NL1035155C2 - Afgifte-inrichting. - Google Patents
Afgifte-inrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1035155C2 NL1035155C2 NL1035155A NL1035155A NL1035155C2 NL 1035155 C2 NL1035155 C2 NL 1035155C2 NL 1035155 A NL1035155 A NL 1035155A NL 1035155 A NL1035155 A NL 1035155A NL 1035155 C2 NL1035155 C2 NL 1035155C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- arm
- spring
- dispensing device
- adjustment
- adjusting
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61D—VETERINARY INSTRUMENTS, IMPLEMENTS, TOOLS, OR METHODS
- A61D7/00—Devices or methods for introducing solid, liquid, or gaseous remedies or other materials into or onto the bodies of animals
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16F—SPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
- F16F1/00—Springs
- F16F1/02—Springs made of steel or other material having low internal friction; Wound, torsion, leaf, cup, ring or the like springs, the material of the spring not being relevant
- F16F1/04—Wound springs
- F16F1/12—Attachments or mountings
- F16F1/121—Attachments or mountings adjustable, e.g. to modify spring characteristics
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B17/00—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
- A61B17/28—Surgical forceps
- A61B17/29—Forceps for use in minimally invasive surgery
- A61B17/2909—Handles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B05—SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
- B05C—APPARATUS FOR APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
- B05C17/00—Hand tools or apparatus using hand held tools, for applying liquids or other fluent materials to, for spreading applied liquids or other fluent materials on, or for partially removing applied liquids or other fluent materials from, surfaces
- B05C17/005—Hand tools or apparatus using hand held tools, for applying liquids or other fluent materials to, for spreading applied liquids or other fluent materials on, or for partially removing applied liquids or other fluent materials from, surfaces for discharging material from a reservoir or container located in or on the hand tool through an outlet orifice by pressure without using surface contacting members like pads or brushes
- B05C17/01—Hand tools or apparatus using hand held tools, for applying liquids or other fluent materials to, for spreading applied liquids or other fluent materials on, or for partially removing applied liquids or other fluent materials from, surfaces for discharging material from a reservoir or container located in or on the hand tool through an outlet orifice by pressure without using surface contacting members like pads or brushes with manually mechanically or electrically actuated piston or the like
- B05C17/0116—Hand tools or apparatus using hand held tools, for applying liquids or other fluent materials to, for spreading applied liquids or other fluent materials on, or for partially removing applied liquids or other fluent materials from, surfaces for discharging material from a reservoir or container located in or on the hand tool through an outlet orifice by pressure without using surface contacting members like pads or brushes with manually mechanically or electrically actuated piston or the like characterised by the piston driving means
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
Description
Afgifte-in richting
Gebied van de uitvinding 5
De uitvinding heeft betrekking op een afgifte-inrichting omvattende een eerste arm en een ten opzichte van de eerste arm om een draaipunt draaibare tweede arm, en een veerdeel, welk veerdeel in een eerste stand van de eerste arm ten opzichte van de tweede arm op een eerste afstand vanaf het draaipunt op een eerste aangrijpinggebied op de eerste arm aangrijpt.
10
Achtergrond van de uitvinding
Bij de meeste bekende afgifte-inrichtingen wordt de hoeveelheid af te geven substantie 15 vanuit een voorraadruimte, soms cartridge genoemd, in een afgifteruimte,'bijvoorbeeld een zuigerkamer, opgenomen om van daaruit te worden afgegeven. Veelal is de viscositeit van de substantie en de weg van de voorraadruimte naar de afgifteruimte bij het gebruik van een afgifte-inrichting voor een bepaalde toepassing in hoofdzaak gelijk. De meeste afgifte-inrichtingen omvatten geen mogelijkheid voor het instellen van de kracht die de afgifte-20 inrichting hiervoor bij het gebruik ervan op de in de afgifteruimte op te nemen hoeveelheid substantie uitoefent. Voor het gemak wordt deze kracht hierna aangeduid met ’’opnamekracht”. De kracht die door de afgifte-inrichting op de af te geven hoeveelheid van de substantie wordt uitgeoefend voor het afgeven van deze substantie wordt hierna voor het gemak