NL2019795B1 - Inrichting voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen voor het verschaffen van een videowand - Google Patents

Inrichting voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen voor het verschaffen van een videowand Download PDF

Info

Publication number
NL2019795B1
NL2019795B1 NL2019795A NL2019795A NL2019795B1 NL 2019795 B1 NL2019795 B1 NL 2019795B1 NL 2019795 A NL2019795 A NL 2019795A NL 2019795 A NL2019795 A NL 2019795A NL 2019795 B1 NL2019795 B1 NL 2019795B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
brackets
members
screen
mounting
coupling
Prior art date
Application number
NL2019795A
Other languages
English (en)
Inventor
Sijkens Danny
Van Kuijk Ewald
Original Assignee
Vogels Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vogels Holding B V filed Critical Vogels Holding B V
Priority to NL2019795A priority Critical patent/NL2019795B1/nl
Priority to PCT/NL2018/050697 priority patent/WO2019083358A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2019795B1 publication Critical patent/NL2019795B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M13/00Other supports for positioning apparatus or articles; Means for steadying hand-held apparatus or articles
    • F16M13/02Other supports for positioning apparatus or articles; Means for steadying hand-held apparatus or articles for supporting on, or attaching to, an object, e.g. tree, gate, window-frame, cycle
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M11/00Stands or trestles as supports for apparatus or articles placed thereon ; Stands for scientific apparatus such as gravitational force meters
    • F16M11/02Heads
    • F16M11/04Means for attachment of apparatus; Means allowing adjustment of the apparatus relatively to the stand
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F9/00Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements
    • G09F9/30Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements in which the desired character or characters are formed by combining individual elements
    • G09F9/302Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements in which the desired character or characters are formed by combining individual elements characterised by the form or geometrical disposition of the individual elements
    • G09F9/3026Video wall, i.e. stackable semiconductor matrix display modules

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Devices For Indicating Variable Information By Combining Individual Elements (AREA)

Abstract

Inrichting voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen, de inrichting omvattende: - eerste eindbeugels en tweede eindbeugels die zijn ingericht voor het respectievelijk houden van een bovenste en een onderste beeldscherm, - schermbeugels die tussen de eerste eindbeugels en de tweede eindbeugels zijn voorzien, waarbij iedere schermbeugel is ingericht voor het houden van naburige beeldschermen, - koppelorganen die zijn ingericht voor bevestiging aan achterzijden van de beeldschermen en te koppelen met de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels voor het realiseren van een gekoppelde toestand, waarbij de koppelorganen, de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels zijn ingericht om in de gekoppelde toestand een beweging van ieder koppelorgaan ten opzichte van de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels toe te staan voor het onderling bevestigen en onderling uitlijnen van de met de inrichting te verbinden beeldschermen.

