NL1034678C2 - Voertuigstoel alsmede een steun geschikt voor in een voertuig. - Google Patents

Description

Voertuigstoel alsmede een steun geschikt voor in een voertuig

De uitvinding heeft betrekking op een voertuigstoel voorzien van ten minste een steun die ten minste een vervormbaar element omvat.

5 De uitvinding heeft tevens betrekking op een steun geschikt voor in een voertuig.

Bij een dergelijke, uit DE-A1-198.40.728 bekende voertuigstoel is de steun een hoofdsteun met een in de hoofdsteun gelegen balgvormig element dat vervormbaar is om energie op te nemen in het geval van een botsing, waarbij het 10 hoofd van een in de voertuigstoel zittend persoon met een relatief grote kracht tegen de hoofdsteun aankomt.

Het balgvormige element is kegelstompvormig uitgevoerd en omvat een aantal treden. Gebleken is dat bij een dergelijk vervormbaar element de weerstand tegen vervorming toeneemt naarmate het element verder is vervormd. 15 Bovendien is de bekende hoofdsteun slechts voorzien van een enkel vervormbaar element waardoor de krachtinleiding op het vervormbaar element geschiedt via een relatief gering gedeelte van het hoofd, waardoor ter plaatse van dit gedeelte van het hoofd er relatief grote kracht van op het hoofd worden uitgeoefend.

De uitvinding beoogt een voertuigstoel te verschaffen die is 20 voorzien van een steun met ten minste een vervormbaar element dat op een geleidelijke wijze vervormt bij een op het element uitgeoefende kracht waarbij een daarop aangebrachte kracht beter wordt verdeeld en geleidelijk wordt opgevangen.

Dit doel wordt bij de voertuigstoel volgens de uitvinding bereikt doordat de steun is voorzien van een aantal naast elkaar gelegen vervormbare 25 elementen die elk zijn voorzien van een wanddeel en ten minste twee zich onder een hoek van het wanddeel af uitstrekkende, vervormbare ribben, waarbij van het wanddeel afgekeerd uiteinden van de ribben zijn verbonden met van wanddelen afgekeerde uiteinden van ribben van daarnaast gelegen elementen.

Doordat de steun is voorzien van een aantal naast elkaar gelegen 30 vervormbare elementen, zal in het geval van een botsing de op de steun uitgeoefende kracht over de verschillende vervormbare elementen worden verdeeld. Hierdoor wordt een gelijkmatige krachtverdeling gerealiseerd. Door de ten minste twee vervormbare ribben wordt bovendien gewaarborgd dat de kracht geleidelijk wordt opgenomen. Bij voorkeur omvat het vervormbare element ten minste drie 1034678 2 ribben waardoor een stabiele indrukking zonder rotatie of translatie wordt gerealiseerd.

Een uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat bij het uitoefenen van een relatief grote kracht op het 5 wanddeel in een zich dwars op het wanddeel uitstrekkende, naar de ribben toegekeerde richting, de ribben vervormen naar ten minste onder het wanddeel gelegen posities.

Doordat de ribben bij het vervormen ten minste gedeeltelijk en bij voorkeur geheel onder het wanddeel komen te liggen, hinderen de ribben niet de 10 zich vervormende ribben van daarnaast gelegen elementen.

Een nog andere uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de uiteinden van de ribben zijn verbonden door stroken die zich evenwijdig uitstrekken aan de wanddelen.

Door de stroken worden uiteinden van de ribben stevig en op 15 eenvoudige wijze met elkaar verbonden.

Een nog andere uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de stroken in een raster zijn gelegen van een eerste aantal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende stroken en een tweede aantal zich dwars op het eerste aantal stroken uitstrekkende stroken.

20 Een dergelijk raster is eenvoudig te vervaardigen. Door een dergelijk raster vormen de stroken een stevige basis voor het ondersteunen van de ribben en de daarmee verbonden wanddelen.

Een nog andere uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de afstand tussen de stroken groter is dan de 25 afmeting van het tussen de stroken gelegen wanddeel.

