NL1035814C2 - Houder en werkwijze voor het vervaardigen van een houder met behandelmiddel. - Google Patents

Description

Houder en werkwijze voor hei: vervaardigen van een houder net hahanriolmi

De onderhavige uitvinding betreft een houder en een 5 werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Een dergelijke houder is bedoeld en geschikt om behandelmiddel te bevatten, welk behandelmiddel dient voor het behandelen van een voedselbereidingsinrichting, zoals een koffiemachine.

Het is in de techniek algemeen bekend om zogenaamde 10 pads te benutten. Dergelijke pads worden ook gevuld met gemalen koffie om op deze wijze koffie te kunnen zetten. In dergelijke pads of kussens kan ook de grondstof voor chocomel of thee worden aangebracht.

Het ligt in de lijn der verwachtingen, dat 15 schoonmaakmiddelen en behandelmiddelen voor voedselbereidingsinrichtingen op eenzelfde wijze aan te brengen zijn in het holle binnenste van pads of kussens, zoals tot op heden gebruikelijk was met betrekking tot gemalen koffie, cacao en thee. Dat wil zeggen, dat het een 20 logische ontwikkeling is dat de behandelmiddelen in een holle ruimte definiërende houder van bijvoorbeeld filterpapier in de vorm van een pad of kussen worden aangebracht, voor zover zulks in de techniek al is geopenbaard.

25 Een dergelijke configuratie vertoont echter een aantal nadelen. Zo is het een nadeel, dat water bij het behandelmiddel kan komen om dit door of uit de pad of kussen te spoelen. Echter, als gevolg van het contact met het water zal het behandelmiddel veelal gaan klonteren en niet meer in 30 de gewenste mate uitstromen uit de pad of het kussen om op werkzame wijze de voedselbereidingsinrichting te behandelen, in het bijzonder te reinigen.

1035814 2

Met de onderhavige uitvinding is beoogd een oplossing te bieden voor deze probleemstelling, of althans de problemen van de bekende techniek te verminderen.

Hiertoe onderscheid een houder volgens de onderhavige 5 uitvinding zich van de bekende techniek door de maatregelen, zoals die zijn gedefinieerd in de onafhankelijke conclusies. Daarbij wordt een houder benut, die is gevormd uit een plaatvormig element met een vooraf bepaalde dikte, welk element is vervaardigd uit een materiaal met een structuur, 10 welke structuur een veelvoud aan ruimtes in de dikte van het element definieert; en met behandelmiddel in die ruimtes.

Het behandelmiddel is dan als het ware ingekapseld in deze ruimtes, die van buitenaf goed toegankelijk zijn via bijvoorbeeld poriën in het materiaal van het plaatvormige 15 element. Vrijgave van het behandelmiddel is dan aanzienlijk verbeterd.

De onderhavige uitvinding kent diverse voorkeursuitvoeringsvormen, zoals deze zijn aangeduid in de afhankelijke conclusies.

20 Zo is het mogelijk in een uitvoeringsvorm, dat het behandelmiddel tenminste één van de middelen is uit de groep, welke althans omvat: een reinigingsmiddel en een neutralisatiemiddel. Een neutralisatiemiddel kan dienen om de voedselbereidingsinrichting geschikt te maken voor 25 ingebruikname, nadat reinigingsmiddel is toegepast.

Neutralisatiemiddel dient dan om de mogelijk schadelijke effecten van het reinigingsmiddel te neutraliseren.

In een uitvoeringsvorm met zowel houders met reinigingsmiddel als houders met neutralisatiemiddel is het 30 mogelijk, dat beide achtereenvolgens worden toegepast.

Tevens is het mogelijk, binnen het kader van de onderhavige uitvinding, dat een enkele pad aan één zijde is voorzien van reinigingsmiddel en aan een andere zijde is voorzien van 3 neutralisatiemiddel. Er kunnen maatregelen worden getroffen voor het reguleren of controleren van de vrijgave, zodat eerst reinigingsmiddel wordt toegepast in de voedselbereidingsinrichting, en pas daarna het 5 neutralisatiemiddel vrijkomt of wordt vrijgegeven uit de houder.

Het behandelmiddel kan een mengsel omvatten van tenminste: Rhodopol T, natriumtripolyfosfaat, natrium-dichloor en natron-waterglas. In het bijzonder het natron-10 waterglas kan dienen voor het in de houder opsluiten of insluiten van de overige stoffen, die in de kern zelf het behandelmiddel kunnen vormen.