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen voor het verschaffen van een videowand
Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een inrichting voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen voor het verschaffen van een videowand.
Met name richt de uitvinding zich op een inrichting waaraan een aantal naast en/of boven elkaar voorziene beeldschermen zoals bijvoorbeeld LED matrixtegels kunnen worden bevestigd. Het beeld dat op de individuele beeldschermen wordt weergegeven kan deel uitmaken van een groter gezamenlijk beeld waarbij door toepassing van LED matrixtegels het beeld vrij is van verstorende lijnen doordat bekende LED matrixtegels vrij zijn van een de LED matrix omgevende rand zoals een sierlijst.
Bij een bekende inrichting worden de beeldschermen onderling bevestigd voor het realiseren van een gewenste uitlijning van de beeldschermen en worden de beeldschermen verbonden met de inrichting voor het bevestigen van de beeldschermen aan een drager zoals een wand, plafond en/of vloer. Hiertoe kunnen de te verbinden beeldschermen zijn voorzien van koppelmiddelen die zijn ingericht voor het tegen naburige beeldschermen aandruk van een beeldscherm en het daarmee uitlijnen van het beeldscherm met de naburige beeldschermen. Een nadeel van de bekende inrichting is dat deze verbeterbaar is ten aanzien van de duurzaamheid van de te realiseren videowand.
Een doel van de onderstaande uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het realiseren van een videowand met een verbeterde duurzaamheid.
Dit doel is bereikt met de inrichting volgens conclusie 1 doordat de koppelorganen, de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels zijn ingericht om in een gekoppelde toestand een beweging van ieder koppelorgaan ten opzichte van de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels toe te staan voor het onderling bevestigen en onderling uitlijnen van de met de inrichting te verbinden beeldschermen. Door het toestaan van deze beweging van de koppelorganen is gerealiseerd dat bij toepassing van de inrichting de beeldschermen onderling kunnen koppelen en daarmee uitlijnen met naburige beeldschermen. Bij deze onderlinge bevestiging van de beeldschermen kunnen de beeldschermen bewegen ten opzichte van de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels. Hierdoor is voorkomen, of althans sterk gereduceerd, dat door de bevestiging van de beeldschermen aan de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels spanningen in de beeldschermen en de inrichting worden geïnduceerd ten gevolge van de uitlijning. De onderhavige uitvinding berustten minste ten dele op het inzicht dat de bekende inrichting is ingericht om de beeldschermen op een rigide constructie middels schroeven te fixeren. Hierdoor resulteren bij onderlinge bevestiging van de beeldschermen spanningen in de rigide constructie en de beeldschermen door maattoleranties van de inrichting en de beeldschermen. Door het voorkomen of althans sterk reduceren van dergelijke geïnduceerde spanningen is een kans op het voortijdig falen van een beeldscherm of van de inrichting gereduceerd.
Een bijkomend voordeel van de onderhavige uitvinding is dat het relatief minder kostbaar is om een videowand te realiseren. Doordat de koppelorganen ten opzichte van de de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels beweegbaar zijn is gerealiseerd dat de inrichting volgens de onderhavige uitvinding met relatief grote maattoleranties uitvoerbaar is. Hierdoor zijn de kosten voor het vervaardigen van de inrichting gereduceerd.
Een verder bijkomend voordeel van de onderhavige uitvinding is dat de duurzaamheid van de videowand is verbeterd ten aanzien van een gewenste uitlijning van de beeldschermen tijdens de levensduur van de videowand. Doordat de beeldschermen onafhankelijk van de inrichting onderling kunnen uitlijnen en bevestigen om zodoende door de inrichting op de beeldschermen geïnduceerde spanningen te voorkomen, of althans sterk te reduceren, is gerealiseerd dat de schermen tijdens de levensduur van de videowand onderling niet, of slechts beperkt, bewegen ten gevolge van dergelijke geïnduceerde spanningen. Hierdoor is de introductie van verstorende lijnen in het gezamenlijk beeld van de videowand sterk gereduceerd tijden de levensduur van de videowand.
Daar waar in het voorgaande of navolgende de begrippen verticaal of horizontaal worden gebruikt, dienen deze te worden geïnterpreteerd in de situatie waarin de inrichting volgens de uitvinding toepassing vindt.
Hierbij is het gunstig indien in de gekoppelde toestand de koppelorganen in een horizontale, zich in gebruik evenwijdig aan de videowand uitstrekkende eerste richting en in een verticale, zich in gebruik evenwijdig aan de videowand uitstrekkende tweede richting beweegbaar zijn, waarbij de tweede richting in hoofdzaak haaks op de eerste richting is, voor het toestaan van het onderling bevestigen en onderling uitlijnen van de met de inrichting te verbinden beeldschermen. Dit is gunstig voor het toestaan dat de schermen bij onderlinge bevestiging onderling uitlijnen in een beeldschermvlak van de videowand voor het zodoende op elkaar aansluiten van de rijen en kolommen van de pixels van de beeldschermen.
In een uitvoeringsvorm is het voordelig indien in de gekoppelde toestand de koppelorganen in een derde richting beweegbaar zijn voor het toestaan van het onderling bevestigen en onderling uitlijnen van de met de inrichting te verbinden beeldschermen, waarbij de derde richting, althans in gebruik, in hoofdzaak haaks op de eerste richting en de tweede richting is. Dit is voordelig voor het uitlijnen van de beeldschermen in een richting die in hoofdzaak haaks op het beeldschermvlak van de videowand is gericht voor het realiseren van een in hoofdzaak vlak beeldschermvlak van de videowand voor het realiseren van een relatief goede beeldkwaliteit.
In een praktische uitvoeringsvorm omvat ieder bevestigingsorgaan een, althans in gebruik, zich horizontaal uitstrekkend, langwerpig eerste profiel. Aan dergelijke horizontale profielen kunnen naast elkaar een aantal steunorganen worden bevestigd voor het zodoende kunnen realiseren van een relatief grote videowand waarbij meerdere beeldschermen naast elkaar zijn voorzien.
