NL1036426C2 - Sectionaaldeursysteem. - Google Patents

Description

Sectionaaldeursysteem

De uitvinding heeft betrekking op een sectionaaldeursysteem omvattende een aantal scharnierbaar met elkaar verbonden langgestrekte 5 deurpanelen, die nabij kopse zijden in geleidingsprofielen verschuifbaar zijn gelagerd, welk sectionaaldeursysteem verder is voorzien van een langgestrekt veersysteem voor het ondersteunen van het verschuiven van de deurpanelen, welk veersysteem nabij eerste en tweede uiteinden is gekoppeld met respectievelijk eerste en tweede bevestigingsplaten.

10 Bij een dergelijk, uit de Europese octrooiaanvrage EP-A1-1.818.488 bekend sectionaaldeursysteem zijn beide uiteinden van het veersysteem voorzien van twee zich evenwijdig en horizontaal aan elkaar uitstrekkende pennen die positioneerbaar zijn in twee in elke bevestigingsplaat aangebrachte doorvoeropeningen. De pennen zijn voorzien van een zogenaamd “unidirectioneel 15 kliksysteem” dat het mogelijk maakt om het veersysteem en de bevestigingsplaten te koppelen volgens een in hoofdzaak rechte lijn.

Een nadeel van dit sectionaaldeursysteem is dat bij montage van het veersysteem een enkele persoon het relatief zware veerstysteem van ongeveer 25 kg. moet optillen en tegelijkertijd zowel de pennen nabij het eerste uiteinde en 20 nabij het tweede uiteinde tegenover de respectievelijke doorvoeropeningen moet positioneren en vervolgens in de doorvoeropeningen moet drukken. Het veersysteem is langgestrekt (tussen 2 a 5 meter) en daardoor lastig te hanteren.

De uitvinding beoogt een sectionaaldeursysteem te verschaffen waarbij op relatief eenvoudige wijze het veersysteem met de bevestigingsplaat kan 25 worden gekoppeld.

Dit wordt bij een eerste uitvoeringsvorm van het sectionaaldeursysteem volgens de uitvinding bereikt doordat ten minste de eerste bevestigingsplaat is voorzien van een pen die in een zich nagenoeg dwars op de deurpanelen uitstrekkend vlak is gelegen, welke pen een hoek van ten minste 5 30 graden insluit met de horizontaal in een opwaarts uitstrekkende richting, terwijl het eerste uiteinde van het veersysteem is voorzien van een een doorvoeropening omvattende plaat, welke doorvoeropening positioneerbaar is over de pen.

Bij een tweede uitvoeringsvorm van het sectionaaldeursysteem wordt dit bereikt doordat ten minste het eerste uiteinde van het veersysteem is 1036426 2 voorzien van een pen die in een zich nagenoeg dwars op de panelen uitstrekkend vlak is gelegen, welke pen een hoek van ten minste 5 graden insluit met de horizontaal in een neerwaarts uitstrekkende richting, terwijl de eerste bevestigingsplaat is voorzien van een doorvoeropening, waarin de pen 5 positioneerbaar is.

Bij de eerste uitvoeringsvorm kan door de onder een hoek staande pen van de eerste bevestigingsplaat, een monteur de doorvoeropening die in de plaat is gelegen die met het eerste uiteinde is bevestigd eenvoudig om de pen heen positioneren. Hierbij zal door de zwaartekracht de plaat en derhalve het eerste 10 uiteinde in neerwaartse richting over de pen glijden waardoor een zekere ophanging van de plaat aan de pen is gewaarborgd. Vervolgens kan het veersysteem om de pen heen worden gezwenkt totdat het tweede uiteinde tegenover de tweede bevestigingsplaat is gelegen waarna het tweede uiteinde met de tweede bevestigingsplaat wordt gekoppeld. Het is uiteraard ook mogelijk om beide uiteinden 15 tegelijkertijd met de bevestigingsplaten te bevestigen.