aangeduid met de “afgiftekracht”. Het bedieningsmechanisme van bekende afgifte-25 inrichtingen omvat vaak een zuiger en een zuigerkamer, hier dus de afgifteruimte, waarbij door het bewegen van de zuiger in de zuigerkamer afhankelijk van de richting van deze beweging de substantie wordt opgenomen of wordt afgegeven. De kracht die nodig is om de zuiger te bewegen naar de uiterste stand, waarbij een nieuwe hoeveelheid van de substantie vanuit een voorraadruimte in de zuigerkamer wordt getrokken, is in dat geval de 30 ’’opnamekracht”. In situaties waarin de viscositeit van de substantie gevarieerd is en waarin de voorraadruimte zich op verschillende niveaus t.o.v. de afgifte-inrichting kan bevinden zoals op de grond of op de rug van de gebruiker, is de “opnamekracht” die is vereist zeer 1035155 2 gevarieerd. Deze situaties doen zich bijvoorbeeld voor indien de afgifte-inrichting wordt gebruikt voor het aan vee toedienen van producten, zoals viskeuze therapeutische substanties. De ’’opnamekracht” bij specifiek voor dergelijk gebruik ontworpen afgifte-inrichtingen waar de instelmogelijkheid van die kracht ontbreekt, is logischerwijze zodanig 5 zwaar ingesteld dat in een redelijke tijdsperiode zeer viskeuze substanties die een lange weg tegen de zwaartekracht in dienen af te leggen opgenomen kunnen worden. Omdat de “afgiftekracht” is gerelateerd aan de “opnamekracht” is dientengevolge de “afgiflekracht” bij dergelijke afgifte-inrichting eveneens groot. In situatie waarin deze grote “opnamekracht” niet nodig is, is derhalve de“afgiftekracht” onnodig hoog. Omdat afgifte-inrichtingen voor 10 een bepaald gebruik veelvuldig worden gebruikt voor het meerdere keren afgeven van een substantie, bij voorbeeld in bedrijven met een grote veestapel, is het voor de gebruiker van belang dat de “afgiftekracht” zo laag mogelijk is. Een inrichting waar de ’’opnamekracht” ingesteld kan worden is daardoor zeer wenselijk. Er bestaan afgifte-inrichtingen waarbij de “afgifte- en opnamekracht” kan worden gereguleerd. In dergelijke afgifte-inrichtingen zijn 15 de “afgifte- en opnamekracht” gerelateerd aan de vervorming van een veer en het weer terugkeren naar de oorspronkelijke toestand van de veer. De “afgifte- en opname-kracht” kunnen daarin gereguleerd worden door de vervorming van de veer in een bepaalde stand te veranderen, dus door het veranderen van de voorspanning. De bepaalde stand is bijvoorbeeld de stand van de afgifte-inrichting waarin de zuiger zich in een uiterste stand vanaf de 20 afgifteopening bevindt. Het instelmechanisme in dergelijke bekende afgifte-inrichtingen omvat een draaimechanisme waarmee de veerspanning gereguleerd kan worden. Om het instellen van de veer zo gemakkelijk mogelijk te laten verlopen, de krachten die op de veer staan zijn namelijk vrij groot, zijn er in dergelijke bekende afgifte-inrichtingen verschillende draaiingen nodig. Om die reden is het niet mogelijk om de afgifte-inrichting te voorzien van 25 waarneembare tekens voor het weergeven van de stand van de veer, met andere woorden de instelling van de “afgifte- en opname-kracht”. Een nadeel van een dergelijke bekende afgifte-inrichting is derhalve dat het instellen van de “afgifte- en opname-kracht” op gevoel dient te worden uitgevoerd. Het is daardoor ook niet mogelijk om de instelling van de veer te onthouden en terug te keren naar een bepaalde instelling. Een ander nadeel is dat er veel 30 kracht voor nodig is om de veer een grotere vervorming te laten krijgen. Deze kracht is geconcentreerd op een klein draaimechanisme wat het draaien zeer moeizaam maakt. Deze nadelen maken het gebruik van de bekende afgifte-inrichtingen waar de veerspanning 3 gereguleerd kan worden zeer ongemakkelijk. Er is derhalve behoefte aan een inrichting waarbij de ’’opnamekracht”, en de daaraan gerelateerde “afgiftekracht”, ingesteld kan worden, waarbij de verschillende standen die behoren bij de verschillende krachten gemakkelijk, zonder veel inspanning, ingesteld kunnen worden en waarbij deze 5 verschillende instellingen duidelijk op de afgifte-inrichting zijn aangegeven. Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van zo een inrichting.
Samenvatting van de uitvinding 10
De uitvinding verschaft daartoe een afgifte-inrichting omvattende een eerste arm en een ten opzichte van de eerste arm om een draaipunt draaibare tweede arm, en een veerdeel, welk veerdeel in een eerste stand van de eerste arm ten opzichte van de tweede arm op een eerste afstand vanaf het draaipunt op een eerste aangrijpinggebied op de eerste arm aangrijpt, 15 waarbij de afgifte-inrichting instelmiddelen omvat voor het middels het veranderen van de instellingpositie van het veerdeel veranderen van de eerste afstand.
