NL1037877C2 - Asbak. - Google Patents

Description

Asbak

De uitvinding heeft betrekking op een asbak voorzien van een opening voor rookafval, een geleidergedeelte voor het geleiden van rookafval naar een opvanggedeelte en 5 een opvanggedeelte voor rookafval.

Een asbak als hierboven beschreven is bekend uit de internationale octrooiaanvraag WO 2007011204.

10 Roken wordt in het algemeen steeds minder getolereerd en verplaatst daardoor vaak naar buiten, Hiermee verplaatst het afval / zwerfafval (peuken) zich ook vaak naar buiten.

Deze problematiek wordt nog eens benadrukt in een recent rapport in opdracht van “Nederland schoon” opgesteld, waaruit blijkt dat sigarettenafval (peuken) een belangrijk en steeds belangrijker wordend aandeel vormen van het zwerfafval.

15

Door het wettelijke rookverbod ontstaan er in bedrijven en (openbare) instellingen concentratie plekken (hotspots) bij ingangen van gebouwen en in wachtruimten (binnen en buiten) en “outdoor” rookplaatsen. Roken is slechts toegestaan in daarvoor aangewezen rookruimten, hetzij binnenskamers (vaak een aparte ruimte of cabine voorzien van een 20 afzuiginstallatie) hetzij outdoor.

Dergelijke rookruimten worden vaak voorzien van standaardafValbakken en/of asbakken. Hoewel men zou denken dat hierdoor in en rond dergelijke rookruimten het probleem van zwerfafval verminderd zou zijn, blijkt vaak het tegengestelde het geval. Het 25 zwerfafval in de vorm van peuken is duidelijk zichtbaar en vormt een groot probleem.

Peuken geven de rookruimte een vervuilde indruk, wat op zichzelf een probleem is, maar wat tevens tot resultaat heeft dat rokers de ‘vieze’ rookruimten gaan mijden, wat het probleem van zwervend rookafval alleen maar vergroot.

De bekende asbak uit W02007011204 is geschikt voor rookruimtes of 30 rookplekken. Het is uiteraard de bedoeling dat een eind van een sigaret uitgedoofd wordt voordat deze in de asbak gedeponeerd wordt. Echter, de gebruikers doen dit niet altijd en/of de sigaret lijkt gedoofd maar smeult in werkelijkheid nog na. Dit kan een rookontwikkeling 103 7877 2 tot gevolg hebben. Een dergelijke rookontwikkeling bevordert uiteraard het gebruik van de asbak niet en kan met name in afgesloten rookruimtes hinderlijk zijn.

Het is een doel van de uitvinding een asbak en een rookruimte te verschaffen waarmee het hierboven genoemde probleem beter beheersbaar te maken.

5

Hiertoe is de asbak gekenmerkt doordat de asbak tussen het geleidergedeelte en het opvanggedeelte voorzien is van een klep, waarbij de klep zo opgesteld en afgesteld is, dat de klep zich automatisch opent onder bij toevoer van een sigareteind, om zich vervolgens weer te sluiten.

10 “Automatisch” betekent in het kader van de uitvinding dat, afgezien van het toevoeren of inwerpen van de sigaret, er geen actie van de gebruiker vereist is om de klep te bedienen. Gebruikers zullen vaak vergeten om een actie te ondernemen. Rookontwikkeling ontstaat en/of is vaak pas zichtbaar geruime tijd nadat rookafval in de asbak gedeponeerd is. Tegen die tijd is de gebruiker verder op zijn weg gegaan en is zich dus niet bewust van het 15 feit dat er rookontwikkeling is opgetreden.

Door de automatisch werkende klep wordt rookontwikkeling op twee manieren tegengegaan: Het sluiten van de klep vermindert de toevoer van zuurstof dat het smeulen van de inhoud van het opvanggedeelte tegengaat Tevens kan rook moeilijk ontsnappen omdat de weg naar boven afgesloten is. Tevens vermindert een asbak volgens 20 de uitvinding stankoverlast, door het afsluiten van het opvanggedeelte voor rookafval.

De uitvinding is gebaseerd op het volgende inzicht:

De klep laat ingeworpen rookafVal automatisch toe tot het opvanggedeelte, maar 25 sluit als er geen rookafval naar de klep gevoerd wordt, het opvanggedeelte af.

Bij voorkeur is de klep voorzien van een draaipunt waaromheen de klep draait van een gesloten toestand naar een geopende toestand onder het gewicht en/of de snelheid van een sigareteind.

