NL1037634C2 - Inrichting voor het reinigen van een warmtewisselaar. - Google Patents

Inrichting voor het reinigen van een warmtewisselaar. Download PDF

Info

Publication number
NL1037634C2
NL1037634C2 NL1037634A NL1037634A NL1037634C2 NL 1037634 C2 NL1037634 C2 NL 1037634C2 NL 1037634 A NL1037634 A NL 1037634A NL 1037634 A NL1037634 A NL 1037634A NL 1037634 C2 NL1037634 C2 NL 1037634C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tubes
guide member
guide
foregoing
displacement means
Prior art date
Application number
NL1037634A
Other languages
English (en)
Inventor
Erwin Sarfaty
Peter Eschenröder
Original Assignee
Montagebedrijf Terneuzen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Montagebedrijf Terneuzen B V filed Critical Montagebedrijf Terneuzen B V
Priority to NL1037634A priority Critical patent/NL1037634C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1037634C2 publication Critical patent/NL1037634C2/nl
Priority to BE2011/0016A priority patent/BE1019840A3/nl
Priority to DE202011001750U priority patent/DE202011001750U1/de
Priority to FR1150442A priority patent/FR2955385B1/fr

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28GCLEANING OF INTERNAL OR EXTERNAL SURFACES OF HEAT-EXCHANGE OR HEAT-TRANSFER CONDUITS, e.g. WATER TUBES OR BOILERS
    • F28G1/00Non-rotary, e.g. reciprocated, appliances
    • F28G1/16Non-rotary, e.g. reciprocated, appliances using jets of fluid for removing debris
    • F28G1/166Non-rotary, e.g. reciprocated, appliances using jets of fluid for removing debris from external surfaces of heat exchange conduits
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28GCLEANING OF INTERNAL OR EXTERNAL SURFACES OF HEAT-EXCHANGE OR HEAT-TRANSFER CONDUITS, e.g. WATER TUBES OR BOILERS
    • F28G15/00Details
    • F28G15/02Supports for cleaning appliances, e.g. frames
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28GCLEANING OF INTERNAL OR EXTERNAL SURFACES OF HEAT-EXCHANGE OR HEAT-TRANSFER CONDUITS, e.g. WATER TUBES OR BOILERS
    • F28G15/00Details
    • F28G15/04Feeding and driving arrangements, e.g. power operation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Heat-Exchange Devices With Radiators And Conduit Assemblies (AREA)
  • Cleaning In General (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het reinigen van een warmtewisselaar.
BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor 5 het reinigen van een warmtewisselaar, de warmtewisselaar omvattende ten minste één groep van een aantal parallelle buizen die in een regelmatig patroon en in zich parallel aan elkaar uitstrekkende rijen zijn voorzien, de inrichting omvattende een aantal naast elkaar gelegen, parallel aan elkaar georiënteerde, naar de buizen gerichte spuitmonden, een spuitwagen waarmee de spuitmonden zijn verbonden, 10 verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van de spuitwagen langs de buizen, de verplaatsingsmiddelen omvattende eerste verplaatsingsmiddelen voor het in een richting dwars op de lengterichting van de buizen langs de buizen verplaatsen van de spuitwagen en tweede verplaatsingsmiddelen voor het in een richting parallel aan de lengterichting van de buizen langs de buizen verplaatsen van de spuitwagen, 15 waarbij de eerste verplaatsingsmiddelen ten minste één eerste geleide-orgaan omvatten alsmede eerste geleidingsmiddelen met ten minste één, zich dwars op de lengterichting van de buizen uitstrekkend, eerste geleidingsorgaan voor het geleiden van het ten minste ene eerste geleide-orgaan en waarbij de tweede verplaatsingsmiddelen ten minste één tweede geleide-orgaan omvatten alsmede 20 tweede geleidingsmiddelen met ten minste één, zich parallel aan de lengterichting van de buizen uitstrekkend, tweede geleidingsorgaan voor het geleiden van het ten minste ene tweede geleide-orgaan.
Met name houdt de onderhavige uitvinding verband met het reinigen van luchtgekoelde warmtewisselaars en/of luchtgekoelde condensors (ACC). Bij 25 dergelijke warmtewisselaars wordt gebruik gemaakt van een groep parallelle, in gestapelde rijen voorziene, buizen waardoorheen te koelen/condenseren vloeistof/gas stroomt. Een dergelijke groep buizen, die ook wel wordt aangeduid met de term koelregister, is relatief plat terwijl de afmetingen ervan gezien in de lengterichting van de buizen groter is dan de afmetingen ervan gezien in de 30 lengterichting van de rijen ofwel in de richting loodrecht op de lengterichting van de buizen en loodrecht op de dikterichting van de groep buizen. In bedrijf wordt in een richting dwars op de groep buizen lucht tussen de buizen door geforceerd welke lucht een koelend effect heeft op de inhoud van de buizen welke inhoud daardoor afkoelt en/of condenseert. Per warmtewisselaar wordt vaak een aantal naast elkaar 1037634 2 gelegen groepen van buizen toegepast die ieder zijn opgenomen in een eigen raamwerk met zich in de lengterichting van de buizen aan twee tegen over elkaar gelegen zijkanten van iedere groep buizen uitstrekkende langsliggers, veelal profielvormig uitgevoerd, waarvan de uiteinden met elkaar worden verbonden door 5 zich dwars op de langsliggers uitstrekkende gatenplaten waarin openingen zijn aangebracht waarin de buizen uitmonden dan wel waardoorheen de buizen zich uitstrekken. Ter verhoging van het warmte-uitwisselend vermogen zijn de buizen vaak voorzien van schijfvormige koelvinnen die op regelmatige afstand van elkaar over de lengte van de buizen zijn aangebracht. Dergelijke koelvinnen zijn veelal van 10 aluminium of gegalvaniseerd staal.
