NL1036688C2 - Werkplekopstelling. - Google Patents
Werkplekopstelling. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1036688C2 NL1036688C2 NL1036688A NL1036688A NL1036688C2 NL 1036688 C2 NL1036688 C2 NL 1036688C2 NL 1036688 A NL1036688 A NL 1036688A NL 1036688 A NL1036688 A NL 1036688A NL 1036688 C2 NL1036688 C2 NL 1036688C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- screen
- arrangement according
- screen part
- axis
- arrangement
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47B—TABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
- A47B17/00—Writing-tables
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47B—TABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
- A47B41/00—School desks or tables
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47B—TABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
- A47B97/00—Furniture or accessories for furniture, not provided for in other groups of this subclass
Landscapes
- Overhead Projectors And Projection Screens (AREA)
Description
WerkolekoDstellina
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een werkplekopstelling, zoals die in kantooromgevingen wordt gebruikt.
5
Een werkplekopstelling omvat doorgaans een werkblad, vaak in de vorm van een apart of geschakeld bureau. Indien de werkplek in een afzonderlijk ruimte is opgesteld zal de gebruiker geen probleem hebben met privacy of afleiding en concentratiehinder als gevolg van de aanwezigheid van andere 10 werkplekgebruikers. Indien de werkplek in een gezamenlijke ruimte is opgesteld kan privacy en/of afleiding en/of hinderwet een probleem zijn.
Men heeft dat proberen op te lossen door grote kamerplanten tussen naast elkaar opgestelde werkplekken te plaatsen, hetgeen echter veel ruimte kost. 15 Vaak worden ook kasten tussen werkplekken geplaatst, voor een min of meer permanente oplossing, maar dat is niet altijd mogelijk of gewenst. Een andere oplossing bestaat uit het plaatsen van losse kamerschermen, die echter de loopruimte te veel kunnen beperkten.
20 Een andere oplossing bestaat uit het samenvoegen van meerdere werkplekken, doorgaans vier, permanent van elkaar gescheiden door vaste tussenwanden. Een nadeel hiervan is dat de hoge mate van privacy een even hoge mate van afzondering/isolement met zich mee brengt.
25 Er zijn daarom flexibele opstellingen bedacht, waarbij een schermconstructie wordt toegevoegd aan een werkplek, welke constructie een schermdeel omvat dat verplaatsbaar is tussen een inactieve ruststand en een actieve werkstand. Voorbeelden daarvan zijn opgenomen in UK 2.443.740, US 2003/0033757 en JP 11-123109, waarin schermdelen worden getoond die verticaal verplaatsbaar 30 zijn door translatie. Andere voorbeelden zijn opgenomen in SU 1797844 en WO 2008/053908, met schermdelen die in hun vlak verdraaibaar zijn om een 1 03 6 688 .
2 horizontale draaias. DE 203 19 139 toont hoofdschermdelen die door een parallellogramconstmctie verplaatsbaar zijn Alternatief wordt daarin voorgesteld dat de schermdelen in de ruststand parallel onder het bureaublad liggen, en van daaruit uitgeschoven en vervolgens omhoog gezwenkt worden.
5
Deze opstellingen zijn complex en/of vergen veel ruimte en/of zijn niet makkelijk te bedienen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
10
Een doel van de uitvinding is een werkplekopstelling te verschaffen met een scherminrichting die weinig ruimte inneemt.
Een doel van de uitvinding is een werkplekopstelling te verschaffen met een 15 scherminrichting die eenvoudig in constructie is.
Een doel van de uitvinding is een werkplekopstelling te verschaffen met een scherminrichting die eenvoudig te bedienen is.
20 Een doel van de uitvinding is een werkplekopstelling te verschaffen met een scherminrichting die veelzijdig in gebruik is.
i
Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een werkplekopstelling omvattend een eerste werkblad 25 met een aantal zijranden, waarbij aan of bij tenminste één zijrand een scherminrichting is aangebracht, welke scherminrichting een schermsteun en een daardoor gesteund schermdeel omvat, waarbij het schermdeel om een hartlijn verdraaibaar bevestigd is aan de schermsteun voor -in gebruik van het werkblad- verplaatsing tussen een in hoofdzaak verticale lage ruststand en een 30 in hoofdzaak verticale hoge bedrijfsstand, waarbij de hartlijn in hoofdzaak parallel ligt aan een de zijrand van het werkblad. De gebruiker kan hiermee in een eenvoudige beweging het schermdeel in de gewenste stand brengen, vanuit de ruststand, waarin de gebruiker meer zicht heeft op de omgeving, naar de -bij voorkeur op zichzelf stabiele- bedrijfsstand, waarin de gebruiker een verhoogde 35 mate van privacy heeft, of omgekeerd. Zoals hierna verder wordt uitgewerkt, biedt het feit dat in genoemde verplaatsing het naar de gebruiker gekeerde vlak wordt gewisseld, interessante gebruiksmogelijkheden. Bovendien kan op 3 eenvoudige wijze een stabiele bedrijfsstand worden gerealiseerd.
