NL1035003C2 - Sifonconstructie. - Google Patents
Sifonconstructie. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1035003C2 NL1035003C2 NL1035003A NL1035003A NL1035003C2 NL 1035003 C2 NL1035003 C2 NL 1035003C2 NL 1035003 A NL1035003 A NL 1035003A NL 1035003 A NL1035003 A NL 1035003A NL 1035003 C2 NL1035003 C2 NL 1035003C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- pipe
- mounting flange
- coupling
- wall
- feed
- Prior art date
Links
- 238000010276 construction Methods 0.000 title description 10
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 39
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 39
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 39
- 239000004020 conductor Substances 0.000 claims description 10
- 238000007789 sealing Methods 0.000 claims 2
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 12
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 2
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 2
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 2
- 244000261422 Lysimachia clethroides Species 0.000 description 1
- 238000004026 adhesive bonding Methods 0.000 description 1
- 238000004140 cleaning Methods 0.000 description 1
- DNJIEGIFACGWOD-UHFFFAOYSA-N ethanethiol Chemical compound CCS DNJIEGIFACGWOD-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 239000004579 marble Substances 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 239000002245 particle Substances 0.000 description 1
- 239000008237 rinsing water Substances 0.000 description 1
- 239000000344 soap Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F5/00—Sewerage structures
- E03F5/04—Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps
- E03F5/0407—Floor drains for indoor use
- E03F5/0408—Floor drains for indoor use specially adapted for showers
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F5/00—Sewerage structures
- E03F5/04—Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps
- E03F5/0401—Gullies for use in roads or pavements
- E03F5/0405—Gullies for use in roads or pavements with an odour seal
- E03F5/0406—Gullies for use in roads or pavements with an odour seal the odour seal being easily accessible for cleaning
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F5/00—Sewerage structures
- E03F5/04—Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps
- E03F2005/0416—Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps with an odour seal
- E03F2005/0418—Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps with an odour seal in the form of a bell siphon
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Hydrology & Water Resources (AREA)
- Public Health (AREA)
- Water Supply & Treatment (AREA)
- Sink And Installation For Waste Water (AREA)
Description
Titel: Sifonconstructie
De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een gootvormige sifonconstructie, geschikt om te worden gebruikt in de vloer van bijvoorbeeld een badkamer, een doucheruimte, etc, voor het opvangen en afvoeren van water.
5 Een dergelijke gootvormige sifon is in de praktijk bekend, en heeft in zijn algemeenheid een constructie zoals schematisch weergegeven in de figuren IA en 1B. Figuur IA toont een schematische dwarsdoorsnede van een in hoofdzaak U-vormige opvanggoot 10, met een bodem 11, wanden 12, 13 en twee op de 10 bovenuiteinden van de wanden 12, 13 aansluitende en naar buiten gerichte flenzen 14, 15. Aan zijn bovenzijde is de goot open: de ruimte tussen de flenzen 14, 15 definieert een langwerpige ingangsopening 16. Deze goot kan bijvoorbeeld als een geheel zijn gebogen uit een plaat, bijvoorbeeld een 15 metaalplaat, maar andere uitvoeringsvormen zijn ook mogelijk. De flenzen 14, 15 bevinden zich op gelijk niveau als of iets lager dan de bodem van bijvoorbeeld een douchecabine of douchebak, en kan hiermee een geheel vormen. De bodem 11 kan rusten op een vloer (niet weergegeven), bijvoorbeeld een 20 betonvloer van een badkamer. De totale hoogte van de goot 10 kan bijvoorbeeld ongeveer 5-6 cm zijn. De opvanggoot 10 is aangesloten op een in hoofdzaak loodrecht op een zijwand (in de figuur de rechter zijwand 12) gerichte afvoerbuis 20, die in hoofdzaak horizontaal op de genoemde vloer kan liggen, en 25 aansluit op afvoerbuizen naar een riool of dergelijke. Ter plaatse van de afvoerbuis 20 is de corresponderende zijwand 12 voorzien van een doorlaatopening 17.