In een praktische uitvoeringsvorm omvat ieder steunorgaan een, althans in gebruik, zich verticaal uitstrekkend, langwerpig tweede profiel. Aan dergelijk verticale profielen is gunstig voor het boven elkaar bevestigen van een aantal beeldschermbeugels.
Het is voordelig indien de bevestigingsbeugels van ieder steunorgaan een eerste bevestigingsbeugel en een tweede bevestigingsbeugel omvatten, waarbij een van de eerste bevestigingsbeugel en de tweede bevestigingsbeugel is ingericht voor bevestiging aan een bevestigingsorgaan van het paar bevestigingsorganen en waarbij de ene van de eerste bevestigingsbeugel en de tweede bevestigingsbeugel via een eerste zwenkbeugel om een horizontale, zich in gebruik evenwijdig aan de beeldschermen uitstrekkende, zwenkas zwenkbaar met het steunorgaan is verbonden. Dit is voordelig voor het onder toepassing van een relatief eenvoudige handeling in een relatief korte tijdspanne bevestigen van het steunorgaan aan het bevestigingsorgaan.
Hierbij is het gunstig indien de eerste zwenkbeugel is voorzien van een verstelorgaan voor het, althans in gebruik, in verticale richting verstellen van het steunorgaan ten opzichte van het paar bevestigingsorganen. Dit is gunstig voor het toestaan van een relatief grote tolerantie op de onderlinge plaatsing van het paar bevestigingsorganen onder handhaving van een losmaakbare bevestiging van de steunorganen aan de bevestigingsorganen.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding omvat een van de eerste bevestigingsbeugel en de tweede bevestigingsbeugel een grendelorgaan voor het aan het paar bevestigingsorganen grendelen van het paar steunorganen. Dit is gunstig voor het realiseren van een relatief betrouwbare en duurzame bevestiging van de steunorganen met de bevestigingsorganen.
In een praktische uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding is de zwenkas gevormd door een zwenkorgaan, waarbij in een eerste positie van het zwenkorgaan de ene van de eerste bevestigingsbeugel en de tweede bevestigingsbeugel ten opzichte van het steunorgaan zwenkbaar is om de horizontale zwenkas en in een tweede positie van het zwenkorgaan de ene van de eerste bevestigingsbeugel en de tweede bevestigingsbeugel ten opzichte van het steunorgaan voor zwenking om de horizontale zwenkas geblokkeerd is. Dit is gunstig voor het bij montage van de inrichting relatief eenvoudig kunnen bevestigen van de steunorganen aan de bevestigingsorganen, waarbij door blokkering van zwenking om de horizontale zwenkas een relatief robuuste en stabiele inrichting is verkregen.
Bij voorkeur is de inrichting voorzien van fixeerorganen voor het fixeren van de tweede eindbeugels aan een steunorgaan van het paar steunorganen. Dit is gunstig voor het realiseren van een relatief betrouwbare bevestiging van de tweede eindbeugels aan de steunorganen en daarmee een relatief betrouwbaar houden van een onderste beeldscherm aan de inrichting.
Het is voordelig indien de eerste eindbeugels en de tweede eindbeugels in een, althans in gebruik, verticale richting verplaatsbaar aan de steunorganen zijn voorzien. Dit is gunstig voor het bij montage op relatief praktische wijze in een relatief korte tijdspanne realiseren van een koppeling van een koppelorgaan met de eindbeugels. Door de eindbeugels verplaatsbaar te voorzien is het niet noodzakelijk de eindbeugels, alvorens de beeldschermen te monteren, relatief nauwkeurig uit te lijnen.
Hierbij is het gunstig indien de inrichting is voorzien van blokkeerorganen voor het blokkeren van een verplaatsing van de eerste eindbeugels en de tweede eindbeugel voorbij een onderste uiteinde en een bovenste uiteinde van de steunorganen. Dit is gunstig voor het voorkomen dat bij montage van de videowand een met de inrichting te bevestigen beeldscherm een verbinding van de eerste en/of de tweede eindbeugel met het steunorgaan wordt verbroken bijvoorbeeld ten gevolge van verticale plaatsing van de eindbeugel ten opzichte van het steunorgaan, waardoor een te bevestigen beeldscherm beschadigd raakt bijvoorbeeld ten gevolge van een val van het beeldscherm.
In een praktische uitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van instelelementen voor het instellen en het houden van een, althans in gebruik, verticale positie van de schermbeugels aan een steunorgaan van het paar steunorganen. Dit is gunstig voor het bij montage op relatief praktische wijze in een relatief korte tijdspanne instellen van een positie van de schermbeugels voor het realiseren van een koppeling van een koppelorgaan met de schermbeugels op een gewenste positie. Door de schermbeugels instelbaar te voorzien is het niet noodzakelijk de schermbeugels, alvorens de beeldschermen te monteren, relatief nauwkeurig uit te lijnen.
Hierbij is het voordelig indien ieder steunorgaan is voorzien van een zich in een lengterichting van het steunorgaan uitstrekkende opneemruimte, waarbij ieder instelelement ten minste ten dele in de opneemruimte is opgenomen en in de opneemruimte verplaatsbaar is voor het instellen van een, althans in gebruik, verticale positie van een schermbeugel aan een steunorgaan van het paar steunorganen. Dit is gunstig voor het op relatief praktische en betrouwbare wijze verbinden van een instelelement met een steunorgaan.
Hierbij is het gunstig indien ieder instelelement is voorzien van een instelorgaan, waarbij het instelorgaan is ingericht om in een eerste positie uit de opneemruimte uitneembaar te zijn en in een tweede positie in aangrijping te zijn met een de opneemruimte omgevende wand voor het aan het steunorgaan houden van het instelelement. Het uit de opneemruimte uitneembaar zijn van het instelorgaan is gunstig voor het van het steunorgaan losmaken van het instelelement, waarbij het niet noodzakelijk is om het instelelement vanaf een uiteinde van het steunorgaan in de opneemruimte aan te brengen en te verwijderen. Dit is bijzonder gunstig voor het bij montage toevoegen of verwijderen van instelelementen aan de inrichting.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting is ieder instelelement voorzien van een dwingorgaan voor het in aangrijping dwingen van het instelorgaan in de tweede positie ervan. Dit is voordelig voor het realiseren van een duurzame en betrouwbare aangrijping van het instelorgaan met het steunorgaan.