Warmtewisselaars zoals bovenstaande omschreven worden toegepast bij chemische fabriek en bij elektriciteitscentrales. De luchtgekoelde warmtewisselaars worden in veel gevallen ook uitgevoerd in combinatie met een zogenaamd louvre-systeem die aan de voor de lucht stroomafwaartse zijde van de 15 warmtewisselaar relatief dicht bij de betreffende groep buizen is voorzien voor het beheersen van de luchtstroom door de warmtewisselaar heen.
Tijdens gebruik van dergelijke warmtewisselaars zet onvermijdelijk vuil zich af op het buitenoppervlak van de buizen dan wel op de koelvinnen daarvan waardoor de efficiency van de warmtewisselaar aanzienlijk kan reduceren. Dit gaat 20 weer gepaard met een verhoogd energie-verbruik en/of procesverstoring waardoor het reinigen van de warmtewisselaars noodzakelijk is. In de praktijk vindt het reinigen van de warmtewisselaar veelal plaats door handmatig de bevuilde delen met een hogedrukspuit te besproeien waarbij indien mogelijk een schoonmaker over de buizen heen loopt waarbij in de praktijk de koelvinnen, met name als deze van 25 aluminium zijn, veelvuldig beschadigen, doordat deze verbuigen. Dergelijke beschadigingen treden overigens ook vaak op vanwege de inwerking van de hoge druk straal op de koelvinnen. Deze beschadigingen hebben een negatief effect op de functionaliteit van de warmtewisselaar. De betreffende werkzaamheden zijn voor een betreffend persoon fysiek zeer belastend, in ieder geval onaangenaam en veelal 30 niet zonder gevaar.
Als alternatief voor het handmatig reinigen openbaart het Europees octrooi EP 1 604 164 B1 een geautomatiseerd systeem. De inrichting volgens de aanhef heeft betrekking op een dergelijk systeem. Bij het bekende systeem wordt gebruik gemaakt van een portaal-achtige wagen die in hoofdzaak wordt gevormd 3 door twee omgekeerd U-vormige beugels en een kokervormige geleiding die de twee beugels met elkaar verbindt waarbij de geleiding aan de respectievelijke liggende delen van de U-vorm van de beugels is opgehangen. De beugels bevinden zich op afstand van elkaar en de geleiding strekt zich ook voorbij de beugels uit. Aan 5 de uiteinden van de poten van de U-vorm van de beugels zijn loopwielen voorzien waarmee de wagen in een verplaatsingsrichting dwars op de lengterichting van de buizen van een warmtewisselaar, langs een aantal naast elkaar gelegen groepen van buizen kan worden verplaatst. Langs de geleiding, die zich parallel aan de lengterichting van de buizen uitstrekt, is een sproeiwagen middels geleidingswielen 10 verplaatsbaar. De sproeiwagen omvat een sproeierbuis die zich in de verplaatsingsrichting uitstrekt en waarop een toevoer voor reinigingsvloeistof is aangesloten. Aan de naar de buizen gekeerde zijde is de sproeierbuis voorzien van een aantal spuitmonden die op gelijke afstand en parallel aan elkaar zijn voorzien. Tijdens het reinigen met behulp van het bekende geautomatiseerde systeem volgt 15 de sproeiwagen een blokgolf-vormig traject langs het oppervlak van een aantal naast elkaar gelegen groepen van buizen waarbij de lengte van een enkele blokgolf overeenkomt met twee maal de lengte van de sproeierbuis.
Een nadeel van dit systeem is dat de omvang en het gewicht van het systeem dusdanig groot is dat het onhandig te manipuleren is. Dit hangt onder 20 andere samen met het feit dat de geleiding relatief lang is, namelijk ongeveer even lang als de lengte van de buizen. Vanwege de lengte en de kracht waarmee op de buizen wordt gespoten is de neiging tot doorbuiging van de geleiding groot waardoor deze relatief zwaar gedimensioneerd moet zijn. De aanzienlijke omvang, met name in de hoogterichting gezien, is er bovendien de oorzaak van dat het systeem niet of 25 nauwelijks geschikt is om toegepast te worden bij warmtewisselaars die zijn voorzien van een louvresysteem.