De eerste arm en tweede arm kunnen bijvoorbeeld een handgreep vormen waarbij door het naar elkaar toe bewegen van de armen de af te geven substantie wordt afgegeven door het 20 naar de dispenseropening toe bewegen van een zuiger in een zuigerkamer. Voor deze beweging van de armen zou bijvoorbeeld het veerdeel ingedrukt kunnen worden. Een andere mogelijkheid is dat bij deze beweging het veerdeel juist in zijn oorspronkelijke situatie terugkeert. De richting van de veerkracht behorend bij het moment dat wordt uitgeoefend door het veerdeel op de eerste arm, het “veerkrachtmoment”, is in hoofdzaak tegengesteld 25 aan de richting van de uitwendige kracht behorend bij het moment dat wordt uitgeoefend door de gebruiker op de eerste arm, het “uitwendige-kracht-moment”. Met uitwendige kracht wordt de kracht bedoeld die nodig is voor het laten functioneren van de afgifte-inrichting. De uitwendige kracht kan spierkracht zijn van de gebruiker maar kan ook de kracht zijn die wordt uitgeoefend door een systeem voor het gedeeltelijk of volledig automatiseren van het 30 gebruik van de afgifte-inrichting. Deze uitwendige kracht is, afhankelijk van de bepaalde afgifte-inrichting, nodig voor het ofwel afgeven ofwel opnemen van de substantie, gebruikelijk voor het afgeven van de substantie. Het “veerkrachtmoment” is gerelateerd aan 4 de “afgifte- en opnamekracht”. Hoe groter het “veerkrachtmoment” hoe groter de “afgifte-en opnamekracht” en ook hoe groter de uitwendige kracht die nodig is voor het gebruiken van de afgifte-inrichting Het voordeel van de afgifte-inrichting volgens de uitvinding is dat de “afgifte- en opnamekracht” kan worden ingesteld door het, middels het veranderen van de 5 instellingpositie van het veerdeel, veranderen van de eerste afstand van het eerste aangrijpinggebied tot het draaipunt. Hierdoor wordt immers het “veerkrachtmoment” veranderd. Doordat het instellen wordt gerealiseerd door het instellen van een afstand kunnen er verschillende standen op de afgifte-inrichting worden weergegeven, welke standen zijn gerelateerd aan de verschillende eerste afstanden. Bij voorkeur wordt slechts de 10 instellingpositie van het veerdeel veranderd en bijvoorbeeld niet de voorspanning van het veerdeel.
Met een “afgifte-inrichting” wordt een inrichting bedoeld voor het afgeven van een product, bijvoorbeeld aan vee. De term product wordt hier in de brede betekenis van het woord 15 gebruikt. Onder de term product wordt vloeistof verstaan maar de term omvat ook pasta’s pillen of in eenheden/pakketjes samengebrachte substanties. De afgifte-inrichting volgens de uitvinding is met name nuttig bij producten die, afhankelijk van de situatie en/of het product, met een variabele kracht door de afgifte-inrichting dienen te bewegen. In het geval van een vloeistof met een bepaalde viscositeit is de afgifte-inrichting volgens de uitvinding met name 20 gunstig indien de hoeveelheid af te geven substantie vanuit verschillende voorraadruimtes gepositioneerd op verschillende niveaus ten opzichte van de afgifte-inrichting, bijvoorbeeld verbonden aan de inrichting, aanwezig in een rugzak of staand op de grond, in een afgifteruimte kunnen worden opgenomen, bij voorbeeld middels een mechanisme omvattende zuiger en zuigerkamer.
25 Het “veerdeel” kan zijn opgebouwd uit meerdere onderdelen, bijvoorbeeld meerdere veren, maar is bij voorkeur slechts één veer, zoals een trekveer, duwveer, technische veer, bladveer of torsieveer. Het veerdeel kan ook onderdelen omvatten die zelf niet een veer-functie hebben en die bijvoorbeeld functioneren voor het aangrijpen van een veer met de eerste arm of tweede arm. Deze onderdelen, die met de veer mee bewegen, worden ook gerekend tot het 30 veerdeel.
Met “aangrijpinggebied” wordt een gebied bedoeld waarop het veerdeel in ten minste één stand van de eerste arm ten opzichte van de tweede arm direct of indirect kracht uitoefent.