Hierdoor hebben de ribben de neiging om te vervormen naar een tussen de stroken gelegen positie en derhalve naar een ten minste gedeeltelijk onder het wanddeel gelegen positie waardoor de ribben geen hinder vormen voor en geen hinder ondervinden van ribben van daarnaast gelegen elementen.

30 Een dergelijke steun is bovendien eenvoudig bijvoorbeeld door spuitgieten te vervaardigen, waarbij een voor het spuitgieten benodigde matrijs eenvoudig kan worden gelost.

Een nog andere uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de overgang van de ribbe naar het wanddeel 3 en/of de strook relatief geleidelijk is.

De overgang heeft bijvoorbeeld een kromtestraal van minimaal 2 mm.

Door een dergelijke geleidelijke overgang zal een ribbe bij het 5 uitoefenen van een kracht in de lengterichting op de ribbe als het ware afrollen over de overgang, waarbij de kromtestraal geleidelijk groter wordt. Afhankelijk van de grootte, richting en snelheid van de kracht is het ook mogelijk dat de ribbe tevens knikt.

Een nog ander uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de 10 uitvinding wordt gekenmerkt doordat de ribben een stompe hoek insluiten met het wanddeel.

Door een dergelijke stompe hoek is de steun eenvoudig door kunststof spuitgieten te vervaardigen waarbij een matrijs eenvoudig kan lossen.

Een uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de uitvindng 15 wordt gekenmerkt doordat de stompe hoek groter is dan 90,5 graden.

Bij een dergelijke hoek is het eenvoudig om bij het kunststof spuitgieten de matrijs van de steun te verwijderen.

Een weer andere uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de lengte van de ribben kleiner is dan de 20 afstand tussen twee tegenover elkaar gelegen ribben.

Hierdoor zullen bij het als het ware dubbelklappen van de ribben onder het wanddeel, tegenover elkaar gelegen ribben elkaar niet raken en hinderen. Bij voorkeur is het wanddeel relatief stijf, waardoor de krachten door het wanddeel zonder vervorming van het wanddeel worden doorgeleid naar de vervormbare 25 ribben.

Een weer andere uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het wanddeel rechthoekig is en is voorzien van twee ribben die een breedte hebben die kleiner of ongeveer gelijk is aan de helft van de afmeting van een zijde van het wanddeel waarmee de ribben zijn verbonden en 30 van een ribbe die een breedte heeft die ongeveer gelijk is aan de afmeting van de zijde waarmee die ene ribbe is verbonden, waarbij de ribben op afstand van elkaar zijn gelegen.

Gebleken is dat een dergelijk uitgevoerd element een goede en geleidelijke krachtdoorleiding waarborgt waarbij geen translaties van het wanddeel 4 in het vlak van het wanddeel en geen rotaties van het wanddeel optreden.

Een verdere uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de twee ribben met een breedte kleiner of ongeveer gelijk aan de helft van de afmeting van de zijde van het wanddeel 5 waarmee de ribben zijn verbonden, tegenover elkaar zijn gelegen.

Hierbij zijn de relatief kleine ribben gelegen bij die zijde van het wanddeel dat niet is voorzien van een ribbe.

De brede ribben van naast elkaar gelegen elementen liggen bij voorkeur tegenover elkaar of aan van elkaar afgekeerde zijden van de elementen. 10 Op deze wijze zullen de brede ribben bij het vervormen nagenoeg niet in aanraking kunnen komen met de smalle ribben.

Een nog andere uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de vervormbare elementen wanddelen met een verschillende grootte hebben, waarbij relatief kleine wanddelen zijn voorzien van 15 relatief korte ribben, terwijl relatief grote wanddelen zijn voorzien van relatief lange ribben.