Bij de tweede uitvoeringsvorm waarbij het eerste uiteinde is voorzien van een pen wordt deze in de doorvoeropening van de eerste bevestigingsplaat gepositioneerd. Door de neerwaarts uitstrekkende pen wordt ook hierbij onder invloed van de zwaartekracht het eerste uiteinde stevig in de 20 doorvoeropening gepositioneerd.

Tijdens het koppelen van het tweede uiteinde met de tweede bevestigingsplaat is de kans dat hierbij het eerste uiteinde losraakt van de eerste bevestigingsplaat uitgesloten omdat hiervoor eerst een opwaartse verplaatsing van het eerste uiteinde ten opzichte van de eerste bevestigingsplaat zou moeten worden 25 uitgevoerd om de pen en de doorvoeropening van elkaar te ontkoppelen.

Opgemerkt wordt dat uit EP-A1-1.972.745 een sectionaaldeur-systeem bekend is waarbij het veersysteem eerst met een eerste uiteinde wordt bevestigd en daarna wordt gezwenkt om het tweede uiteinde te bevestigen. Het eerste uiteinde wordt echter met een unidirectioneel kliksysteem bij het een 30 bevestigingsplaat gekoppeld dat zich in horizontale richting uitstrekt. Hierbij bestaat het risico dat het unidirectioneel kliksysteem eenvoudig losraakt doordat hiervoor enkel een horizontale verplaatsing noodzakelijk is. Derhalve dient een monteur ervoor zorg te dragen dat niet alleen het eerste uiteinde met de bevestigingsplaat wordt gekoppeld maar tevens dat het unidirectioneel kliksysteem onlosneembaar 3 wordt gemonteerd. Bij de sectionaaldeursystemen volgens de uitvinding behoeft een monteur enkel de onder een hoek staande pen met de doorvoeropening te koppelen waarna door de hoek waaronder de pen zich uitstrekt onder invloed van de zwaartekracht het eerste uiteinde stevig met de bevestigingsplaat wordt gekoppeld.

5 Pas nadat ook het tweede uiteinde stevig met de tweede bevestigingsplaat is gekoppeld, kan een monteur desgewenst de uiteinden van het langgestrekte veersysteem met de bevestigingsplaat vergrendelen, zodat ongewenst losraken bij een in opwaartse richting op het veersysteem uitgevoerde kracht wordt voorkomen.

Een andere uitvoeringsvorm van het sectionaaldeursysteem 10 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het tweede uiteinde van het veersysteem en de tweede bevestigingsplaat van eenzelfde doorvoeropening of pen zijn voorzien als het eerste uiteinde en de eerste bevestigingsplaat. Hierdoor worden beide uiteinden van het veersysteem op eenzelfde wijze met de bevestigingsplaten gekoppeld.

15 Een nog andere uitvoeringsvorm van het sectionaaldeursysteem volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de pen schroefdraad omvat waarop, na positionering van de doorvoeropening over de pen, een moer bevestigbaar is.

Door de moer wordt het veersysteem met de bevestigingsplaat 20 vergrendeld.

Een weer andere uitvoeringsvorm van het sectionaaldeursysteem volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat ten minste de eerste bevestigingsplaat en de doorvoeropening omvattende plaat onder een hoek met de verticaal uitstrekkende vlakken omvatten, die na bevestiging van het veersysteem 25 met de bevestigingsplaten tegen elkaar aan zijn gelegen.

Door de onder een hoek met de verticaal uitstrekkende vlakken wordt een goede koppeling van de plaat en de bevestigingsplaat met elkaar verkregen. Bij voorkeur is ook de tweede bevestigingsplaat en de met het tweede uiteinde bevestigde plaat op eenzelfde wijze uitgevoerd.

30 Opgemerkt wordt dat bij het sectionaaldeursysteem volgens ΕΡΆ1-1.972.745 dergelijke onder een hoek met de verticaal uitstrekkende vlakken niet mogelijk zijn omdat het eerste uiteinde door het unidirectioneel kliksysteem meteen tegen de eerste bevestigingsplaat aan moet worden gedrukt om een verbinding tot stand te brengen, waardoor bij de aanwezigheid van onder een hoek 4 met de verticaal uitstrekkende vlakken, het zwenken van het veersysteem om de pen heen niet meer mogelijk zou zijn.