5
Het aangrijpinggebied kan zeer klein zijn, bijvoorbeeld in het geval van een schroefVeer, maar kan groter zijn in het geval van een bladveer. Het eerste aangrijpinggebied staat in verbinding met de eerste arm. Het kan een ribbe zijn van de eerste arm waarlangs het veerdeel kan glijden. Voor de beweging van het veerdeel ten opzichte van de eerste arm 5 kunnen bolvormige tijdens de beweging draaiende lichamen worden gebruikt. Indien deze lichamen niet mee bewegen met het veerdeel behoren ze tot de eerste arm en bepalen ze het aangrijpinggebied.
De “instelmiddelen” zijn middelen voor het veranderen van de instellingpositie van het veerdeel.
10 De armen kunnen recht zijn maar ook een kromming omvatten. Ze draaien om het draaipunt. Het draaipunt kan een scharnier-as waarbij de armen scharnierend om deze as draaien maar de draaiing van de armen rond het draaipunt kan ook andere uitvoeringen hebben. De armen zijn doorgaans beperkt draaibaar ten opzicht van elkaar. De uiterste standen van de eerste arm ten opzichte van de tweede arm zijn dan gerelateerd aan de uiterste standen van de 15 afgifte-inrichting, bijvoorbeeld de uiterste standen van de zuiger in de zuigerkamer. Met een eerste stand wordt de stand van de eerste arm ten opzichte van de tweede arm bedoeld. Deze stand kan elke stand van de eerste arm ten opzichte van de tweede arm zijn. Bij voorkeur is het een uiterste stand van de eerste arm ten opzichte van de tweede arm. Bij enkele uitvoeringen van een afgifte-inrichting volgens de uitvinding, zoals in het geval dat het 20 veerdeel een bladveer is, verplaatst gedurende het ten opzichte van de eerste arm draaien van de tweede arm om het draaipunt het aangrijpinggebied van het veerdeel op de eerste arm. Om aan te geven dat de uitvinding niet deze verandering van afstand van aangrijpinggebied tot draaipunt bedoeld is het eerste aangrijpinggebied en daarmee eveneens de eerste afstand duidelijk gedefinieerd in relatie tot een eerste stand, welke een statische stand is.
25
Bij voorkeur grijpt het veerdeel in de eerste stand van de eerste arm ten opzichte van de tweede arm op een tweede afstand vanaf het draaipunt op een tweede aangrijpinggebied op de tweede arm aan, waarbij door het veranderen van de instellingpositie van het veerdeel middels de instelmiddelen eveneens de tweede afstand verandert.
Het voordeel hiervan is dat de afgifte-inrichting zodanig ontworpen kan worden dat het veerdeel gaande van een instellingpositie naar een andere instellingpositie in zijn geheel kan 30 6 worden verplaatst. Bij voorkeur verandert de tweede afstand in in hoofdzaak gelijke mate als de eerste afstand. In een voorkeuruitvoeringsvorm grijpt een eerste uiteinde van het veerdeel aan op de eerste arm en grijpt het van het eerste afgekeerde tweede uiteinde aan op de tweede arm.
5
In een voorkeuruitvoeringsvorm van een afgifte-inrichting volgens de uitvinding is in een tweede stand de richting van het veerdeel gaande van een eerste instellingpositie naar een tweede instellingpositie ten minste voor het grootste deel in hoofdzaak evenwijdig aan een denkbeeldige eerste lijn die het eerste aangrijpinggebied behorende bij de eerste 10 instellingpositie en het eerste aangrijpinggebied behorende bij de tweede instellingpositie raakt. Bij voorkeur is in die tweede stand de richting van het veerdeel gaande van een eerste instellingpositie naar een tweede instellingpositie ten minste voor het grootste deel in hoofdzaak eveneens evenwijdig aan een denkbeeldige tweede lijn die het tweede aangrijpinggebied behorende bij de eerste instellingpositie en het tweede aangrijpinggebied 15 behorende bij de tweede instellingpositie raakt.