De functie van de opvanggoot 10 is het opvangen van het water dat tijdens gebruik op de bodem van de douchecabine of 30 douchebak terechtkomt. Het water stroomt dan vanaf die bodem via de opvanggoot naar de afvoerbuis. Als er geen verdere voorzieningen zouden zijn, zou de opvanggoot 10 leeglopen wanneer de toevoer van water stopt, en zou er een open verbinding zijn tussen de opvanggoot en het riool, hetgeen zal
-C350OJ
2 leiden tot stankoverlast in de betreffende badkamer. Om dit te vermijden, is de opvanggcot 10 voorzien van een stankafsluiter of stankslot volgens het bekende zwanehals-principe, die verzekert dat de luchtweg vanuit het riool naar de ingangs-5 opening 16 van de goot steeds wordt afgesloten door een hoeveelheid water. Daartoe is in de opvanggoot 10 een verzamelbak 40 aangebracht, met een dichte bodem 41 en dichte zijwanden 42, 43, 44, 45. De verzamelbak 40 kan aan zijn bovenzijde open zijn, zoals getoond, en heeft in een zijwand 10 42 een opening 47 die communiceert met de afvoerbuis 20. In het getoonde voorbeeld valt de bodem 41 van de verzamelbak 40 samen met een deel van de bodem 11 van de opvanggoot 10, en valt genoemde zijwand 42 van de verzamelbak 40 samen met een deel van de zijwand 12 van de opvanggoot 10. Over de 15 verzamelbak 40 is een kap 60 aangebracht, met een gesloten plafond 61 en gesloten zijwanden 62, 63, 64. De onderrand van de zijwanden 62, 63, 64 van de kap 60, althans het hoogste punt daarvan, bevindt zich op een lager niveau dar. de bovenrand van de zijwanden 42, 43, 44, 45 van de verzamelbak 20 40, althans het laagste punt daarvan.
Tijdens qebruik stroomt het water vanuit de opvanggoot 10 onder de kap 60 door de verzamelbak 40 in, en van daaruit naar de afvoerbuis 20. Wanneer de toevoer van water stopt, blijft er in de opvanggoot 10 een laag water W staan, waarvan, zoals 25 weergegeven in de figuren, onder normale omstandigheden de hoogte wordt bepaald door de bovenrand van de zijwanden 42, 43, 44, 45 van de verzamelbak 40, althans het laagste punt daarvan. Lucht vanuit het riool kan nu via de afvoerbuis 20 niet verder komen dan de ruimte onder de kap 60. Om vanuit de 30 opvanggoot te kunnen ontsnappen, zou die lucht onder de onderrand van de zijwanden 62, 63, 64 van de kap 60, althans het hoogste punt daarvan, moeten passeren, maar deze weg is geblokkeerd door het water W.
35 Een belangrijk probleem bij bekende gootvormige sifon- constructies is het schoonmaken daarvan. Na verloop van tijd verzamelen zich in de opvanggoot allerlei ongerechtigheden zoals haren en zeepresten, die zich moeilijk laten wegspoelen via de verzamelbak 40. Weliswaar kan de kap 60 worden 3 verwijderd, waardoor de zwanehalsvormige stromingsbaan wordt opgeheven, maar nog steeds vormen de opstaande zijwanden van de verzamelbak 40 een hindernis. Bij bekende gootconstructies is het daarbij een nadeel dat er onderdelen vast aan de bodem 5 11 van de opvanggoot 10 zijn bevestigd. Een consequentie is, dat dergelijke goten handmatig moeten worden schoongemaakt.
Een belangrijk doel van de onderhavige uitvinding is een gootvormige sifonconstructie te verschaffen waarbij, zonder de 10 beschreven functionaliteit te verminderen, de genoemde nadelen zijn geëlimineerd of althans verminderd.
Volgens een belangrijk kenmerk van de onderhavige uitvinding is daartoe de verzamelbak in zijn geheel verwijderbaar gemonteerd. Meer in het bijzonder is een 15 afvoeropening van de goot voorzien van een bevestigingsflens waaraan te verzamelbak door middel van een verticaal gerichte schuifbeweging kan worden aangekoppeld en losgenomen. Met voordeel geldt hetzelfde voor de kap.
