van de afgeefopening vandaan staan.Advantageous embodiments of the present invention are described in the subclaims. In particular, as seen in projection on a perpendicular plane to the axis, the body has a plurality of protrusions and a first connecting line between a first pair of adjacent protrusions has a smaller distance from the axis than the distance from the axis of a second connecting line between two other adjacent protrusions on the body, and includes the rest position that the first pair of adjacent protrusions is closest to, in particular immediately before, the dispensing opening. More in particular, the second connecting line is parallel to the dispensing opening, so that the two protrusions are each as far away as possible from the dispensing opening.

Hierbij zijn er in projectie meerdere uitsteeksles. Deze hoeven niet in een loodvlak op de rotatieas te staan, maar kunnen ook bijvoorbeeld in een spiraal 20 of dergelijke zijn verschaft. Het verdient zelfs de voorkeur om in een loovlak op de rotatieas slechts één of hooguit twee uitsteeksels te verschaffen, omdat dat de kans op opwikkelen van langgerekt voeder zoals gras vermindert.There are several projection lessons in projection. These do not have to be in a lead plane on the axis of rotation, but can also be provided, for example, in a spiral or the like. It is even preferable to provide only one or at most two protrusions in a loosurface on the axis of rotation, because that reduces the chance of winding up elongated feed such as grass.

Met voordeel zijn de uitsteeksels vormvast. Dat waarborgt een betrouwbaar positioneren van het lichaam, zonder dat beweeglijke of anderszins 25 niet-vormvaste uitsteeksels interfereren met de inwendige meng- en/of snijinrichting of met het mengen van het voer in de houder. Hier wordt opgemerkt dat de verbindingslijn telkens genomen is tussen de respectieve uiteinden van de uitsteeksels. Hierdoor wordt immers in het algemeen althans in de ruststand een minimale afgrenzing tot een vlak, zoals een schuif, bepaald. Uiteraard zal in 30 werkstand, beter: werktoestand, d.w.z. met ronddraaiend lichaam, de benodigde ruimte voor het roterend lichaam worden bepaald door het uitsteeksel waarvan het uiteinde het verst van de rotatieas van het lichaam ligt, d.w.z. de uiterste omtreksbaan.The protrusions are advantageously form-retaining. This ensures reliable positioning of the body, without movable or otherwise non-form-retaining protrusions interfering with the internal mixing and / or cutting device or with the mixing of the feed in the container. It is noted here that the connecting line is always taken between the respective ends of the protrusions. After all, a minimum boundary to a surface, such as a slide, is generally determined at least in the rest position. Of course, in working position, better working condition, i.e. with rotating body, the space required for the rotating body will be determined by the protrusion whose end is furthest from the axis of rotation of the body, i.e. the extreme circumferential path.

44

Met voordeel is de schuif zodanig gevormd en geplaatst dat de baan van de schuif een omtreksbaan van althans een deel van de uitsteeksels in werkstand doorsnijdt, en dat de baan in de ruststand de uitsteeksels niet doorsnijdt. Wederom wordt hier opgemerkt dat de werkstand betekent dat het 5 lichaam met de uitsteeksels roteert. Bij deze uitvoeringsvorm wordt optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden die het lichaam met de uitsteeksels volgens de uitvinding biedt. In ruststand kan bijvoorbeeld de schuif worden gesloten, zodat de verticale meng- en/of snijinrichting in de houder haar werk ongestoord kan doen. Na openen van de schuif kan de uithaalinrichting in rotatie 10 worden gebracht, dus in werkstand worden gebracht, om daardoor voeder, dat nu goed gemengd en/of gesneden is, uit de houder te halen, en te verdelen op bijvoorbeeld een voerplaats. Deze uitvoering kan enerzijds zeer compact worden gehouden, omdat het lichaam met de uitsteeksels zeer dicht naar de houder, inzonderheid de afgeefopening, kan zijn geplaatst. In de ruststand zijn de 15 uitsteeksels immers effectief en gegarandeerd ver genoeg verwijderd van de afgeefopening. Anderzijds kan de houder, bij een geschikte vorm van de schuif, aldus optimaal zijn gevormd, dat wil zeggen bijvoorbeeld zo vloeiend mogelijk, zonder dat de schuif in gesloten toestand het werk van de verticale meng- en/of snijinrichting negatief beïnvloedt.The slide is advantageously shaped and positioned such that the path of the slide intersects a circumferential path of at least a part of the protrusions in working position, and that the path does not intersect the protrusions in the rest position. Again, it is noted here that the working position means that the body rotates with the protrusions. In this embodiment optimum use is made of the possibilities that the body with the protrusions according to the invention offers. In the rest position, for example, the slide can be closed, so that the vertical mixing and / or cutting device in the holder can do its work undisturbed. After opening the slide, the eviscerating device can be brought into rotation, thus brought into working position, in order to thereby remove feed, which is now well mixed and / or cut, from the holder and to distribute it, for example, at a feeding place. On the one hand, this embodiment can be kept very compact, because the body with the protrusions can be placed very close to the container, in particular the dispensing opening. After all, in the rest position the protrusions are effectively and guaranteed far enough away from the dispensing opening. On the other hand, with a suitable shape of the slider, the holder can thus be optimally shaped, that is to say as smoothly as possible, without the slider in the closed position negatively influencing the work of the vertical mixing and / or cutting device.