De onderhavige uitvinding beoogt nu voor de betreffende problematiek een oplossing te bieden. Hiertoe kenmerkt de uitvinding zich in eerste instantie doordat de spuitwagen is verbonden met het eerste geleide-orgaan voor 30 exclusieve gezamenlijke verplaatsing van het ten minste ene eerste geleide-orgaan en de spuitwagen, en dat het eerste geleidingsorgaan zich uitstrekt tussen twee tweede geleide-organen die ieder samenwerken met een tweede geleidingsorgaan, welke tweede geleidingsorganen aan twee tegenover elkaar gelegen zijden van de groep van buizen zijn voorzien. Dankzij de onderhavige uitvinding kan het eerste 4 geleidingsorgaan relatief kort, namelijk even lang als de breedte van de betreffende groep buizen, worden uitgevoerd. Vanwege die kortere lengte en het feit dat het eerste geleidingsorgaan zich tussen de twee tweede geleide-organen uitstrekt kan het eerste geleidingsorgaan relatief licht, bijvoorbeeld lichter dan 23 kg, worden 5 uitgevoerd.
Bij voorkeur is de groep van buizen opgenomen in een rechthoekig buizengestel dat langsprofielen omvat die zich aan twee tegenover elkaar gelegen buitenzijden van de groep van buizen parallel aan de lengterichting van de buizen uitstrekken waarbij de tweede geleidingsorganen permanent met de langsprofielen 10 zijn verbonden. Aldus is het mogelijk om de combinatie van de spuitwagen, het bijbehorende eerste geleidingsorgaan en de tweede geleidingsorganen waartussen het eerste geleidingsorgaan is voorzien achtereenvolgens voor verschillende groepen van buizen toe te passen, terwijl iedere groep van buizen is voorzien van eigen tweede geleidingsorganen. Voor bevestiging van die tweede 15 geleidingsorganen aan de betreffende groep van buizen wordt gebruik gemaakt van de langsprofielen van het buitengestel.
De voordelen van de uitvinding zijn onder andere aan de orde indien aan de van de groep buizen afgekeerde zijde van de twee tweede geleidingsorganen zwenkbare lamellen zijn voorzien voor het beïnvloeden van een 20 koelende luchtstroom tussen de buizen van de warmtewisselaar, welke lamellen zijn opgenomen in een raamwerk dat is verbonden met de tweede geleidingsorganen. Bij de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm bevindt de reinigingsinrichting zich dus tussen de groep van buizen en de zwenkbare lamellen met bijbehorend raamwerk, waardoor het niet nodig is om het raamwerk met de bijbehorende 25 lamellen te verwijderen ten behoeve van het reinigen van de buizen van de groep buizen.
Uit constructief oogpunt geniet het daarbij de voorkeur dat de spuitwagen en het eerste geleidingsorgaan zich binnen de hoogte van de twee tweede geleidingsorganen uitstrekken.
30 Ter beperking van de inbouwhoogte geniet het in zijn algemeenheid de voorkeur dat de hoogte van de spuitwagen en het eerste geleidingsorgaan maximaal 30cm, bij verdere voorkeur maximaal 18 cm, bedraagt.
Om weerstand te kunnen bieden tegen de hoge druk waarmee reinigingsvloeistof vanaf de spuitmonden tegen of langs de buizen wordt gespoten 5 geniet het de voorkeur dat het tweede geleidingsorgaan een loopvlak en een tegenover het loopvlak gelegen reactievlak omvat waarbij het tweede geleide-orgaan een looporgaan omvat dat over het loopvlak verloopt alsmede ten minste één loodrecht op het loopvlak tussen een eerste, werkzame stand en een tweede, 5 niet-werkzame stand door bewegingsmiddelen heen en weer beweegbaar reactie-orgaan dat in de eerste werkzame stand tegen het reactie-vlak is gelegen en dat in een tweede niet-werkzame stand vrij is van het reactie-vlak. De toepassing per tweede geleidingsorgaan van niet alleen een looporgaan dat over het loopvlak verloopt maar tevens van een heen-en-weer beweegbaar reactie-orgaan dat tegen 10 een reactievlak is gelegen, biedt het voordeel dat tijdens werkzaamheid van de inrichting, dus tijdens het besproeien van de buizen, de tweede geleidingsorganen als het ware ingeklemd zijn tussen het loopvlak en het reactievlak waardoor, ondanks de hoge krachten die op de inrichting werkzaam zijn vanwege het spuiten, toch een uitermate stabiele verplaatsing van de spuitmonden kan plaatsvinden. Door 15 het reactie-orgaan in de tweede, niet-werkzame stand te brengen is het bovendien relatief eenvoudig mogelijk om de tweede geleidingsorganen in geleidende samenwerking te brengen met een tweede geleide-orgaan of die samenwerking juist verloren te laten gaan, zoals dat met name nodig is tijdens het wisselen van de inrichting van de ene groep van buizen naar een volgende groep van buizen.
20 De kwaliteit van de stabiliteit van de verplaatsing wordt verder verbeterd indien het looporgaan een rupsband omvat die is geslagen om twee omloopwielen en/of het ten minste ene reactie-orgaan een rolwiel omvat.
De bewegingsmiddelen omvatten bij voorkeur een pneumatische cilinder die de toepassing van elektriciteit voor het teweeg brengen van de beweging 25 tussen de eerste stand en de tweede stand van het reactie-orgaan overbodig maakt. Toepassing van elektriciteit kan met name in petrochemische omgevingen bezwaarlijk zijn vanwege explosiegevaar.