In een productieproces kan het gunstig zijn om het mengsel, al dan niet met inbegrip van natron-waterglas, in 15 een suspensie te brengen met bij voorkeur gedemineraliseerd water. Het opnemen van het behandelmiddel in de ruimtes van het element kan aanzienlijk worden vereenvoudigd als het behandelmiddel wordt gesuspendeerd en in suspensie kan intrekken in die ruimtes van het element.

20 Het is zelfs mogelijk om de suspensie zodanig te produceren, dat sprake kan zijn van een gel met een viscositeit (of stroperigheid). De mate van viscositeit of stroperigheid kan dan zodanig worden gekozen in de parameters van het productieproces, dat rekening houdend met 25 de omvang en/of grootte van de ruimtes en toegangen daartoe een goede opname van de gel in die ruimtes nog altijd kan worden bewerkstelligd.

In een andere uitvoeringsvorm is het mogelijk, dat het mengsel verder tenminste één van de stoffen omvat uit de 30 groep, die omvat natrium-meta-cilicaat; en natriumcarbonaat. Met dergelijke stoffen wordt de werkzaamheid van het behandelmiddel verder bevordert.

4

In nog weer een andere uitvoeringsvorm kan het mogelijk zijn, dat het mengsel verder tenminste één van de stoffen omvat uit de groep, welke althans kalium-hydroxide omvat.

Dit betreft dan een op zich andere uitvoeringsvorm, waarmee 5 eveneens de werkzaamheid als behandelmiddel verder kan worden opgevoerd.

In een dergelijke uitvoeringsvorm is kalium-hydroxide in het mengsel verschaft in een concentratie van tenminste één van 33% tig en 5% tig van het kalium-hydroxide. Tevens 10 kunnen beide concentraties voorkomen, die in verschillende stappen van het productieproces kunnen zijn toegevoegd of aangebracht.

In nog een andere uitvoeringsvorm van een houder volgens de onderhavige uitvinding is het element gevormd uit 15 tenminste één materiaal, dat is geselecteerd uit een groep, welke althans omvat: een woven materiaal en een non-woven materiaal. Dit omhelst vanzelfsprekend bijna alle materialen, die mogelijkerwijs in toepassing zouden kunnen komen, maar van belang is hier, dat het element ruimtes in 20 zich heeft, die geschikt zijn en bruikbaar zijn voor het daarin aanbrengen van het behandelmiddel. In ieder geval geldt, dat als specifieke uitvoeringsvormen van het materiaal voor het element hier worden genoemd (slechts bij wijze van voorbeeld): vilt, wolvilt, papier, filterpapier, 25 zeefdoek, doek, stof, vezelmateriaal en minerale wol. Met minerale wol wordt geduid op bijvoorbeeld glaswol en steenwol. Vilt is in het bijzonder en bij uitstek geschikt. Alle genoemde materialen zijn toepasbaar, mits aanwezig of verschaft in een gewenste en bruikbare en nuttige dikte.

30 Zoals hierboven reeds is vermeld, betreft de onderhavige uitvinding tevens een werkwijze voor het vervaardigen van een houder, zoals die bijvoorbeeld in het voorgaande is beschreven. De houder dient voor het bevatten 5 van het behandelmiddel en worden allereerst verschaft in een vooraf bepaalde dikte. Het element is vervaardigd uit een materiaal met een structuur, welke structuur een veelvoud aan ruimtes in de dikte van het element definieert. Volgens 5 de werkwijze in overeenstemming met de onderhavige uitvinding wordt verder het behandelmiddel verschaft en wordt dit behandelmiddel aangebracht in de in het element verschafte (of aanwezige) ruimtes.

Ook binnen het kader van de aldus gedefinieerde 10 werkwijze zijn diverse voorkeursuitvoeringsvormen mogelijk. Zo kan het zijn, dat in een specifieke uitvoeringsvorm de werkwijze de eigenschappen vertoont van het onderwerpen van het element aan een comprimerende kracht en het aldus verkleinen van de ruimtes, het samenbrengen van de houder en 15 het behandelmiddel, het opheffen van de comprimerende krachten en het aldus laten opnemen van het behandelmiddel in de ruimtes. Het aanbrengen of uitoefenen van een comprimerende kracht, en het in een samengebrachte toestand van de houder en het behandelmiddel opheffen van de 20 comprimerende kracht zorgt voor een zuigende werking, op basis waarvan het behandelmiddel meer indringend wordt opgenomen in de dikte van het element. Aldus wordt de werkzaamheid van de werkwijze volgens de uitvinding verder verbeterd.

