NL1036737C2 - Inrichting en werkwijze voor het met draad opwikkelen van meerdere spoelen. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het met draad opwikkelen van meerdere spoelen 5 Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het met draad opwikkelen van meerdere spoelen, in het bijzonder spoelen voor borduurmachines. Bovendien heeft de uitvinding 10 betrekking op een werkwijze voor het met draad opwikkelen van meerdere spoelen.

Achtergrond van de uitvinding 15

Een van de problemen die zich voordoen bij machines die een onderdraad gebruiken, zoals naaimachines, kantmachines of borduurmachines, is de voortdurende behoefte aan opgewikkelde onderspoelen. Waar in deze aanvrage de term "machine" wordt 20 gebruikt, wordt een machine die een onderdraad gebruikt bedoeld. De onderdraad, afkomstig van de onderspoel, is bij voorkeur gelijk aan de bovendraad, gebruikelijk afkomstig van de commercieel verkrijgbare klossen. De vorm van de klos is niet belangrijk voor zijn functie in de machine. De onderdraad 25 dient echter gewikkeld te zijn op voor de machine specifieke onderspoelen. De vorm van de onderspoelen is belangrijk voor hun functie in de machine en kan per machine verschillend zijn. Op kleine schaal wordt de onderspoel middels een hiervoor geschikt mechanisme op de machine met draad 30 opgewikkeld waarbij draad van een commercieel verkrijgbare klos wordt gebruikt. Hierbij wordt per keer één onderspoel opgewikkeld. Dit is echter arbeidsintensief wanneer er voor eenzelfde soort draad meerdere onderspoelen nodig zijn. Met 1036737 2 draad opgewikkelde onderspoelen kunnen op grote schaal worden gekocht maar dit is pas rendabel bij vrij grote hoeveelheden, in een aantal gevallen ligt de hoeveelheid benodigde onderspoelen met eenzelfde soort draad in de 5 tientallen. Er is dan behoefte aan een goedkope inrichting voor het gemakkelijk opwikkelen van meerdere spoelen.

Een dergelijke inrichting is beschreven in US 3,625,443. In deze inrichting worden meerdere spoelen om een spoelenas 10 aangebracht. Hierbij is de rotatie van deze spoelenas gekoppeld aan de rotatie van de spoelen. De spoelen worden opgewikkeld terwijl de spoelenas axiaal wordt bewogen ten opzichte van een statische eerste draadgeleider. De snelheid van axiale beweging en de snelheid van rotatie van de 15 spoelenas zijn zodanig ingesteld dat de spoelenas per spoel een vast aantal rotaties maakt, welk aantal in het algemeen voldoende is voor het opwikkelen van een spoel. Het aantal rotaties bepaalt dus de mate van opwikkelen van een spoel. Andere aspecten zijn echter eveneens belangrijk voor uniform 20 opgewikkelde spoelen, zoals de dikte van het draad en de draadspanning. Met deze aspecten houdt deze bekende inrichting geen rekening. Het zou mogelijk kunnen zijn dat de gebruiker het aantal benodigde rotaties in kan schatten en dit kan instellen. In de praktijk zal dat echter niet vaak gebeuren 25 omdat de verhouding van het aantal rotaties en de dikte van de draad of de draadspanning door een gebruiker van de machine niet gemakkelijk is in te schatten. De spoelen die met deze inrichting zijn opgewikkeld, kunnen dus te veel of te weinig zijn opgewikkeld indien het aantal rotaties verkeerd is 30 ingeschat of niet van te voren is ingesteld. Verder is deze bekende inrichting niet gemakkelijk te gebruiken voor spoelen met verschillende afmetingen, bijvoorbeeld met verschillende axiale afmetingen. Hier is hetzelfde probleem van instellen 3 van toepassing als hierboven is beschreven voor het instellen van het aantal rotaties. In de praktijk geeft deze bekende inrichting dus geen uniform opgewikkelde spoelen en kan deze alleen voor spoelen met een bepaalde axiale afmeting 5 worden gebruikt. Het is een doel van de uitvinding om een inrichting te verschaffen die bovengenoemde nadelen niet kent.

Samenvatting van de uitvinding 10

De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het met draad opwikkelen van meerdere spoelen, in het bijzonder onderspoelen voor borduurmachines, welke inrichting een draadverplaatser voor het verplaatsen van de draad van een 15 eerste spoel naar een tweede spoel, en een eerste sensor voor het waarnemen van de mate van opwikkeling van de eerste spoel omvat, waarbij afhankelijk van de waarneming van de eerste sensor de draadverplaatser wordt aangestuurd.