In een vorm van de uitvinding kan de aanwezigheid van rookafval worden gedetecteerd bijvoorbeeld elektronisch, waarna een elektronische schakeling de klep opent en vervolgens sluit.

30 3

Het gewicht of het snelheid van de sigaret doet in geprefereerde uitvoeringsvormen de klep opengaan. Een mechanische simpele oplossing is voor asbakken geprefereerd met name in die gevallen dat de asbak een weersinvloeden, zoals vaak het geval in rookruimtes of rookplekken, onderhevig is.

5 In geprefereerde uitvoeringsvormen is een gedeelte van de asbak met de klep losneembaar uit de asbak en is het daaronder gelegen opvanggedeelte ook losneembaar, zodat het opvanggedeelte eenvoudig geleegd kan worden.

In geprefereerde uitvoeringsvormen is de asbak voorzien van een wateropvanggedeelte, apart van het opvanggedeelte voor rookafval en is de asbak voorzien 10 van een watergeleider voor het geleiden van in de asbak invallend water naar het wateropvanggedeelte en het leiden van rookafval naar de klep en het daaronder gelegen opvanggedeelte voor rookafval.

Het wegleiden van het water voor de klep heeft als voordeel dat slechts rookafval de klep doet openen en sluiten. Ook is de kans dat water op de klep ofwel de klep doet 13 openstaan ofwel door adhesie moeilijker doet opengaan, verkleint.

Bij voorkeur bevat de klep een klepgedeelte aan beide zijden van het draaipunt, welke delen een balans vormen, welke balans omslaat onder het gewicht van rookafval.

Een balans is een eenvoudige en bedrijfszekere uitvoering.

Bij voorkeur is het draaipunt gevormd door een wigvormig, puntvormig of 20 snedevormig onderdeel.

Een dergelijke vorm voor een draaipunt geeft erg weinig wrijving.

Deze en verdere aspecten van de uitvinding worden hier volgend beschreven en 25 geïllustreerd aan de hand van de tekening:

In de tekening toont:

Figuur 1 tot en met 7 verschillende uitvoeringsvormen van een asbak 30 volgens de uitvinding.

De figuren zijn niet op schaal getekend, gelijke onderdelen worden in de regel met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.

4

Figuur 1 illustreert een asbak volgens de uitvinding. De asbak 1 is voorzien van een opening 2 voor rookafVal. Onder opening 2 is een geleidergedeelte 3 geplaatst, waaronder zich een klep 4 bevindt die zich automatisch opent bij toevoer van rookafVal. Bij 5 opening van de klep wordt het rookafVal in een rookafValopvanggedeelte 5 opgevangen. De klep heeft het voordeel dat rookontwikkeling op eenvoudige wijze, zonder dat hiervoor een handeling van de gebruiker vereist is, wordt voorkomen op in ieder geval verminderd. De kleppen 4 draaien om draaipunten 6. In dit voorbeeld heeft iedere klep twee gedeelten aan weerszijden van de draaipunten 6. De klep vormt daarmee een balans die zo afgesteld is, dat 10 de opening tussen de kleppen gesloten is zonder extra gewicht op de kleppen. Het gewicht van rookafVal doet een of beide kleppen zo bewegen dat een opening tussen de twee kleppen 4 ontstaat waardoor het rookafVal in de onder de kleppen 4 gelegen rookafValopvanggedeelte valt. Na doorgang van het rookafVal bewegen de kleppen weer naar elkaar toe en sluiten het opvanggedeelte af.

15 Figuren 2 tot en met 6 tonen verschillende uitvoeringsvormen voor kleppen.

In figuur 2 zijn twee simpele kleppen gebruikt In figuur 3 is slechts een klep gebruik, welke aanligt tegen een wand 7. RookafVal dat via de geleider 3 naar de wand 7 gevoerd wordt valt tegen de klep 4, waarop deze zich opent en het rookafVal verder valt waarna de klep weer tegen de wand 7 aanligt.

20 Figuur 4 toont een klep waarbij het rechts van het draaipunt gelegen gedeelte van de klep 4 zwaarder is dan het links van het draaipunt 6 gelegen gedeelte. Hierdoor wordt de klep van onderen tegen de rechterwand 7 gehouden. RookafVal dat op de klep valt doet de klep kiepen, waardoor het rookafVal in het daaronder gelegen rookafValopvanggedeelte valt waarna de klep weer in de beginpositie terugkeert.