Opgemerkt wordt dat uit de Japanse octrooiaanvrage 2003 325233 een verrijdbaar bureau bekend is, met een werkblad en een scherm dat op een om 5 een horizontale kantelhartlijn verdraaibare wijze via een console op het werkblad is bevestigd. Door kanteling van het scherm om de hartlijn wordt een spleet gemaakt voor doorvoer van bedrading. Het werkblad is ook om een horizontale hartlijn verdraaibaar bevestigd aan een werkbladsteun.om gekanteld te kunnen worden tussen een horizontal bedrijfstand en een bijna verticale ruststand, ïo Daarbij volgt het scherm de verticale verplaatsing van de kantelhartlijn op de schermsteun, onder behoud van zijn verticale oriëntatie. Het scherm bevindt zich in die verticale ruststand beneden de verticale bedrijfstand, doch kan dat alleen indien ook het werkblad gekanteld is naar een ruststand, waarin het niet als werkblad kan functioneren.
15
In een uitvoering ligt de hartlijn in hoofdzaak parallel aan een hoofdvlak van het schermdeel.
Indien het schermdeel in de lage ruststand door de schermsteun althans deels, 20 bij voorkeur geheel, boven het (niveau van) werkblad is gehouden kan dat schermdeel ook dan een schermfunctie vervullen. Daarmee is een mogelijkheid tot variatie van de hoogte van het feitelijke scherm verkregen.
De schermsteun kan voorzien zijn van een aanslag voor het schermdeel in de 25 bedrijfsstand, waardoor het schermdeel in die stand stabiel staat.
De stabiliteit wordt verder bevorderd indien het schermdeel, beschouwd in projectie op een verticaal vlak loodrecht op de hartlijn, zich uitstrekt volgens een lijn, in het bijzonder rechte lijn, die de hartlijn niet snijdt, waarbij het schermdeel 30 bij beweging van de ruststand naar de bedrijfsstand beweegt door het verticaal vlak dat de hartlijn bevat. Het schermdeel moet dan eerst enigszins opwaarts worden bewogen om weer naar de ruststand gebracht te kunnen worden.
In een verdere ontwikkeling van de opstelling volgens de uitvinding omvat de 35 scherminrichting een eerste en een tweede schermdeel die in de ruststand naast en voor elkaar gelegen zijn. Het eerste en het tweede schermdeel kunnen in hoofdzaak dezelfde afmetingen bezitten in hun hoofdvlak.
4
In een eerste uitvoering daarvan is het eerste schermdeel vast met de schermsteun in de ruststand en is het tweede schermdeel verdraaibaar tussen de voornoemde ruststand en de voornoemde bedrijfsstand.
5
In een tweede uitvoering daarvan zijn het eerste en het tweede schermdeel elk verdraaibaar tussen voornoemde ruststand en voornoemde bedrijfsstand. Bij een plaatsing van de scherminrichting tussen twee werkbladen kunnen beide gebruikers makkelijk respectievelijk het eerste en het tweede schermdeel 10 bedienen. Indien beide schermdelen tegelijk in de bedrijfsstand kunnen staan kan een doorgang tussen werkbladen en schermdelen zijn gerealiseerd, die onder omstandigheden nuttig kan zijn. In het algemeen zal echter een groot schermvlak gewenst zijn, waartoe dan het eerste en het tweede schermdeel telkens met uitsluiting van elkaar verdraaibaar zijn tussen voornoemde ruststand 15 en voornoemde bedrijfsstand.
De scherminrichting verkrijgt in de bedrijfsstand een slank en weinig ruimte innemend voorkomen indien het eerste en het tweede schermdeel in een toestand waarin één van hen in de bedrijfsstand en de ander in de ruststand 2 o staat althans nagenoeg in één vlak met elkaar gelegen zijn.