Bij het sectionaaldeursysteem volgens de uitvinding, bevindt het eerste uiteinde na het positioneren van de pen in de doorvoeropening zich op 5 afstand van de eerste bevestigingsplaat, waardoor het zwenken van het veersysteem om de pen heen nog steeds mogelijk is. Pas nadat ook het tweede uiteinde met de tweede bevestigingsplaat is gekoppeld, zullen de eerste en tweede uiteinden onder invloed van de zwaartekracht verder neerwaarts worden verplaatst waarbij de onder een hoek met de verticaal uitstrekkende vlakken tegen elkaar aan 10 worden gepositioneerd.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin, fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een sectionaaldeursysteem volgens de uitvinding toont, 15 fig. 2 een perspectivisch detail toont van het linker boveneinde van het in fig. 1 weergegeven sectionaaldeursysteem, fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van een deel van het in fig. 2 weergegeven aanzicht, fig. 4 een perspectivisch aanzicht toont van een deel van het in 20 fig. 3 weergegeven aanzicht, fig. 5 een perspectivisch aanzicht toont van een deel van het in fig. 4 weergegeven aanzicht, fig. 6 een zijaanzicht toont van het in fig. 4 weergegeven aanzicht, fig. 7-12 alternatieve uitvoeringsvormen tonen van onder meer de 25 bevestigingsplaat van het sectionaaldeursysteem volgens de uitvinding, fig. 13 een alternatieve uitvoeringsvorm toont van het in fig. 1 weergegeven sectionaaldeursysteem.

De figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

30 Fig. 1-6 tonen diverse aanzichten van een eerste uitvoeringsvorm van een sectionaaldeursysteem 1 volgens de uitvinding dat is voorzien van een aantal scharnierbaar uit elkaar verbonden langgestrekte deurpanelen 2 die nabij kopse zijden in geleidingsprofielen 3 verschuifbaar met behulp van geleidings-wielen 4 zijn gelagerd. De geleidingsprofielen 3 zijn bevestigd met een wand 5 van 5 een gebouw zoals bijvoorbeeld een garage. In de wand 5 is een opening voorzien die door de deurpanelen 2 is afgesloten en aan het zich is onttrokken. De zich verticaal uitstrekkende geleidingen 3 zijn via boogvormige geleidingen 6 verbonden met zich horizontaal uitstrekkende geleidingen 7. De zich horizontaal uitstrekkende 5 geleidingen 7 zijn nabij de boogvormige geleidingen 6 voorzien van een extra geleiding 8 voor het geleiden van de bovenzijde van het bovenste deurpaneel 2. Dergelijke geleidingen 3, 6, 7, 8 zijn op zich bekend en zullen derhalve niet nader worden toegelicht. Aan een van de wand 5 afgekeerde zijde zijn de zich horizontaal uitstrekkende geleidingen 7 verbonden door een dwarsbalk 9. Nabij de wand 5 en 10 nabij uiteinden van de geleidingen 8 is het sectionaaldeursysteem 1 voorzien van een veersysteem 10 dat onder meer een zich evenwijdig aan de deurpanelen 2 uitstrekkende as 11 omvat alsmede twee spiraalveren 12. Het veersysteem 10 is nabij een eerste uiteinde 13 gekoppeld met een aan de wand 5 bevestigde eerste bevestigingsplaat 14 en met een tweede uiteinde 15 gekoppeld met een aan de 15 wand 5 bevestigde tweede bevestigingsplaat 16.

Het sectionaaldeursysteem 1 is verder voorzien van een elektrisch aangedreven motor (niet weergegeven) met behulp waarvan de panelen 2 verplaatsbaar zijn van de in fig.1 weergegeven positie waarin de opening in de wand 5 is afgesloten naar een positie waarbij de panelen 2 zich in een door de 20 geleidingen 7 en balk 9 opgespannen vlak bevinden, waarbij de opening in de wand 5 is vrijgegeven. Een dergelijke wijze van aandrijven is op zich bekend en zal derhalve niet nader worden toegelicht.