Teneinde het schranken van de inrichting te voorkomen, of althans het risico daarop aanmerkelijk te verkleinen is het zeer voordelig indien de tweede 30 verplaatsingsmiddelen een overbrenging omvatten die werkzaam is tussen de twee tweede geleide-organen. Dankzij de overbrenging kan worden bereikt dat de tweede geleide-orgaan zich gelijk verplaatsen ten opzichte van de bijbehorende tweede geleidingsorganen.
De eerste verplaatsingsmiddelen omvatten bij voorkeur een 6 aandrijforgaan dat gezamenlijk met de spuitwagen verplaatst. Een meebewegend aandrijforgaan, die bij voorkeur een pneumatische motor omvat, maakt de toepassing van langwerpige aandrijfriemen, zoals die worden toegepast bij het geautomatiseerde systeem volgens EP 1604164 B1, overbodig. Dergelijke 5 overbrengingen met aandrijfriemen hebben een open karakter waardoor er altijd sprake is van het risico dat zaken of personen knel komen tussen bewegende delen van de overbrenging terwijl bovendien de toepassing van aandrijfriemen relatief veel onderhoud vergen met name vanwege de omstandigheden (hoge temperatuur en vochtigheid) waaronder zij functioneren.
10 Het tweede geleidingsorgaan omvat bij verdere voorkeur twee tegenover elkaar gelegen opsluitvakken waartegen ten minste één opslultorgaan behorende bij het tweede geleide-orgaan kan verlopen. Aldus wordt op constructief eenvoudige wijze bewerkstelligd dat de twee tweede geleidingsorganen het juiste spoor langs de bijbehorende tweede geleidingsorganen blijft volgen.
15 Navolgend zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren:
Figuur 1 toont in isometrisch aanzicht een voorkeurs uitvoeringsvorm van een reinigingsinrichting volgens de uitvinding zoals toegepast 20 bij een warmtewisselaar;
Figuur 2 toont in isometrisch aanzicht een reinigingswagen zoals toegepast bij de reinigingsinrichting volgens Figuur 1;
Figuur 3 toont in isometrisch aanzicht een verplaatsingssamenstei dat deel uitmaakt van de reinigingswagen volgens figuur 2; 25 Figuren 4a en 4b tonen schematisch in verticale dwarsdoorsnede delen van twee varianten van spuitorganen deel uitmakend van een spuitwagen zoals getoond in Figuur 2;
Figuur 5 toont in isometrisch aanzicht en gedeeltelijke explosieweergave de reinigingsinrichting volgens figuur 1 zoals toegepast bij een 30 warmtewisselaar dat is voorzien van een zogenaamd Louvre-systeem.
Figuur 1 toont een reinigingsinrichting 1 zoals die wordt toegepast bij een warmtewisselaar die een aantal koelregisters omvat. Figuur 1 toont een drietal koelregisters 2 daarvan zoals die naast elkaar, veelal ook in grotere aantallen, worden toegepast bij bijvoorbeeld chemische fabrieken of 7 elektriciteitscentrales. De koelregisters 2 omvatten Ieder een aantal parallelle buizen 3. De buizen 3 zijn in een regelmatig patroon verdeeld en zijn voorzien in een vijftal horizontale rijen. Zoals ook in figuur 4b zichtbaar is, vormen twee naast elkaar gelegen buizen tezamen met een midden daarboven of daaronder gelegen buis een 5 gelijkzijdige driehoek. Alternatief is het ook mogelijk, zoals is weergegeven in figuur 4a dat twee naast elkaar gelegen buizen van een horizontale rij tezamen met twee recht daarboven of twee recht daaronder gelegen buizen een vierkant of eventueel een rechthoek vormen. Aan hun omtrek zijn buizen 3 voorzien van schijfvormige ribben 4 die over de lengte van de buizen 3 op regelmatige afstand 10 van elkaar zijn voorzien teneinde het warmte-uitwisselend vermogen te verhogen.
De buizen 3 behorende bij een koelregister 2 strekken zich uit binnen een rechthoekig raamwerk 4 dat wordt gevormd door twee gatenplaten 5 aan de twee tegenover elkaar liggende uiteinden van de buizen 3 en twee profieldelen 6 die zich parallel aan de buizen 3 uitstrekken aan twee tegenover elkaar gelegen 15 zijkanten van het betreffende koelregister 2 en die ieder de twee gatenplaten 5 met elkaar verbinden. In de gatenplaten 5 zijn gaten 7 aangebracht in een overeenkomstig patroon als waarin de buizen 3 zijn voorzien. De buizen 3 monden uit in deze gaten alwaar de buizen 3 tevens aansluiten op niet nader getoonde leidingen via welke te koelen vloeistof of te condenseren gas respectievelijk 20 condensaat aan de buizen 3 wordt toegevoerd en afgevoerd. Teneinde het koelend effect te verkrijgen, zijn aan de onderzijde van de buizen 3 niet nader getoonde ventilatoren voorzien die lucht verticaal omhoog tussen de buizen 3 door forceren. De lengte van ieder koelregister 2 en dus de lengte van de buizen 3 bedraagt typisch circa 6 tot 11 meter, terwijl de breedte en de hoogte van iedere 25 warmtewisselaar typisch respectievelijk circa 1,2 tot 3 meter en 0,7 meter bedragen.
Aan een kops uiteinde van de naast elkaar gelegen koelregisters 2 is een bordes 8 voorzien dat ter plaatse van verwijzingscijfer 9 via een ladder bereikbaar is. Vanaf het bordes 8 zijn de koelregisters 2 door een operator 10 bereikbaar.