Het voordeel van zo een afgifte-inrichting is dat de verschillende instellingposities in die tweede stand ingesteld kunnen worden zonder dat het veerdeel daarbij significant vervormt hoeft te worden. Dit maakt het instellen gemakkelijker. De tweede stand is bij voorkeur een 20 uiterste stand van de eerste arm ten opzichte van de tweede omdat de gebruiker deze stand gemakkelijk kan terugvinden. De tweede stand kan gelijk zijn aan of verschillend zijn van de eerste stand. De tweede stand kan die uiterste stand van de eerste arm ten opzichte van de tweede arm zijn die is gerelateerd aan de uiterste stand van de afgifte-inrichting, bijvoorbeeld de uiterste stand van de zuiger in de zuigerkamer waarin de gehele zuigerkamer 25 is gevuld met de geschikte hoeveelheid af te geven substantie. Dat is gebruikelijk de stand waarin de uiteinden van de armen zo ver mogelijk van elkaar zijn verwijderd. De tweede stand kan ook de stand zijn waarin de uiteinden van de armen zo dicht mogelijk bij elkaar zijn gedrukt. In deze uitvoeringsvorm is de tweede stand die stand waarin het instellen van de positie van het veerdeel en derhalve de “afgifte- en opnamekracht” het meest gemakkelijk 30 kan worden uitgevoerd. Bij voorkeur is de tweede stand die stand waarin het veerdeel zo ver mogelijk is uitgestrekt. Om veiligheidsredenen of andere redenen kan de tweede stand ook die stand zijn waarin het veerdeel zo veel mogelijk is ingedrukt.
7
Met de “richting van het veerdeel gaande van een eerste instellingpositie naar een tweede instellingpositie” wordt de richting van de beweging tussen de twee instellingposities bedoeld met uitzondering van de afwijkingen van deze beweging die de instelmiddelen 5 zouden kunnen veroorzaken. De instelmiddelen zouden bijvoorbeeld een zigzagbeweging van het veerdeel kunnen veroorzaken. Met de richting wordt derhalve de rechte lijn bedoeld getrokken van het centrum van het veerdeel in de eerste instellingpositie naar het centrum van het veerdeel in de tweede instellingpositie in de situatie waarin de veerspanning, en daardoor eventueel de positie van het centrum, niet verandert.
10
Indien de eerste en bij voorkeur tevens de tweede afstand groter wordt zal bij een dergelijke afgifte-inrichting de maximale vervorming van het veerdeel bij het gebruik van de afgifte-inrichting groter zijn. Derhalve wordt de “afgifte- en opnamekracht”, zowel door het verhogen van het veerkrachtmoment, alsook door de grotere maximale vervorming van het 15 veerdeel vergroot. Door het effect van de vervorming kan het verschil in eerste afstand en eventueel tweede afstand, minder zijn om hetzelfde verschil in “afgifte- en opnamekracht” te bereiken.
In een andere uitvoeringsvorm van de afgifte-inrichting volgens de uitvinding is het veerdeel 20 een torsieveer en omvatten de instelmiddelen een eerste instelonderdeel, welk eerste instelonderdeel aangrijpt op het veerdeel en van welk eerste instelonderdeel de hartlijn ten minste voor een deel in hoofdzaak samenvalt met de veer-as.
Het spiraalvormige deel van de torsieveer draait om de veer-as en in deze 25 voorkeuruitvoeringsvorm eveneens ten minste voor een deel om het eerste instelonderdeel. Het voordeel is dat het eerste instelonderdeel vanuit een functioneel centraal punt op de torsieveer aangrijpt. Het grote voordeel hiervan is dat dit deel van de torsieveer een praktisch gezien goed aan te grijpen deel is omdat hiervoor geen onderdelen van de afgifte-inrichting aan elkaar verbonden hoeven te worden. Tevens biedt het de mogelijkheid om de afgifte-30 inrichting compacter te maken. In bekende afgifte-inrichtingen met een torsieveer valt de veer-as doorgaans samen met het draaipunt. De uitvinding brengt echter in het algemeen met zich mee dat het veerdeel ten opzichte van het draaipunt is te verplaatsen. Het eerste 8 instelonderdeel kan een kokervormig lichaam omvatten eventueel omvattende een veer (hier dient deze veer niet verward te worden met het veerdeel, welke laatste een belangrijk aspect vormt van de uitvinding) welke ingedrukt dient te worden voor het verplaatsen van het kokervormige lichaam en derhalve ook het veerdeel. Het eerste instelonderdeel kan aan een 5 of beide uiteinden, verbonden met de veer, een concentrisch met het kokervormige deel, radiaal uitstrekkend onderdeel omvatten, bijvoorbeeld om in een bepaalde instellingpositie te verblijven, waarbij door het indrukken van de veer de instellingpositie veranderd kan worden doordat het instelonderdeel dan onder of boven een smalle uitsparing kan bewegen.
