NL2009585C2

NL2009585C2 - Lierinrichting.

Info

Publication number: NL2009585C2
Application number: NL2009585A
Authority: NL
Inventors: Benno Maathuis
Original assignee: Maathuis & Drost V O F
Priority date: 2012-10-08
Filing date: 2012-10-08
Publication date: 2014-04-14
Also published as: WO2014058307A1

Description

LIERINRICHTING

De uitvinding heeft betrekking op een Herinrichting voor verplaatsbare bevestiging op een voertuighefbrug voorzien van twee rijplaten met daartussen een horizontale dwarsbalk, 5 waarin de Herinrichting is bestemd voor het plaatsen van een voertuig op de rijplaten.

De Herinrichting volgens de aanhef wordt gebruikt voor het op de rijplaten van een voertuighefbrug trekken van een voertuig. De Her van de bekende Herinrichting wordt voor gebruik aan de dwarsbalk bevestigd met behulp van een kabel van de lier. Het uiteinde van deze kabel wordt voor gebruik aan het voertuig bevestigd, bijvoorbeeld aan een sleepoog.

10 Hierna kan het voertuig op de rijplaten worden geplaatst door de kabel van de lier op te winden. De lier kan zowel elektrisch als handmatig te bedienen zijn.

Het nadeel van de bekende Herinrichting is dat bij het volledig oprollen van de kabel het voertuig nog niet ver genoeg op de rijplaten staat. In de praktijk komt het er dan op neer dat het voertuig alsnog door de gebruiker duwend op de rijplaten wordt geplaatst.

15 In veel gevallen is de bekende Herinrichting op een verkeerde plaats op de dwarsbalk bevestigd, waardoor het voertuig niet recht op de rijplaten getrokken wordt. Om dit te corrigeren, dient de spanning van de kabel te worden gehaald en zal de Herinrichting moeten worden verschoven over de dwarsbalk.

Het is het doel van de uitvinding om te voorzien in een Herinrichting volgens de 20 aanhef, die bovengenoemde nadelen niet heeft. Daartoe heeft de inventieve Herinrichting het kenmerk, dat de Herinrichting een langwerpige behuizing omvat, waaraan aan een eerste uiteinde van de behuizing de lier is aangebracht en aan een tweede uiteinde van de behuizing een U-vormig bevestigingsdeel is aangebracht dat is bestemd voor losneembare bevestiging aan en langs de horizontale dwarsbalk, zodanig dat bij gebruik van de 25 Herinrichting de behuizing in hoofdzaak haaks op de dwarsbalk staat en zich uitstrekt in een van de voertuighefbrug afgekeerde richting. De inventieve maatregelen zorgen ervoor dat de lier nu niet meer onder het voertuig kan komen tijdens het oprollen van de kabel, waardoor het voertuig volledig op de hefbrug kan worden geplaatst met behulp van de Herinrichting.

Het verplaatsen van de Herinrichting langs de dwarsbalk is door het U-vormig 30 bevestigingsdeel veel gemakkelijker dan bij de bekende Herinrichting.

Bij voorkeur is het U-vormig bevestigingsdeel gevormd door drie plaatdelen. Daarbij liggen na plaatsing van de Herinrichting de plaatdelen tegen de vlakke onderzijde, vlakke bovenzijde en één vlakke zijkant van de dwarsbalk.

Ter voorkoming van beschadigingen aan de dwarsbalk en ter bescherming van de 35 plaatdelen zijn ten minste twee plaatdelen voorzien van een teflon coating.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de Herinrichting volgens de uitvinding is het bevestigingsdeel onder een hoek op de behuizing aangebracht, zodanig dat na het 2 bevestigen van de Herinrichting aan de voertuighefbrug, de behuizing een maximale hoek van 50° maakt met een horizontaal vlak omvattende de dwarsverbinding. Hierdoor wordt de afstand van de lier tot de grond vergroot, waardoor de lier gemakkelijker te bedienen is en de Herinrichting gemakkelijker door een gebruiker langs de dwarsbalk is te verplaatsen.

5 Om de kabel van de lier meer horizontaal te laten te laten lopen, is bij voorkeur op de behuizing een geleidingsoog aangebracht voor het geleiden van een kabel van de lier.

De behuizing van de Her omvat bij voorkeur telescopische behuizingsdelen, waarin tenminste één behuizingsdeel is voorzien van gaten, de behuizing verder is voorzien van een pin, en de lengte van de behuizing instelbaar is door samenwerking van de pin met de 10 gaten in de behuizingsdelen. Hierdoor kan op eenvoudige wijze de hoogte van de lier worden aangepast aan de hoogte van de gebruiker. Daarnaast kan ook op eenvoudige wijze de lier verder worden uitgestrekt in een van de voertuighefbrug afgekeerde richting om te voorkomen dat de Herinrichting het op de voertuighefbrug geplaatste voertuig raakt.

15 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin:

Figuur 1 de Herinrichting volgens de uitvinding toont bevestigd op een voertuighefbrug;

Figuur 2A het behuizingsdeel toont, waaraan het U-vormige bevestigingsdeel is 20 aangebracht;

Figuur 2B een dwarsdoorsnede toont van het behuizingsdeel, waaraan het U-vormige bevestigingsdeel is aangebracht;

Figuur 3 het behuizingsdeel toont, waaraan de lier is aangebracht.