Het schermdeel, eerste en/of tweede, kan een eerste en een tweede hoofdzijde bezitten, waarbij de eerste hoofdzijde een oppervlak bezit dat verschilt van het oppervlak van de tweede hoofdzijde. Wanneer het schermdeel naar de andere 25 stand wordt overgebracht zal de gebruiker een andere hoofdzijde naar zich toe gekeerd krijgen. Dat kan bijvoorbeeld een andere kleur vertonen, of een andere structuur, bijvoorbeeld met het oog op geluiddemping of de mogelijkheid van het bevestigen van kaartjes, memo’s en dergelijke, 30 In het geval van voornoemde eerste en tweede schermdelen heeft het dan de voorkeur indien in de ruststand de naar elkaar toe gekeerde hoofdzijden van de beide schermdelen gelijke oppervlakken bezitten en/of de van elkaar af gekeerde hoofdzijden van de beide schermdelen gelijke oppervlakken bezitten 35 Indien gewenst kunnen langs meerdere zijranden van het werkblad vergelijkbare scherminrichtingen volgens de uitvinding zijn opgesteld.
5
In een uitvoering is de schermsteun naast de zijrand van het eerste werkblad geplaatst, waarbij de schermsteun bij voorkeur geplaatst is op een op een bodem steunende wand. De scherminrichting kan eventueel los van het werkblad zijn opgesteld.
5
In een meervoudige opstelling is de scherminrichting geplaatst ter plaatse van de overgang tussen beide werkbladen. Voornoemde wand kan dan tussen beide werkbladen zijn geplaatst. De opstelling kan bijvoorbeeld vier werkbladen omvatten met ter plaatse van de overgangen tussen aangrenzende werkbladen 10 een scherminrichting.
In een alternatieve uitvoering is de schermsteun te bevestigen op of aan de rand van het werkblad, bijvoorbeeld door klemmen.
15 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkplekopstelling omvattend een werkblad met een aantal zijranden, waarbij aan of bij tenminste één zijrand een scherminrichting is aangebracht, welke scherminrichting een schermsteun en een eerste, daardoor gesteund schermdeel omvat, waarbij het schermdeel een hoofdvlak bezit en op om een eerste hartlijn die parallel is aan 20 het hoofdvlak omklapbare wijze is bevestigd aan de schermsteun voor verplaatsing tussen een eerste, in hoofdzaak neerwaarts gerichte stand naar een tweede, in hoofdzaak opwaarts gerichte stand, bij voorkeur tegen een aanslag op de scherminrichting. Een dergelijke opstelling kan voorzien zijn van één of meer in het voorgaande besproken voorzieningen, waarbij de bedrijfsstand 25 overeen komt met de tweede stand en de ruststand met de eerste stand. De hoek tussen beide standen van het eerste schermdeel kan ongeveer 180 graden bedragen.
Opgemerkt wordt hierbij dat in het hiervoor genoemde bureau van de Japanse 30 octrooiaanvrage 2003 325233 het scherm verdraaibaar is om de kantelhartlijn over een hoek kleiner dan 90 graden.
De Japanse octrooiaanvrage 2008 119116 toont een opstelling met meerdere werkplekken, waarbij tussen twee werkplekken een vast scherm is aangebracht. 35 Het onderste gedeelte van het scherm wordt gevormd door een klep, die kantelbaar is tussen een verticale ruststand en een horizontale open stand,waarin bijvoorbeeld een dossier van de ene werkplek naar de andere kan 6 worden doorgegeven.
Het eerste schermdeel kan omklapbaar zijn in een zwenkbeweging die althans deels, bij voorkeur geheel, boven het (niveau van het) werkblad gelegen is, zodat 5 deze makkelijk te beheersen is door de gebruiker..
Stabiliteit in de opwaarts gerichte stand wordt bevorderd indien het eerste schermdeel omklapbaar is met een beweging door een verticaal vlak dat de eerste hartlijn bevat heen. Gunstig daarbij is het wanneer het eerste schermdeel 10 in de tweede stand, beschouwd in een vlak van projectie loodrecht op de eerste hartlijn, gelegen is in een vlak, bij voorkeur een in hoofdzaak verticaal vlak, dat de eerste hartlijn niet bevat.
In een alternatieve benadering wordt de stabiliteit bevorderd indien het eerste 15 schermdeel zodanig gesteund is door de schermsteun dat het eerste schermdeel bij verplaatsing naar de tweede stand en daar vanuit door een verticaal vlak dat de eerste hartlijn bevat heen beweegt.