20 Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving onder verwijzing naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: 25 figuur IA een schematische dwarsdoorsnede toont van een opvanggoot; figuur 1B een schematische langsdoorsnede toont van een deel van de opvanggoot van figuur IA; figuur 2A een horizontale dwarsdoorsnede toont van een deel 30 van een gootvormig sifonstelsel volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2B op grotere schaal een schematische dwarsdoorsnede toont van enkele onderdelen van dat sifonstelsel; figuur 2C een met figuur IA vergelijkbare dwarsdoorsnede toont 35 van een opvanggoot die is voorzien van een sifonstelsel volgens de onderhavige uitvinding; figuur 3 een schematisch transparant perspectivisch onderaanzicht toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van het sifonstelsel volgens de onderhavige uitvinding; 4 figuur 4 een schematisch perspectiefaanzicht toont van een kap in het sifonstelsel volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 2A toont een horizontale dwarsdoorsnede van een 5 deel van een gootvormig sifonstelsel ICO volgens de onderhavige uitvinding, en figuur 2B toont op grotere schaal een schematische dwarsdoorsnede van enkele onderdelen van dat sifonstelsel 100, in uiteengenomen toestand. Ken losneembare verzamelbak is aangeduid met het verwijzingscLifer 400. De 10 losneembare verzamelbak 400 is bevestigd aan een met de doorlaatopening 17 van de goot 10 geassocieerde montageflens 213. Die montageflens 213 kan vast zijn bevestigd aan de wand 12 van de goot 10, maar is bij voorkeur onderdeel van een losmaakbaar met de wand 12 verbonden buiskoppelstuk 200, dat 15 hieronder als eerste zal worden besproken.
Het buiskoppelstuk 200 omvat een doorvoer-buissegment 210 en een koppelmof 230. Het doorvoer-buissegment 210 omvat een cilindrisch buisdeel 211 met een buitenoppervlak dat over althans een deel van zijn lengte is voorzien van een 20 buiten schroefdraad, en is bij een ingangsuiteinde 212 voorzien van een montageflens 213 met radiale afmetingen groter dan die van de genoemde buitenschroefdraad. De montageflens 213 heeft aan zijn naar het buisdeel 211 gerichte zijde een in hoofdzaak loodrecht op de hartlijn van het buisdeel 211 staand 25 aandrukvlak 214. De koppelmof 230 omvat een eerste cilindrisch buisdeel 231 en een tweede cilindrisch buisdeel 232, die in eikaars verlengde liggen en als een geheel gemaakt kunnen zijn. Het tweede cilindrisch buisdeel 232 is getoond met kleinere radiale afmetingen dan het eerste cilindrisch 30 buisdeel 231, waarbij de binnendiameter van het tweede cilindrisch buisdeel 232 gelijk is aan de binnendiameter van het cilindrisch buisdeel 211 van het doorvoer-buissegment 210, hetgeen de voorkeur heeft maar niet essentieel is. Het eerste cilindrisch buisdeel 231 heeft een binnenoppervlak dat over 35 althans een deel van zijn lengte is voorzien van een binnenschroefdraad, passend bij de buitenschroefdraad van het doorvoer-buissegment 210. Het eerste cilindrisch buisdeel 231 heeft aan zijn van het tweede cilindrisch buisdeel 232 af 5 gerichte uiteinde een in hoofdzaak loodrecht op de hartlijn van het buisdeel 231 staand eindvlak 234.
Voor gebruik wordt een opvanggoot 10 voorzien van een cirkelvormige doorlaatopening 17 in een longitudinale wand 12 5 (zie figuur IA), met een diameter enigszins groter dan de buitendiameter van de buitenschroefdraad van het doorvoer-buissegment 210. Dit doorvoer-buissegment 210 wordt in de opvanggoot 10 gebracht, en zijn cilindrisch buisdeel 211 wordt van binnenuit door de doorlaatopening 17 gestoken. Vervolgens 10 wordt aan de buitenkant van de opvanggoot 10 het eerste cilindrisch buisdeel 231 van de koppelmof 230 op het cilindrisch buisdeel 211 van het doorvoer-buissegment 210 geschroefd, waarbij de (in figuur 2 gestippeld weergegeven) wand 12 van de opvanggoot 10 wordt vastgeklemd tussen 15 enerzijds het aandrukvlak 214 van de montageflens 213 van het doorvoer-buissegment 210 en anderzijds het eindvlak 234 van het eerste cilindrisch buisdeel 231 van de koppelmof 230.
In principe zal hierbij een voldoende afdichting worden bereikt ten opzichte van de wand 12 van de opvanggoot 10, 20 waarbij wordt opgemerkt dat het af te voeren water van een douchebak niet op een hoge druk staat. Bij voorkeur echter, en zoals getoond, is in het genoemde eindvlak 234 een cirkelvormige groef 235 aangebracht, voor het opnemen van een (ter wille van de eenvoud niet weergegeven) O-ring. Deze 25 O-ring verzekert een nog betere waterdichte afdichting met betrekking tot de buitenzijde van de opvanggootwand 12. Als alternatief of aanvulling zou een dergelijke O-ring opnemende groef ook kunnen zijn aangebracht in het genoemde aandrukvlak 214 van het doorvoer-buissegment 210.