Zoals duidelijk zichtbaar in fig. 2-6 omvat de eerste bevestigingsplaat 14 een zich evenwijdig aan de wand 5 uitstrekkend deel 18 en een 25 zich dwars daarop uitstrekkend deel 19. Het deel 18 is voorzien van gaten 20 voor het aan de wand 5 bevestigen van de eerste bevestigingsplaat 14. Zoals duidelijk zichtbaar is in fig. 6 omvat het deel 18 van de eerste bevestigingsplaat 14 een geprofileerd gedeelte met onder meer vier zich onder een hoek met de verticaal 21 uitstrekkende vlakken 22, 23, 24, 25. Het vlak 22 strekt zich uit in een van een 30 onderzijde van de wand 5 afgekeerde richting en is voorzien van een pen 26 dat zich in opwaartse richting uitstrekt. De pen 26 sluit een hoek a van 5 a 80° in met de horizontaal 27, bij voorkeur meer dan 15° en minder dan 45°.

Het eerste uiteinde 13 van het veersysteem 10 is voorzien van een plaat 31 dat een zich evenwijdig aan de wand 5 uitstrekkend deel 32 en een zich 6 dwars daarop uitstrekkend deel 33 omvat. Het deel 33 is onder meer voorzien van een lager 34 waarin de as 11 van het veersysteem 10 is gelagerd. Aan een van de spiraalveer 12 van het veersysteem 10 afgekeerde zijde van de plaat 33 is de as 11 voorzien van een trommel 35 waarover een kabel is gewikkeld die met een van het 5 veersysteem 10 afgekeerd uiteinde is verbonden met het onderste deurpaneel 2. De werking van een dergelijke trommel 35 en de daarmee verbonden kabel 2 is op zich bekend en zal derhalve niet nader worden toegelicht. Het deel 32 van de plaat 31 is voorzien van een geprofileerd gedeelte dat, zoals duidelijk zichtbaar is in fig. 6 is voorzien van vier zich onder een hoek met de verticaal 21 uitstrekkende vlakken 37, 10 38, 39, 40 die qua afmetingen en vorm zodanig overeenkomen met de vlakken 22, 23, 24, 25 dat het deel 32 positioneerbaar is tegen het deel 18 waarbij de respectievelijke vlakken 22, 37; 23, 38; 24, 39 en 25, 40 tegen elkaar aan zijn gelegen. Het vlak 37 is voorzien van een doorvoeropening 41 waarvan de afmeting groter is dan de diameter van de pen 26.

15 Bij het monteren van het sectionaaldeursysteem 1 volgens de uitvinding met name het monteren van het veersysteem 10 worden bij voorkeur eerst de eerste en tweede bevestigingsplaten 14 op de gewenste hoogte en onderlinge afstanden met de wand 5 verbonden. De tweede bevestigingsplaat 16 is spiegelsymmetrisch aan de eerste bevestigingsplaat 14 en is op eenzelfde wijze als 20 de eerste bevestigingsplaat 14 voorzien van onder meer een pen 26.

Het veersysteem 10 is voorafgaande aan de bevestiging aan de bevestigingsplaten 14, 16 voorzien van de as 11, de veren 12, de plaat 31, de trommels 35, etc..

Bij bevestiging va het veersysteem 10 met de bevestigings-25 platen 14,16 zijn de geleidingen 6, 7, 8 en de dwarsstang 9 nog niet gemonteerd.

Door een monteur wordt het eerste uiteinde 13 van het veersysteem 10 beetgepakt en opgetild totdat de doorvoeropening 41 in het vlak 37 tegenover de pen 26 van de eerste bevestigingsplaat 14 is gelegen zodat de doorvoeropening 41 over de pen 26 heen kan worden gepositioneerd (zie fig. 5). De 30 bovenste rand 42 van de doorvoeropening 41 komt hierbij te rusten op de pen 26. Onder invloed van de zwaartekracht zal het eerste uiteinde 13 zich langs de pen 26 in de richting van het vlak 22 wensen te verplaatsen.