20 In het bijzonder is de schuif hetzij recht, hetzij heeft de schuif een vorm die in hoofdzaak aansluit op de vorm van de zijwand. Hiermee wordt bedoeld dat de schuif een vloeiend doorlopende vorm heeft ten opzichte van de zijwand, in het bijzonder eenzelfde kromte(straal) in dezelfde richting. De schuif kan dan dan wat betreft haar vorm een deel van een regelmatig gevormde houder vormen. 25 Bijvoorbeeld is die houder rond, en heeft de schuif dezelfde kromtestraal als de rest van de zijwand. Met voordeel is de houder ovaal, of althans langwerpig en afgerond. In het bijzonder bezit de zijwand met de schuif in gesloten toestand in hoofdzaak een spiegelsymmetrie. Men zou ook kunnen zeggen dat de schuif aan boven- en/of onderzijde ervan aansluit op de zijwand van de houder. In deze 30 gevallen is de rondgang van voeder in de houder optimaal gegarandeerd, zonder dat er een ongewenst naar binnen uitsteken van de schuif is.In particular, the slider is either straight or the slider has a shape that substantially matches the shape of the side wall. This means that the slide has a smoothly continuous shape with respect to the side wall, in particular the same curvature (radius) in the same direction. The slider can then form a part of a regularly shaped container with regard to its shape. For example, that holder is round, and the slider has the same radius of curvature as the rest of the side wall. The holder is advantageously oval, or at least elongated, and rounded. In particular, the side wall with the slide in the closed state has substantially a mirror symmetry. It could also be said that the top and / or bottom side of the slider connects to the side wall of the container. In these cases, the circulation of feed in the container is optimally guaranteed, without there being any unwanted protrusion from the slide.

In uitvoeringsvormen kan de schuif naar boven of horizontaal de zijwand volgend verschuifbaar zijn. Bij dergelijke uitvoeringsvormen is de schuif aldus doelmatig weg te schuiven zonder te zeer in het pad van de hetzij de meng- 5 en/of snijinrichting hetzij de uithaalinrichting te vallen. Bij de uitvoeringsvorm die de zijwand volgt heeft het de niet-uitsluitende voorkeur om de schuif als het ware als een schuifdeur hetzij in de zijwand, die dan althans lokaal dubbelwandig is uitgevoerd, hetzij aan de buitenzijde van de zijwand te geleiden, om het mengen 5 niet te verstoren.In embodiments, the slider may be slidable upwards or horizontally following the side wall. In such embodiments, the slide can thus be effectively slid away without falling too much into the path of either the mixing and / or cutting device or the eviscerating device. In the embodiment which follows the side wall, it is non-exclusive preference to guide the slide, as it were, as a sliding door either in the side wall, which is then at least locally double-walled, or on the outside of the side wall, to mix it. not to disturb.

Met voordeel is de schuif telescopisch opvouwbaar of ineenschuif-baar. Aldus kan bijvoorbeeld het eventuele dubbelwandige deel van de zijwand of de hoogtetoename van de inrichting als geheel worden beperkt.The slide is advantageously telescopic or collapsible. Thus, for example, the possible double-walled part of the side wall or the increase in height of the device as a whole can be limited.

In het bijzonder, doch niet bij uitsluiting, zijn de uitsteeksels onderling 10 vormgelijk, d.w.z. congruent. Dit waarborgt een eenvoudige constructie, met een berperkt aantal verschillende onderdelen. Tevens is aldus het voeruithalende vermogen in beginsel gelijk voor alle uitsteeksels. Dit geldt met name indien het lichaam waarop de uitsteeksels zijn geplaatst cilindrisch is. Dan hebben alle uitsteeksels een gelijke afstand tussen hun respectieve uiteinde en de rotatieas 15 van het lichaam. Door de uitsteeksels ongelijkmatig over de omtrek te verdelen kan dan bereikt worden dat de verbindingslijnen tussen (uiteinden van) naburige uitsteeksels een verschillende afstand tot de rotatieas hebben. Met name bevindt zich tussen de uitsteeksels van het eerste paar naburige uitsteeksels een hoek van ten minste 80°, bij voorkeur ten minste 100°. Een bruikbare uitvoering is 20 bijvoorbeeld een oorspronkelijk regelmatige verdeling, waarvan een of meer uitsteeksels zijn verwijderd, of althans een verdeling waarbij de uitsteeksels over een tweede complementaire omtreksdeel in hoofdzaak regelmatig zijn verdeeld en ontbreken op een eerste omtreksdeel, dat dan een soort gat vormt in de verdeling van de uitsteeksels.In particular, but not exclusively, the protrusions are mutually identical, i.e. congruent. This guarantees a simple construction, with a limited number of different parts. In addition, the feed-withdrawing capacity is thus in principle the same for all protrusions. This applies in particular if the body on which the protrusions are placed is cylindrical. Then all protrusions have an equal distance between their respective end and the axis of rotation 15 of the body. By distributing the protrusions unevenly over the circumference, it can then be achieved that the connecting lines between (ends of) adjacent protrusions have a different distance from the axis of rotation. In particular, there is an angle of at least 80 °, preferably at least 100 °, between the protrusions of the first pair of adjacent protrusions. A useful embodiment is, for example, an originally regular distribution, one or more protrusions of which have been removed, or at least a distribution wherein the protrusions are distributed over a second complementary peripheral part substantially regularly and are missing on a first peripheral part, which then forms a kind of hole in the distribution of the protrusions.