10 De instelmiddelen omvatten bij voorkeur tevens een tweede instelonderdeel, welk tweede instelonderdeel een uitsparing omvat voor het bereikbaar maken van het eerste instelonderdeel. Het veerdeel is om veiligheids- en om praktische redenen, bijvoorbeeld voor het schoon houden van het veerdeel, bij voorkeur niet toegankelijk voor de gebruiker. Het tweede instelonderdeel vormt een deel van de buitenkant, het lichaam, van de afgifte-15 inrichting dat toegankelijk is voor de gebruiker. Het voordeel van het tweede instelonderdeel is dat het eerste instelonderdeel wel bereikt kan worden zodat de instellingpositie van het veerdeel verandert kan worden. Bij voorkeur steekt het eerste instelonderdeel door de uitsparing en vormt zo een aangrijping voor de gebruiker. De uitsparing kan een langwerpige gleuf zijn waarin het eerste instelonderdeel bereikbaar is en in één lijn bewogen kan worden. 20 Er kunnen ook meerdere uitsparingen aanwezig zijn waarbij gedurende het instellen het eerste instelonderdeel van de ene uitsparing naar de andere beweegt.
Bij voorkeur is de uitsparing langwerpig en strekt de uitsparing zich verspreid over de lengterichting plaatselijk zodanig radiaal uit dat het eerste instelonderdeel in een dergelijke 25 uitstrekking kan worden opgenomen. Het voordeel van een dergelijke afgifte-inrichting is dat het veerdeel, door het opnemen van het eerste instelonderdeel in een uitstrekking, in een instellingpositie gehouden kan worden. Een dergelijke uitvoeringsvorm is met name voordelig voor afgifte-inrichtingen die gebruik maken van een torsieveer omdat door het naar elkaar toe drukken van de twee armen de torsieveer er naar neigt om tijdens het gebruik 30 van de afgifte-inrichting zich naar het draaipunt toe te verplaatsen.
9
In weer een andere uitvoeringsvorm van de afgifte-inrichting volgens de uitvinding omvat het tweede instelonderdeel in de nabijheid van de uitsparing een markering voor het weergeven van een instellingpositie. Bij voorkeur omvat het tweede instelonderdeel meerdere markeringen voor het weergeven van verschillende instellingpositie. De markering 5 kan bijvoorbeeld een bedrukking van een cijfer zijn. De gebruiker kan met een dergelijke indeling een instellingpositie onthouden en in verband brengen met een bepaalde toepassing. De gebruiker hoeft dan niet te zoeken naar de geschikte instelling maar kan de afgifte-inrichting zonder uitproberen passend aan de toepassing instellen. Indien er meerdere openingen zijn kan naast elke opening een markering aanwezig zijn.
10
Korte beschrijving van de figuren
De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van niet-beperkende 15 voorkeursuitvoeringen van een instelbaar bevestigingsysteem volgens de uitvinding. Daarin tonen: figuur 1 een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvormen van een afgifte-inrichting volgens de uitvinding in de eerste stand; 20 - figuren 2 A, 2 B en 2C dwarsdoorsneden van zo een uitvoeringsvorm waarin het veerdeel zich in verschillende instellingposities bevindt, en - figuur 3 details van de instellingmiddelen.
25 Beschrijving van een voorkeuruitvoeringsvorm van de uitvinding
In de in figuur 1 getoonde afgifte-inrichting (1) is een gebruikelijke afgifte-inrichting (1) met een zuiger (26) en een zuigerkamer (27). Deze voorkeuruitvoeringsvorm omvat een eerste arm (3) en een ten opzichte van de eerste arm (3) om een draaipunt (4) draaibare tweede arm 30 (5), en een veerdeel (6), welk veerdeel (6) in een eerste stand (7) van de eerste arm (3) ten opzichte van de tweede arm (5) op een eerste afstand (8) vanaf het draaipunt (4) op een eerste aangrijpinggebied (9) op de eerste arm (3) aangrijpt. Te zien zijn de instelmiddelen 10 (10) die voor het middels het veranderen van de instellingpositie van het veerdeel (6) de eerste afstand (8) veranderen. In deze voorkeuruitvoeringsvorm wordt door het veranderen van de instellingpositie van het veerdeel (6) eveneens de tweede afstand (11), welke tweede afstand (11) de afstand vanaf het draaipunt (4) tot een tweede aangrijpinggebied (12), het 5 gebied waar het veerdeel (6) op de tweede arm (5) aangrijpt, is. De aangrijpinggebieden (9 en 