Bij het bevestigen van het eerste uiteinde 13 met de eerste bevestigingsplaat 14 behoeft het tweede uiteinde 15 van het veersysteem 10 niet te 7 worden ondersteund en zal derhalve naar beneden hangen. Hierdoor strekken de vlakken 37, 38, 39, 40 zich niet evenwijdig uit aan de respectievelijke vlakken 22, 23, 24, 25 en kan de doorvoeropening 41 niet tot aan het vlak 22 over de pen 26 heen worden verplaatst. Vervolgens wordt het tweede uiteinde van het 5 veersysteem 10 door een monteur beetgepakt en in de richting van de tweede bevestigingsplaat 16 verplaatst. Hierbij zwenkt het veersysteem 10 om de pen 26 heen. Nabij de tweede bevestigingsplaat 16 wordt de doorvoeropening 41 in het vlak 37 van de plaat 31 van het tweede uiteinde 15 tegenover de pen 26 van de tweede bevestigingsplaat 16 gepositioneerd en over de pen 26 in de richting van het 10 vlak 22 verplaatst. Doordat nu de doorvoeropeningen 41 van de beide uiteinden 13, 15 over de pennen 26 van de bevestigingsplaten 14, 16 heen zijn gepositioneerd, strekken de vlakken 37, 38, 38, 40 van de platen 31 zich evenwijdig uit aan de vlakken 22, 23, 24, 25 van de bevestigingsplaten 14, 16 zodat de platen 31 verder in de richting van het deel 18 van de bevestigingsplaten 14 kunnen worden verplaatst 15 totdat de vlakken 37, 38, 39, 40 aanliggen tegen de respectievelijke vlakken 22, 23, 24, 25.

Door tegen elkaar aan liggende vlakken worden een goede positionering van de uiteinden 13, 15 tegen de bevestigingsplaten 14, 16 verkregen. De pennen 26 dienen hierbij enkel voor het eenvoudig aanbrengen van het 20 veersysteem 10 en de doorvoeropeningen 41 kunnen relatief groot zijn waardoor het positioneren van de doorvoeropeningen 41 over de pennen 26 relatief eenvoudig is. Bij voorkeur zijn de pennen 26 voorzien van draadeind waarop vervolgens een moer 44 kan worden bevestigd. Indien de pennen 26 zijn voorzien van draadeind, dienen de pennen 26 tevens voor het vergrendelen van de uiteinden 13, 15 aan de 25 bevestigingsplaten 14, 16. Het is echter ook mogelijk om met afzonderlijke bevestigingsmiddelen de uiteinden 13, 15 en de betreffende bevestigingsplaten 14, 16 te vergrendelen.

Fig. 7-11 tonen andere uitvoeringsvormen van de delen 18 van de bevestigingsplaten 14,16 en de daartegen aanliggende delen 32 van de plaat 31.

30 Bij de in fig. 7 weergegeven uitvoeringsvorm strekken de delen 18', 32’ zich na montage volledig evenwijdig aan elkaar uit.

Bij de in fig. 8 weergegeven uitvoeringsvorm strekken de delen 18", 32" zich tussen de schuine vlakken 22, 37, 23, 38 niet evenwijdig aan elkaar uit, waardoor de vorm van het deel 32" relatief eenvoudig is.

8

Bij de in fig. 9 weergegeven uitvoeringsvorm omvattende delen 18'", 32"' enkel één onder een hoek met de verticaal uitstrekkend vlak 22, 37.

Dit geldt ook voor de in fig. 10 weergegeven uitvoeringsvorm waarbij de delen 18IV, 32IV elk één vlak 22, 37 hebben dat een hoek met de verticaal 5 insluit terwijl de delen 18IV, 32IV verder zijn voorzien van zich horizontaal uitstrekkende vlakken 51, 52.

Bij de in fig. 11 weergegeven uitvoeringsvorm zijn de delen 18v, 32v elk voorzien van een gekromd vlak 53, 54 dat respectievelijk is voorzien van de pen 26 en de doorvoeropening 41. Op deze wijze kan een goede positionering van 10 de delen 18VI, 32vlten opzichte van elkaar worden gerealiseerd.