25 Het is echter ook mogelijk om een niet-cilindrisch lichaam te nemen, zoals een ovaal of een afgeplatte cilinder. Aldus is het mogelijk dat zelfs bij regelmatig over de omtrek verdeelde uitsteeksels de verbindingslijnen tussen (uiteinden van) naburige uitsteeksels een verschillende afstand tot de rotatieas hebben. In weer een alternatieve uitvoering omvat het lichaam een reeks 30 onderling verbonden buizen of andere langwerpige deellichamen, waarop de uitsteeksels zijn bevestigd.However, it is also possible to take a non-cylindrical body, such as an oval or a flattened cylinder. It is thus possible that even with protrusions regularly distributed over the circumference, the connecting lines between (ends of) adjacent protrusions have a different distance from the axis of rotation. In yet an alternative embodiment, the body comprises a series of mutually connected tubes or other elongated sub-bodies, on which the protrusions are mounted.

Nog een alternatief vormt een uitvoeringsvorm waarbij de uitsteeksels niet alle even hoog uitsteken vanaf de rotatieas. In het eerste omtreksdeel is er dan minstens een uitsteeksel waarvan het uiteinde een kleinere 6 afstand tot de rotatieas heeft. Dit biedt althans het voordeel dat ook er geen uitsteekselvrij deel, of althans deel met een grotere uitsteekselbuurafstand hoeft te zijn, en dat het voeder dus in beginsel nog regelmatiger uit de houder kan worden verwijderd. Uiteraard is het ook mogelijk om combinaties van de hierboven 5 genoemde maatregelen te nemen, zoals een eerste omtreksdeel met zowel grotere uitsteekselbuurafstand als lagere/kortere uitsteeksels en/of een afgeplat of anderszins asymmetrisch lichaam.Another alternative is an embodiment in which the protrusions do not all protrude equally high from the axis of rotation. In the first peripheral part there is then at least one protrusion whose end has a smaller distance from the axis of rotation. This at least offers the advantage that no protrusion-free part, or at least part with a larger protrusion neighboring distance, need also be, and that in principle the feed can therefore be removed even more regularly from the holder. It is of course also possible to take combinations of the above-mentioned measures, such as a first peripheral part with both a larger projection neighboring distance and lower / shorter projections and / or a flattened or otherwise asymmetrical body.

In een voordelige uitvoeringsvorm is een eerste omtreksdeel over ten minste 80°, bij voorkeur ten minste 100° vrij van uitsteeksels. Aldus is 10 gewaarborgd dat de uithaalinrichting eenvoudig dicht bij de afgeefopening is te plaatsen, bij een groot bereik aan verhoudingen tussen de lengte/hoogte van de uitsteeksels en de doorsnede van het lichaam. Hierbij geldt in het algemeen dat het lichaam bij kortere uitsteeksels en/of bij een grotere uitsteekselvrije hoek dichter bij de afgeefopening is te plaatsen. In het bijzonder bevindt zich verdeeld 15 over het tweede, aan het eerste omtreksdeel complementaire omtreksdeel op ten minste 3, en bij voorkeur ten minste 5 posities een uitsteeksel. Met een dergelijk minimaal aantal uitsteeksels is een enigszins regelmatig uithalen van het voeder gewaarborgd. Het theoretische geval van een of twee uitsteeksels vormt hierbij weliswaar een alternatief, maar in de praktijk is het uithaalgedrag ongewenst 20 onregelmatig. In de praktijk blijkt het voordelig om, afhankelijk van de verdeling gezien langs de rotatieas, tenminste 5 uitsteeksels verdeeld over de omtrek te hebben. Hierbij geldt wel dat het aantal uitsteeksels, gezien in projectie langs de rotatieas, kleiner kan zijn indien deze (telkens) in een vlak liggen. Er kunnen dan bijvoorbeeld meerdere vlakken met elk vier uitsteeksels zijn verschaft. Indien de 25 uitsteeksels echter bijvoorbeeld in een spiraalvorm, of althans meer verdeeld langs de rotatieas zijn verschaft, verdient het de voorkeur om gezien in projectie langs de rotatieas, meer dan vier, zoals met name zes of meer, uitsteeksels te hebben.In an advantageous embodiment, a first peripheral part is free of protrusions over at least 80 °, preferably at least 100 °. It is thus ensured that the eviscerating device can easily be placed close to the dispensing opening, with a large range of ratios between the length / height of the protrusions and the cross-section of the body. It generally holds here that with shorter protrusions and / or with a larger protrusion-free angle the body can be placed closer to the dispensing opening. In particular, there is a protrusion distributed over the second peripheral part complementary to the first peripheral part and at least 3, and preferably at least 5, positions. With such a minimum number of protrusions a somewhat regular removal of the feed is guaranteed. The theoretical case of one or two protrusions is indeed an alternative here, but in practice the swipe behavior is undesirably irregular. In practice, it appears to be advantageous to have at least 5 protrusions distributed along the circumference, depending on the distribution seen along the axis of rotation. The number of protrusions, seen in projection along the axis of rotation, may be smaller in this case if they (always) lie in a plane. For example, a plurality of planes with four protrusions each may be provided. However, if the protrusions are provided, for example, in a spiral form, or at least more distributed along the axis of rotation, it is preferable to have more than four protrusions, in particular six or more, as seen in projection along the axis of rotation.