De sensor, bij voorkeur een optische sensor, neemt de mate van 20 opwikkeling waar, bijvoorbeeld door de dikte van de laag draad om de spoel waar te nemen. Wanneer de spoel de geschikte mate van opwikkeling heeft, dus onafhankelijk van het aantal rotaties van de spoel, wordt de draad door de draadverplaatser naar de volgende spoel verplaatst. De spoelen die met een 25 dergelijke inrichting zijn opgewikkeld hebben derhalve dezelfde mate van opwikkeling, onafhankelijk van de dikte van de draad en onafhankelijk van de draadspanning. Deze inrichting vereist voor verschillende type draden, bijvoorbeeld met verschillende dikte, geen instelling van 30 bepaalde parameters, zoals aantal rotaties, vooraf. Waar in de uitvinding een eerste spoel en een tweede spoel wordt beschreven wordt in feite een spoel en de volgende spoel bedoeld. De eerste en tweede spoel zouden bijvoorbeeld in 4 feite de vierde en vijfde spoel in een rij van vijftien spoelen kunnen zijn.

De inrichting is bij voorkeur geschikt voor 10-15 spoelen.

De draadverplaatser verplaatst bij voorkeur snel de draad naar 5 een volgende spoel. De draadverplaatser kan bijvoorbeeld bestaan uit een kort deel waarvan de axiale beweging wordt aangedreven door een solenoïde, welk kort deel zodanig scharnierend is verbonden met een langgerekt deel dat het uiteinde van dat langgerekte deel, wanneer het korte deel 10 axiaal in beweging is gezet, een lange baan kan afleggen voor het verplaatsen van de draad. Indien de spoelen 8 mm breed zijn kan de draadverplaatser de draad bijvoorbeeld 16 mm meenemen. Deze afstand blijkt in de praktijk gunstig te zijn omdat de eerste draadgeleider de draad over de relatief ver 15 uitstekende eindflens dient te verplaatsen. De optische sensor kan bijvoorbeeld zodanig in de inrichting zijn opgesteld dat wanneer het brandpunt van de sensor draad detecteert er een signaal naar de geleidingsmiddelen wordt gestuurd zodat deze worden aangezet om de eerste draadgeleider naar een volgende 20 spoel te geleiden. De sensor communiceert bijvoorkeur via een besturingseenheid die de signalen van de sensor interpreteert en vervolgens de draadverplaatser aanstuurt tot het verplaatsen van de draad.

25 De inrichting omvat bij voorkeur tevens een roteerbare spoelenas voor het daarop aanbrengen van de spoelen, en koppelingsmiddelen voor het koppelen van de rotatie van de spoelenas en de rotatie van de spoelen. Het voordeel van een dergelijke inrichting is dat de spoelen gemakkelijk in de 30 inrichting geplaatst kunnen worden door ze op de spoelenas te schuiven. De spoelen kunnen bij voorkeur zonder tussenruimten op de spoelenas worden aangebracht. De opening van de spoelen en de doorsnede van de spoelenas zijn bij voorkeur zodanig dat 5 er zo min mogelijk radiale beweging van de spoelen mogelijk is. De koppelingsmiddelen kunnen een kartelmoer, schroefdraad op een uiteinde van de spoelenas en een dwars staand element aan het andere uiteinde van de spoelenas 5 omvatten waardoor de spoelen tegen elkaar en tegen dat element geklemd kunnen worden. Een ander voordeel van de spoelenas is dat deze de mogelijkheid biedt om tegelijkertijd en gemakkelijk meerdere spoelen in de inrichting te plaatsen. Bijvoorbeeld door meerdere lege spoelen vanaf een langwerpige 10 pin op de spoelenas te schuiven of door meerdere opgewikkelde spoelen op een pin te schuiven. Bij voorkeur omvat de inrichting dergelijke pinnen. De spoelenas zelf kan, los van de machine, eveneens gebruikt worden voor het bewaren van lege of van opgewikkelde spoelen. Een machine omvat daarvoor bij 15 voorkeur meerdere spoelenassen. Een spoelenas met opgewikkelde spoelen kan eveneens een functionele eenheid voor een machine, bijvoorbeeld een borduurmachine, vormen.