In een uitvoering is het eerste schermdeel met een arm verbonden met een 20 scharnier dat de eerste hartlijn vormt, waarbij de arm onder een hoek staat ten opzichte van het hoofdvlak van het eerste schermdeel, beschouwd in een vlak van projectie loodrecht op de eerste hartlijn, waarbij de schermsteun een aanslag omvat voor de arm in de opwaarts gerichte stand van het eerste schermdeel.
25
Als vermeld kan de scherminrichting voorts een tweede schermdeel omvatten, waarbij het tweede schermdeel bij voorkeur ook omklapbaar is, om een tweede hartlijn parallel aan de eerste hartlijn, bij voorkeur daarmee samenvallend. Het eerste en het tweede schermdeel kunnen daarbij in hoofdzaak 30 spiegelsymmetrisch uitgevoerd en opgesteld zijn, betrokken op een verticaal vlak dat symmetrisch ligt ten opzichte van beide hartlijnen. De zwenkbewegingen van het eerste en het tweede schermdeel kunnen aan tegengestelde zijden van de hartlijn gelegen zijn, zodat in het geval van plaatsing van de scherminrichting tussen twee werkbladen beide schermdelen door respectieve gebruikers 3 5 makkelijk aan te vatten zijn.
Het eerste en het tweede schermdeel kunnen elk een eerste en een daarvan in 7 uitvoering verschillend tweede hoofdvlak bezitten, waarbij de eerste hoofdvlakken van beide schermdelen in de eerste stand van elkaar afgekeerd zijn.
5 In een uitvoering vallen in de eerste stand de beide schermdelen, beschouwd in een verticaal vlak van projectie dat de eerste hartlijn bevat, samen en zijn zij in de tweede stand recht boven elkaar gelegen.
De uitvinding betreft voorts een scherminrichting kennelijk geschikt en bestemd 1 o voor een werkplaatsopstelling volgens de uitvinding.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke 15 aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
20
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een werkplek/plaatsopstelling met scherminrichting volgens de uitvinding geschikt 25 voor één persoon;
Figuren 2A, 2B en 2C respectievelijk een zijaanzicht en een eindaanzicht op een scherminrichting geschikt voor een werkplaatsopstelling van figuur 1, in een ruststand, alsmede een schematisch zijaanzicht op die werkplaatsopstelling.; 3 o Figuren 3A en 3B enige details van de scherminrichting van figuren 2Aen 2B;
Figuren 4A en 4B respectievelijk een zijaanzicht en een eindaanzicht op de scherminrichting van de figuren 2A en 2B, in een opgeklapte gebruiksstand; 35 Figuren 5A, 5B en 5C de werkplaatsopstelling van figuur 1, in twee mogelijke gebruiksstanden alsmede een schematisch zijaanzicht op die werkplaatsopstelling in de toestand van figuur 5B; δ
Figuren 6Α en 6B respectievelijk een perspectivisch aanzicht op een werkplaatsopstelling met scherminrichting volgens de uitvinding geschikt voor vier personen en een bovenaanzicht daarop; en
Figuur 7 een perspectivisch aanzicht op een alternatieve 5 werkplaatsopstelling met scherminrichting volgens de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De werkplaatsopstelling 1 van figuur 1 omvat een werkblad 2 met ïo zijranden 2a-c en een aantal het werkblad 2 steunende wanden 3, die met wandgedeelten 4 boven het werkblad 2 uitsteken en daarmee al voor enige afscheiding zorgen. Op de platte bovenkant 5 van de wandgedeelten 4 zijn, bijvoorbeeld door bouten, scherminrichtingen 6 bevestigd, die daarmee bij de zijranden 2a-c gelegen zijn. Deze omvatten elk, in dit voorbeeld twee, 15 kolomvormige steunen 7, aan het boveneind daarvan bevestigde dubbele scharnieren 10 en twee door de scharnieren 10 aan de kolommen 7 bevestigde schermdelen 8 en 9. De schermdelen 8 en 9 zijn ten opzichte van de scharnieren 10 verdraaibaar om de hartlijnen S daarvan, die horizontaal lopen.