De uitsteeksels hebben bij voorkeur een versmallende puntvorm of 30 harktandvorm. Aldus verbetert het losgedrag van de uitsteeksels, met name bij langere voedersoorten zoals hooi en andere halmproducten. Voordelige voorbeelden hiervan zijn een driehoeksvorm, al dan niet met afgeronde top, en een haakvorm.The protrusions preferably have a narrowing point shape or rake tooth shape. Thus, the release behavior of the protrusions improves, in particular with longer types of feed such as hay and other culinary products. Advantageous examples of this are a triangular shape, with or without a rounded top, and a hook shape.

77

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat een positioneerinrichting voor het tot of naar de ruststand draaien van het lichaam. Uiteraard dient bij de uitvinding "tot of naar de ruststand" te worden begrepen als een eindstand, en niet een stand die tijdens roteren wordt doorlopen, hetgeen 5 immers bij elke omwenteling een keer gebeurt. Dit tot of naar de ruststand draaien kan in principe met de hand geschieden, bijvoorbeeld door aan een hendel te draaien. Met voordeel echter omvat de positioneerinrichting een sensor voor meten van een rotatiepositie van het lichaam en voor afgeven van een gemeten positiesignaal, alsmede een besturing voor op basis van het positiesignaal 10 verdraaien tot en/of arrêteren in de ruststand van het lichaam. Aldus kan automatisch worden gewaarborgd dat de juiste ruststand wordt aangenomen. De sensor is met voordeel een hoek- of verdraaiingssensor, die bijvoorbeeld inductief, optisch, magnetisch of mechanisch is uitgevoerd. Zo kan er een metalen uitsteeksel (zoals een naald of dergelijke) aan de aslijn van het lichaam zijn 15 bevestigd, waarbij een inductieve sensor waarneemt of dat uitsteeksel zich tegenover de sensor bevindt.The device according to the present invention comprises a positioning device for turning the body to or towards the rest position. Of course, in the invention "to or to the rest position" is to be understood as an end position, and not a position that is traversed during rotation, which happens after all with every revolution. This turning to or into the rest position can in principle be done manually, for example by turning a handle. Advantageously, however, the positioning device comprises a sensor for measuring a rotational position of the body and for supplying a measured position signal, as well as a control for rotating and / or locking in the rest position of the body on the basis of the position signal 10. It can thus be automatically ensured that the correct rest position is assumed. The sensor is advantageously an angle or twist sensor, which is, for example, inductive, optical, magnetic or mechanical. For example, a metal protrusion (such as a needle or the like) may be attached to the axis of the body, an inductive sensor sensing whether that protrusion is opposite the sensor.

Alternatief of aanvullend kan de schuif naar boven verschuifbaar zijn, en omvat deze aan de onderzijde een versmald deel met ten minste een oplopende schuine zijde, welk versmald deel tussen naast elkaar gelegen 20 uitsteeksels schuifbaar is, zodanig dat de schuine zijde het lichaam positioneert door wegdrukken van het de schuine zijde rakende uitsteeksel. Een dergelijke schuif is geschikt als arrêtering van het lichaam in de ruststand.Alternatively or additionally, the slider can be slidable upwards, and comprises a narrowed part on the underside with at least one rising sloping side, which narrowed part can be slid between adjacent projections, such that the sloping side positions the body by pushing away protrusion from the oblique side. Such a slide is suitable for locking the body in the rest position.

De inrichting omvat voorts met voordeel een aandrijfinrichting voor het roterende aandrijven van het lichaam. Hierdoor kan het uithalen eenvoudig 25 worden bestuurd en geregeld. Bovendien kan door het roteren van het lichaam de ruststand betrouwbaar worden ingesteld. Met voordeel omvat de aandrijfinrichting voorts een rem of andere blokkering voor arrêteren van het lichaam in de ruststand. In het bijzonder is de aandrijfinrichting ingericht voor een maximaal toerental van het lichaam van ten hoogste 100 omwenstelingen per minuut. Niet 30 alleen is dit ruim voldoende voor de meeste uithaalbewegingen, maar biedt ook nog eens het voordeel dat een niet-rotatiesymmetrische uithaalinrichting geen last heeft van onbalans tijdens roteren. In de meeste gevallen zal immers hetzij het lichaam zelf niet-rolrond zijn, hetzij zullen, indien het wèl rolrond is, de uitsteeksels niet regelmatig verdeeld of niet congruent zijn. Deze intrinsieke onbalans van de 8 uithaalinrichting zal bij hogere toerentallen, zoals met name bij toerentallen geschikt voor snijden van voeder, nadelig merkbaar worden. Merk op dat US5803375 specifiek een (tweede) snijinrichting openbaart, met toerentallen van 1000 - 3000 opm.The device furthermore advantageously comprises a drive device for rotating the body. As a result, the retrieval can easily be controlled and regulated. Moreover, the rest position can be reliably adjusted by rotating the body. Advantageously, the drive device further comprises a brake or other block for locking the body in the rest position. In particular, the drive device is arranged for a maximum speed of the body of at most 100 revolutions per minute. Not only is this more than sufficient for most eviscerating movements, but it also offers the advantage that a non-rotationally symmetrical eviscerating device does not suffer from imbalance during rotation. After all, in most cases either the body itself will be non-roll-round or, if it is roll-round, the protrusions will not be regularly distributed or not congruent. This intrinsic imbalance of the 8 removal device will become disadvantageously noticeable at higher speeds, such as in particular at speeds suitable for cutting feed. Note that US5803375 specifically discloses a (second) cutter, with speeds of 1000 - 3000 rpm.