30 De opvanggoot 10 met het daaraan bevestigde buiskoppel- stuk 200 kan nu op zijn plaats van bestemming worden gemonteerd, en er kan een afvoerbuis worden aangesloten op het tweede cilindrisch buisdeel 232, bijvoorbeeld door lijmen. Na plaatsing van de opvanggoot en bijvoorbeeld een douchebak of 35 het aanbrengen van een douchevoer of dergelijke is de koppelmof 230 niet meer van buitenaf toegankelijk.
De beschreven constructie is bijzonder handig om een goot te voorzien van een buiskoppelstuk, waarmee een afvoerbuis kan worden gekoppeld aan de goot. Er zijn echter ook andere 6 manieren om dit tot stand te brengen; bijvoorbeeld kan een buiskoppelstuk aan de goot gelijmd worden. Ir. het kader van de onderhavige uitvinding is het belangrijk dat aan de binnenzijde van de goot er een zich om de afvoeropeninq van ^e 5 goot uitstrekkende montageflens 213 bevindt.
Volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding heeft de montageflens 213 aan zijn van het buisdeei 211 af gerichte zijde een in hoofdzaak loodrecht op de hartlijn Van 10 het buisdeei 211 staand koppelvlak 215, alsmede twee in hoofdzaak verticaal gerichte geleiders 216 met een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede aan weerszijden van dat koppelvlak 215. Elke geleider 216 heeft een in hoofdzaak loodrecht op het koppelvlak 215 gericht lijfdeel 217 en bij 15 het van het koppelvlak 215 af gerichte uiteinde daarvan een in hoofdzaak evenwijdig aan het koppelvlak 215 gericht beendeel 218, waarbij de beendelen 218 naar elkaar toe zijn gericht.
Een volgens dit aspect van de onderhavige uitvinding uitgevoerde verzamelbak 400 heeft bij voorkeur een in 20 hoofdzaak langwerpige vorm, en heeft in één van zijn longitudinale zijwanden 402 een doorlaatopening 407 met een aansluitflens 410. De aansluit flens 410 heeft aan zijn van de bak 400 af gerichte zijde een koppelvlak 415.
De verzamelbak 400 kan een horizontale bodem en verticale 25 wanden hebben, maar figuur 3 illustreert dat de bak 400 bij voorkeur een contour heeft van een halve cirkel. De aansluit flens 410 heeft bij voorkeur verticale zijranden, en kan in zijn geheel een vierkante of rechthoekige contour hebben. De afmetingen van deze aansluitflens 410 passen bij 30 die van de genoemde geleiders 216. De verzamelbak 400 kan gemonteerd worden door zijn aansluitflens 410 van bovenaf in de geleiders 216 te plaatsen en omlaag te bewegen. Een juiste verticale positie wordt bereikt door een aanslag. Die aanslag kan bij voorbeeld zijn gevormd bij het onderuiteinde van de 35 geleiders 216; de verzamelbak 40C bereikt dan zijn juiste verticale positie wanneer de aansluitfier.s 410 tegen die aanslag stoot. Die aanslag kan bij voorbeeld ook zijn gevormd bij het bovenuiteinde van de aansluit flens 410, zoals geïllustreerd met stippellijn 411; de verzamelbak 400 bereikt 7 dan zijn juiste verticale positie wanneer een geleider 216 tegen die aanslag stoot.
In de juiste verticale positie (werkstand) van de verzamelbak 400 is zijn doorlaatopening 407 uitgelijnd met het 5 buisdeel 211 van het buiskoppelstuk 200, waarbij het koppelvlak 415 van de aansluitflens 410 van de verzamelbak 400 vlak aanligt tegen het koppelvlak 215 van de montageflens 213 van het buiskoppelstuk 200. Water dat de verzamelbak 400 bereikt, loopt derhalve weg via het doorvoer-buissegment 210 10 en de koppelmof 230 naar het riool. Bij een goede dimensionering van de aansluitflens 410 en de geleiders 216 zal hierbij in principe een voldoende afdichting worden bereikt tussen de koppelvlakken 215 en 415, waarbij wordt opgemerkt dat het af te voeren water in de opvangbak niet op 15 een hoge druk staat. Bij voorkeur echter, en zoals getoond, is in het koppelvlak 415 van de aansluitflens 410 van de verzamelbak 400 een cirkelvormige groef 416 aangebracht, voor het opnemen van een (ter wille van de eenvoud niet weergegeven) O-ring. Deze O-ring verzekert een nog betere 20 waterdichte afdichting tussen de koppelvlakken 215 en 415. Als alternatief zou een dergelijke O-ring opnemende groef ook kunnen zijn aangebracht in het koppelvlak 215 van het doorvoer-buissegment 210.