De inrichting omvat bij voorkeur transportmiddelen voor het 20 transporteren van de draadverplaatser van de eerste spoel naar de tweede spoel. Zoals hierboven beschreven verplaatst de draadverplaatser de draad van de eerste naar de tweede spoel. Bij voorkeur gaat dit niet samen met het transport van de draadverplaatser zelf van de eerste naar de tweede spoel omdat 25 dit transport in de regel langzamer is. Bij voorkeur wordt eerst de draad snel verplaatst en wordt vervolgens de draadverplaatser zelf verder naar de tweede spoel getransporteerd. De draadverplaatser kan zich door deze transportmiddelen in de nabijheid van de eerste spoel 30 bevinden, dat wil zeggen, die spoel die op dat moment wordt opgewikkeld, zodat de verplaatsing van de draad naar een volgende spoel gemakkelijker kan plaats vinden. Indien de rotatiesnelheid van de spoelen 3000 toeren per minuut is, is 6 de draadverplaatser bij voorkeur zondanig uitgevoerd dat deze in ongeveer 1 seconde of sneller de draad kan verplaatsen. De snelheid waarmee de draadverplaatser zelf wordt getransporteerd is bij voorkeur zodanig ingesteld dat de 5 tijd die nodig is voor het transporteren van de draadverplaatser naar een volgende spoel, minder is dan de tijd die nodig is voor het opwikkelen van een spoel. Dit betekent dat de draadverplaatser tot een bepaald punt wordt getransporteerd en daar wacht totdat de eerste sensor 10 waarneemt dat de spoel voldoende is opgewikkeld, waarop de draad weer wordt verplaatst en de draadverplaatser zelf naar de volgende spoel wordt getransporteerd. Deze stappen kunnen worden herhaald tot de laatste spoel is opgewikkeld. Indien de inrichting de hierboven beschreven roteerbare spoelenas omvat, 15 kan het transport van de draadverplaatser lineair zijn wat eenvoudig met een motor is te realiseren.

Bij voorkeur staan de transportmiddelen zodanig met de eerste sensor in verbinding dat de eerste sensor nagenoeg 20 gelijktijdig met de draadverplaatser wordt getransporteerd. De eerste sensor kan zich daardoor telkens in de nabijheid van de eerste spoel, dat wil zeggen die spoel die op dat moment wordt opgewikkeld, bevinden waardoor deze nauwkeuriger de mate van opwikkeling kan waarnemen. Verder kan de hoek van waaruit de 25 eerste sensor een spoel waarneemt nagenoeg dezelfde blijven wat eveneens de waarneming nauwkeuriger maakt. Vanwege de zich uitstrekkende eindflenzen van de spoelen staat de sensor bij voorkeur in de nabijheid van dat deel van de spoel dat zich tussen deze eindflenzen bevindt.

30

Een voorkeuruitvoeringsvorm van de inrichting volgens deze uitvinding omvat snijmiddelen voor het snijden van de draad waarbij de snijmiddelen zodanig met de transportmiddelen in 7 verbinding staan dat ze nagenoeg gelijktijdig met de draadverplaatser worden getransporteerd. Zoals de draadverplaatser langs de spoelen wordt getransporteerd en de draad elke keer naar een volgende spoel verplaatst zo kunnen 5 de snijmiddelen langs de spoelen worden getransporteerd voor het snijden van de draad, welke draad van een al opgewikkelde spoel komt. Bij voorkeur snijden de snijmiddelen de draad van een opgewikkelde spoel op het moment dat de volgende spoel wordt opgewikkeld bij voorkeur op het moment dat de draad nog 10 maar een aantal keren om deze volgende spoel is gewikkeld. Het uiteinde van de draad om van de spoel die op dat moment wordt opgewikkeld kan dan worden bedekt met de draad die na het snijden om de spoel wordt gewikkeld. Dit is belangrijk omdat een uitstekend draaduiteinde, welk draaduiteinde eigenlijk het 15 "einde" is van de draad, storend kan werken in bijvoorbeeld borduurmachines. De snijmiddelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een kort deel waarvan de axiale beweging wordt aangedreven door een solenoïde, welk kort deel zodanig scharnierend is verbonden met een langwerpig snijdeel dat het uiteinde van dat 20 snijdeel, wanneer het korte deel axiaal in beweging is gezet, een zodanige baan kan afleggen dat dit tegen of vlakbij het binnenvlak van de eindflens terecht komt.