55

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWING

De uitvinding zal hierna kort worden uitgelegd aan de hand van de tekening, waarin: 10 - Figuur 1 een schematisch aanzicht in perspectief van een inrichting volgens de uitvinding toont; - Figuur 2a en 2b schematisch een detail van de inrichting, met gesloten en open schuif toont; - Figuren 3 en 4 alternatieve uitvoeringsvormen van de rol 10 met 15 uitsteeksels 11 van de uithaalinrichting, in projectie langs de rotatieas tonen; en - Figuur 5 een schematisch deelaanzicht in perspectief van een aandrijving van de uithaalinrichting toont.The invention will hereinafter be briefly explained with reference to the drawing, in which: - Figure 1 shows a schematic perspective view of a device according to the invention; Figures 2a and 2b schematically show a detail of the device, with the slide closed and open; Figures 3 and 4 show alternative embodiments of the roller 10 with protrusions 11 of the eviscerating device, in projection along the axis of rotation; and - Figure 5 shows a schematic partial view in perspective of a drive of the removal device.

20 BESCHRIJVING VAN DE FIGURENDESCRIPTION OF THE FIGURES

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht in perspectief van een inrichting 1 volgens de uitvinding. Deze omvat een houder 2 met een zijwand 3 en een interne menginrichting 4 met een vijzel 5. Schuif 6 kan een afgeefopening 7 afsluiten, en is beweegbaar met schuifmotor 8.Figure 1 shows a schematic perspective view of a device 1 according to the invention. This comprises a holder 2 with a side wall 3 and an internal mixing device 4 with a jack 5. Slide 6 can close off a dispensing opening 7, and is movable with slide motor 8.

25 Met 9 is een uithaalinrichting aangeduid, die een rol 10 met tanden 11 en een rolaandrijving 12 omvat. Met 13 is een onderstel aangeduid.The reference numeral 9 denotes a removal device which comprises a roller 10 with teeth 11 and a roller drive 12. A chassis is indicated by 13.

De getoonde inrichting 1 is bijzonder geschikt voor gras en grasproducten, die moeten worden gesneden en/of gemengd. Dit vindt plaats in de houder 2. Dit is bak met een opstaande zijwand 3. De bak 2 is vaak enigszins 30 langwerpig om te voorkomen dat het voeder slechts in de rondte draait zonder te worden gemengd of gesneden. Dat mengen en/of snijden geschiedt hier met een menginrichting 4 die een vijzel 5 omvat. Eventueel kan deze een bodemschraper omvatten. De menginrichting kan bijvoorbeeld draaien in de pijlrichting B.The device 1 shown is particularly suitable for grass and grass products that must be cut and / or mixed. This takes place in the container 2. This is a container with an upright side wall 3. The container 2 is often somewhat elongated to prevent the feed from only turning in the round without being mixed or cut. This mixing and / or cutting takes place here with a mixing device 4 which comprises a jack 5. Optionally, it may comprise a bottom scraper. The mixing device can, for example, rotate in the direction of the arrow B.

99

Voorts heeft de zijwand 3 een afgeefopening 7, die kan worden afgesloten met een schuif 6. Voor het verschuiven van de schuif, in de richting van dubbele pijl A, dient een schuifmotor 8, zoals een stappenmotor. De schuif 6 heeft een vorm die aansluit op de vorm van de houder 2 resp. de zijwand 3. Bij gesloten 5 schuif 6 is er sprake van een gladde binnenzijde van de houder 2, zonder uitsteeksels, en met een vloeiend, symmetrisch verloop van de zijwand 3. Uiteraard is het mogelijk om een anders gevormde schuif toe te passen, maar dan ontbreekt een mogelijk voordeel van de uitvinding.Furthermore, the side wall 3 has a dispensing opening 7, which can be closed with a slide 6. For sliding the slide, in the direction of double arrow A, a slide motor 8, such as a stepper motor, serves. The slide 6 has a shape which is in line with the shape of the holder 2 resp. the side wall 3. With closed slide 6 there is talk of a smooth inside of the holder 2, without projections, and with a smooth, symmetrical course of the side wall 3. It is of course possible to use a differently shaped slide, but then a possible advantage of the invention is missing.

Vóór de afgeefopening 7 is een uithaalinrichting 9 geplaatst, met een 10 met behulp van rolaandrijving 12 roteerbare rol 10, die is voorzien van tanden 11. In gebruik strekken de tanden 11 zich uit tot in houder 2, terwijl de rol 10 arrêteerbaar is in een stand, de ruststand, waarin de tanden 11 zich niet uitstrekken in de houder 2, en de schuif 6 kan worden gesloten.In front of the dispensing opening 7 a retrieval device 9 is placed, with a roller 10 rotatable with the aid of roller drive 12, which roller is provided with teeth 11. In use, the teeth 11 extend into holder 2, while the roller 10 can be locked in a position, the rest position, in which the teeth 11 do not extend into the holder 2, and the slide 6 can be closed.