Zoals te zien is in figuren 2A en 2B omvat elke kolomvormige 20 steun 7 een voet 11, een opstaand lijf 12 en een boveneind 14, waarin een horizontaal gat 23 is aangebracht. De voet 11 kan zijn voorzien van gaten voor de bouten waarmee de kolom 7 op voomoemde wandbovenkant 5 bevestigd wordt. In figuur 3A is een alternatief voor de voet 11 getekend, geschikt voor montage op de rand 2a-c van een werkblad, zie ook figuur 7. De voet 11 omvat 25 in dat alternatief hier een met het lijf 12 vast bovenklemdeel 1T en een daarmee vaste beugel 1Γ, waardoorheen klemdraaibouten 59 reiken zoals op zich bekend van een bevestiging voor een bureaulamp. Het lijf 12 heeft een breedte die kleiner is dan die van de voet 11, zodat opneemruimtes 13 worden gevormd voor de schermdelen 8 en 9 in hun ruststand, zie figuur 2B.
30 Elk schermdeel 8,9 omvat een stijve plaat 19,20, waarop aan weerszijden een bekleding 8a,b en 9a,b is aangebracht. De bekledingen 8a en 8b kunnen van elkaar verschillen, bijvoorbeeld om met de ene zijde van het schermdeel een geluidsdemping te verschaffen en met de andere zijde een prikbord functie. Hetzelfde geldt voor de bekledingen 9a en 9b. De bekledingen 35 8a en 9a kunnen gelijk zijn. De bekledingen 8b en 9b kunnen gelijk zijn. De schermdelen 8,9 bezitten gelijke afmetingen. Een voorbeeld van bekleding is vilt.
De platen 19 en 20 zijn elk voorzien van een haaks omgezette lip 9 21,22, die daarmee één vormvast geheel vormt. De lip 21,22 is vast bevestigd in een sleuf 30,31 van een bus 15,16, om daarmee één om hartlijn S verdraaibaar geheel te vormen. De bus 15,16 is voorzien van een excentrische boring 26,27 voor passende opname van een scharnierpen 17. De lippen 21,22 reiken met 5 aanslagdelen 21a,22a in axiale richting voorbij de betreffende bus 15,16, om in één radiaal vlak T met het lijf 12 van de kolomvormige steun 7 te liggen. Een in gedeelte 21a,22a bevestigde, verstelbare aanslagpen 32,33 steekt naar boven uit, wanneer het betreffende schermdeel in de ruststand staat.
Een verstelbare aanslagpen 28 is bevestigd in het boveneind 14 10 en steekt horizontaal uit in voornoemd radiaal vlak T, om een aanslag te vormen voor een kop 29 op een rand van lipgedeelte 21a, Een zelfde aanslagpen is aan de andere zijde van boveneind 14 voorzien, voor een rand van lipgedeelte 22a.
Bij het samenstellen van een scharnier wordt de pen 17 door een dekplaatje 24a, de boring 26 van bus 15, een dekplaatje 24b, gat 23, een 15 dekplaatje 25b, de boring 27 van bus 16 en een dekplaatje 25a gestoken en axiaal geborgd.
Wanneer de kolommen 7 met hun voeten 11 zijn bevestigd op de wandbovenkanten 5, hangen de schermdelen 8,9 neerwaarts zoals weergeven in figuur 2B. De verticale stand wordt mede verkregen door de stand van de 20 aanslagpen 28. De schermdelen 8,9 reiken tot een hoogte beneden de kin van een gebruiker van de opstelling 1. De gebruiker kan daarbij onbelemmerd oogcontact hebben met zijn omgeving.
Wanneer de gebruiker van de opstelling 1 meer privacy wenst en/of zich wenst te concentreren kan de gebruiker zittend aan het werkblad 2 25 met een hand het schermdeel 8 beetpakken en -in één handomdraai- omhoog zwenken in de richting A, naar de gebruiksstand van figuren 4A en 4B. Daarmee beweegt het schermdeel 8 door het verticaal vlak V dat de schamierhartlijn S bevat. Door het eigen gewicht komt het schermdeel 8, door contact van aanslagpen 32 op lipgedeelte 21a met aanslagpen 33 op lipgedeelte 22a in een 30 stabiele gebruiksstand te liggen, op zichzelf, zonder dat de gebruiker daarvoor een handeling hoeft te verrichten, zoals een borgpen te verschuiven. De stand van schermdeel 9 was al stabiel, door voomoemde aanslag tegen de kolom 12 (overeenkomstig aanslag 28). De schermdelen liggen nu in hetzelfde verticale vlak en reiken tot boven ooghoogte van een zittend persoon, zodat de gebruiker 3 5 daarmee de gewenste privacy verkrijgt, zie ook figuur 5C. De bekledingen 8b en 9b zijn naar de gebruiker gekeerd, zie figuur 5A. De bekledingen 8b,9b zijn hier gelijksoortig, bijvoorbeeld als prikbord, en kunnen bijvoorbeeld ook dezelfde 10 kleur hebben.