25 Figuur 4 toont een schematisch perspectiefaanzicht van de in figuur 3 geïllustreerde voorkeursuitvoeringsvorm van de kap 600 volgens de onderhavige uitvinding, waarvan de functie vergelijkbaar is met die van de in de inleiding besproken kap 60. De kap 600 heeft een in hoofdzaak rechthoekige contour, 30 met een bovenwand 601, een voorwand 602, een achterwand 603 en zijwanden 604. Aan zijn onderzijde is de kap 600 open. In zijn voorwand 602 is de kap 600 voorzien van een in hoofdzaak rechthoekige uitsparing 610, die aansluit op de onderrand 605 van de voorwand 602, en die begrensd wordt door verticale 35 randen 612 en een horizontale bovenrand 611. Ook de kap 600 wordt gedragen door het buiskoppelstuk 200. Daartoe heeft de montageflens 213 van het buiskoppelstuk 200 een trapvormige verdieping 260 grenzend aan het aandrukvlak 214. Deze trapvormige verdieping 260 omvat in hoofdzaak evenwijdig aan 8 de hartlijn var. het buiskoppe’stuk 200 gerichte wanddelen 261, aansluitend cp het aandrukvlak 214, er. een ir. hoofdzaak loodrecht op de hartlijn var. het buiskoppe1 stuk 2 0C gerichte wand 262, aansluitend op gencenr.de wanddelen 2 61. De 5 longitudinale afmetingen van genoemde wandelen 261 corresponderen met de dikte van de voorwand 602 van de kap 600, en de onderlinge afstand tussen genoemde wandelen 261 correspondeert met de onderlinge afstand tussen de randen 612 van de kapuitsparing 610. De kap 600 wordt met een verticale 10 omlaag gerichte beweging geplaatst over de bak 400, waarbij het buiskoppelstuk 200 door de kapuitsparing 610 reikt, en waarbij de kapvoorwand 602 nauwsluitend past om de trapvormige verdieping 260 van de montageflens 213 en nauwsluitend is opgesloten tussen de wand 12 van de goot 10 en de wand 262 van 15 de montageflens 213. Deze passing sluit voldoende af om het ontsnappen van lucht en dus stankoverlast tegen te gaan.
Voor normaaL gebruik kan er over de goot 10 nog een sierrooster (niet weergegeven) worden aangebracht.
20 Wanneer het gewenst is om de opvanggoot 10 schoon te maken, wordt het eventuele sierrooster weggenomen, en dan kan de kap 600 worden weggenomen door een omhoog gerichte schuif-beweging. Daarna kan de verzamelbak 400 worden weggenomen, eveneens door een omhoog gerichte schuifbeweging, waarbij de 25 aansluitflens 410 van de kap schuift in de verticale geleiders 216. De gehele opvanggoot 10 is nu vrij, en kan gemakkelijk worden schoongespoeld, waarbij vuildeeltjes direct met het spoelwater mee door het doorvoer-buissegmer.t 210 kunnen wegstromen. Daarna kunnen de verzamelbak 400 en de kap 600, na 30 desgewenst eveneens te zijn schoongespoeld, weer worden geplaatst door een omlaag gerichte schuifbeweging, en na het plaatsen van het eventuele sierrooster is de inrichting weer klaar voor gebruik.
35 Aldus verschaft de onderhavige uitvinding een gootvormige sifonconstructie waarvan het binnenwerk op bijzonder eenvoudige wijze volledig demontabel is om de goot goed te kunnen reiniger..
9
Opgemerkt wordt, dat de onderhavige uitvinding in het bijzonder van toepassing is bij langwerpige gootconstructies, waarbij de longitudinale zijwanden van de goot vlak zijn, maar dat de onderhavige uitvinding met enige voor de hand liggende 5 modificaties ook toepasbaar is bij uitvoeringsvormen waarbij de buitenwand van de opvanggoot (of opvangbak) gebogen is.