Op deze wijze is de steun uit te voeren in nagenoeg elke gewenste vorm, terwijl de steun over het gehele oppervlak kan zijn voorzien van vervormbare elementen. De vervormbare elementen hebben bij voorkeur een lengte, hoogte, 20 breedte verhouding van ongeveer 1:1:1.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de voertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de voertuigstoel is voorzien van een rugleuning en aan weerszijden van de rugleuning gelegen zijwanden, waarbij de zijwanden ten minste gedeeltelijk zijn voorzien van de steun met de vervormbare elementen.

25 Een dergelijke voertuigstoel is bij voorkeur uitgevoerd als een losneembaar in een voertuig te plaatsen kindervoertuigstoel. Bij relatief kleine kinderen is het van belang dat bij een botsing, waarbij het hoofd van een kind in aanraking komt met een van de zijwanden, de op het hoofd van het kind uitgeoefende kracht geleidelijk wordt opgevangen en over het gehele 30 contactoppervlak tussen hoofd- en zijwand wordt verdeeld. Gebleken is dat de steun volgens de uitvinding uitermate geschikt is om te worden aangebracht in zijwanden van een kindervoertuigstoel welke zijwanden vaak een onregelmatige vorm hebben.

Het is uiteraard ook mogelijk om de steun toe te passen bij een voertuigstoel waarin een volwassen persoon wordt vervoerd waarbij de steun kan 5 zijn gelegen in wanden van bijvoorbeeld het voertuig waarmee in het geval van een botsing het hoofd of andere lichaamsdelen van de inzittende contact kunnen maken.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin 5 fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een kindervoertuigstoel volgens de uitvinding, fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van de steun van de in fig. 1 weergegeven kindervoertuigstoel, fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van een andere steun 10 volgens de uitvinding, fig. 4A-4D perspectivische aanzichten tonen van het vervormen van een vervormbaar element, fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een ander vervormbaar element toont.

15 In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een kindervoertuigstoel 1 volgens de uitvinding die is voorzien van een zitting 2, een op zitting 2 aansluitende rugleuning 3 en aan weerszijden van de rugleuning 3 gelegen zijwanden 4. Een dergelijke 20 kindervoertuigstoel 1 is verder gebruikelijk voorzien van een draagbeugel (niet weergegeven) en van een gordelsysteem voor het in de kindervoertuigstoel 1 met behulp van het gordelsysteem vastzetten van een kind. De tot dusver beschreven kindervoertuigstoel 1 is op zich bekend en zal derhalve niet nader worden toegelicht.

25 De kindervoertuigstoel 1 volgens de uitvinding is in beide zijwanden 4 voorzien van een steun 5 die een aantal naast elkaar gelegen vervormbare elementen 6 omvat. Elk vervormbaar element 6 omvat een wanddeel 7 en twee zich onder een hoek vanaf het wanddeel 7 uitstrekkende ribben 8, 9.

De steun 5 is duidelijk zichtbaar in fig. 2. De steun 5 is voorzien van 30 kubusvormige elementen 6', 6", 61", 6IV, 6V, die een steeds kleinere grootte hebben. Het element 6' heeft een vierkant wanddeel 7 met een breedte B1 en een hoogte L1. Het element 6IV is het kleinste en heeft een breedte B5 en een hoogte L5.

Elk element 6 is voorzien van een ribbe 8', 8V met een breedte die gelijk is aan de breedte van het wanddeel 7', 7V waarmee het is verbonden. Elk 6 element is verder voorzien van twee tegenover elkaar gelegen ribben 9' die een breedte hebben die gelijk is aan de helft van de breedte van het wanddeel 7', 7V waarmee het is verbonden.

Alle ribben 8, 9 zijn met van de wanden 7 afgekeerde uiteinden 5 verbonden met stroken 10, 11 waarbij de stroken 10 zich evenwijdig aan de ribben 8 uitstrekken terwijl de stroken 11 zich evenwijdig aan de ribben 9 uitstrekken. De stroken 10, 11 vormen tezamen een raster 12.