In een praktische uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding zijn de schermbeugels schuifbaar monteerbaar op de instelelementen en is de inrichting voorzien van borgorganen voor het borgen van de schermbeugels met de instelelementen. Dit is gunstig om bij montage op relatief praktische wijze schermbeugels te wisselen of aan te brengen. Het wisselen van een schermbeugel is praktische bij een defect van een schermbeugel. Het op deze wijze aanbrengen van schermbeugels is praktisch voor het bij montage kunnen toepassen van schermbeugels met verschillende afmetingen voor het bijvoorbeeld koppelen met verschillende soorten beeldschermen.
Het is voordelig indien de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels zijn voorzien van koppelopeningen, waarbij de koppelorganen ten minste ten dele zijn voorzien in de koppelopeningen voor het via de koppelorganen koppelen van de beeldschermen met de inrichting. Dit is gunstig voor het constructief op relatief eenvoudige realiseren van een bewegingsruimte bij koppeling van een koppelorgaan met eerste eindbeugels, tweede eindbeugels en schermbeugels. In een uitvoeringsvorm is de bewegingsruimte voor het toestaan van het onderling bevestigen en onderling uitlijnen van de met de inrichting te verbinden beeldschermen gerealiseerd doordat de afmetingen van de koppelopeningen groter zijn dan de afmetingen van de koppelorganen ter plaatse van de koppeling van de koppelorganen met de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels. Bij voorkeur is de bewegingsruimte voor het toestaan van het onderling bevestigen en onderling uitlijnen van de met de inrichting te verbinden beeldschermen gelegen in het bereik van 0,5 tot en met 4 mm, bij verdere voorkeur in het bereik van 1 tot en met 3 mm.
In een praktische uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding is een koppelorgaan van de koppelorganen voorzien van een schroefdraad voor het bevestigen van het koppelorgaan van de koppelorganen aan achterzijden van de beeldschermen. Dit is voordelig voor het instellen van een bereik voor het uitlijnen van de beeldschermen in een richting die in hoofdzaak haaks op het beeldschermvlak van de videowand is gericht voor het realiseren van een in hoofdzaak vlak beeldschermvlak van de videowand voor het realiseren van een relatief goede beeldkwaliteit. Bij voorkeur worden hiertoe de van schroefdraad voorziene koppelorganen tot een bepaalde afstand in de beeldschermen geschroefd.
Volgens een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een videowand omvattende onderling bevestigde beeldschermen en een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de onderling bevestigde beeldschermen zijn bevestigd aan de eerste eindbeugels, tweede eindbeugels en/of de beeldschermbeugels. De voordelen van een dergelijke videowand zijn analoog aan de voordelen van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding.
Volgens een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een inrichting voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen voor het verschaffen van een videowand, de inrichting omvattende: eerste eindbeugels en tweede eindbeugels die zijn ingericht voor het respectievelijk houden van een bovenste en een onderste beeldscherm van de videowand, schermbeugels die tussen de eerste eindbeugels en de tweede eindbeugels zijn voorzien, waarbij iedere schermbeugel is ingericht voor het houden van naburige beeldschermen van de videowand, koppelorganen die zijn ingericht voor bevestiging aan achterzijden van de beeldschermen en te koppelen met de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels voor het realiseren van een gekoppelde toestand, waarbij de koppelorganen, de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels zijn ingericht om in de gekoppelde toestand een beweging van ieder koppelorgaan ten opzichte van de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels toe te staan voor het onderling bevestigen en daarmee onderling uitlijnen van de met de inrichting te verbinden beeldschermen. De voordelen van de inrichting volgens het derde aspect zijn analoog aan de voordelen van de inrichting volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
Hierbij is het gunstig indien de inrichting is voorzien van: een paar bevestigingsorganen voor bevestiging van de inrichting aan een drager; een paar steunorganen, waarbij ieder steunorgaan bevestigingsbeugels omvat voor het losmaakbaar bevestigen van het steunorgaan aan het paar bevestigingsorganen, waarbij aan ieder steunorgaan eerste eindbeugels en tweede eindbeugels zijn voorzien, waarbij de eerste eindbeugels, de tweede eindbeugels en de schermbeugels aan het paar steunorganen zijn voorzien.
Verdere voordelen en uitvoeringsvormen van de inrichting volgens het derde aspect van de onderhavige uitvinding zijn gelijk aan uitvoeringsvormen en voordelen van de inrichting volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de omschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren, waarin:
Fig. 1: in aanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding met een aantal bijbehorende platte beeldschermen toont;
Fig. 2-7: in aanzicht elementen van de uitvoeringsvorm volgens Fig. 1 tonen;
Fig. 8: in aanzicht een achterzijde van een beeldscherm voorzien van een deel van de inrichting in de uitvoeringsvorm volgens Fig. 1 toont;
Fig. 9: in aanzicht een detail uit Fig. 8 toont;
Fig. 10 - 14: in aanzicht elementen van de uitvoeringsvorm volgens
Fig. 1 tonen.
Inrichting 1 is voorzien van een eerste langwerpig profiel 5 en een tweede langwerpig profiel 7. De eerste en tweede langwerpig profielen, samen ook wel aangeduid als horizontale profielen, zijn ingericht als bevestigingsorganen voor het bevestigen van de inrichting 1 aan een niet nader getoonde wand. Ten minste een van de horizontale profielen wordt hierbij relatief nauwkeurig horizontaal, in horizontale richting H, uitgelijnd voor het verschaffen van een horizontale referentie voor het horizontaal uitlijnen van met de inrichting 1 te bevestigen beeldschermen 3. De horizontale profielen 5 en 7 zijn verkregen door het extruderen van aluminium. Voor bevestiging van de horizontale profielen aan de wand zijn aan de naar de wand toe te keren zijde van de horizontale profielen 5 en 7 klembeugels 2 voorzien. De klembeugels 2 realiseren een krachtgesloten verbinding met de horizontale profielen 5 en 7 en zijn vanaf een uiteinde van een horizontaal profiel op het horizontaal profiel aan te brengen en naar een gewenste positie langs het horizontaal profiel te schuiven. De klembeugels 2 zijn voorzien van niet nader getoonde gaten voor het met bouten bevestigen van de inrichting 1 aan de wand.