Voorts wordt opgemerkt, dat de onderhavige uitvinding ook is belichaamd in een sifonstelsel voor een opvanggoot (of opvangbak), omvattende de verzamelbak 400, de kap 600, en het 10 buiskoppelstuk 200, welk sifonstelsel wordt aangeduid met het verwijzingscijfer 100. Een opvanggoot (of opvangbak) voorzien van een dergelijk sifonstelsel 100 wordt aangeduid als afvoerstelsel 700.
In het voorgaande is bij wijze van voorbeeld vermeld, dat 15 de opvanggoot 10 gemaakt kan zijn van bijvoorbeeld een metaalplaat. In een dergelijk geval zal de wanddikte van de goot 10 slechts enkele millimeters bedragen. Het is echter ook mogelijk dat de opvanggoot is gemaakt van een dikker materiaal, bijvoorbeeld kunststof of marmer. De lengte van het 20 van schroefdraad voorziene cilindrisch buisdeel 211 van het doorvoer-buissegment 210 is groot genoeg, typische enkele centimeters, om dergelijke dikteverschillen te kunnen opvangen.
25
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de 30 uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Kenmerken die alleen zijn beschreven voor een bepaalde uitvoeringsvorm, zijn ook toepasbaar bij andere beschreven uitvoeringsvormen. Kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen kunnen gecombineerd worden om een andere uitvoerings-35 vorm te bereiken. Kenmerken die niet uitdrukkelijk zijn beschreven als zijnde essentieel, mogen ook worden weggelaten.
Bij voorbeeld is het mogelijk dat de verzamelbak 400 is voorzien van verticaal gerichte geleiders met een in hoofdzaak 10 L-vormige dwarsdoorsnede, die aangrijpen om de montageflens 213.
Voorts is het mcgelijk dat de bovenwand 601 van de kap 600 is voorzien van ontluchtingsgaten.
1035003
Claims (12)
1. Sifonstelsel (100) voor montage in een opvanggoot (10), omvattende: een buiskoppelstuk (200) omvattende een doorvoer-buissegment (210) met een ingangsuiteinde (212) en een buisdeel (23.1), 5 waarbij het doorvoer-buissegment (210) bij het ingangseinde (212) is voorzien van een montageflens (213), die aan zijn van het buisdeel (211) af gerichte zijde een koppelvlak (215) heeft; een voor plaatsing in de opvanggoot bestemde verzamelbak 10 (400), met een in één van zijn zijwanden (402) gevormde doorlaatopening (407) die is voorzien van een aansluitflens (410), die aan zijn van de bak (400) af gerichte zijde een koppelvlak (415) heeft; koppelmiddelen (216) die zijn ingericht om de aansluitflens 15 (410) van de verzamelbak (400) te koppelen met de montageflens (213) van het doorvoer-buissegment (210), welke koppelmiddelen (216) een verticale beweging van de verzamelbak (400) ten opzichte van de montageflens (213) van het doorvoer-buissegment (210) toelaten; 20 en waarbij de verzamelbak (400) vanuit een ontkoppelde stand door middel van een omlaag gerichte schuifbeweging kan worden gebracht naar een met de montageflens (213) gekoppelde stand waarin de doorlaatopening (407) communiceert met het doorvoer-buissegment (210) en waarin de koppelvlakken (215, 415) in 25 hoofdzaak waterdicht op elkaar zijn aangesloten.
2. Sifonstelsel volgens conclusie 1, waarbij de koppelmiddelen (216) twee in hoofdzaak verticaal gerichte geleiders (216) omvatten met een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede. 30
3. Sifonstelsel volgens conclusie 2, waarbij de geleiders (216) zijn aangebracht aan weerszijden van het koppelvlak (215) van de montageflens (213) en aangrijpen om de aansluitflens (410) van de verzamelbak (400). 1 0 3 5 0 0 3 35
4. Sifonstelsel volgens conclusie 2, waarbij de geleiders zijn aangebracht aan weerszijden van het koppelvlak (415) van de aansluitflens (410! van de verzamelbak (400) en aangrijpen om de montageflens (213) . 5
5. Sifonstelsel volgens conclusie 3 cf 4, waarbij in het koppelvlak (215) van de montageflens (213) en/of in het koppelvlak (415) van de aansluitflens (410) een een afdichtingsring opnemende cirkelvormige groef (416) is 10 aangebracht.