Indien de gebruiker juist de andere zijde, 8a,9b van de schermdelen naar zich toegekeerd wenst te hebben, dan pakt de gebruiker aan de buitenzijde van de opstelling 1 de schermdelen 9 om deze omhoog te 5 zwenken, om hartlijn S, waarna een met figuur 4A,B vergelijkbare toestand verkregen is, echter met nu de bekledingen 8a,9a, zie figuur 5B, die bijvoorbeeld geluiddempend zijn, in het gezichtsveld van de gebruiker.
In figuur 7 is schematisch weergegeven dat de scherminrichtingen 6 ook op of om de rand van een werkblad 2 kunnen worden bevestigd, in dit ïo geval door klemmen 11 die zijn afgebeeld in figuur 3A, links. Door aandraaien van de bouten 50 wordt het werkblad 2 geklemd tussen het bovenklemdeel 11’ en de kop van de bouten 50.
De beschreven tweezijde opklapbaarheid is voordelig in meervoudige opstellingen, zoals bijvoorbeeld weergegeven in figuur 6A. Aan de 15 zijranden en tussen de werkbladen zijn scherminrichtingen 6 geplaatst. De scherminrichtingen 6 tussen twee werkbladen kunnen bediend worden door beide gebruikers aan weerszijden daarvan, waarbij de ene gebruiker het schermdeel 8 en de andere gebruiker het schermdeel 9 omhoog kan zwenken naar de gebruiksstand.
20 Voor het weer in de ruststand brengen van de schermdelen 8 of 9 kan dat schermdeel gemakkelijk worden teruggezwenkt.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting 25 zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
1036688
Claims (34)
1. Werkplekopstelling omvattend een eerste werkblad met een aantal zijranden, waarbij aan of bij tenminste één zijrand een scherminrichting is aangebracht, welke scherminrichting een schermsteun en een daardoor gesteund schermdeel omvat, waarbij het schermdeel om een hartlijn verdraaibaar bevestigd is aan de 5 schermsteun voor - in gebruik van het werkblad- verplaatsing tussen een in hoofdzaak verticale lage ruststand en een in hoofdzaak verticale hoge bedrijfsstand, waarbij de hartlijn in hoofdzaak parallel ligt aan een de zijrand van het werkblad. ïo
2. Opstelling volgens conclusie 1, waarbij de hartlijn in hoofdzaak parallel ligt aan een hoofdvlak van het schermdeel.
3. Opstelling volgens conclusie 1 of 2, waarbij het schermdeel in de lage ruststand door de schermsteun althans deels, bij voorkeur geheel, boven het 15 werkblad is gehouden.
4. Opstelling volgens conclusie 1,2 of 3, waarbij de schermsteun is voorzien van een aanslag voor het schermdeel in de bedrijfsstand.
5. Opstelling volgens conclusie 4, waarbij het schermdeel, beschouwd in projectie op een verticaal vlak loodrecht op de hartlijn, zich uitstrekt volgens een lijn, in het bijzonder rechte lijn, die de hartlijn niet snijdt, waarbij het schermdeel bij beweging van de ruststand naar de bedrijfsstand beweegt door het verticaal vlak dat de hartlijn bevat. 25
6. Opstelling volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de scherminrichting een eerste en een tweede schermdeel omvat die in de ruststand naast en voor elkaar gelegen zijn.
7. Opstelling volgens conclusie 6, waarbij het eerste schermdeel vast is met de schermsteun in de ruststand en het tweede schermdeel verdraaibaar is tussen de voornoemde ruststand en de voornoemde bedrijfsstand.
8. Opstelling volgens conclusie 6, waarbij het eerste en het tweede schermdeel 1036688 elk verdraaibaar zijn tussen voornoemde ruststand en voornoemde bedrijfsstand, waarbij het eerste en het tweede schermdeel bij voorkeur telkens met uitsluiting van elkaar verdraaibaar zijn tussen voornoemde ruststand en voomoemde bedrijfsstand. 5
9. Opstelling volgens conclusies 6, 7 of 8, waarbij het eerste en het tweede schermdeel in een toestand waarin één van hen in de bedrijfsstand staat en de ander in de ruststand staat althans nagenoeg in één vlak met elkaar gelegen zijn. 10
10. Opstelling volgens één der conclusies 6-9, waarbij het eerste en het tweede schermdeel in hoofdzaak dezelfde afmetingen bezitten in hun hoofdvlak.