De inrichting volgens de uitvinding omvat bij voorkeur verder 25 een eerste draadgeleider voor het geleiden van de draad naar de spoelen waarbij de eerste draadgeleider zodanig met de transportmiddelen in verbinding staat dat deze nagenoeg gelijktijdig met de draadverplaatser wordt getransporteerd. Het voordeel hiervan is dat de draad die van een klos komt bij 30 elke op te wikkelen spoel vanuit een in hoofdzaak gelijke hoek de spoelen kan benaderen, bij voorkeur staat de draad in hoofdzaak dwars op de spoel die wordt opgewikkeld. De eerste draadgeleider is bijvoorkeur zodanig ten opzichte van de 8 draadverplaatser opgesteld dat de draadverplaatser op dat deel van de draad dat zich tussen de eerste draadgeleider en de spoelen bevindt kan aangrijpen.

5 In een andere voorkeuruitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat deze een tweede sensor voor het waarnemen van een deel, bij voorkeur een eindflens, van de tweede spoel, waarbij afhankelijk van de waarneming van de tweede sensor de transportmiddelen worden aangestuurd. Een 10 dergelijke inrichting maakt het opwikkelen van spoelen met verschillende axiale afmetingen mogelijk. Feitelijk neemt de tweede sensor de axiale afmeting van de spoelen waar zodat de transportmiddelen de draadverplaatser over een zodanige afstand transporteren dat deze zich telkens weer in de 15 nabijheid van een volgende spoel bevindt. Bij voorkeur is de tweede sensor een optische sensor die een signaal afgeeft op het moment dat deze een eindflens van de tweede (een volgende) spoel waarneemt.

20 De tweede sensor staat bij voorkeur zodanig met de transportmiddelen in verbinding dat deze nagenoeg gelijktijdig met de draadverplaatser wordt getransporteerd. De tweede sensor blijft daardoor in de nabijheid van de waar te nemen spoel zodat de waarneming zo nauwkeurig mogelijk is.

25

Bij voorkeur omvat de inrichting een besturingseenheid, welke besturingseenheid signalen kan ontvangen van de eerste sensor, en zijn de draadverplaatser en de eerste sensor verbonden met een transporteenheid, welke transporteenheid wordt aangestuurd 30 door de besturingseenheid. Bij voorkeur zijn eveneens de snijmiddelen, de eerste draadgeleider en de tweede sensor verbonden met deze transporteenheid. Bij voorkeur kan de besturingseenheid eveneens van de tweede sensor signalen 9 ontvangen. De transporteenheid kan met eenzelfde aandrijving zowel de draadverplaatser alsook de eerste sensor transporteren waarbij dit transport via een besturingseenheid wordt aangestuurd door de eerste sensor. Indien ook de 5 snijmiddelen, de eerste draadgeleider en de tweede sensor met deze transporteenheid zijn verbonden kan de besturingseenheid deze verschillende functionaliteiten van spoel naar spoel transporteren. Hierdoor is een compacte inrichting mogelijk waar de spoelenas met spoelen niet axiaal getransporteerd 10 hoeft te worden waardoor deze binnenin een compacte behuizing kan blijven.

De uitvinding verschaft eveneens een werkwijze voor het met draad opwikkelen van meerdere spoelen, in het bijzonder 15 geschikt voor spoelen voor borduurmachines of soortgelijke machines, welke werkwijze omvat: het middels een eerste sensor waarnemen van de mate van opwikkeling van een eerste spoel en het afhankelijk van de gemeten waarde verplaatsen van de draad middels een draadverplaatser. Door een dergelijke werkwijze is 20 het mogelijk om uniform opgewikkelde spoelen te verkrijgen, onafhankelijk van de dikte van de draad en van de draadspanning.

Bij voorkeur omvat de werkwijze eveneens het middels een tweede sensor waarnemen van een deel van de tweede spoel, bij 25 voorkeur een eindflens, en het afhankelijk van de gemeten waarde middels transportmiddelen transporteren van de draadverplaatser. Door een dergelijke werkwijze is het mogelijk om zonder instelling vooraf, onafhankelijk van de axiale afmetingen van de spoelen uniform opgewikkelde spoelen 30 te verkrijgen.