Een warmtewisselaar met koelregisters 2 zoals bovenstaand 30 omschreven is algemeen bekend bij de vakman en derhalve is hier binnen het kader van de onderhavige uitvinding een gedetailleerdere omschrijving dan bovenstaand gegeven niet nodig.
Voor het reinigen van de buizen 3 met bijbehorende ribben 4 is een reinigingsinrichting 1 voorzien. Per koelregister 2 omvat de reinigingsinrichting 1 8 twee geleidingsprofielen 21 die gespiegeld ten opzichte van elkaar vast op de profieldelen 6 van het betreffende koelregister 2 zijn voorzien en zich over de gelijke lengte van de profieldelen 6 uitstrekken. De geleidingsprofielen 21 zijn in hoofdzaak G-vormig met achtereenvolgens een bovenste liggend deel 22, een staand lijfdeel 5 23, een onderste liggend deel 24 en een staand opsluitdeel 25.
Reinigingsinrichting 1 omvat verder een reinigingswagen 31 die in figuur 2 is weergegeven. De reinigingswagen 31 omvat twee ten opzichte van elkaar gespiegeld uitgevoerde verplaatsingssamenstellen 32 waarvan er één in figuur 3 is weergegeven, leder verplaatsingssamenstel 32 omvat een verticale basisplaat 33 10 aan de naar elkaar toe gerichte zijden van de verplaatsingssamenstellen 32. Ongeveer op het midden van zijn hoogte is aan de verticale basisplaat een horizontale basisplaat 34 bevestigd. Onder de horizontale basisplaat 34 is een rupsbandsysteem 35 voorzien met twee omloopwielen 36, 37 die roteerbaar om horizontale rotatieassen zijn bevestigd aan de verticale basisplaat 33 en waar 15 omheen een rupsbandriem 38 is geslagen. Aan de voorzijde en de achterzijde van het rupsbandsysteem 35 is het verplaatsingssamenstel 35 verder voorzien van twee paar geleidingswielen 39a, 39b en 40a, 40b. Deze geleidingswielen 39, 40 zijn naast elkaar voorzien ten opzichte van de verplaatsingsrichting voor het rupsbandsysteem 35 en zijn roteerbaar op respectievelijke verticale rotatieassen verbonden met een 20 bijbehorend koppelstripje 41, 42 dat is verbonden met de verticale basisplaat 33. De omtrek van de geleidingswielen 39a, 40a liggen daarbij nog juist uit buiten de vrije uiteinden van de koppelstripjes 41, 42 alsmede buiten de breedte van rupsbandwiel 38. De buitenzijde van wielen 39b, 40b enerzijds en verticale basisplaat 33 anderzijds bevinden zich op een dusdanige afstand van elkaar dat in bedrijf 25 daartussen staand opsluitdeel 25 van geleidingsprofiel 21 zich kan uitstrekken.
Op de bovenzijde van de horizontale basisplaat 34 is het verplaatsingssamenstel 32 verder voorzien van twee paren van achterelkaar gelegen opsluitrollen 43a, 43b en 44a, 44b. De opsluitrollen 43, 44 zijn ieder om respectievelijke horizontale rotatieassen roteerbaar opgenomen in een bijbehorend 30 raamwerk 45, 46. Deze raamwerken 45, 46 zijn via luchtcilinders 47, 48 met de horizontale basisplaat 34 verbonden. Door geschikte pneumatische bekrachtiging van luchtcilinders 47, 48 via niet nader getoonde pneumatisch aansluitingen daarop zijn de raamwerken 45, 46 met de bijbehorende opsluitrollen 43a, 43b en 44a, 44b verticaal op en neer beweegbaar volgens dubbele pijl 49 tussen een hoge stand g waarbij in bedrijf de opsluitrollen 43, 44 onder enige voorspanning aanliggen tegen de onderzijde van het bovenste liggend deel 22 van de geleidingsprofiel 21, en een onderste stand waarbij de betreffende opsluitrollen 43, 44 juist vrij zijn van genoemd bovenste liggend deel 22.
5 De twee verplaatsingssamenstellen 32 van de reinigingswagen 31 zijn via de verticale basisplaten 33 daarvan star met elkaar verbonden via geleidingskoker 51 die diagonaal is georiënteerd. Verder zijn de omloopwielen 36 van de twee verplaatsingssamenstellen 32 met elkaar verbonden via overbrengingsstang 52 om te waarborgen dat de betreffende omloopwielen 36 10 dezelfde omwentelingssnelheid hebben waardoor de verplaatsingssamenstellen 32 met gelijke snelheid zullen verplaatsen. Ten behoeve van deze verplaatsing wordt één van beide omloopwielen 37 rechtstreeks (zonder overbrenging) bekrachtigd via een niet nader getoonde pneumatische motor.
Langs de geleidingskoker 51, die zich dwars op de buizen 3 15 uitstrekt, is een spuitwagen 61 verplaatsbaar. Spuitwagen 61 omvat een raamwerk 62 dat is opgebouwd uit twee strippen 63 die zich kort onder geleidingskoker 51 uitstrekken, en cilinderlichamen 64a, 64b aan de uiteinden van de strippen 63. De cilinderlichamen 64 zijn hol en via niet nadere getoonde toevoerleidingen kan reinigingsvloeistof onder druk worden toegevoerd aan het inwendige van deze 20 cilinderlichamen 64.
Spuitwagen 61 omvat verder een viertal diabolo-vormige wielen 65 die roteerbaar om verticale rotatieassen via pennen 66 met de bovenzijden met strippen 63 zijn verbonden en aangrijpen op hoekranden van geleidingskoker 51. Ten minste één van de geleidingswielen 65 wordt met behulp van een pneumatische 25 motor, die niet nader is weergegeven aangedreven.