Het onderstel 13 dient voor verplaatsen van de inrichting 1 als 15 geheel. Zodoende kan voer op verschillende plekken, zoals in een voergang, worden afgegeven. Hierbij kan de inrichting 1 worden verplaatst met behulp van bijvoorbeeld een trekker of dergelijke, hier niet getoond. Alternatief is de inrichting 1 zelfrijdend, en daartoe voorzien van een aandrijving en besturing, eveneens hier niet getoond. Ook is het mogelijk om de inrichting 1 als een statische meng- en/of 20 snijinrichting te gebruiken, die gemengd en/of gesneden voer kan afgeven aan bijvoorbeeld getrokken of zelfrijdende voerafgeefwagens.The chassis 13 serves to move the device 1 as a whole. In this way, feed can be delivered at different places, such as in a feeding alley. The device 1 can herein be moved with the aid of, for example, a tractor or the like, not shown here. Alternatively, the device 1 is self-propelled, and for this purpose provided with a drive and control, also not shown here. It is also possible to use the device 1 as a static mixing and / or cutting device, which can deliver mixed and / or cut feed to, for example, pulled or self-propelled feed delivery vehicles.

Figuur 2a en 2b tonen schematisch een detail van een inrichting volgens de uitvinding, met een uithaalinrichting en een gesloten respectievelijk open schuif 6. Hierin zijn, net als in de rest van tekening, soortgelijke onderdelen 25 met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.Figures 2a and 2b schematically show a detail of a device according to the invention, with an eviscerating device and a closed and open slider 6. In this, like in the rest of the drawing, similar parts are indicated with the same reference numerals.

In het bijzonder toont Figuur 2a de uithaalinrichting 9 met een rol 10 met over de omtrek verdeeld, met uitzondering van hoek a, een aantal tanden 11. De rol 11 is roteerbaar rond een hartlijn of aslijn 14. De schuif 6 bevindt zich in zijwand 3 in gesloten positie. Daartoe is een eerste omtreksgedeelte van de rol 10, 30 hier in hoofdzaak het tandvrije deel dat door hoek α wordt aangeduid, direct voor de afgeefopening geplaatst, dus hier voor de schuif 6. Omdat het eerste omtreksdeel tandvrij is, kan de rol 10 zeer dicht bij de schuif 6 resp. zijwand 3 worden geplaatst. De afstand tussen de aslijn 14 en de zijwand 3 resp. schuif 6 hoeft dan ook niet groter te zijn dan de straal van de rol 10.In particular, Figure 2a shows the eviscerating device 9 with a roller 10 with a number of teeth 11 distributed over the circumference, with the exception of angle a, The roller 11 is rotatable about a center line or axis 14. The slide 6 is located in side wall 3 in closed position. To this end, a first circumferential portion of the roller 10, 30 here, substantially the tooth-free part indicated by angle α, is placed directly in front of the dispensing opening, so here for the slide 6. Because the first circumferential part is tooth-free, the roller 10 can be very closed at the slider 6 resp. side wall 3 are placed. The distance between the axis line 14 and the side wall 3 resp. slider 6 therefore does not have to be larger than the radius of the roller 10.

1010

Figuur 2b toont de uithaalinrichtig 9, maar nu met geopende schuif 6, die opzij is geschoven, langs de zijwand 3. De afgeefopening 7 is nu vrij om in de houder opgenomen voeder 15 zoals hooi af te geven in de richting van pijl D. Dit voeder 15 wordt meegenomen door de tanden 11 op de rol 10, die in de richting 5 van pijl C rond de aslijn 14 wordt bewogen. Duidelijk is te zien dat de tanden 11 zich bij roteren van de rol 10 tot binnen de houder uitstrekken. Aldus is doelmatig meenemen van voeder gewaarborgd.Figure 2b shows the evisceration device 9, but now with the slider 6 open, which has been slid aside, along the side wall 3. The dispensing opening 7 is now free to dispense feed 15 such as hay included in the holder in the direction of arrow D. This feed 15 is carried by the teeth 11 on the roller 10, which is moved around the axis 14 in the direction 5 of arrow C. It can clearly be seen that the teeth 11 extend within the holder when the roller 10 rotates. Effective transport of feed is thus guaranteed.

Doordat de schuif 6 vanwege het tandvrije omtreksdeel in feite binnen de omtreksbaan van de tanden 11 kan worden geplaatst, is een zeer 10 compacte opstelling mogelijk die toch nog een vloeiend verloop van de zijwand 3 waarborgt: bij gesloten schuif is in beginsel geen onregelmatigheid aanwezig in de zijwand 3 van de houder 2, waardoor een optimaal en ongestoord menggedrag in de houder kan worden gewaarborgd. En de schuif kan aldus worden geplaatst doordat de verbindingslijn tussen twee naburige uitsteekseltoppen, in de praktijk 15 meestal de twee uitsteekseltoppen aan weerszijden van het uitsteekselvrije eerste omtreksdeel, dichter bij de rol komt dan elke andere verbindingslijn tussen twee naburige uitsteekseltoppen. Omgekeerd kan een bij benadering rechte schuif 6, die immers vrijwel altijd een kromtestraal heeft die veel groter is dan die van het lichaam, de rol 10, de rol 10 tot op die verbindingslijn benaderen. Dus kan dat bij 20 het eerste omtreksdeel dichterbij zijn dan op elk ander omtreksdeel.Because the slide 6 can in fact be placed within the circumferential path of the teeth 11 because of the tooth-free peripheral part, a very compact arrangement is possible which nevertheless ensures a smooth course of the side wall 3: in principle, with the slide closed, no irregularity is present in the side wall 3 of the holder 2, whereby an optimum and undisturbed mixing behavior in the holder can be guaranteed. And the slider can thus be placed in that the connecting line between two adjacent projection tips, in practice usually the two projection tips on either side of the projection-free first peripheral part, comes closer to the roll than any other connection line between two adjacent projection tips. Conversely, an approximately straight slider 6, which after all almost always has a radius of curvature that is much larger than that of the body, the roller 10, can approach the roller 10 up to that connecting line. Thus, that may be closer to the first peripheral portion than to any other peripheral portion.