Aan de horizontale profielen 5 en 7 zijn verticale profielen 9, 10 en 11 in de vorm van steunorganen bevestigbaar voor het verkrijgen van een raamwerk. De verticale profielen 9, 10 en 11 zijn eveneens verkregen door extrusie van aluminium en uitgevoerd als langwerpige profielen die zich bij toepassing in verticale richting V uitstrekken. Voor bevestiging van de verticale profielen 9, 10 en 11 aan de horizontale profielen 5 en 7 zijn aan de verticale profielen 9, 10 en 11 bevestigingsbeugels 13 en 15 voorzien. Een eerste bevestigingsbeugel 13 van de bevestigingsbeugels is via een zwenkbeugel 23 aan een bovenste uiteinde van de verticale profielen 9, 10 en 11 voorzien. De eerste bevestigingsbeugel 13 is middels een schroefbout 4 met de zwenkbeugel 23 gekoppeld, waarbij de eerste bevestigingsbeugel 13 om een hartlijn van de schroefbout 4 zwenkbaar is wanneer de schroefbout 4 in een eerste positie is, waarbij in de eerste positie van de schroefbout 4 de eerste bevestigingsbeugel 13 en de zwenkbeugel 23 vrij zijn fixering ten opzichte van elkaar door de schroefbout 4. De zwenkbeugel 23 is voorzien van als slobgaten 25 uitgevoerde verstelorganen voor het ten opzichte van de eerste zwenkbeugel 13 kunnen verschuiven van de zwenkbeugel 23. De eerste zwenkbeugel 13 is verder voorzien van een grendelorgaan 6 voor na het aanhaken van de eerste zwenkbeugel 13 aan het eerste horizontale profiel 5 vergrendelen van de eerste zwenkbeugel 13 met het eerste horizontale profiel. Hiertoe is het grendelorgaan 6 zodanig gevormd dat het een vormgesloten verbinding van de eerste zwenkbeugel 13 met het eerste horizontale profiel 5 realiseerbaar is. Na vergrendeling van de eerste zwenkbeugel 13 met het eerste horizontale profiel 5 is het verticale profiel in een richting haaks op het eerste horizontale profiel 5 beweegbaar door beweging van de schroefbout 4 in het slobgat 25 wanneer de schroefbout 4 in de eerste positie is waarbij de eerste bevestigingsbeugel 13 en de zwenkbeugel 23 vrij zijn fixering ten opzichte van elkaar door de schroefbout 4. Onder toepassing van de beweging van het verticale profiel ten opzichte van het eerste horizontale profiel 5 is een tweede bevestigingsbeugel 15 van de bevestigingsbeugels verbindbaar met het tweede langwerpige profiel 7. Door het in een tweede positie brengen van de schroefbout 4 zijn, ten gevolge van het aandraaien van de schroefbout 4, de eerste bevestigingsbeugel 13 en de zwenkbeugel 23 ten opzichte van elkaar fixeerbaar en daarmee is tevens de positie van de tweede bevestigingsbeugel 15 ten opzichte van het tweede langwerpige profiel 7 fixeerbaar.
Aan een onderste uiteinde van de verticale profielen 9, 10 en 11 is de inrichting 1 voorzien van een onderste blokkeerorgaan 45. Het onderste blokkeerorgaan 45 sluit aan een onderste kopse uiteinde van het verticale profiel zich in het verticale profiel voorziene opneemruimte 33 en verdere opneemruimte 8 af. In de verdere opneemruimte 8 is een tweede eindbeugel 19 voorzien. De tweede eindbeugel 19 is middels een bout-gat verbinding 27 met het verticale profiel gefixeerd waarbij het onderste blokkeerorgaan 45 aanligt aan de tweede eindbeugel 19. De tweede eindbeugel 19 is voorzien van langwerpige openingen 41 die aan een bovenzijde ervan door een omzetting van de tweede eindbeugel 19 geopend is.
Aan een bovenste uiteinde van de verticale profielen 9, 10 en 11 is de inrichting 1 voorzien van een bovenste blokkeerorgaan 47. Het bovenste blokkeerorgaan 47 sluit aan een bovenste kopse uiteinde van het verticale profiel zich in het verticale profiel voorziene opneemruimte 33 en verdere opneemruimte 8 af. In de verdere opneemruimte 8 is een eerste eindbeugel 17 voorzien. De eerste eindbeugel 17 is middels een boutverbinding 10 met het bovenste blokkeerorgaan 47 verbonden voor het verschaffen van een optilbeveiliging van de schermen 3. De eerste eindbeugel 17 is voorzien van langwerpige openingen 39 die aan een onderzijde ervan door een omzetting van de tweede eindbeugel 17 geopend is.
Tussen de eerste eindbeugel 17 en de tweede eindbeugel 19 zijn in de verdere opneemruimte 8 instelelementen 29 voorzien. De instelelementen 29 zijn met een eerste deel ervan opgenomen in de verdere opneemruimte 8 en met een instelorgaan 49 ervan opgenomen in een opneemruimte 33. De opneemruimte 33 en de verdere opneemruimte 8 zijn naar een buitenzijde van het verticale profiel toe geopend, waarbij een zich in de lengterichting van het verticale profiel uitstrekkende binnenruimte van de opneemruimte 33 en de verdere opneemruimte 8 zich langs de wand haaks op de lengterichting van het verticale profiel over een grotere afstand uitstrekt dan een opening waarmee de opneemruimte 33 en de verdere opneemruimte 8 zich naar buiten toe opent voor het realiseren van een aangrijping van het eerste deel van het instelelement 29 met een de verdere opneemruimte 8 omgevende wand en aangrijping van het instelorgaan 49 met een de opneemruimte 33 omgevende wand. Het instelorgaan 49 is uit de opneemruimte 33 uitneembaar doordat het instelorgaan 49 is voorzien van een niet nader getoonde langwerpige aangrijpkop die in een eerste positie, waarbij een lange zijde van de langwerpige aangrijpkop evenwijdig is aan de lengterichting van het verticale profiel uit de opneemruimte 33 uitneembaar is. In een tweede positie van de langwerpige aangrijpkop is de lange zijde van de langwerpige aangrijpkop in hoofdzaak haaks is aan de lengterichting van het verticale profiel voor het in de opneemruimte 33 haken van de aangrijpkop. Aan een van het verticale profiel afgekeerde zijde van het instelelement 29 is een als veer 31 uitgevoerd dwingorgaan voorzien. De veer 31 steunt aan een zijde af op een met het instelorgaan 49 verbonden moer 12 voor het in aangrijping dwingen van de aangrijpkop met de de opneemruimte 33 omgevende wand. Door het aanbrengen van een kracht op het instelorgaan 49 voor het overwinnen van een door de veer 31 uitgeoefende veerkracht is de aangrijpkop vrij te maken van aangrijping met de wand van de opneemruimte 33 voor het in de lengterichting van het verticale profiel kunnen verplaatsen van het instelelement 29. Ten gevolge van de veerwerking van de veer 31 is een instelelement 29 op een gewenste verticale positie van de inrichting 1 te positioneren en te houden.