Aan de onderzijde van de cilinderlichamen 64 zijn op regelmatige afstand van elkaar, overeenkomend met de afstand tussen naburige buizen 3 van een horizontale rij, spuitmonden 67 voorzien. Reinigingsvloeistof die onder druk aan een cilinderlichaam 64 wordt toegevoerd zal via spuitmonden 64 neerwaarts worden 30 gespoten. In figuur 2 zijn de spuitmonden zuiver verticaal gericht waardoor deze configuratie toepasbaar is bij een warmtewisselaar volgens figuur 4a. Bij een warmtewisselaar volgens figuur 4b worden cilinderlichamen 64 toegepast met spuitmonden 67 die een hoek van 30 graden insluiten met een verticaal. Daarbij is het extra zinvol om de spuitmonden 67 behorende bij cilinderlichaam 64a gespiegeld 10 uit te voeren ten opzichte van de spuitmonden 67 behorende bij cilinderlichaam 64b zodat zowel naar links als naar rechts wordt gespoten. Doordat de oriëntatie van de spuitmonden 67 alsmede de tussenafstand tussen de spuitmonden 67 is afgestemd op de configuratie van de buizen 3 van het koelregister 2 worden ook de onderste 5 buizen 3 bereikt door de reinigingsvloeistof die de spuitmonden 67 verlaat zodat ook die onderste buizen 3 worden gereinigd.
Reinigingsinrichting 1 functioneert als volgt. Door aandrijving van de verplaatsingssamenstelling 32 verplaatst spuitwagen 61 zich van één uiteinde van koelregister 2 naar het tegenovergelegen uiteinde, dus over een afstand van circa 10 3 tot 4 meter in casu. Gedurende deze verplaatsing verplaatst spuitwagen 61 zich niet ten opzichte van geleidingskoker 51. De spuitwagen 61 is dusdanig gepositioneerd ten opzichte van geleidingskoker 51 dat de spuitmonden 67 juist in de ruimte tussen de buizen 3 van het koelregister 2 spuiten. De pneumatische cilinders 47, 48 bevinden zich in de hoge stand waardoor er geen sprake is van 15 enige speling tussen de verplaatsings-samenstellen 32 en de liggende delen 22, 24 van de geleidingsprofielen 21. Hierdoor kan veel weerstand worden geboden tegen de opwaartse reactiekracht die op spuitwagen 61 werkzaam is vanwege het onder hoge druk neerwaarts spuiten van reinigingsvloeistof tegen de buizen 3 van koelregister 2.
20 Zodra de verplaatsings-samenstellen 32 zich, althans in hoofdzaak, over de lengte van de buizen 3 van het koelregister 2 hebben verplaatst, keren de verplaatsings-samenstellen 32 om nadat de spuitwagen 61 zich langs geleidingskoker 51 heeft verplaatst zodat de spuitmonden 67 zijn komen te liggen boven nog te reinigen buizen 3 van het koelregister 2. Dit proces wordt herhaald 25 totdat buizen 3 van het koelregister 2 aan de werkzaamheid van de reinigingsinrichting 1 zijn onderworpen. Vervolgens wordt de toevoer van reinigingsvloeistof aan de cilinderlichamen 64 onderbroken en wordt de reinigingswagen 31 aan de zijde van het bordes 8 uit de geleidingsprofielen 28 geschoven en in de geleidingsprofielen 21 behorende bij een volgend koelregister 2 30 geschoven alwaar het proces zich kan herhalen.
De reinigingswagen 31 is uitermate licht en compact waardoor handmatige manipulatie van de reinigingswagen 31 naar een volgend koelregister 2 relatief gemakkelijk kan plaatsvinden. Bovendien bieden de beperkte afmetingen van de reinigingswagen 31 tevens de mogelijkheid om de reinigingsinrichting 1 toe 11 te passen bij warmtewisselaars die zijn voorzien van een louvre-systeem 80 zoals dat is weergegeven in figuur 5. In dit figuur, waarbij overigens de luchtcilinders 47, 48 zich in de onderste stand bevinden, is het raamwerk 81, waarin lamellen 82 zwenkbaar om horizontale zwenkassen zijn opgenomen, van het louvre-systeem 80 5 vast verbonden met de bovenste liggende delen 22 van de geleidingsprofielen 21. Vanwege de geringe inbouwhoogte van de reinigingsinrichting 1 is het niet noodzakelijk het louvre-systeem 80 te verwijderen ten behoeve van het reinigen van de buizen 3 van het betreffend koelregister 2. Ten behoeve van de duidelijkheid is de lengte van dit koelregister 2 in figuur 5 overigens korter weergegeven dan in 10 figuur 1 het geval is.
Daar waarbij de tot dusver omschreven voorkeursuitvoeringsvorm de buizen 3 van de diverse koelregisters 2 een horizontaal verloop hebben, is het tevens binnen het kader van de onderhavige uitvinding mogelijk de reinigingsinrichting 1 toe te passen bij hellende koelregisters 2 waarbij ieder van de 15 buizen 3 een hoek met de horizontaal insluit, bijvoorbeeld ten grootte van 20 graden of 60 graden. Daarbij zal uiteraard de reinigingswagen 31 volgens de betreffende helling steeds omhoog en omlaag verlopen langs de geleidingsprofielen 21. Om het neerwaarts slippen daarbij te voorkomen is het denkbaar om gebruik te maken van een zekere profilering in de geleidingsprofielen 21 waarin de opsluitrollen 43, 44, de 20 rupsbandriem 38 of de geleidingswielen 39, 40 aangrijpen die daartoe tevens kunnen zijn voorzien van vertandingen.
25 103 76 34 -