Figuren 3 en 4 tonen alternatieve uitvoeringsvormen van de rol 10 met uitsteeksels 11 van de uithaalinrichting, in projectie langs de rotatieas. Figuur 3 toont een rol 10 met tanden als uitsteeksels, en met een eerste omtreksdeel aangegeven met hoek α en een tweede omtreksdeel aangeduid met hoek β. In het 25 eerste omtreksdeel zijn de tanden 11" veel korter dan de tanden 11' in het tweede omtreksdeel. De ruststand is hier dan ook de stand waarbij het eerste omtreksdeel naar de afgeefopening toe is gekeerd. Voordeel van een niet geheel uitsteekselvrij deel is dat ook door dat eerste omtreksdeel het voeder kan worden meegenomen. Hier is een eerste omtreksdeel getoond met een grootte van 120°. Het zal duidelijk 30 zijn dat de precieze afbakening van het eerste en tweede omtreksdeel enigszins variabel is, maar wel zodanig dat de drie getekende korte tanden in het eerste omtreksdeel vallen, en de negen lange tanden in het tweede omtreksdeel. Daarom kan alternatief worden gesproken van de hoek tussen (de uiteinden van) twee naburige uitsteeksels. Merk op dat een nadeel van deze uitvoering is dat zij nietFigures 3 and 4 show alternative embodiments of the roller 10 with protrusions 11 of the eviscerating device, in projection along the axis of rotation. Figure 3 shows a roller 10 with teeth as protrusions, and with a first peripheral part indicated by angle α and a second peripheral part indicated by angle β. In the first circumferential part the teeth 11 "are much shorter than the teeth 11 'in the second circumferential part. The rest position here is therefore the position in which the first circumferential part faces the dispensing opening. The advantage of a not entirely protrusion-free part is that the feed can also be carried by that first peripheral part. Here a first peripheral part is shown with a size of 120. It will be clear that the precise delimitation of the first and second peripheral part is somewhat variable, but such that the three drawn short teeth fall in the first peripheral part, and the nine long teeth in the second peripheral part, therefore, the angle between (the ends of) two neighboring protrusions may alternatively be mentioned.

VV

11 rotatiesymmetrisch is. Bij hoge toerentallen zoals enkele duizenden opm zou een dergelijke asymmetrie voor ongewenste onbalans kunenn zorgen.11 is rotationally symmetrical. At high speeds such as a few thousand rpm, such an asymmetry could cause unwanted imbalances.

Figuur 4 toont schematisch in bovenprojectie een ovale, maar wel rotatiesymmetrische rol 10 met vormgelijke tanden 11-1, 11-2, ... Aangezien deze 5 tanden zich op verschillende afstand van de aslijn 14 bevinden zal ook de afstand van een verbindingslijn tussen naburige uitsteekseltoppen en de aslijn 14 verschillen. In het bijzonder is de afstand tussen de verbindingslijn van de top van tand 11-1 naar de top van tand 11-2 en de aslijn 14 kleiner dan de afstand tussen de verbindingslijn van de top van tand 11-1 naar de top van tand 11-3 en de aslijn 10 14. In dit geval is er dan ook sprake van twee eerste omtreksdelen die tegenover de afgeefopening of schuif kunnen worden geplaatst, namelijk een deel met alleen de twee tanden 11-1 en 11-2, en een tegenoverliggend deel met alleen de tanden 11-4 en 11-5. Merk op dat deze uitvoeringsvorm in principe ook hoge toerentallen aan zou moeten kunnen. Ook kunnen andere uitvoeringsvormen twee tandvrije 15 gedeeltes hebben, die rotatiesym metrisch tegenover elkaar zijn geplaatst. Merk op dat een rol of ander lichaam met bijvoorbeeld een enkele of dubbele rij boven elkaar geplaatste tanden ook goed kan werken, vanwege minder kans op opwikkelen van gras of dergelijke. Hierbij zijn er in projectie op een loodvlak op de rotatieas slechts een of twee tanden zichtbaar. Uiteraard kan een dergelijke rol 20 altijd worden gedraaid naar een ruststand waarin zich geen tanden uitstrekken in de houder. Het gaat ook hier echter om de positioneerinrichting die de rol dan in die ruststand draait.Figure 4 shows diagrammatically in top projection an oval, but rotationally symmetrical roller 10 with form-similar teeth 11-1, 11-2, ... Since these 5 teeth are at different distances from the axis 14, the distance of a connecting line between adjacent protrusion tips and the axis 14 differ. In particular, the distance between the connecting line from the top of tooth 11-1 to the top of tooth 11-2 and the axis 14 is smaller than the distance between the connecting line from the top of tooth 11-1 to the top of tooth 11 -3 and the axis 10 14. In this case there are therefore two first peripheral parts which can be placed opposite the dispensing opening or slider, namely a part with only the two teeth 11-1 and 11-2, and an opposite part with only the teeth 11-4 and 11-5. Note that this embodiment should in principle also be able to handle high speeds. Other embodiments may also have two tooth-free portions that are symmetrically placed opposite each other. Note that a roller or other body with, for example, a single or double row of teeth placed one above the other can also work well, due to less chance of rolling up grass or the like. In this case, only one or two teeth are visible in projection on a plumb plane on the axis of rotation. Of course, such a roller 20 can always be rotated to a rest position in which no teeth extend in the holder. However, here too it is a question of the positioning device which then rotates the roller to that position of rest.