12) worden gevormd door twee ribben (28 en 29) in de armen (3 en 5) waarlangs het veerdeel kan glijden. In de figuren 2 A, 2 B en 2C, welke verschillende instellingposities tonen, is te zien dat de eerste afstand (8) en de tweede afstand (11) verandert door het veranderen van de instellingpositie van het veerdeel (6). In dezelfde stand, de tweede stand 10 (13) kan in deze voorkeuruitvoeringsvorm derhalve gelijk zijn aan de eerste stand (7), is de richting (14) van het veerdeel (6) gaande van een eerste instellingpositie (15) naar een tweede instellingpositie (16) evenwijdig aan een denkbeeldige eerste lijn (22) die het eerste aangrijpinggebied (9) behorende bij de eerste instellingpositie (15) en het eerste aangrijpinggebied (9) behorende bij de tweede instellingpositie (16) raakt en de 15 denkbeeldige tweede lijn (23) die het tweede aangrijpinggebied (12) behorende bij de eerste instellingpositie (15) en het tweede aangrijpinggebied (12) behorende bij de tweede instellingpositie (16) raakt. In figuur 3A en 3B worden de instelmiddelen (10) van de voorkeuruitvoeringsvorm getoond, omvattende een eerste instelonderdeel (19), welk eerste instelonderdeel (19) aangrijpt op het veerdeel (6) en van welk eerste onderdeel (19) de 20 hartlijn ten minste voor een deel in hoofdzaak samenvalt met de veer-as. Te zien is dat de instelmiddelen (10) een tweede instelonderdeel (20) omvatten, welk tweede instelonderdeel (20) een uitsparing (21) omvat voor het bereikbaar maken van het eerste instelonderdeel (19). Het tweede instelonderdeel (20) omvat in de nabijheid van de uitsparing (21) een markering (17) voor het weergeven van een instellingpositie. Deze markering is 25 weergegeven naast een radiaal uitgestrekt deel van de uitsparing waarin het eerste instelonderdeel is opgenomen. Deze afgifte-inrichting omvat drie gedefinieerde instellingen. Het eerste instelonderdeel (19) omvat een kokervormig lichaam (24) omvattende een veer (25) welke ingedrukt dient te worden voor het verplaatsen van dit kokervormige lichaam (24) en derhalve ook het veerdeel (6). Het eerste instelonderdeel (19) omvat aan een 30 uiteinde, verbonden met de veer (25), een concentrisch met het kokervormige lichaam (24), onderdeel (26), bijvoorbeeld om in een bepaalde instellingpositie te verblijven, waarbij door het indrukken van de veer (25) in het kokervormige lichaam (24) de instellingpositie 11 veranderd kan worden doordat het onderdeel (26) dan onder of boven een smal deel van de uitsparing (21) kan bewegen. De instelmiddelen (10 omvatten een langwerpig geleidedeel (30) welke de verplaatsing van het instelonderdeel (19) gemakkelijker maakt.
1035155
Claims (8)
1 Afgifte-inrichting (1) omvattende een eerste arm (3) en een ten opzichte van de eerste arm (3) om een draaipunt (4) draaibare tweede arm (5), en een veerdeel (6), welk 5 veerdeel (6) in een eerste stand (7) van de eerste arm (3) ten opzichte van de tweede arm (5) op een eerste afstand (8) vanaf het draaipunt (4) op een eerste aangrijpinggebied (9) op de eerste arm (3) aangrijpt, met het kenmerk, dat de afgifte-inrichting (1) instelmiddelen (10) omvat voor het middels het veranderen van de instellingpositie van het veerdeel (6) veranderen van de eerste afstand (8). 10
2. Afgifte-inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het veerdeel (6) in de eerste stand (7) van de eerste arm (3) ten opzichte van de tweede arm (5) op een tweede afstand (11) vanaf het draaipunt (4) op een tweede aangrijpinggebied (12) op de tweede arm (5) aangrijpt, waarbij door het veranderen van de instellingpositie van 15 het veerdeel (6) middels de instelmiddelen (10) eveneens de tweede afstand (11) verandert.
3. Afgifte-inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in een tweede stand (13) de richting (14) van het veerdeel (6) gaande van een eerste 20 instellingpositie (15) naar een tweede instellingpositie (16) ten minste voor het grootste deel in hoofdzaak evenwijdig is aan een denkbeeldige eerste lijn die het eerste aangrijpinggebied (9) behorende bij de eerste instellingpositie (15) en het eerste aangrijpinggebied (9) behorende bij de tweede instellingpositie (16) raakt.