Over de instelelementen 29 is een schermbeugel 21 schuifbaar. De schermbeugel 21 is hierbij tot in de verdere opneemruimte 8 schuifbaar zodat een onderste deel en een bovenste deel van de schermbeugel 21, die elk zijn voorzien van een borgopening 14, gezien in een richting haaks op de lengterichting van het verticale profiel, zich uitstrekken tussen het instelelement 29 en het verticale profiel. Door het aanbrengen van een als pen 35 uitgevoerd borgorgaan is de schermbeugel 21 te borgen aan het instelelement 29. De schermbeugels 21 zijn voorzien van koppelopeningen 43 die aan een bovenzijde ervan door een omzetting van de schermbeugels 21 geopend zijn. De langwerpige openingen 39 en 41 en de koppelopeningen 43 zijn in hoofdzaak in verticale richting V boven elkaar voorzien voor het in hoofdzaak recht boven elkaar kunnen voorzien van naburige beeldschermen 3.
De in de figuren 1-14 getoonde inrichting 1 is ingericht om te koppelen met beeldschermen 3 die aan een achterzijde ervan nabij de hoekpunten zijn voorzien van niet nader getoonde schroefgaten. Voor het koppelen met de beeldschermen 3 is de inrichting 1 voorzien van koppelorganen 37. De koppelorganen 37 zijn uitgevoerd als rotatie-symmetrische haken, waarbij de haken zijn gevormd door een aan een eerste uiteinde van de koppelorganen 37 voorziene ronde flens 16. Aan een tweede uiteinde van de koppelorganen 37 zijn de koppelorganen 37 voorzien van een niet nader getoonde schroefdraad voor het inschroeven van de koppelorganen 37 in de schroefgaten van het beeldscherm 3. De afstand van de ronde flens 16 tot aan het beeldscherm 3 is instelbaar door de schroefdaad van de koppelorganen 37 verder of minder ver in het beeldscherm 3 te schroeven.
Voor het koppelen van de beeldschermen 3 met de inrichting 1 worden vier koppelorganen 37 in de schroefgaten van de beeldschermen 3 geschroefd. Vervolgens worden twee onderste koppelorganen 37 die zijn verbonden met een onderste beeldscherm 3 in langwerpige openingen 41 van tweede eindbeugels 19 voorzien, waarbij de flenzen 16 van de koppelorganen 37 aan een van het beeldscherm 3 afgekeerde zijde van de eindbeugel 21 geraakt voor het in de langwerpige opening 41 haken van het koppelorgaan 37. De twee onderste koppelorganen 37 rusten hierbij op de tweede eindbeugels 19. Doordat in een richting dwars op de lengterichting van de langwerpige opening 41 de opening een grotere afmeting heeft dan de koppelorganen 37 is een speling gerealiseerd tussen het koppelorgaan 37 en de tweede eindbeugel 19 voor het verschaffen van bewegingsruimte van het koppelorgaan 37 ten opzichte van de tweede eindbeugel 19 voor het onderling kunnen koppelen en daarmee in horizontale richting H uitlijnen met naburige beeldschermen 3. Een verticale uitlijning met naburige beeldschermen is toegestaan door beweging van het koppelorgaan 37 in verticale richting V in de langwerpige koppelopeningen 41. Voor het uitlijnen van naburige schermen in een richting D in hoofdzaak haaks op het door de beeldschermen 3 gevormde beeldschermvlak is een afstand van de flens 16 tot aan het beeldscherm 3 groter dan een dikte van de tweede eindbeugels 19.
Twee bovenste koppelorganen 37 die zijn verbonden met een beeldscherm 3 worden vervolgens ingehaakt in de koppelopeningen 43 van de schermbeugels 21. Hiertoe worden de schermbeugels 21 onder bediening van het instelorgaan 49 naar een gewenst verticale positie gebracht onder inhaking van de twee bovenste koppelorganen 37. Hierbij worden de schermbeugels 21 op een zodanige hoogte gepositioneerd dat de bovenste koppelorganen 37 op de schermbeugels 21 rusten aan een onderste uiteinde van de koppelopeningen 43. Doordat in een richting dwars op de lengterichting van de koppelopeningen 43 de opening een grotere afmeting heeft dan de koppelorganen 37 is een speling gerealiseerd tussen het koppelorgaan 37 en de schermbeugel 21 voor het verschaffen van bewegingsruimte van het koppelorgaan 37 ten opzichte van de schermbeugel 21 voor het onderling kunnen koppelen en daarmee in horizontale richting H uitlijnen met naburige beeldschermen 3. Een verticale uitlijning met naburige beeldschermen is toegestaan door beweging van het koppelorgaan 37 in verticale richting V in de koppelopening 43. Voor het uitlijnen van naburige schermen in een richting D in hoofdzaak haaks op het door de beeldschermen 3 gevormde beeldschermvlak is een afstand van de flens 16 tot aan het beeldscherm 3 groter dan een dikte van de schermbeugel 21.
Een boven het onderste beeldscherm 3 te voorzien beeldscherm, dat eveneens is voorzien van koppelorganen 37 wordt vervolgens in de koppelopeningen 43 gebracht en rust hierbij op het onderste beeldscherm 3. Aan een bovenzijde rusten twee bovenste koppelorganen 37 van het boven het onderste beeldscherm 3 voorziene beeldscherm aan een onderste uiteinde van koppelopeningen 43 van een verdere schermbeugel 21. Een bovenste beeldscherm 3 wordt analoog aan een tussen het onderste beeldscherm en bovenste beeldscherm voorzien beeldscherm in een schermbeugel 21 gehaakt. Twee bovenste koppelorganen 37 die zijn verbonden met het bovenste beeldscherm 3 worden ingehaakt in de koppelopeningen 39 van de eerste eindbeugels 17. Doordat in een richting dwars op de lengterichting van de koppelopeningen 39 de opening een grotere afmeting heeft dan de koppelorganen 37 is een speling gerealiseerd tussen het koppelorgaan 37 en de eerste eindbeugel 17 voor het verschaffen van bewegingsruimte van het koppelorgaan 37 ten opzichte van de eerste eindbeugel 17 voor het onderling kunnen koppelen en daarmee in horizontale richting H uitlijnen met naburige beeldschermen 3. Een verticale uitlijning met naburige beeldschermen is toegestaan door beweging van het koppelorgaan 37 in verticale richting V in de koppelopening 39. Voor het uitlijnen van naburige schermen in een richting D in hoofdzaak haaks op het door de beeldschermen 3 gevormde beeldschermvlak is een afstand van de flens 16 tot aan het beeldscherm 3 groter dan een dikte van de eerste eindbeugels 17.