6. Sifonstelsel volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, voorts omvattende een over de verzamelbak (400) te plaatsen kap (600), met een bovenwand (601), een voorwand 15 (602), een achterwand (603) en zijwanden (604); waarbij de voorwand (602) is voorzien van een in hoofdzaak rechthoekige uitsparing (610) die begrensd wordt door verticale randen (612) en een horizontale bovenrand (611); waarbij de montageflens (213) een trapvormige verdieping (260) 20 grenzend aan zijn naar het buisdeel (211) gerichte zijde heeft, corresponderend met de afmetingen van de rechthoekige uitsparing (610) in de voorwand (602) van de kap (600); waarbij de kap (600) vanuit een ontkoppelde stand door middel van een omlaag gerichte schuifbeweging kan worden gebracht 25 naar een met de montageflens (213) gekoppelde stand, in welke stand de kap (600) zich uitstrekt over de verzamelbak (400).
7. Sifonstelsel volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij een buitenoppervlak van het buisdeel (211) 30 van het doorvoer-buissegment (210) over althans een deel van zijn lengte is voorzien van een buitenschroefdraad; en waarbij het buiskoppeistuk (200) voorts een koppelmof (230) omvat waarvan een eerste cilindrisch buisdeel (231) een binnenoppervlak heeft dat over althans een deel van zijn 35 lengte is voorzien van een bij de buitenschroefdraad van het buisdeel (211) van het doorvoer-buissegment (210) passende binnenschroefdraad, en waarvan een tweede cilindrisch buisdeel (232) is ingericht voor bevestiging aan een afvoerbuis (20).
8. Sifonstelsel volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de montageflens (213) aan zijn naar het buisdeel (211) gerichte zijde een aandrukvlak (214) heeft; waarbij het eerste cilindrisch buisdeel (231) van de koppelmof 5 (230) aan zijn naar de montageflens (213) gerichte uiteinde een eindvlak (234) heeft; en waarbij genoemd aandrukvlak (214) en genoemd eindvlak (234) zijn ingericht om een wand (12) van een goot (10) tussen zich vast te klemmen. 10
9. Sifonstelsel volgens conclusie 6, waarbij in het genoemde aandrukvlak (214) en/of in het genoemde eindvlak (234) een een afdichtingsring opnemende cirkelvormige groef (235) is aangebracht. 15
10. Afvoerstelsel (700), omvattende een opvanggoot of opvangbak, voorzien van ten minste één sifonstelsel volgens een willekeurige der voorgaande conclusies.
11. Afvoerstelsel volgens conclusie 10, waarbij de goot een zijwand (12) heeft met een opening (17), waarbij het doorvoer-buissegment (210) door de opening (17) reikt, waarbij de montageflens (213) aanligt tegen het binnenoppervlak van de gootwand (12) . 25
12. Afvoerstelsel volgens conclusie 11, waarbij een buitenoppervlak van het buisdeel (211) van het doorvoer-buissegment (210) over althans een deel van zijn lengte is voorzien van een buitenschroefdraad; 30 waarbij het buiskoppelstuk (200) een koppelmof (230) met een binnenschroefdraad is vastgeschroefd op het doorvoer-buissegment (210), en waarbij de montageflens (213) en de koppelmof (230) de wand (12) tussen zich vast klemmen. ' 77 0 0 3
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1035003A NL1035003C2 (nl) | 2008-02-08 | 2008-02-08 | Sifonconstructie. |
EP09707752.3A EP2252743B1 (en) | 2008-02-08 | 2009-02-09 | Siphon construction |
PCT/NL2009/000028 WO2009099323A1 (en) | 2008-02-08 | 2009-02-09 | Siphon construction |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1035003A NL1035003C2 (nl) | 2008-02-08 | 2008-02-08 | Sifonconstructie. |
NL1035003 | 2008-02-08 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1035003C2 true NL1035003C2 (nl) | 2009-08-11 |