25 Bij voorkeur is de klep gesloten toestand zo geplaatst dat zij een naar beneden gerichte hoek, bij voorkeur van meer dan 15 graden, bij grotere voorkeur van meer dan 30 graden, maakt met een horizontale richting, waarbij het laagste punt van het draaipunt af gelegen is. RookafVal dat op de klap valt, beweegt zich dan automatisch naar het laagste punt, het moment dat rookafVal dan op de balans uitoefent is daarmee vergroot 30 Figuur 6 toont ook een detail voor een geprefereerde uitvoeringsvorm voor het draaipunt. In geprefereerde uitvoeringsvormen is het draaipunt gevormd door een wig/, punt of snede/vormig gedeelte. Het oppervlak waarop de balans dan rust is zeer klein, zodat er 5 weinig wrijving optreedt De klep is, afgezien van de geringe wrijving op het contactpunt of contactlijn vrij te bewegen over een uitslag voldoende om rookafval door te laten.

Figuur 7 illustreert een geprefereerde uitvoeringsvorm. In deze uitvoeringsvorm 5 is de asbak voorzien van een watergeleider. De watergeleider bevat twee gekromde oppervlakken 11. Rookafval zal vanaf de rand 12 van de watergeleider in deel 3 vallen en op kleppen of klep 4. Het water wordt langs de watergeleider geleid en valt in wateropvanggedeelte 9 dat deel 5 omringt. Vanuit dit wateropvanggedeelte kan, in uitvoeringsvormen waarin de asbak op de grond staat of in de grond verwerkt is, het water 10 wegvloeien bijvoorbeeld in de grond of in een waterfafvoer zoals een riolering. Bij voorkeur is de watergeleider losneembaar, evenals gedeelte 3 en het rookafvalopvanggedeelte.

15 Het zal duidelijk zijn dat in het kader van de uitvinding vele variaties mogelijk zijn en de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven gegeven voorbeelden. De klep kan een vast onderdeel vormen van de asbak of een deel zijn van een gedeelte van de asbak dat losneembaar en eventueel vervangbaar is. Het losnemen van een deel met de klep, maakt de klep eenvoudig te reinigen.

20

Samengevat kan de uitvinding als volgt beschreven worden:

Een asbak (1) is voorzien van een opening (2) voor rookafval, een 25 geleidergedeelte (3) voor het geleiden van rookafval naar een opvanggedeelte (5) en een opvanggedeelte (5) voor rookafval, met het kenmerk, dat de asbak tussen het geleidergedeelte en het opvanggedeelte voorzien is van een klep (4), waarbij de klep zo opgesteld en afgesteld is, dat de klep zich automatisch opent onder bij toevoer van rookafval, om zich vervolgens weer te sluiten.

103 78 77 30

Claims (6)

1. Asbak voorzien van een opening voor rookafval, een geleidergedeelte voor het geleiden van rookafval naar een opvanggedeelte en een opvanggedeelte voor 5 rookafval, met het kenmerk, dat de asbak tussen het geleidergedeelte en het opvanggedeelte voorzien is van een klep, waarbij de klep zo opgesteld en afgesteld is, dat de klep zich automatisch opent onder bij toevoer van rookafval, om zich vervolgens weer te sluiten.

2. Asbak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de klep voorzien van een 10 draaipunt waaromheen de klep draait van een gesloten toestand naar een geopende toestand onder het gewicht en/of de snelheid van rookafval.

3. Asbak volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een gedeelte van de asbak met de klep losneembaar uit de asbak is en het daaronder gelegen opvanggedeelte ook losneembaar is, zodat het opvanggedeelte geleegd kan 15 worden.

4. Asbak volgens een der voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de asbak voorzien is van een wateropvanggedeelte, apart van het opvanggedeelte voor rookafval, en de asbak voorzien is van een watergeleider voor het geleiden van in de asbak invallend water naar het wateropvanggedeelte en het rookafval naar 20 de klep en het daaronder gelegen opvanggedeelte voor rookafval.

5. Asbak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de klep een klepgedeelte aan beide zijden van het draaipunt bevat, welke kelpgedeelten een balans vormen, welke balans omslaat onder het gewicht van rookafval.

6. Asbak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 25 draaipunt gevormd is door een wigvormig, puntvormig of snedevormig onderdeel. 103 78 77 30