NL1034622C2 - Inrichting voor het grondverdringend in de grond aanbrengen van een betonnen paal, en een samenstel en betonnen paal daarvoor. - Google Patents

Inrichting voor het grondverdringend in de grond aanbrengen van een betonnen paal, en een samenstel en betonnen paal daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL1034622C2
NL1034622C2 NL1034622A NL1034622A NL1034622C2 NL 1034622 C2 NL1034622 C2 NL 1034622C2 NL 1034622 A NL1034622 A NL 1034622A NL 1034622 A NL1034622 A NL 1034622A NL 1034622 C2 NL1034622 C2 NL 1034622C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pile
mandrel
hollow
pole
foot
Prior art date
Application number
NL1034622A
Other languages
English (en)
Inventor
Hermanus Johannes Maria Stroeve
Sikko Doornbos
Original Assignee
Betonson B V
Terracon Funderingstechniek B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Betonson B V, Terracon Funderingstechniek B V filed Critical Betonson B V
Priority to NL1034622A priority Critical patent/NL1034622C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1034622C2 publication Critical patent/NL1034622C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/22Piles
    • E02D5/24Prefabricated piles
    • E02D5/30Prefabricated piles made of concrete or reinforced concrete or made of steel and concrete
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D7/00Methods or apparatus for placing sheet pile bulkheads, piles, mouldpipes, or other moulds
    • E02D7/28Placing of hollow pipes or mould pipes by means arranged inside the piles or pipes