De ribben sluiten een stompe hoek in van ongeveer 90,5 graden met het wanddeel 7. De overgang tussen het wanddeel 7 en de ribben 8, 9 is relatief 10 scherp. Daarentegen is de overgang tussen de ribben 8, 9 en de stroken 11, 12 geleidelijk en geschiedt via een kromming met een kromtestraal van bijvoorbeeld 2 a 4 millimeter.

Zoals zichtbaar in fig. 2 is elk wanddeel 7 aan één zijde niet voorzien van een ribbe. Hierbij zijn rijen van elementen 6 zodanig ten opzichte van 15 elkaar gelegen dat niet van een ribbe voorziene zijden van de wanddelen 7 naar elkaar toe zijn gericht of de van wanddelen 8 voorziene zijden van de wanddelen 7 naar elkaar toe zijn gericht. Op deze wijze hinderen de brede ribben 8 bij het vervormen zowel naar een onder het wanddeel gelegen positie als naar een naast het wanddeel gelegen positie niet de smalle ribben 9.

20 Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm van een steun waarbij alle elementen 6 eenzelfde grootte hebben.

Zoals reeds hierboven aangegeven is de kindervoertuigstoel 1 voorzien van in de zijwanden 4 aangebrachte steunen 5. De steunen 5 zijn bij voorkeur tussen de elementen gevuld met een kunststoffen schuim van bijvoorbeeld 25 polystyreen en vervolgens afgedekt met een bekleding. Het kunststoffen schuim is in de tussen de elementen 6, boven de stroken 10, 11 gelegen ruimtes aangebracht. Hierdoor voelt de buitenzijde van de kinderstoel glad, zacht en comfortabel aan. Op deze wijze kan de kindervoertuigstoel 1 in elke gewenste vorm worden vervaardigd, waarbij de steunen 5 het uiterlijk van de kindervoertuigstoel 1 niet aantasten. 30 Doordat de steunen 5 relatief dicht onder de bekleding zijn gelegen, zal in het geval van een botsing de steun 5 de door het hoofd van het kind op de steun 5 uitgeoefende kracht goed kunnen opvangen.

In fig. 4A-4D wordt het opvangen van een kracht F op een vervormbaar element 6 nader toegelicht. Fig. 4A toont een vervormbaar element 6 7 zoals voorzien in de in fig. 2 weergegeven steun 5 in een positie waarbij een kracht F op het element 6 is aangebracht. Ten gevolge van deze kracht F worden de ribben 8, 9 vervormd, waarbij de tussen de het wanddeel 7 en de stroken 10, 11 gelegen gedeeltes van de ribben 8, 9 in de door pijlen P1, P2, P3 aangegeven 5 richtingen worden verplaatst via de in fig. 4B en 4C weergegeven posities naar de in fig. 4D weergegeven positie. Door het vervormen van de ribben 8, 9 wordt het wanddeel 7 in de richting van de stroken 10, 11 verplaatst. Gebleken is dat de kracht die nodig is voor het vervormen van de ribben 8, 9 gedurende het verplaatsen van het wanddeel 7 nagenoeg uniform blijft. Door de uniforme kracht wordt een 10 goede, geleidelijke energie-absorptie verkregen.

Fig- 5 toont een andere uitvoeringsvorm van een vervormbaar element 16 dat is voorzien van een zeshoekig wanddeel 17. Het wanddeel 17 heeft twee relatief lange zijden 18 en twee daartussen gelegen korte zijden 19. Vanaf de relatief korte zijde 19 strekken zich ribben 20 uit die aan een van het wanddeel 17 15 een grotere breedte hebben dan nabij het wanddeel 17. De ribben 20 zijn aan van het wanddeel 17 afgekeerde zijden via stroken verbonden met ribben 20 van daarnaast gelegen elementen 16. Een dergelijk element 16 is rotatiestabiel.

De steun is bij voorkeur vervaardigd van een materiaal met een relatief grote waarde voor rek bij breuk zoals bijvoorbeeld polypropyleen.

20 Het is ook mogelijk dat de wanddelen andere vormen zoals bijvoorbeeld een rechthoekige vorm hebben. Het is ook mogelijk om de elementen te voorzien van twee of meer dan drie ribben.