De werkwijze volgens de uitvinding omvat bij voorkeur tevens het middels een besturingseenheid meten van de tijd vanaf het 10 moment van het verplaatsen van het draad middels de draadverplaatser, en het afhankelijk van de gemeten tijd snijden van de draad middels snijmiddelen. Hierdoor is het mogelijk om de draad te snijden op het moment dat de draad nog 5 maar een aantal keren om de volgende spoel is gewikkeld. Het uiteinde van de draad kan dan worden bedekt met de draad die vervolgens om de spoel wordt gewikkeld. Dit is belangrijk omdat een uitstekend draaduiteinde, welk draaduiteinde het "einde" is van de draad, storend kan werken in bijvoorbeeld 10 borduurmachines.

Korte beschrijving van de figuren 15 De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van een niet-beperkende voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding. Daarin tonen - figuur 1 een dwarsdoorsnede van de uitvoeringsvorm 20 zonder bovenbehuizing; - figuur 2 en 3 een perspectivisch aanzicht van de uitvoeringsvorm met bovenbehuizing waarbij de draad is weergegeven, en - figuur 4 een perspectivisch aanzicht van de 25 uitvoeringsvorm zonder bovenbehuizing.

Beschrijving van de voorkeuruitvoeringsvorm van de uitvinding

In de in figuur 1 getoonde inrichting (1) is een 30 transporteenheid (16) te zien, welke transporteenheid (16) een draadverplaatser (4) voor het verplaatsen van de draad (2) van een eerste spoel (5) naar een tweede spoel (6), een eerste 11 sensor (7) voor het waarnemen van de mate van opwikkeling van de eerste spoel (5), snijmiddelen (11) voor het snijden van de draad (2), een eerste draadgeleider (12) voor het geleiden van de draad (2) naar de spoelen (3) en een tweede 5 sensor (14) voor het waarnemen van een deel (13) van de tweede spoel (6) gelijktijdig van een eerste spoel (5) naar een tweede spoel kan transporteren. De hierboven genoemde functionaliteiten worden zo langs de spoelen (3) op een roteerbare spoelenas (8) getransporteerd. De rotatie van de 10 spoelenas (8) en de rotatie van de spoelen (3) is gekoppeld zodat door het leiden van een draad (2) langs de roterende spoelenas de daarop aangebrachte spoelen (3) worden opgewikkeld. De eerste sensor (7) en de tweede sensor (14), verbonden op dezelfde houder (25) bevinden zich aan een zijde 15 van de spoelen (3) en de draadgeleider (12), de draadverplaatser (4) en de snijmiddelen (11) bevinden zich aan een andere zijde van de spoelen (3) zodat de waarneming van de sensoren (7 en 14) niet door bewegende delen kan worden verstoord. In figuur 2 is te zien dat op de spoelenas (8) 20 spoelen (3) zijn aangebracht. De eerste sensor (7) geeft signalen af aan een besturingseenheid (15), welke besturingseenheid (15) de draadverplaatser (4) vervolgens aanstuurt tot het verplaatsen van de draad (2) waardoor de spoelen, ongeacht de draaddikte en draadspanning uniform 25 worden opgewikkeld. In de figuur 1, 2 en 3 is te zien dat de draadverplaatser (4) bestaat uit een kort deel (20) waarvan de axiale beweging wordt aangedreven door een eerste solenoïde (21), welk kort deel (20) zodanig scharnierend is verbonden met een langgerekt deel (22) dat het uiteinde (23) van dat 30 langgerekte deel (22), wanneer het korte deel (20) axiaal door de solenoïde in beweging is gezet, een lange baan kan afleggen voor het verplaatsen van de draad (2). In figuur 1 is tevens een tweede solenoïde te zien die de sni jmiddelen (11) in 12 beweging zet. Het voordeel van een solenoïde is dat deze snel een korte en krachtige beweging kan maken. Dit is vooral gunstig voor de draadverplaatser (4) en de snijmiddelen (11). In figuur 2 en 3 is te zien dat de draadverplaatser (4) op het 5 deel van de draad (2) dat zich tussen de eerste draadgeleider (12) en de spoelen (3) bevindt kan aangrijpen. De draad (2) die van de klos (19) komt staat dwars op de spoel (5) die wordt opgewikkeld.