Claims (19)

1. Inrichting (1) voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen (3) voor het verschaffen van een videowand, de inrichting omvattende: een paar bevestigingsorganen (5, 7) voor bevestiging van de inrichting (1) aan een drager; een paar steunorganen (9, 11), waarbij ieder steunorgaan bevestigingsbeugels (13, 15) omvat voor het losmaakbaar bevestigen van het steunorgaan aan het paar bevestigingsorganen, eerste eindbeugels (17) en tweede eindbeugels (19) die zijn voorzien aan ieder steunorgaan en die zijn ingericht voor het respectievelijk houden van een bovenste en een onderste beeldscherm van de videowand, schermbeugels (21) die tussen de eerste eindbeugels en de tweede eindbeugels aan het paar steunorganen zijn voorzien, waarbij iedere schermbeugel is ingericht voor het houden van naburige beeldschermen van de videowand, koppelorganen (37) die zijn ingericht voor bevestiging aan achterzijden van de beeldschermen (3) en te koppelen met de eerste eindbeugels (17), de tweede eindbeugels (19) en de schermbeugels (21) voor het realiseren van een gekoppelde toestand, waarbij de koppelorganen (37), de eerste eindbeugels (17), de tweede eindbeugels (19) en de schermbeugels (21) zijn ingericht om in de gekoppelde toestand een beweging van ieder koppelorgaan (37) ten opzichte van de eerste eindbeugels (17), de tweede eindbeugels (19) en de schermbeugels (21) toe te staan voor het onderling bevestigen en onderling uitlijnen van de met de inrichting (1) te verbinden beeldschermen (3).
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij in de gekoppelde toestand de koppelorganen (37) in een horizontale, zich in gebruik evenwijdig aan de videowand uitstrekkende eerste richting en in een verticale, zich in gebruik evenwijdig aan de videowand uitstrekkende tweede richting beweegbaar zijn, waarbij de tweede richting in hoofdzaak haaks op de eerste richting is, voor het toestaan van het onderling bevestigen en onderling uitlijnen van de met de inrichting (1) te verbinden beeldschermen (3).
3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij in de gekoppelde toestand de koppelorganen (37) in een derde richting beweegbaar zijn voor het toestaan van het onderling bevestigen en onderling uitlijnen van de met de inrichting (1) te verbinden beeldschermen (3), waarbij de derde richting, althans in gebruik, in hoofdzaak haaks op de eerste richting en de tweede richting is.
4. Inrichting (1) volgens elke willekeurige van de voorgaande conclusies, waarbij ieder bevestigingsorgaan (5, 7) een, althans in gebruik, zich horizontaal uitstrekkend, langwerpig eerste profiel omvat en/of ieder steunorgaan (9, 11) een, althans in gebruik, zich verticaal uitstrekkend, langwerpig tweede profiel omvat.
5. Inrichting (1) volgens elke willekeurige van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsbeugels (13, 15) van ieder steunorgaan (9, 11) een eerste bevestigingsbeugel (13) en een tweede bevestigingsbeugel (15) omvatten, waarbij een van de eerste bevestigingsbeugel (13) en de tweede bevestigingsbeugel (15) is ingericht voor bevestiging aan een bevestigingsorgaan (5, 7) van het paar bevestigingsorganen (5, 7) en waarbij de ene van de eerste bevestigingsbeugel (13) en de tweede bevestigingsbeugel (15) via een eerste zwenkbeugel (23) om een horizontale, zich in gebruik evenwijdig aan de beeldschermen uitstrekkende, zwenkas zwenkbaar met het steunorgaan is verbonden.
6. Inrichting (1) volgens conclusie 5, waarbij de eerste zwenkbeugel (23) is voorzien van een verstelorgaan (25) voor het, althans in gebruik, in verticale richting verstellen van het steunorgaan (9, 11) ten opzichte van het paar bevestigingsorganen (5, 7).
7. Inrichting (1) volgens conclusie 5 of 6, waarbij een van de eerste bevestigingsbeugel (13) en de tweede bevestigingsbeugel (15) een grendelorgaan omvat voor het aan het paar bevestigingsorganen grendelen van het paar steunorganen (9, 11).
8. Inrichting (1) volgens elke willekeurige van de conclusies 5, 6 en 7, waarbij de zwenkas is gevormd door een zwenkorgaan (4), waarbij in een eerste positie van het zwenkorgaan (4) de ene van de eerste bevestigingsbeugel (13) en de tweede bevestigingsbeugel (15) ten opzichte van het steunorgaan zwenkbaar is om de horizontale zwenkas en in een tweede positie van het zwenkorgaan (4) de ene van de eerste bevestigingsbeugel (13) en de tweede bevestigingsbeugel (15) ten opzichte van het steunorgaan voor zwenking om de horizontale zwenkas geblokkeerd is.
9. Inrichting (1) volgens elke willekeurige van de voorgaande conclusies, waarbij fixeerorganen (27) zijn voorzien voor het fixeren van de tweede eindbeugels (19) aan een steunorgaan van het paar steunorganen (9, 11).
10. Inrichting (1) volgens elke willekeurige van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste eindbeugels (17) en de tweede eindbeugels (19) in een, althans in gebruik, verticale richting verplaatsbaar aan de steunorganen zijn voorzien.
11. Inrichting (1) volgens conclusie 10, waarbij de inrichting (1) is voorzien van blokkeerorganen (45, 47) voor het blokkeren van een verplaatsing van de eerste eindbeugels (17) en de tweede eindbeugel (19) voorbij een onderste uiteinde en een bovenste uiteinde van de steunorganen.
12. Inrichting (1) volgens elke willekeurige van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting (1) is voorzien van instelelementen (29) voor het instellen en het houden van een, althans in gebruik, verticale positie van de schermbeugels (21) aan een steunorgaan van het paar steunorganen (9, 11).
13. Inrichting (1) volgens conclusie 12, waarbij ieder steunorgaan (9, 11) is voorzien van een zich in een lengterichting van het steunorgaan (9, 11) uitstrekkende opneemruimte (33), waarbij ieder instelelement (29) ten minste ten dele in de opneemruimte (33) is opgenomen en in de opneemruimte (33) verplaatsbaar is voor het instellen van een, althans in gebruik, verticale positie van een schermbeugel (21) aan een steunorgaan van het paar steunorganen (9, 11).
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij ieder instelelement (29) is voorzien van een instelorgaan (49), waarbij het instelorgaan (49) is ingericht om in een eerste positie uit de opneemruimte (33) uitneembaar te zijn en in een tweede positie in aangrijping te zijn met een de opneemruimte (33) omgevende wand voor het aan het steunorgaan houden van het instelelement (29).
15. Inrichting (1) volgens conclusie 14, waarbij ieder instelelement (29) is voorzien van een dwingorgaan (31) voor het in aangrijping dwingen van het instelorgaan (49) in de tweede positie ervan.
16. Inrichting (1) volgens elke willekeurige van de conclusies 12 tot en met 15, waarbij de schermbeugels (21) schuifbaar monteerbaar zijn op de instelelementen (29) en waarbij de inrichting (1) is voorzien van borgorganen (35) voor het borgen van de schermbeugels (21) met de instelelementen (29).
17. Inrichting (1) volgens elke willekeurige van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste eindbeugels (17), de tweede eindbeugels (19) en de schermbeugels (21) zijn voorzien van koppelopeningen (39, 41, 43), waarbij de koppelorganen ten minste ten dele zijn voorzien in de koppelopeningen (39, 41, 43) voor het via de koppelorganen (37) koppelen van de beeldschermen met de inrichting (1).
18. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een koppelorgaan van de koppelorganen (37) is voorzien van een schroefdraad voor het bevestigen van het koppelorgaan van de koppelorganen aan achterzijden van de beeldschermen (3).
19. Videowand omvattende onderling bevestigde beeldschermen (3) en een inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de onderling bevestigde beeldschermen (3) zijn bevestigd aan de eerste eindbeugels (17), tweede eindbeugels (19) en/of de beeldschermbeugels (21).
NL2019795A 2017-10-25 2017-10-25 Inrichting voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen voor het verschaffen van een videowand NL2019795B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019795A NL2019795B1 (nl) 2017-10-25 2017-10-25 Inrichting voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen voor het verschaffen van een videowand
PCT/NL2018/050697 WO2019083358A1 (en) 2017-10-25 2018-10-23 DEVICE FOR ATTACHING IMAGE SCREENS MUTUALLY ATTACHED AND ALIGNED THEREON SO THAT CREATE A VIDEO WALL