In de verschillende figuren duiden gelijke cijfers gelijke onderdelen aan.

25

Figuur 1 toont de Herinrichting 1 volgens de uitvinding, die is bevestigd op een voertuighefbrug 2. De voertuighefbrug 2 is voorzien van twee rijplaten R, waarvan alleen één is getoond. Tussen de rijplaten R is een horizontale dwarsbalk D bevestigd. De Herinrichting omvat een langwerpige behuizing 4, waaraan aan een eerste uiteinde van de behuizing 4 30 een lier 3 is aangebracht en aan een tweede uiteinde van de behuizing een U-vormig bevestigingsdeel 5 is aangebracht. Het bevestigingsdeel 5 is bestemd voor losneembare bevestiging aan en langs de horizontale dwarsbalk D, zodanig dat bij gebruik van de Herinrichting 1 de behuizing 4 in hoofdzaak haaks op de dwarsbalk D staat en zich uitstrekt in een van de voertuighefbrug 2 afgekeerde richting. Het U-vormig bevestigingsdeel 5 is 35 gevormd door drie plaatdelen P1, P2 en P3. Bij voorkeur zijn de drie plaatdelen P1, P2 en P3 gevormd uit één (metalen) plaat. P3 bevindt zich aan de onderzijde van de dwarsbalk D. Ten minste twee plaatdelen zijn voorzien van een teflon coating. Bij voorkeur zijn P1 en P2 3 voorzien van een teflon coating T. Het bevestigingsdeel 5 is onder een hoek op de behuizing 4 aangebracht, zodanig dat na het bevestigen van de Herinrichting 1 aan de voertuighefbrug 2, de behuizing 4 een maximale hoek van 50° maakt met een horizontaal vlak omvattende de dwarsverbinding D. Op de behuizing 4 is een geleidingsoog 6 aangebracht voor het 5 geleiden van een kabel K van de lier 3. Voor het doorgeleiden van de kabel K is het geleidingsoog 6 voorzien van een opening. Ter versteviging van het geleidingsoog 6 wordt deze opening bij voorkeur gesloten met een wartel, waarbij de wartel beide uiteinden van de opening met elkaar verbindt. Het uiteinde van de kabel K is aan een voertuig bevestigd, bij voorbeeld aan een sleepoog van het voertuig. De behuizing 4 omvat telescopische 10 behuizingsdelen 7,8, waarin het behuizingsdeel 7 is voorzien van gaten. De behuizing 4 is verder voorzien van een pin 9. De lengte van de behuizing 4 is instelbaar door pin 9 in de gaten 10 van het behuizingsdeel 7 te steken. In het geval het voertuig scheef op de voertuighefbrug 2 wordt getrokken, kan de positie van de Herinrichting 1 eenvoudig worden veranderd door de Herinrichting 1 over de dwarsbalk D te verschuiven.

15 Figuur 2A toont het behuizingsdeel 8, waaraan het U-vormige bevestigingsdeel 5 is aangebracht. De behuizing 4 maakt een maximale hoek a, waarbij α < 50°, met een horizontaal vlak omvattende de dwarsverbinding D.

Figuur 2B toont een dwarsdoorsnede van het behuizingsdeel 8.

Figuur 3 toont het behuizingsdeel 7, waaraan de lier 3 is aangebracht.

20

De uitvinding is nadrukkelijk niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvorm, maar strekt zich uit tot alle onder de volgende conclusies vallende uitvoeringsvormen.

25

Claims

1. Lierinrichting voor verplaatsbare bevestiging op een voertuighefbrug voorzien van twee rijplaten met daartussen een horizontale dwarsbalk, waarin de lierinrichting is bestemd 5 voor het plaatsen van een voertuig op de rijplaten, omvattende een lier, met het kenmerk, dat de lierinrichting tevens een langwerpige behuizing omvat, waaraan aan een eerste uiteinde van de behuizing de lier is aangebracht en aan een tweede uiteinde van de behuizing een U-vormig bevestigingsdeel is aangebracht dat is bestemd voor losneembare bevestiging aan en langs de horizontale dwarsbalk, zodanig dat bij gebruik van de 10 lierinrichting de behuizing in hoofdzaak haaks op de dwarsbalk staat en zich uitstrekt in een van de voertuighefbrug afgekeerde richting.

2. Lierinrichting volgens conclusie 1, waarin het U-vormig bevestigingsdeel is gevormd door drie plaatdelen. 15

3. Lierinrichting volgens conclusie 2, waarin ten minste twee plaatdelen zijn voorzien van een teflon coating.

4. Lierinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarin het bevestigingsdeel 20 onder een hoek op de behuizing is aangebracht, zodanig dat na het bevestigen van de lierinrichting aan de voertuighefbrug, de behuizing een maximale hoek van 50° maakt met een horizontaal vlak omvattende de dwarsverbinding.

5. Lierinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarin op de behuizing een 25 geleidingsoog is aangebracht voor het geleiden van een kabel van de lier.

6. Lierinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarin de behuizing telescopische behuizingsdelen omvat, waarin tenminste één behuizingsdeel is voorzien van gaten, de behuizing verder is voorzien van een pin, en de lengte van de behuizing instelbaar 30 is door samenwerking van de pin met de gaten in de behuizingsdelen.