In figuur 4 is een motor (24) te zien voor het roteren van de 10 spoelenas (8). In deze uitvoeringsvorm wordt het transport van de transporteenheid (16) gerealiseerd door een motor die een lineaire geleiding aandrijft. In de figuren 2 en 3 is te zien dat de inrichting eveneens een draadspanner (17) omvat die echter niet met de transporteenheid (16) is verbonden. In de 15 figuren 2 en 4 worden eveneens pinnen (18) getoond voor het bewaren van lege of opgewikkelde spoelen. Tevens is een tweede geleider (26) te zien die de draad van de klos (19) naar de eerste draadgeleider (12) geleidt.

'1 03 67 3 7

Claims (12)

1. Inrichting (1) voor het met draad (2) opwikkelen van meerdere spoelen (3), in het bijzonder onderspoelen (3} 5 voor borduurmachines, met het kenmerk, dat deze omvat: - een draadverplaatser (4) voor het verplaatsen van de draad (2) van een eerste spoel (5) naar een tweede spoel (6), en - een eerste sensor (7) voor het waarnemen van de mate 10 van opwikkeling van de eerste spoel (5), waarbij afhankelijk van de waarneming van de eerste sensor (7) de draadverplaatser (4) wordt aangestuurd.

2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze tevens een roteerbare spoelenas (8) voor het daarop 15 aanbrengen van de spoelen (3), en koppelingsmiddelen (9) voor het koppelen van de rotatie van de spoelenas (8) en de rotatie van de spoelen (3) omvat.

3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat deze verder transportmiddelen (10) voor het 20 transporteren van de draadverplaatser (4) van de eerste spoel (5) naar de tweede spoel (6) omvat.

4. Inrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de transportmiddelen (10) zodanig met de eerste sensor (7) in verbinding staan dat de eerste sensor (7) nagenoeg 25 gelijktijdig met de draadverplaatser (4) wordt getransporteerd.

5. Inrichting (1) volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat deze verder snijmiddelen (11) voor het snijden van de draad (2) omvat, waarbij de snijmiddelen (11) zodanig met 30 de transportmiddelen (10) in verbinding staan dat ze nagenoeg gelijktijdig met de draadverplaatser (4) worden getransporteerd. 1036737

6. Inrichting (1) volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat deze verder een eerste draadqeleider (12) omvat voor het geleiden van de draad (2) naar de spoelen (3) waarbij de eerste draadgeleider (12) zodanig met de 5 transportmiddelen (10) in verbinding staat dat deze nagenoeg gelijktijdig met de draadverplaatser (4) wordt getransporteerd.

7. Inrichting (1) volgens één der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat deze een tweede sensor (14) voor het waarnemen 10 van een deel (13), bij voorkeur een eindflens, van de tweede spoel (6) omvat, waarbij afhankelijk van de waarneming van de tweede sensor (14) de transportmiddelen (10) worden aangestuurd.

8. Inrichting (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 15 tweede sensor (14) zodanig met de transportmiddelen (10) in verbinding staat dat deze nagenoeg gelijktijdig met de draadverplaatser (4) wordt getransporteerd.

9. Inrichting (1) volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat deze verder een besturingseenheid (15) omvat, 20 welke besturingseenheid (15) signalen kan ontvangen van de eerste sensor (7), en waarbij de draadverplaatser (4) en de eerste sensor (7) zijn verbonden met een transporteenheid (16), welke transporteenheid (16) door de besturingseenheid (15) wordt aangestuurd.

10. Werkwijze voor het met draad (2) opwikkelen van meerdere spoelen (3), in het bijzonder geschikt voor spoelen (3) voor borduurmachines of soortgelijke machines, met het kenmerk, dat deze omvat - het middels een eerste sensor (7) waarnemen van de 30 mate van opwikkeling van een eerste spoel (5) en - het afhankelijk van de gemeten waarde verplaatsen van de draad (2) middels een draadverplaatser (4).

11. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat deze tevens omvat, - het middels een tweede sensor (14) waarnemen van een deel (13) van de tweede spoel (6), bij voorkeur een 5 eindflens, - het afhankelijk van de gemeten waarde middels transportmiddelen (10) transporteren van de draadverplaatser (4).

12. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat deze 10 tevens omvat, - het middels een besturingseenheid (15) meten van de tijd vanaf het moment van het verplaatsen van het draad (2) middels de draadverplaatser (4), en - het afhankelijk van de gemeten tijd snijden van de 15 draad (2) middels snijmiddelen (12). 1036737