4. Afgifte-inrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in de tweede stand (13) de richting (14) van het veerdeel (6) gaande van een eerste instellingpositie (15) naar een tweede instellingpositie (16) ten minste voor het grootste deel in hoofdzaak evenwijdig is aan een denkbeeldige tweede lijn die het tweede aangrijpinggebied (12) behorende bij de eerste instellingpositie (15) en het tweede aangrijpinggebied (12) 30 behorende bij de tweede instellingpositie (16) raakt. 1035155
5. Afgifte-inrichting (1) volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het veerdeel (6) een torsieveer is en dat de instelmiddelen (10) een eerste instelonderdeel (19) omvatten, welk eerste instelonderdeel (19) aangrijpt op het veerdeel (6) van welk eerste onderdeel (19) de hartlijn ten minste voor een deel in hoofdzaak 5 samenvalt met de veer-as.
6. Afgifte-inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de instelmiddelen (10) een tweede instelonderdeel (20) omvatten, welk tweede instelonderdeel (20) een uitsparing (21) omvat voor het bereikbaar maken van het eerste instelonderdeel (19). 10
7. Afgifte-inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het tweede instelonderdeel (20) in de nabijheid van de uitsparing (21) een markering (17) omvat voor het weergeven van een instellingpositie.
8. Afgifte-inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de uitsparing (21) zich verspreid over de lengterichting plaatselijk radiaal uitstrekt en het eerste instelonderdeel in een dergelijke uitstrekking kan worden opgenomen. 1035155
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1035155A NL1035155C2 (nl) | 2008-03-10 | 2008-03-10 | Afgifte-inrichting. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1035155A NL1035155C2 (nl) | 2008-03-10 | 2008-03-10 | Afgifte-inrichting. |
NL1035155 | 2008-03-10 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1035155C2 true NL1035155C2 (nl) | 2009-09-11 |
Family
ID=39869498
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1035155A NL1035155C2 (nl) | 2008-03-10 | 2008-03-10 | Afgifte-inrichting. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1035155C2 (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB905389A (en) * | 1959-10-31 | 1962-09-05 | Phillips Pty Ltd N J | Animal drench delivering device |
WO2002000356A1 (en) * | 2000-06-28 | 2002-01-03 | Prima Technologies Limited | Dispensing apparatus spring adjustment |
WO2005037128A1 (en) * | 2003-10-20 | 2005-04-28 | Forlong & Maisey Ltd T/A Instrument Supplies | A drive assembly for a fluid dispenser |
-
2008
- 2008-03-10 NL NL1035155A patent/NL1035155C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB905389A (en) * | 1959-10-31 | 1962-09-05 | Phillips Pty Ltd N J | Animal drench delivering device |
WO2002000356A1 (en) * | 2000-06-28 | 2002-01-03 | Prima Technologies Limited | Dispensing apparatus spring adjustment |
WO2005037128A1 (en) * | 2003-10-20 | 2005-04-28 | Forlong & Maisey Ltd T/A Instrument Supplies | A drive assembly for a fluid dispenser |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5105981A (en) | Selectively shakeable freestanding particulate matter reservoir | |
US7850015B1 (en) | Display device for tubular items | |
CA1320887C (en) | Ocular treatment apparatus | |
AU639542B2 (en) | Dose indicating injection pen | |
US6164494A (en) | Liquid dose dispenser with device for counting a large number of dispensed doses | |
US9410837B2 (en) | Dispenser | |
US8342764B2 (en) | Device for packaging and/or applying a cosmetic or care product, with translation driving of the product | |
AU663297B2 (en) | Correction fluid dispenser | |
US10144023B2 (en) | Tilt action pump | |
PL188772B1 (pl) | Urządzenie do odmierzania i dostarczania dawki leku | |
NL1009421C2 (nl) | Applicator. | |
US20140299600A1 (en) | Closure Cap for a Product Container, in Particular a Cosmetic Product Container | |
US20090082739A1 (en) | Adjustable eye drop metering device | |
NL1035155C2 (nl) | Afgifte-inrichting. | |
US3884399A (en) | Attachment for varying spray from pressurized containers | |
DE202005011108U1 (de) | Gehäuse für Kosmetikaspender | |
US6637620B2 (en) | Method and apparatus for sampling and advertising perfume | |
US8517218B2 (en) | Dispenser for delivering substance from container | |
US20040000306A1 (en) | Single-dose or double-dose device for dispensing a fluid product | |
JP2002531334A (ja) | 推進装置 | |
US20050148998A1 (en) | Tactile applicator of liquids in packets | |
US5248212A (en) | Dispenser with valve actuated by a deformable wall thereof | |
NL2001675C2 (nl) | Inrichting voor het bevatten en gedoseerd afleveren van tenminste een fluïdum. | |
US6851577B2 (en) | Delivering mechanism for dispenser | |
JP2022501143A (ja) | エアロゾルディスペンサーのロック機構 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20141001 |