Claims (12)

1. Inrichting voor het reinigen van een van een groep buizen voorziene warmtewisselaar, welke inrichting is voorzien van een aantal naast elkaar gelegen, > 5 parallel aan elkaar georiënteerde, naar de buizen gerichte spuitmonden, van een spuitwagen waarmee de spuitmonden zijn verbonden, alsmede van verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van de spuitwagen langs de buizen, de verplaatsingsmiddelen omvattende eerste verplaatsingsmiddelen voor het in een eerste richting verplaatsen van de spuitwagen en tweede verplaatsingsmiddelen 10 voor het in een tweede dwars op de eerste richting zich uitstrekkende richting verplaatsen van de spuitwagen, waarbij de eerste verplaatsingsmiddelen ten minste ' één eerste geleide-orgaan omvatten alsmede eerste geleidingsmiddelen met ten | minste één, eerste geleidingsorgaan voor het geleiden van het ten minste ene I eerste geleide-orgaan en waarbij de tweede verplaatsingsmiddelen ten minste één j 15 tweede geleide-orgaan omvatten alsmede tweede geleidingsmiddelen met ten minste één, tweede geleidingsorgaan voor het geleiden van het ten minste ene tweede geleide-orgaan, waarbij de spuitwagen is verbonden met het eerste geleide-orgaan voor exclusieve gezamenlijke verplaatsing van het ten minste ene eerste geleide-orgaan en de spuitwagen in de tweede richting, en dat het eerste 20 geleidingsorgaan zich uitstrekt tussen twee tweede geleide-organen die ieder samenwerken met een tweede geleidingsorgaan, welke tweede geleidingsorganen aan twee tegenover elkaar gelegen zijden van de groep van buizen zijn voorzien, met het kenmerk, dat het tweede geleidingsorgaan een loopvlak en een tegenover het loopvlak gelegen reactievlak omvat waarbij het tweede geleide-orgaan een 25 looporgaan omvat dat over het loopvlak verloopt alsmede ten minste één loodrecht op het loopvlak tussen een eerste, werkzame stand en een tweede, niet-werkzame stand door bewegingsmiddelen heen en weer beweegbaar reactie-orgaan dat in de eerste werkzame stand tegen het reactie-vlak is gelegen en dat in een tweede niet-werkzame stand vrij is van het reactie-vlak.
2. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij de groep van buizen is opgenomen in een rechthoekig buizengestel, het buizengestel omvattende langsprofielen die zich aan twee tegenover elkaar gelegen buitenzijden van de groep van buizen parallel aan de lengterichting van de buizen uitstrekken, met het kenmerk, dat de tweede geleidingsorganen permanent met de langsprofielen zijn 1037634 verbonden.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan de van de groep buizen afgekeerde zijde van de twee tweede geleidingsorganen zwenkbare lamellen zijn voorzien voor het beïnvloeden van een koelende luchtstroom tussen de 5 buizen van de warmtewisselaar, welke lamellen zijn opgenomen in een raamwerk dat is verbonden met de tweede geleidingsorganen.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spuitwagen en het eerste geleidingsorgaan zich uitstrekken binnen de hoogte van de twee tweede geleidingsorganen.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoogte van de spuitwagen en het eerste geleidingsorgaan maximaal 30 cm, bij voorkeur maximaal 20 cm, bedraagt.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het looporgaan een rupsband omvat die is geslagen om twee 15 omloopwielen.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ten minste ene reactie-orgaan een rolwiel omvat.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bewegingsmiddelen een pneumatische cilinder omvatten.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede verplaatsingsmiddelen een overbrenging omvatten die werkzaam is tussen de twee tweede geleide-organen.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste verplaatsingsmiddelen een aandrijforgaan omvatten dat 25 gezamenlijk met de spuitwagen verplaatst.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het aandrijforgaan een pneumatische motor omvat.
12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de het tweede geleidingsorgaan twee tegen over elkaar gelegen 30 opsluitvlakken omvat waartegen ten minste één opsluitorgaan behorende bij het tweede geleide-orgaan kan verlopen. 1037634
NL1037634A 2010-01-20 2010-01-20 Inrichting voor het reinigen van een warmtewisselaar. NL1037634C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037634A NL1037634C2 (nl) 2010-01-20 2010-01-20 Inrichting voor het reinigen van een warmtewisselaar.
BE2011/0016A BE1019840A3 (nl) 2010-01-20 2011-01-14 Inrichting voor het reinigen van een warmtewisselaar.
DE202011001750U DE202011001750U1 (de) 2010-01-20 2011-01-20 Vorrichtung zur Reinigung eines Wärmetauschers
FR1150442A FR2955385B1 (fr) 2010-01-20 2011-01-20 Dispositif pour le nettoyage d'un echangeur de chaleur