Family
ID=39765076
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1035003A NL1035003C2 (nl) | 2008-02-08 | 2008-02-08 | Sifonconstructie. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2252743B1 (nl) |
NL (1) | NL1035003C2 (nl) |
WO (1) | WO2009099323A1 (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102013105542A1 (de) * | 2013-05-29 | 2014-12-04 | Wedi Gmbh | Wasserablaufvorrichtung für eine Dusche und Duschbodenelement |
NL1040270C2 (nl) * | 2013-06-25 | 2015-01-05 | R In T Groen Holding B V | Sifonstelsel. |
NL1041625B1 (nl) * | 2015-12-15 | 2017-06-29 | Geni*Us Bvba | Sifonstelsel. |
CN110593388B (zh) * | 2019-08-05 | 2024-05-28 | 中国汽车工业工程有限公司 | 一种单元式平板拼装接水盘结构 |
IT202000025399A1 (it) | 2020-10-27 | 2022-04-27 | Profilpas S P A | Gruppo di scarico per docce |
DE202021102960U1 (de) | 2021-05-31 | 2021-08-02 | Capricorn S. A. | Siphonanordnung in Flachbauweise, insbesondere für Duschwannen |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB693569A (en) * | 1950-03-20 | 1953-07-01 | Arthur Spencer | Improvements relating to gully boxes |
EP1571269A1 (de) * | 2004-03-04 | 2005-09-07 | Kessel GmbH | Abwasserablauf |
WO2007004863A1 (en) * | 2005-07-04 | 2007-01-11 | Quick Drain Holding B.V. | Floor drain with removable stench-trap |
EP1854929A1 (en) * | 2006-05-11 | 2007-11-14 | Easy Sanitairy Solutions B.V. | Drain |
-
2008
- 2008-02-08 NL NL1035003A patent/NL1035003C2/nl active Search and Examination
-
2009
- 2009-02-09 WO PCT/NL2009/000028 patent/WO2009099323A1/en active Application Filing
- 2009-02-09 EP EP09707752.3A patent/EP2252743B1/en active Active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB693569A (en) * | 1950-03-20 | 1953-07-01 | Arthur Spencer | Improvements relating to gully boxes |
EP1571269A1 (de) * | 2004-03-04 | 2005-09-07 | Kessel GmbH | Abwasserablauf |
WO2007004863A1 (en) * | 2005-07-04 | 2007-01-11 | Quick Drain Holding B.V. | Floor drain with removable stench-trap |
EP1854929A1 (en) * | 2006-05-11 | 2007-11-14 | Easy Sanitairy Solutions B.V. | Drain |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2009099323A1 (en) | 2009-08-13 |
EP2252743A1 (en) | 2010-11-24 |
EP2252743B1 (en) | 2020-01-08 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1035003C2 (nl) | Sifonconstructie. | |
EP1886612B1 (en) | Upward discharge waste device for a shower tray | |
GB2453319A (en) | Toilet bowl | |
ES2623400T3 (es) | Desagüe | |
JP2022093582A (ja) | クリーナー | |
CN201284501Y (zh) | 带杀菌功能的同层排水水箱 | |
KR102035964B1 (ko) | 통합 오수 수집 장치 | |
DK2895661T3 (en) | Sanitary ware without flushing, especially toilet or urinal | |
NL1040270C2 (nl) | Sifonstelsel. | |
CN206905235U (zh) | 一种除湿机自排水路结构 | |
JP2014234628A (ja) | 洗濯機用防水パン | |
AU2010243797B2 (en) | Siphon and item of furniture | |
TWI758548B (zh) | 排水口篩網組件 | |
KR101876365B1 (ko) | 스크린을 구비한 오수받이 장치 | |
US20140238925A1 (en) | Grease trap with turbulence buffer | |
KR101114822B1 (ko) | 오수받이 | |
JP2004316276A (ja) | 洗濯機用防水パン | |
HU213063B (en) | Trap for waste fitting, particularly countersunk trap | |
JP2008095452A (ja) | 便器 | |
JP4027815B2 (ja) | 分解洗浄が容易な集合枡 | |
KR101876357B1 (ko) | 스크린을 구비한 오수받이 장치 | |
CN202658697U (zh) | 一种马桶的出水管机构 | |
CN220035634U (zh) | 一种用于排污管的防堵模块及具有该防堵模块的基站 | |
JP7296067B2 (ja) | 洋式便器およびユニットトイレ | |
JP6704529B2 (ja) | 手乾燥装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Owner name: I-DRAINS PRODUCTIONS B.V. Effective date: 20091028 |
|
PD | Change of ownership |
Owner name: GROUP NIVELLES, NAAMLOZE VENNOOTSCHAP; BE Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: I-DRAINS PRODUCTIONS B.V. Effective date: 20240628 |