11. Opstelling volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het schermdeel 15 een eerste en een tweede hoofdzijde heeft, waarbij de eerste hoofdzijde een oppervlak bezit dat verschilt van het oppervlak van de tweede hoofdzijde.
12. Opstelling volgens conclusie 11, waarbij de eerste hoofdzijde een oppervlak bezit dat een andere structuur bezit dan het oppervlak van de tweede hoofdzijde, 2. bij voorkeur geluiddempend is.
13. Opstelling volgens conclusie 11 of 12, in combinatie met één der conclusies 6-10, waarbij de naar elkaar toe gekeerde hoofdzijden van de beide schermdelen gelijke oppervlakken bezitten en/of de van elkaar af gekeerde 25 hoofdzijden van de beide schermdelen gelijke oppervlakken bezitten
14. Opstelling volgens één der voorgaande conclusies, waarbij langs meerdere zijranden van het werkblad een vergelijkbare scherminrichting is opgesteld.
15. Opstelling volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de schermsteun naast de zijrand van het eerste werkblad is geplaatst, waarbij de schermsteun bij voorkeur geplaatst is op een op een bodem steunende wand.
16. Opstelling volgens één der conclusies 1-14, waarbij de schermsteun is te 35 bevestigen op of aan de rand van het werkblad., bijvoorbeeld door klemmen.
17. Opstelling volgens één der voorgaande conclusies en een tweede werkblad, waarbij de scherminrichting geplaatst is ter plaatse van de overgang tussen beide werkbladen.
18. Opstelling volgens conclusies 15 en 17, waarbij de wand tussen beide 5 werkbladen is geplaatst.
19. Opstelling volgens conclusie 17 of 18, omvattend vier werkbladen met ter plaatse van de overgangen tussen aangrenzende werkbladen een scherminrichting. 10
20. Werkplekopstelling omvattend een werkblad met een aantal zijranden, waarbij aan of bij tenminste één zijrand een scherminrichting is aangebracht, welke scherminrichting een schermsteun en een eerste, daardoor gesteund schermdeel omvat, waarbij het schermdeel een hoofdvlak bezit en op om een 15 eerste hartlijn die parallel is aan het hoofdvlak omklapbare wijze is bevestigd aan de schermsteun voor verplaatsing tussen een eerste, in hoofdzaak neerwaarts gerichte stand naar een tweede, in hoofdzaak opwaarts gerichte stand, bij voorkeur tegen een aanslag op de scherminrichting.
21. Opstelling volgens conclusie 20, waarbij het eerste schermdeel omklapbaar is in een zwenkbeweging die althans deels, bij voorkeur geheel, boven het werkblad gelegen is.
22. Opstelling volgens conclusie 21 of 22, waarbij het eerste schermdeel 25 omklapbaar is met een beweging door een verticaal vlak dat de eerste hartlijn bevat heen.
23. Opstelling volgens conclusie 22, waarbij het eerste schermdeel in de tweede stand, beschouwd in een vlak van projectie loodrecht op de eerste hartlijn, 30 gelegen is in een vlak, bij voorkeur een in hoofdzaak verticaal vlak, dat de eerste hartlijn niet bevat.
24. Opstelling volgens één der conclusies 20-23, waarbij het eerste schermdeel zodanig gesteund is door de schermsteun dat het eerste schermdeel bij 35 verplaatsing naar de tweede stand en daar vanuit door een verticaal vlak dat de eerste hartlijn bevat heen beweegt.
25. Opstelling volgens één der conclusies 20-24, waarbij het eerste schermdeel met een arm verbonden is met een scharnier dat de eerste hartlijn vormt, waarbij de arm onder een hoek staat ten opzichte van het hoofdvlak van het eerste schermdeel, beschouwd in een vlak van projectie loodrecht op de eerste hartlijn, 5 waarbij de schermsteun een aanslag omvat voor de arm in de opwaarts gerichte stand van het eerste schermdeel.