Bij de in fig. 12 weergegeven uitvoeringsvorm is het met het eerste uiteinde 14 of het tweede uiteinde 16 deel uitmakend deel 18VI voorzien van een opening 55 terwijl het deel 32vl dat met het eerste respectievelijk tweede uiteinde is verbonden, is voorzien van een pen 56 die zich in neerwaartse richting uitstrekt en 15 een hoek met de horizontaal insluit die vergelijkbaar is met de hoek α die de pen 26 met de verticaal insluit. Bij het monteren van de in fig. 12 weergegeven uitvoeringsvorm wordt de pen 56 in de opening 55 gestoken. De opening 55 dient hierbij een zodanige afmeting te hebben dat de pen 56 eenvoudig in de doorvoeropening 55 kan worden aangebracht.

20 Fig. 13 toont een andere uitvoeringsvorm van sectionaaldeur- systeem 61 volgens de uitvinding waarbij het veersysteem 10 in plaats van aan de wand 5 is bevestigd met van de wand 5 afgekeerde eerste en tweede uiteinden 62, 63 van de geleidingen 7. Hierbij zijn de bevestigingsplaten 14, 16 met de uiteinden 62, 63 verbonden, Op een wijze die vergelijkbaar is als bij het 25 sectionaaldeursysteem 1 volgens fig. 1 wordt het veersysteem 10 met de uiteinden 62, 63 van de profielen verbonden.

Het is ook mogelijk dat de as 11 een enkele of meer dan twee veren omvat.

1036426 .

Claims (5)

1. Sectionaaldeursysteem omvattende een aantal scharnierbaar met elkaar verbonden langgestrekte deurpanelen, die nabij kopse zijden in 5 geleidingsprofielen verschuifbaar zijn gelagerd, welk sectionaaldeursysteem verder is voorzien van een langgestrekt veersysteem voor het ondersteunen van het verschuiven van de deurpanelen, welk veersysteem nabij eerste en tweede uiteinden is gekoppeld met respectievelijk eerste en tweede bevestigingsplaten, met het kenmerk, dat ten minste de eerste bevestigingsplaat is voorzien van een pen die 10 in een zich nagenoeg dwars op de deurpanelen uitstrekkend vlak is gelegen, welke pen een hoek van ten minste 5 graden insluit met de horizontaal in een opwaarts uitstrekkende richting, terwijl het eerste uiteinde van het veersysteem is voorzien van een een doorvoeropening omvattende plaat, welke doorvoeropening positioneerbaar is over de pen.

2. Sectionaaldeursysteem omvattende een aantal scharnierbaar met elkaar verbonden langgestrekte deurpanelen, die nabij kopse zijden in geleidingsprofielen verschuifbaar zijn gelagerd, welk sectionaaldeursysteem verder is voorzien van een langgestrekt veersysteem voor het ondersteunen van het verschuiven van de deurpanelen, welk veersysteem nabij eerste en tweede 20 uiteinden is gekoppeld met respectievelijk eerste en tweede bevestigingsplaten, met het kenmerk, dat ten minste het eerste uiteinde van het veersysteem is voorzien van een pen die in een zich nagenoeg dwars op de panelen uitstrekkend vlak is gelegen, welke pen een hoek van ten minste 5 graden insluit met de horizontaal in een neerwaarts uitstrekkende richting, terwijl de eerste bevestigingsplaat is voorzien van 25 een doorvoeropening, waarin de pen positioneerbaar is.

3. Sectionaaldeursysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het tweede uiteinde van het veersysteem en de tweede bevestigingsplaat van eenzelfde doorvoeropening of pen zijn voorzien als het eerste uiteinde en de eerste bevestigingsplaat.

4. Sectionaaldeursysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pen schroefdraad omvat waarop, na positionering van de pen doorvoeropening, een moer bevestigbaar is.

5. Sectionaaldeursysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste de eerste bevestigingsplaat en de doorvoeropening 1036426 t omvattende plaat onder een hoek met de verticaal uitstrekkende vlakken omvatten, die na bevestiging van het veersysteem met de bevestigingsplaten tegen elkaar aan zijn gelegen. 5 1036426