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037634A NL1037634C2 (nl) 2010-01-20 2010-01-20 Inrichting voor het reinigen van een warmtewisselaar.
NL1037634 2010-01-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1037634C2 true NL1037634C2 (nl) 2010-10-19

Family

ID=42646261

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037634A NL1037634C2 (nl) 2010-01-20 2010-01-20 Inrichting voor het reinigen van een warmtewisselaar.

Country Status (4)

Country Link
BE (1) BE1019840A3 (nl)
DE (1) DE202011001750U1 (nl)
FR (1) FR2955385B1 (nl)
NL (1) NL1037634C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2856063A2 (de) * 2012-05-29 2015-04-08 Innotech GmbH Reinigungsvorrichtung
US11543193B2 (en) 2020-12-29 2023-01-03 Johannes Stickling Air flow apparatus including cleaning device for cleaning an array of air channels of the air flow apparatus

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2115885A (en) * 1935-06-11 1938-05-03 Simpson John William Leslie Soot blowing and cleaning apparatus for boilers, economizers, or the like
DE29505936U1 (de) * 1995-04-06 1995-11-09 Jaresch U Wegener Dirk Reinigungsvorrichtung für Wärmetauscheranlagen
NL1027033C1 (nl) * 2004-09-14 2006-03-15 Willem Hendrik Van Breen Octrooi aanvraag voor een reinigingsinstallatie voor luchtgekoelde warmtewisselaars met gevinde pijpen, met of zonder voorzien van verstelbare luchtregisters of louvers.
EP1604164B1 (de) * 2000-11-07 2006-10-04 J & W Reinigungssysteme Für Trockenkühlanlagen GmbH Mobile reinigungsvorrichtung für wärmetauscher

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2115885A (en) * 1935-06-11 1938-05-03 Simpson John William Leslie Soot blowing and cleaning apparatus for boilers, economizers, or the like
DE29505936U1 (de) * 1995-04-06 1995-11-09 Jaresch U Wegener Dirk Reinigungsvorrichtung für Wärmetauscheranlagen
EP1604164B1 (de) * 2000-11-07 2006-10-04 J & W Reinigungssysteme Für Trockenkühlanlagen GmbH Mobile reinigungsvorrichtung für wärmetauscher
NL1027033C1 (nl) * 2004-09-14 2006-03-15 Willem Hendrik Van Breen Octrooi aanvraag voor een reinigingsinstallatie voor luchtgekoelde warmtewisselaars met gevinde pijpen, met of zonder voorzien van verstelbare luchtregisters of louvers.

Also Published As

Publication number Publication date
FR2955385B1 (fr) 2014-04-04
BE1019840A3 (nl) 2013-01-08
DE202011001750U1 (de) 2011-03-31
FR2955385A1 (fr) 2011-07-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2010450C2 (nl) Kasdekreiniger.
US6301930B1 (en) Apparatus for washing curved sheets of glass and corresponding method
US5279357A (en) Coil cleansing assembly
US10018432B2 (en) Cleaning apparatus for cooling tube array
US5186240A (en) Coil cleansing assembly
NL1037634C2 (nl) Inrichting voor het reinigen van een warmtewisselaar.
EP2034266A2 (de) Wärmetauscheranlage mit geneigten oder senkrechten Flächen und mit Reinigung
CN102029230B (zh) 往复直线运动的喷射流产生器及其用途
US20190101343A1 (en) Cleaning Apparatus for Cooling Tube Array
DE202011109780U1 (de) Reinigungsvorrichtung für Kleinkühler
DE102009054159A1 (de) Reinigungsvorrichtung für Wärmetauscher
CN206810783U (zh) 步进式超声波清洗机
CN206258018U (zh) 一种间冷系统
CN210426178U (zh) 一种空冷器的移动式喷淋装置
CN214718865U (zh) 金属板带清洗烘干装置
KR102050413B1 (ko) 열교환기용 에어팬쿨러 핀 튜브 클리닝장치
CN201431975Y (zh) 直接空冷发电机组清洗装置
CN209779369U (zh) 一种一体式铁道清洁上油装置
US20220401998A1 (en) Cleaning device with a reinforced guide profile
DE102011113377A1 (de) Reinigungsvorrichtung für Wärmetauscher mit Schlauchführung
CN105080911B (zh) 一种间接空冷换热管束清洗翻转系统
CN109186318B (zh) 一种换热管清洗装置
CN104785476A (zh) 一种铝管的清洗系统
CN212205806U (zh) 一种换热设备及换热设备的清洗装置
KR102097037B1 (ko) 열교환기의 세정장치

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20111229

SD Assignments of patents

Effective date: 20120127

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220201