25 Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze met een stap van het vormen van een suspensie en het comprimeren van het element, kan de werkwijze verder de eigenschappen vertonen van het samenbrengen van het element en het behandelmiddel voorafgaand aan het aan een comprimerende 30 kracht onderwerpen van het element. Als alternatief is het vanzelfsprekend tevens mogelijk om de comprimerende kracht uit te oefenen en vervolgens het element en het behandelmiddel bij elkaar te brengen, terwijl de 6 comprimerende kracht wordt uitgeoefend. Hoe dan ook, daarbij is het van belang, dat de comprimerende kracht ook op enig moment wordt opgeheven om het behandelmiddel, al dan niet in de vorm van een suspensie, in de ruimtes in het element 5 opgenomen te laten worden. Daarbij kan het gunstig zijn als de werkwijze de eigenschap vertoont van het in de suspensie onderdompelen of ondergedompeld houden van het element na het opheffen van de comprimerende kracht en het aldus in de ruimtes laten opnemen van de suspensie. De zuigende werking 10 om de suspensie op te nemen in de betreffende ruimtes is dan optimaal en vind een goede verzadiging van het element met de suspensie plaats.

In een andere uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding omvat deze het verschaffen van het 15 behandelmiddel in de vorm van een suspensie, en verder het aanbrengen van het behandelmiddel in de ruimtes in het element, gevolgd door het drogen van het element. In het element resteert dan slechts droog behandelmiddel, dat zich goed hecht in de ruimtes van het element om vrijgegeven te 20 worden, wanneer het element van de houder in een gebruikstoestand in contact wordt gebracht met (warm) water, bijvoorbeeld (warm) water dat door de voedselbereidingsinrichting, zoals een koffiemachine, wordt geleverd.

25 Zoals reeds eerder is opgemerkt, kan de suspensie de vorm van een gel hebben.

In een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat deze verder het verschaffen van een samenhangend basiselement van het materiaal voor het vormen 30 van het tenminste ene element, het aanbrengen van het behandelmiddel, en het in tenminste twee afzonderlijke elementen verdelen van het basiselement. Aldus is een industrieel productieproces verschaft. Het basiselement kan 7 diverse vormen hebben en kan, wanneer het behandelmiddel in een suspensie in de ruimtes van het element is aangebracht, nadat het element is gedroogd worden onderverdeeld in tenminste twee elementen.

5 Het onderverdelen van de elementen uit het basiselement kan gebeuren met diverse bewerkingen, zoals snijden, stansen, breken etc. Tevens kunnen de elementen in diverse vormen worden onderverdeeld uit het basiselement. Zo is het mogelijk, dat het element schijfvormig, diamantvormig, 10 rechthoekig, vierkant, ovaal, driehoekig, zeshoekig of enig andere polygonale vorm heeft. In het bijzonder, is het gunstig, wanneer een vorm wordt gekozen, die zo weinig mogelijk snijverlies oplevert, en daarbij kan worden gedacht aan rechthoekig, vierkant, zeshoekig of enig andere 15 polygonale vorm. Daarentegen kan het ook gunstig zijn, wanneer de vorm van het element wordt gekozen in overeenstemming met de beoogde toepassing. In veel koffiemachines worden met gemalen koffie gevulde pads of kussens gebruikt, die veelal een ronde vorm hebben. Een 20 houder volgens de onderhavige uitvinding heeft dan bij voorkeur een overeenkomstige vorm met een zelfde of bij benadering gelijke diameter, hoewel de diameter dan ook nog aanzienlijk af kan wijken. In een dergelijke vormgeving kan het snijverlies of productieverlies echter wel iets hoger 25 zijn, maar dat is zeker niet uitgesloten binnen het kader van de onderhavige uitvinding.