1 0 3 4 6 7 8

Claims (18)

1. Voertuigstoel voorzien van ten minste een steun die ten minste een vervormbaar element omvat, met het kenmerk, dat de steun is voorzien van een aantal naast elkaar gelegen vervormbare elementen die elk zijn voorzien van een 5 wanddeel en ten minste twee zich onder een hoek van het wanddeel af uitstrekkende, vervormbare ribben, waarbij van het wanddeel afgekeerd uiteinden van de ribben zijn verbonden met van wanddelen afgekeerde uiteinden van ribben van daarnaast gelegen elementen.

2. Voertuigstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij het 10 uitoefenen van een relatief grote kracht op het wanddeel in een zich dwars op het wanddeel uitstrekkende, naar de ribben toegekeerde richting, de ribben vervormen naar ten minste onder het wanddeel gelegen posities.

3. Voertuigstoel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de uiteinden van de ribben zijn verbonden door stroken die zich evenwijdig uitstrekken 15 aan de wanddelen.

4. Voertuigstoel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de stroken in een raster zijn gelegen van een eerste aantal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende stroken en een tweede aantal zich dwars op het eerste aantal stroken uitstrekkende stroken.

5. Voertuigstoel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de afstand tussen de stroken groter is dan de afmeting van het tussen de stroken gelegen wanddeel.

6. Voertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de overgang van de ribbe naar het wanddeel en/of de strook relatief 25 geleidelijk is.

7. Voertuigstoel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de overgang van de ribben naar de strook een kromtestraal heeft van minimaal 2 millimeter.

8. Voertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat de ribben een stompe hoek insluiten met het wanddeel.

9. Voertuigstoel volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de stompe hoek groter is dan 90,5 graden.

10. Voertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengte van de ribben kleiner is dan de afstand tussen twee i o 3 4 u 7 8 tegenover elkaar gelegen ribben.

11. Voertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wanddeel rechthoekig is en is voorzien van twee ribben die een breedte hebben die kleiner of ongeveer gelijk is aan de helft van de afmeting van 5 een zijde van het wanddeel waarmee de ribben zijn verbonden en van een ribbe die een breedte heeft die ongeveer gelijk is aan de afmeting van de zijde waarmee die ene ribbe is verbonden, waarbij de ribben op afstand van elkaar zijn gelegen.

12. Voertuigstoel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de twee ribben met een breedte kleiner of ongeveer gelijk aan de helft van de afmeting van 10 de zijde van het wanddeel waarmee de ribben zijn verbonden, tegenover elkaar zijn gelegen.

13. Voertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wanddeel vierkant is.

14. Voertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de vervormbare elementen wanddelen met een verschillende grootte hebben, waarbij relatief kleine wanddelen zijn voorzien van relatief korte ribben, terwijl relatief grote wanddelen zijn voorzien van relatief lange ribben.

15. Voertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voertuigstoel is voorzien van een rugleuning en aan weerszijden 20 van de rugleuning gelegen zijwanden, waarbij de zijwanden ten minste gedeeltelijk zijn voorzien van de steun met de vervormbare elementen.

16. Voertuigstoel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de voertuigstoel een losneembaar in een voertuig te plaatsen kindervoertuigstoel is.

17. Voertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat ten minste de tussen naast elkaar gelegen elementen ruimte is gevuld met een kunststoffen schuim.

18. Steun geschikt voor een voertuig, met het kenmerk, dat de steun is voorzien van een aantal naast elkaar gelegen vervormbare elementen die elk zijn voorzien van een wanddeel en ten minste twee zich onder een hoek van het 30 wanddeel af uitstrekkende, vervormbare ribben, waarbij van het wanddeel afgekeerd uiteinden van de ribben zijn verbonden met van wanddelen afgekeerde uiteinden van ribben van daarnaast gelegen elementen. 1 0 3 4 ΰ 7 $