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019795A NL2019795B1 (nl) 2017-10-25 2017-10-25 Inrichting voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen voor het verschaffen van een videowand

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2019795B1 true NL2019795B1 (nl) 2019-05-02

Family

ID=64959399

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2019795A NL2019795B1 (nl) 2017-10-25 2017-10-25 Inrichting voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen voor het verschaffen van een videowand

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2019795B1 (nl)
WO (1) WO2019083358A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110335549A (zh) * 2019-05-16 2019-10-15 上海兰韵多媒体科技有限公司 一种大屏幕多屏联动方法和飞屏系统
US11696413B2 (en) 2020-07-01 2023-07-04 Daktronics, Inc. Support structure for electronic banner display
LU500750B1 (en) * 2021-10-18 2023-04-18 Barco Control Rooms Gmbh Support structure with improved alignment for frames of a tiled display wall
KR102528864B1 (ko) * 2022-08-02 2023-05-04 (주)쇼앤프루브 비디오월 구축 전용 브라켓

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8702048B2 (en) * 2008-05-23 2014-04-22 Daktronics, Inc. Support assembly
BRMU8800821Y1 (pt) * 2008-03-26 2016-03-29 Ims Indústria Metalúrgica Sangiuliano Ltda disposição introduzida em suporte para televisores de plasma e similares
JP4883659B2 (ja) * 2009-04-08 2012-02-22 Necディスプレイソリューションズ株式会社 多画面表示装置の固定構造及び固定方法
CN201964100U (zh) * 2011-01-31 2011-09-07 钟再柏 挂接装置
CN202056484U (zh) * 2011-05-04 2011-11-30 郑如军 组合显示屏安装支架
CN203288190U (zh) * 2013-05-20 2013-11-13 深圳市科瑞兹科技有限公司 隐形壁挂式液晶拼接显示屏
CN203375141U (zh) * 2013-08-01 2014-01-01 青岛海信电器股份有限公司 壁挂支架及显示设备
CN203880365U (zh) * 2014-05-13 2014-10-15 北京京东方专用显示科技有限公司 视频墙显示单元的拼接框架及视频墙

Also Published As

Publication number Publication date
WO2019083358A1 (en) 2019-05-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2019795B1 (nl) Inrichting voor het daar aan bevestigen van onderling bevestigbare en uitlijnbare beeldschermen voor het verschaffen van een videowand
US7300029B2 (en) Flat panel display wall mounting system
US9132784B2 (en) Truck headache rack
US8724298B2 (en) Panel display suspension system and a panel display provided with a panel display suspension system
US20020088668A1 (en) Apparatus for securing ladder to building structure
US20090026338A1 (en) Structural mounting for equipment on a rooftop
US20160322929A1 (en) Plunger and puck mounting system for photovoltaic panels
US9844265B2 (en) Adjustable television nook mount
US20110260027A1 (en) Solar panel mounting assembly with locking cap
US20170204615A1 (en) Attachment brackets for panel mounting
US8403191B2 (en) Pickup ladder rack
US9821989B2 (en) Adjustable overhead assembly for vehicle lift
US9163783B1 (en) Adjustable television ceiling mounting system
US20070152112A1 (en) Apparatus for mounting a flat screen display device to a lift mechanism
US20180352955A1 (en) Adjustable mount for a monitor
US20150040965A1 (en) Ground Mount Structure With Mounting Assemblies And Central Quick-Mount Rail
GB2528029A (en) Adjustable video display panel mounting and video wall
CN109845421B (zh) 安装辅助件
US20120217766A1 (en) Adjustable support structure for vehicle cargo bed extension
US9481319B2 (en) TV mount for over-the-road truck
CN213640371U (zh) 天花轨道悬挂系统
CN209941979U (zh) 一种快速安装的可调节幕墙支座
KR101689561B1 (ko) 보일러 설치 장치
CN103883855A (zh) 壁挂组件
JP7258718B2 (ja) 屋外フィンの固定構造

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: VOGEL'S IP B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: VOGEL'S HOLDING B.V.

Effective date: 20220516