Hieronder zal een aantal uitvoeringsvoorbeelden van de onderhavige uitvinding worden beschreven onder verwijzing naar de bij gevoegde figuren, welke uitvoeringsvormen als 30 niet-limitatieve voorbeelden worden verstrekt ter verduidelijking van de onderhavige uitvinding, zonder een beperking met betrekking tot de uitvinding te vormen. In de diverse figuren van de tekening zijn gelijke of 8 gelijksoortige onderdelen, aspecten, componenten, etc. aangeduid met dezelfde referentienummers, voor zover deze dan ook een zelfde functie vervullen, waarbij

Fig. 1 een zijaanzicht toont van een uitvoeringsvorm 5 van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 een andere uitvoeringsvorm toont van een inrichting voor het ten uitvoer brengen van de werkwijze volgens de uitvinding;

Fig. 3 een specifiek aspect toont in een inrichting 10 voor het ten uitvoer brengen van de werkwijze;

Fig. 4 een frontaal of bovenaanzicht toont tegen of op een basiselement met een aantal elementen daarin; en Fig. 5 een ander basiselement toont; en Fig. 6 een doorsnede in Fig. 4 toont.

15 In fig. 1 is getoond, dat een strook 1 van het materiaal voor het vormen van tenminste één plaatvormig element volgens de onderhavige uitvinding in een container wordt gevoerd. In de container 2 bevindt zich een suspensie 3 met het behandelmiddel daarin. De strook 1 van het 20 materiaal wordt tussen twee loopwielen 4, 5 gevoerd. De druk, die tussen de loopwielen 4, 5 en tussen contactpunten 8, 9 wordt uitgeoefend op de strook 1, is instelbaar met behulp van een stelmechanisme 6. Het stelmechanisme 6 is in staat om de loopwielen 4, 5 dichter bij elkaar, of verder 25 van elkaar af te brengen. Daartoe is gebruik gemaakt van een door een moer 7 lopende schroefspindel 8.

Bij het doorlopen van het in Fig. 1 getoonde traject wordt de strook 1 met materiaal voor tenminste één element gecomprimeerd bij de contactpunten 8, 9, waarna de 30 comprimerende kracht wordt opgeheven. Bij het opheffen van de comprimerende kracht, rechts in Fig. 1 terzijde van het contactpunt 9, expanderen de ruimtes in het materiaal van de strook 1 weer en worden volgezogen of lopen vol met de 9 suspensie 3. Aan de uitgang van de houder 2, te weten bij rand 12, komt de strookmateriaal 10 uit de container 2 en is dan verzadigd met de suspensie 3.

De suspensie bevat, zoals hierboven reeds is vermeld, 5 het behandelmiddel. Dergelijk behandelmiddel kan op diverse wijze worden bereid.

Voorbeeld 1

Beschrijving mengproces gei ten behoeve van het 10 impregneren van wolvilt of papier en/of een andere goed absorberend materiaal ten behoeve van de professionele markt:

De navolgende grondstoffen dienen in de juiste volgorde toegevoegd te worden aan lauw (tot max. 45°C) demiwater. Om 15 kristallisatie zoveel mogelijk te voorkomen dienen zo'n zuiver mogelijke grondstoffen gebruikt te worden (vrij van ij zerzouten).

Het fabricageproces: 20

Benodigde materialen: 1) Mengketel 2) Verwarmingselement met thermostaat 3) Roermechanisme 25

Benodigde grondstoffen/concentratie 1) Demiwater

2) Rhodopol T

3) Kalium hydroxide 33 % tig

30 4) Natriumtripolyfosfaat 0 AQ

5) Natrium dichloor 12,5% tig 6) Kalium hydroxide 5 % tig 10

Percentage van de betreffende stoffen: 7) Demiwater 50% 8) Rhodopol T 1% 9) Natron waterglas 1% 5 10) Natriumtripolyfosfaat 30% 11) Kalium hydroxide 55% 12) Natrium dichloor 8%

Menging: Houd, bij het mengproces, steeds de helderheid van 10 de vloeistof in de gaten: 1) Voeg, al roerende, Rhodopol T aan het lauwe demiwater toe; 2) Voeg, al roerende, natronwaterglas aan het mengsel toe; 3) Voeg, al roerende, de natrium tripolyfosfaat toe; 15 4) Voeg, al roerende, de kalium hydroxide toe;

Attentie: Als de vloeistof is afgekoeld; 5) Voeg, al roerende, de natrium dichloor toe.