26. Opstelling volgens één der conclusies 20-25, waarbij de hoek tussen beide standen van het eerste schermdeel ongeveer 180 graden bedraagt. 10
27. Opstelling volgens één der conclusies 20-26, waarbij de scherminrichting voorts een tweede schermdeel omvat, waarbij het tweede schermdeel bij voorkeur omklapbaar is om een tweede hartlijn parallel aan de eerste hartlijn, bij voorkeur daarmee samenvallend. 15
28. Opstelling volgens conclusie 27, waarbij het eerste en het tweede schermdeel in hoofdzaak spiegelsymmetrisch uitgevoerd en opgesteld zijn, betrokken op een verticaal vlak dat symmetrisch ligt ten opzichte van beide hartlijnen. 20
29. Opstelling volgens conclusie 27 of 28, waarbij de zwenkbewegingen van het eerste en het tweede schermdeel aan tegengestelde zijden van de hartlijn gelegen zijn.
30. Opstelling volgens conclusie 27, 28 of 29, waarbij het eerste en het tweede schermdeel elk een eerste en een daarvan in uitvoering verschillend tweede hoofdvlak bezitten, waarbij de eerste hoofdvlakken van beide schermdelen in de eerste stand van elkaar afgekeerd zijn.
31. Opstelling volgens één der conclusies 27-30, waarbij in de eerste stand de beide schermdelen, beschouwd in een verticaal vlak van projectie dat de eerste hartlijn bevat, samenvallen en in de tweede stand recht boven elkaar zijn gelegen.
32. Gebouw voorzien van één of meer werkplaatsopstellingen volgens één der voorgaande conclusies.
33. Schermin richti ng kennelijk geschikt en bestemd voor een werkplaatsopstelling volgens één der conclusies 1-31.
34. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving 5 omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1036688
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036688A NL1036688C2 (nl) | 2009-03-10 | 2009-03-10 | Werkplekopstelling. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036688 | 2009-03-10 | ||
NL1036688A NL1036688C2 (nl) | 2009-03-10 | 2009-03-10 | Werkplekopstelling. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1036688C2 true NL1036688C2 (nl) | 2010-09-13 |
Family
ID=41259406
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1036688A NL1036688C2 (nl) | 2009-03-10 | 2009-03-10 | Werkplekopstelling. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1036688C2 (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH08140741A (ja) * | 1994-11-25 | 1996-06-04 | Itoki Crebio Corp | カウンター付きテーブル |
JP2003325233A (ja) * | 2002-05-14 | 2003-11-18 | Kokuyo Co Ltd | テーブル |
JP2008119116A (ja) * | 2006-11-09 | 2008-05-29 | Okamura Corp | デスクトップパネル、およびそれを取り付けた机 |
-
2009
- 2009-03-10 NL NL1036688A patent/NL1036688C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH08140741A (ja) * | 1994-11-25 | 1996-06-04 | Itoki Crebio Corp | カウンター付きテーブル |
JP2003325233A (ja) * | 2002-05-14 | 2003-11-18 | Kokuyo Co Ltd | テーブル |
JP2008119116A (ja) * | 2006-11-09 | 2008-05-29 | Okamura Corp | デスクトップパネル、およびそれを取り付けた机 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US20090289166A1 (en) | Compact articulated lectern for a book, papers or other such articles | |
NL1036688C2 (nl) | Werkplekopstelling. | |
US10667603B1 (en) | Convertible shelving II | |
EP2692264A2 (en) | Foldable bookstand | |
CA3045987A1 (en) | Interretractable folding piano stand | |
KR20180093497A (ko) | 의자부착형 접이식 테이블 | |
JP4537691B2 (ja) | パネル付き椅子 | |
US9797545B2 (en) | Interretractable folding stand | |
TWI682121B (zh) | 可調式承載架 | |
TWM584390U (zh) | 可調式承載架 | |
JP6456626B2 (ja) | デスクシステム | |
KR20220105175A (ko) | 접이식독서대 | |
JP2018143317A (ja) | 机のサイドパネル | |
JP2016042985A (ja) | デスクシステム | |
JP6772033B2 (ja) | 昇降式什器 | |
JP7513485B2 (ja) | 机用の衝立装置 | |
KR20090105281A (ko) | 테이블 | |
TW201828862A (zh) | 折疊式麻將桌 | |
KR200452877Y1 (ko) | 책상의 상판과 독서대의 절첩식 결합용 힌지 | |
JP3224582U (ja) | 多段折りたたみ式本棚 | |
JP3234737U (ja) | 木製卓上型傾斜調整可能な学習作業台 | |
KR200474728Y1 (ko) | 접이식 책상 | |
JP2004215946A (ja) | デスク | |
KR200415704Y1 (ko) | 다용도 테이블 | |
JP2008259714A (ja) | 天板付き家具 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20131001 |