Figuur 5 toont een schematisch deelaanzicht in perspectief van een aandrijving van de uithaalinrichting 9. De rol 10 omvat een as 16 die wordt 25 aangedreven door motor 17 onder besturing van een besturingsinrichting 18. Voorts is 19 een naald of dergelijke van metaal of bijvoorbeeld een magneet, en duidt 20 een inductieve sensor aan.Figure 5 shows a schematic partial perspective view of a drive of the eviscerating device 9. The roller 10 comprises a shaft 16 which is driven by motor 17 under the control of a control device 18. Furthermore, 19 is a needle or the like of metal or for instance a magnet and denotes an inductive sensor.

Bij roteren van de rol 10 in de richting van de pijl zal de naald 19 per omwenteling een maal langs de inductieve sensor 20 gaan, en aldus daarin een 30 signaal opwekken, dat wordt doorgegeven aan de besturingsinrichting 18. Deze kan op basis van het signaal bepalen of de rol 10 zich in ruststand bevindt of niet. Zolang de rol 10 zich niet in ruststand bevindt, kan besturingsinrichting 18 de motor 17 laten draaien. Wanneer de ruststand is bereikt, kan de motor worden uitegschakeld, en eventueel op een rem worden gezet. Uiteraard zijn er vele 12 alternatieven denkbaar om de positie van de rol 10 te bepalen, zoals een hoeksensor, een magnetische sensor enzovoort.When the roller 10 is rotated in the direction of the arrow, the needle 19 will pass the inductive sensor 20 once per revolution, and thus generate a signal therein, which signal is passed on to the control device 18. This can be based on the signal determining whether the roll 10 is in the rest position or not. As long as the roller 10 is not in the rest position, the control device 18 can cause the motor 17 to run. When the rest position is reached, the motor can be switched off and, if necessary, put on a brake. Of course, many 12 alternatives are conceivable for determining the position of the roll 10, such as an angle sensor, a magnetic sensor and so on.

10384261038426

Claims

A feed dispensing device, comprising a holder (2) with a side wall (3) and an internal, in particular substantially vertical, mixing and / or cutting device (4) rotatable in the holder, wherein a dispensing opening in the side wall (7) is provided that can be closed with a slider (6) which is slidable along a path, the feed dispensing device also comprising a removal device (9) for removing feed (15) contained in the container, the removal device comprising a substantially for the dispensing opening 10 and outside the holder placed parallel to the side wall, rotatably driven about an axis (14) and provided with a plurality of projections (11) carrying the feed, at least a plurality of, and in particular all protrusions extend through the dispensing opening into the holder, at least in a working position, when the body is rotating, characterized in that the feed dispensing device furthermore comprises a positioning device (18 (19, 20) which is adapted to rotate the body about the axis to a rest position in which all protrusions protrude less into the holder than an extreme circumferential path of all those protrusions.

2. Device as claimed in claim 1, wherein the body, seen in projection on a perpendicular surface on the shaft, has a plurality of protrusions and that a first connecting line between a first pair of adjacent protrusions (1111-1, 11-2) has a smaller distance from the axis then has the distance to the axis of a second connecting line between two other adjacent protrusions on the body, and wherein the rest position comprises that the first pair of adjacent protrusions is closest to, in particular immediately before, the dispensing opening.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the slide is shaped and placed such that the path of the slide intersects the circumferential path of at least a part of the protrusions in working position, and that the path in the rest position does not intersect the protrusions.

4. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the slider is either straight or has a shape which substantially connects to the shape of the side wall, in particular has the same curvature, in particular the same radius of curvature in the same direction. 1038426

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the side wall with the slide in closed condition in the main room has a mirror symmetry.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the slide is slidable upwards or horizontally following the side wall.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the slide is telescopically foldable or telescopic.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the protrusions are mutually identical.

Device as claimed in any of the claims 2-8, wherein there is an angle of at least 80 °, preferably at least 100 °, between the protrusions of the first pair of adjacent protrusions.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the protrusions of the first pair are shorter than other protrusions.

11. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the protrusions preferably have a narrowing point shape or rake tooth shape.

12. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the positioning device comprises a sensor for measuring a rotational position of the body and for delivering a measured position signal, as well as a control for rotating and / or locking in the rest position 20 on the basis of the position signal. from the body.

Device as claimed in any of the foregoing claims, further comprising a drive device for rotatingly driving the body, wherein in particular the drive device is adapted for a maximum speed of the body of at most 100 revolutions per minute. 25 1038426