20

Voorbeeld 2

Beschrijving mengproces gel ten behoeve van het impregneren van wolvilt of papier en/of een andere goed absorberend materiaal ten behoeve van alle sectoren: 25 De navolgende grondstoffen dienen in de juiste volgorde toegevoegd te worden aan lauw (tot max. 45°C) demiwater. Om kristallisatie zoveel mogelijk te voorkomen dienen zo'n zuiver mogelijke grondstoffen gebruikt te worden (vrij van ijzerzouten).

30

Het fabricageproces:

Benodigde materialen: 11 1) Mengketel 2) Verwarmingselement met thermostaat 3) Roermechanisme 5 Benodigde grondstoffen/concentratie 1) Demiwater

2) Rhodopol T

3) Natrium methatrisilicaat 0 AQ

4) Natriumtripolyfosfaat 0 AQ

10 5) Natrium Carbonaat 0 AQ

6) Natrium dichloor 55% tig 7) Natronwaterglas 33% tig

Percentage van de betreffende stoffen: 15 8) Demiwater 47,1% 9) Rhodopol T 1% 10) Natron Methatrisilicaat 20% 11) Natriumtripolyfosfaat 15% 12) Natrium Carbonaat 7% 20 13) Natrium dichloor 12% 14) Natron waterglas 10%

Menging: Houd, bij het mengproces, steeds de helderheid van de vloeistof in de gaten: 25 1) Voeg, al roerende, Rhodopol T aan het lauwe demiwater toe; 2) Voeg, al roerende, natriummethasilicaat aan het mengsel toe; 3) Voeg, al roerende, de natrium tripolyfosfaat toe; 30

Attentie: Als de vloeistof is afgekoeld; 5) Voeg, al roerende, de chloorbleekloog toe.

12

In Fig. 2 is een andere uitvoeringsvorm getoond dan in Fig. 3. Daarbij wordt een aantal persen 13 toegepast, waarvan er derhalve maar één in Fig. 1 is getoond. De persen 5 13 zijn opgesteld in de lengterichting van de strook 1 van het materiaal, waaruit de elementen voor de houders moeten worden gevormd. Aldus wordt het materiaal van de strook 1 meerdere malen gecomprimeerd en vrijgegeven voor het opzuigen van de suspensie, al dan niet in gelvorm, bij het 10 opheffen van de comprimerende kracht. Een betere verzadiging kan aldus worden bewerkstelligd.

In Fig. 3 is een verwerkingsinrichting getoond. De verwerkingsinrichting omvat een gestel 14 een transportband 15, welke transportband 15 eindloos is en met een (niet 15 getoonde) aandrijving rond beweegt in de richting van pijl A. Boven de transportband 15 is een cassette 16 gepositioneerd met daaraan, op of bij een aantal ventilatoren 17. De ventilatoren zorgen voor een drogende werking met betrekking tot een strook 10 van materiaal, 20 zoals deze uit een container 2 afkomstig kan zijn, zoals die in Fig. 1 of Fig. is getoond. De strook 10 van het materiaal van het vormen van de elementen voor de houder volgens de uitvinding is daarbij verzadigd met de al dan niet in gelvorm verschafte suspensie 3. De ventilatoren 17 omvatten 25 verder een (niet getoonde) verwarming voor het verwarmen van de lucht, die wordt uitgeblazen door de ventilatoren 17 in de richting van pijl B. Aldus wordt de suspensie 3 in de strook 10 gedroogd, welke strook 10 onder de cassette 16 door beweegt, meegevoerd op of over de transportband 15. In 30 de aldus gedefinieerde voortbewegingsrichting van pijl C van de strook 10 bevindt zich een stansinrichting 18 met een aandrijving 19 in de vorm van een selectief aan te drijven cilinder. De cilinder 19 hangt samen met een stansblok 20, 13 dat aan de onderzijde aan de zijde van het gestel 14 is voorzien van een mes 21. Het mes kan diverse vormen hebben, in overeenstemming met de gewenste uiteindelijke vormgeving van de houder volgens de onderhavige uitvinding.

5 In fig. 4 is getoond, dat een smalle strook 1, 10 kan worden toegepast om daaruit een zo groot mogelijk aantal elementen 22 te produceren als uitvoeringsvorm van een houder volgens de onderhavige uitvinding. In Fig. 4 zijn de elementen 22, die achtereenvolgens worden gestanst uit de 10 strook 10 in de uitvoeringsvorm van Fig. 3, schijf- of cirkelvormig met een diameter, die overeenkomt met de beoogde toepassing. Voorzien wordt, dat na het drogen van de suspensie 3 een dergelijke schijfvormige houder 22 stijf kan worden. In samenhang daarmee wordt opgemerkt, dat afgezien 15 van de buitendiameter van het schijfvormige element 22 tevens breuklijnen 24 kunnen worden gedefinieerd, die met onderbroken stansmessen kunnen worden aangebracht in of binnen de binnenomtrek de schijfvormige houders 22. Er kunnen aldus diverse breuklijnen 24 worden gevormd. In het 20 voorbeeld van Fig. 4 zijn twee dergelijke breuklijnen 24 verschaft.

Fig. 5 verschilt van de uitvoeringsvorm van Fig. 4 doordat daar de houders 23 honingradvormig zijn. In Fig. 4 is de voornaamste overweging met betrekking tot de 25 vormgeving van de houders 22 de uiteindelijke gebruikstoestand en het zo goed mogelijk kunnen passen in een voedselbereidingsinrichting, zoals een koffiemachine. Daarentegen is in Fig. 5 de voornaamste overweging met betrekking tot de vormgeving van de houders 23 het beperken 30 en minimaliseren van het snijverlies, dat optreedt als de stroken 1, 10 worden gestanst, gesneden of anderszins worden onderverdeeld in de elementen, die elk op zich een houder 23 vormen.

14

In Fig. 6 is een doorsnede getoond langs de lijn VI-VI in Fig. 4. Duidelijk blijkt, dat in het binnenste van de houder 22 vezelmateriaal is toegepast. Vezelmateriaal heeft een open structuur en aldus zijn ruimtes of holtes in het 5 binnenste van de houder 22 gedefinieerd, althans binnen de beperkingen van de dikte daarvan. Dit in tegenstelling met conventionele pads of kussens, die met twee langs randen met elkaar verbonden filterelementen een holte insluiten.

Na kennisneming van het voorgaande zullen zich vele 10 alternatieve en aanvullende uitvoeringsvormen aan de vakman opdringen, die allen zijn gelegen binnen het bereik van de onderhavige uitvinding, zoals dat is gedefinieerd in de bijbehorende conclusies, die hierna zijn opgenomen. Zo is het mogelijk, dat stroken van een beperkte lengte, 15 bijvoorbeeld 1 meter, worden toegevoerd aan de inrichting, zoals die in Fig. 2 is getoond, in de plaats van de aldaar weer gegeven rol voor het verschaffen van het materiaal, dat wordt ondergedompeld in de suspensie 3 in de houder 2.

Andere vormen en vormgevingen van de buitenomtrek van 20 houders en/of elementen zijn tevens mogelijk, en afgezien van stansen kan tevens een bewerking worden uitgevoerd als snijden of zagen, afhankelijk van de consistentie van de uiteindelijk gevormde pads of kussens. In het voorgaande zijn specifieke behandelmiddelen beschreven, die in gelvorm 25 worden opgenomen in de ruimtes in de dikte van het materiaal voor het element van de houder. De behandelmiddelen hoeven niet noodzakelijkerwijs gelvormig te zijn, en de beschreven samenstellingen hoeven niet noodzakelijk te worden gevolgd. Ook andere behandelmiddelen zijn toepasbaar binnen het kader 30 van de onderhavige uitvinding, afhankelijk ook van de toepassing met betrekking tot de voedselbereidingsmachine, zoals een koffiezetter. Een koffie- of theezetter vergt een nogal agressief reinigingsmiddel, omdat de residuen van 15 koffie en thee een moeilijk te verwijderen aanslag opleveren. Opgemerkt wordt derhalve, dat de geopenbaarde en beschreven behandelmiddelen geenszins beperkend zijn voor de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

1 03 5 8 U

Claims (21)

1. Houder voor het bevatten van een middel voor het behandelen van een voedselbereidingsinrichting, zoals een 5 koffiemachine, omvattende: - een plaatvormig element met een vooraf bepaalde dikte, welk element is vervaardigd uit een materiaal met een structuur, welke structuur een veelvoud aan ruimtes in de dikte van het element definieert; 10. behandelmiddel dat is ingekapseld in de ruimtes.

2. Houder volgens conclusie 1, waarbij het behandelmiddel ten minste een van de middelen is uit de groep, welke althans omvat: een reinigingsmiddel; en een neutralisatiemiddel.

3. Houder volgens conclusie 2, waarbij het 15 neutralisatiemiddel is samengesteld om in te werken op residuën van het reinigingsmiddel, ten einde het reinigingsmiddel te neutraliseren en de voedselbereidingsinrichting voor ingebruikname te prepareren.

4. Houder volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het 20 behandelmiddel een mengsel omvat van ten minste: Rhodopol T; Natriumtripolyfosfaat; Natrium-Dichloor; en Natron-Waterglas.

5. Houder volgens conclusie 4, waarbij het mengsel in een suspensie is verschaft met bij voorkeur gedemineraliseerd water.

6. Houder volgens conclusie 4 of 5, waarbij het mengsel. 25 verder ten minste één van de stoffen omvat uit de groep, die omvat: Natrium-Metha-Silicaat; en Natrium-Carbonaat.

7. Houder volgens conclusie 4 of 5, waarbij het mengsel verder ten minste één van de stoffen omvat uit de groep, welk althans Kalium-Hydroxide omvat. 1035814

8. Houder volgens ten minste conclusie 7, waarbij het Kalium-Hydroxide in een concentratie van ten minste één van 33 %tig en 5 %tig in het mengsel is verschaft.

9. Houder volgens ten minste één van de voorgaande 5 conclusies, waarbij het element is gevormd uit ten miste één materiaal, dat is geselecteerd uit de groep, welke althans omvat: een woven materiaal; en een non-woven materiaal.

10. Houder volgens conclusie 9, waarbij de groep ten minste omvat: vilt, wolvilt, papier, filterpapier, zeefdoek, 10 doek, stof, vezelmateriaal, en minerale wol.

11. Werkwijze voor het vervaardigen van een houder voor het bevatten van een behandelmiddel voor het behandelen van een voedselbereidingsinrichting, zoals een koffiemachine, omvattende de stappen van: 15. het verschaffen van ten minste één plaatvormig element met een vooraf bepaalde dikte, welk element is vervaardigd uit een materiaal met een structuur, welke structuur een veelvoud aan ruimtes in de dikte van het element definieert; - het verschaffen van een behandelmiddel; en 20. het aanbrengen van het behandelmiddel zodat het wordt ingekapseld in de in het element verschafte ruimtes.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het aanbrengen van het behandelmiddel in de ruimtes omvat: - het onderwerpen van het element aan een comprimerende kracht 25 en het aldus verkleinen van de ruimtes; - het samenbrengen van de houder en het behandelmiddel; - het opheffen van de comprimerende kracht; en - het aldus laten opnemen van het behandelmiddel in de ruimtes.

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij het 30 aanbrengen in het element van het behandelmiddel omvat: het ι8 suspenderen van het behandelmiddel; en het in een aldus gevormde suspensie onderdompelen van het element.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, omvattende het samenbrengen van het element en het behandelmiddel voorafgaand 5 aan het aan een comprimerende kracht onderwerpen van het element.

15. Werkwijze volgens conclusies 13 en 14, verder omvattende: het in de suspensie onderdompelen of ondergedompeld houden van het element na het opheffen van de compimerende io kracht en het aldus in de ruimtes laten opnemen van de suspensie.

16. Werkwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 11-15, omvattende het verschaffen van het behandelmiddel in de vorm van een suspensie, verder omvattende: 15 na het aanbrengen van het behandelmiddel in de ruimtes in het element, het drogen van het element.

17. Werkwijze volgens conclusie 13 of 16, omvattende het verschaffen van de suspensie in de vorm van een gel.

18. Werkwijze volgens ten minste één van de conclusies 11 20 - 17, verder omvattende het verschaffen van een samenhangend basiselement van het materiaal voor het vormen van het ten minste ene element; het aanbrengen van het behandelmiddel; en het in ten minste twee afzonderlijke elementen verdelen van het basiselement.

19. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17 en conclusie 18, verder omvattende, voorafgaand aan het verdelen van het basiselement in de ten minste twee elementen voor het vormen van elk een houder: het drogen van het basiselement.

20. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij het verdelen 30 een bewerking omvat uit de groep, die omvat: snijden; stanzen; breken.

21. Werkwijze volgens ten minste conclusie 20, verder omvattende het vormgeven van het element in ten minste één van vormen uit de groep, omvattende: een schijf, een diamant; een rechthoek; een vierkant; een ovaal; een driehoek; en een zeshoek 5 of een andere polygonale vorm. 1035814