Description

f »
INRICHTING VOOR HET GROND VERDRINGEND IN DE GROND 5 AANBRENGEN VAN EEN BETONNEN PAAL, EN EEN SAMENSTEL EN BETONNEN PAAL DAARVOOR
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het grondverdringend in de grond brengen 10 van een geprefabriceerde, holle, betonnen paal, en op een in een dergelijke inrichting te gebruiken samenstel en geprefabriceerde, holle, betonnen paal.
In het algemeen bezit de grond op een bouwplaats een onvoldoende stabiliteit om voldoende draagvermogen te 15 verschaffen voor het op die plaats op te richten object, zoals een woning, een kantoor, viaduct en dergelijke. Ter plaatse dient met behulp van een heipaal zover in de onderliggende te worden doorgedrongen totdat een voldoend dragende grondlaag is bereikt. Een mogelijkheid voor het 20 in de grond dringen van een paal omvat het heien met een heistelling. Heien van een paal in de grond gaat gepaard met overmatig geluid en trillingen, waardoor op veel plaatsen niet kan worden geheid dan wel de risico's op aan te richten schade te groot of te onvoorzienbaar zijn. 25 Een andere mogelijkheid voor het in de grond aanbrengen van een paal is gebruik te maken van een boortechniek. Bij deze boortechniek wordt met behulp van een boor tot op een bepaalde diepte een boorgat gevormd. In dit boorgat wordt een uithardend materiaal gestort, 30 bijvoorbeeld beton, eventueel vooraf voorzien van een wapening. Een nadeel van een dergelijke boortechniek is het gebruik van boorspoeling tijdens het boren, waardoor aan het grondoppervlak een grondslurrie vrij komt.
1034622 1 1 2
De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarmee grondverdringend in de grond een paal kan worden aangebracht zonder dat geheid behoeft te worden en zonder dat gebruik gemaakt dient te worden van 5 een boorspoeling waardoor de hiervoor genoemde nadelen van beide technieken in hoofdzaak worden vermeden.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt met een inrichting voor het grondverdringend in de grond brengen van een geprefabriceerde, holle, betonnen paal, 10 omvattende: een samenstel, omvattende: een in de holle paal zich uitstrekkende doorn; een met het in de grond te brengen einde van 15 de holle paal verbonden boorvoet; en middelen voor het tegen rotatie geborgd, losmaakbaar koppelen van de doorn aan de boorvoet en/of aan de holle paal; en middelen voor het in de grond verdringend 20 drijven van het samenstel door het roteren.
De uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat door gebruik te maken van een holle betonnen paal, een aan de betonnen paal voorafgaande boorvoet kan worden bediend waardoor effectief - onder het gewicht van 25 tenminste de betonnen paal-roterend (en eventueel onder druk) - deze betonnen paal in de grond kan worden gedreven terwijl gelijktijdig zijdelings grond wordt verdrongen. Aldus kan van hei-activiteiten worden afgezien en komt geen boorspoeling aan het oppervlak.
30 Doordat volgens de uitvinding gebruik wordt gemaakt van een geprefabriceerde betonnen paal ontstaat op de bouwplaats geen tijd vertraging als gevolg van het storten van de betonnen paal, verharden van het beton en het eventueel moeten aanbrengen van een betonwapening. De
r I
3 boorvoet is direct bereikbaar voor rotatie door middel van een roteerbaar aan te drijven doorn (of aandrijfas) die zich door de geprefabriceerde holle betonnen paal uitstrekt. Koppelmiddelen tussen de doorn en de boorvoet 5 staan toe dat de boorvoet roteerbaar kan worden aangedreven terwijl na het op diepte brengen van de holle betonnen paal de doorn kan worden verwijderd. Anderzijds kan de boorvoet indirect middels de holle paal die vast of losmaakbaar en tegen rotatie geborgd, roterend worden 10 aangedreven. De holle paal kan daartoe aan zijn vrije einde en/of inwendig op een of meer plaatsen over zijn lengte zijn verbonden met de doorn.
Van het samenstel dat omvat de geprefabriceerde holle betonnen paal, de in deze holle paal zich 15 uitstrekkende doorn en de via koppelmiddelen met de doorn verbonden boorvoet, is slechts de boorvoet verloren en blijft onder de holle betonnen paal in de grond achter.
Volgens een eerste uitvoeringsvorm omvatten de koppelmiddelen tegen rotatie borgende, losmaakbare 20 aanslagen. Deze aanslagen zijn enerzijds opgenomen in het vrijeinde van de doorn en anderzijds in de boorvoet. Door rotatie slaan deze aanslagen tegen elkaar en werken samen voor een rotatie van de boorvoet met behulp van de roteerbaar aangedreven doorn, doordat de koppelmiddelen 25 door middel van deze aanslagen doorn en boorvoet onderling borgen tegen een relatieve rotatie. Omkering van de rotatierichting dan wel door het stoppen van het roteren van de doorn leidt ertoe dat beide ontkoppeld kunnen worden.
30 In een andere uitvoeringsvorm omvatten de koppelmiddelen een onronde opening en een in de onronde opening zich uitstrekkend borgstuk met een aan de opening tenminste ten dele complementaire vorm. In dit geval komt de koppeling tussen doorn en boorvoet tot stand doordat 4 een borgstuk zich ophoudt in de onronde opening. Door de ten dele onderling complementaire vorm zal bij rotatie van de doorn tussen dit borgstuk en de opening een borging tegen rotatie ontstaan en zal rotatie van de 5 doorn worden overgenomen door de boorvoet door middel van deze koppelmiddelen. Een optimale overbrenging van het rotatie-moment van de doorn op de boorvoet vindt plaats indien de koppelmiddelen vormsluitend zijn. Dat betekent dat na koppeling er in hoofdzaak geen vrije ruimte 10 aanwezig is in het rotatievlak dat in hoofdzaak horizontaal zich uitstrekt. Van zelfsprekend zal tussen doorn en borgstuk een gebruikelijke speling mogelijk zijn.
De onronde opening heeft bij voorkeur een meer-15 hoekige vorm, bijvoorbeeld 4-,5-, 6-, 7-, 8-hoekig of stervorm. Een 4-,6- of 8-hoekige vorm heeft de voorkeur. Naarmate het aantal hoeken toeneemt, worden de hoekvlakken in oppervlak elk kleiner. Daardoor wordt de rotatie kracht gelijkmatiger overgebracht in de opening. 20 Derhalve heeft de meeste voorkeur een 4-,6- of 8-hoekige opening. Het zal duidelijk zijn dat het borgstuk een aan de hoekige opening aangepaste hoekige vorm bezit. Ook in dit geval heeft het voorkeur gebruik te maken van een 4,6 of 8-hoekige vorm. In dit verband heeft het verder 25 voorkeur dat de holle betonnen paal een zelfde 4,6 of 8-hoekige vorm bezit. Van zelfsprekend zijn andere hoekige vormen dan wel onronde, ovale vormen mogelijk.
In een bijzonder uitvoeringsvorm is de holle paal voorzien van een paalvoet die is voorzien van 30 koppelmiddelen voor het eveneens tegen rotatie geborgd, losmaakbaar koppelen van de doorn aan de paalvoet. In dit geval is er niet alleen een koppeling tussen enerzijds de doorn en anderzijds de boorvoet maar eveneens een koppeling tussen doorn en het onderste einde van de I « 5 betonnen paal. Aldus wordt verzekerd dat de holle betonnen paal via zijn paalvoet mee roteert met doorn en boorvoet. In dit verband heeft het de voorkeur dat de paalvoet bij voorkeur in de vorm van een paalvoetschoen, 5 vast is verbonden met de wapening in de betonnen paal (indien deze aanwezig is).
In een andere uitvoeringsvorm is de holle paal voorzien van koppelmiddelen voor het eveneens tegen rotatie geborgd en verschuiven van de holle paal, 10 losmaakbaar koppelen van de doorn in de holle paalschacht. In dit geval is er niet alleen een koppeling tussen enerzijds de doorn en anderzijds de boorvoet maar eveneens een koppeling tussen de doorn en betonnen paal. Aldus wordt verzekerd dat de holle betonnen paal via de 15 koppelmiddelen mee roteert met doorn en boorvoet.
Het verdient voorkeur indien de opening is aangebracht in de boorvoet en/of de paalvoet en het borgstuk is aangebracht aan het vrije doorneinde. Het lijkt in de praktijk gemakkelijk indien het borgstuk dat 20 is aangebracht aan het vrije doorneinde van de doorn en deze op afstand door de betonnen paal heen door koppelen in contact kan worden gebracht met de opening die is aangebracht van de boorvoet en eventueel de paalvoet en/of paalschacht. Voor een goede, snelle en verzekerde 25 koppeling tussen enerzijds het vrije doorneinde en anderzijds de boorvoet en eventueel de paalvoet en/of paalschacht, heeft het voorkeur dat borgstuk en/of opening zijn voorzien van inloopranden die het borgstuk geleiden tot in de opening.
30 De doorn en zijn aandrijfmiddelen zullen niet alleen een rotatiekracht maar ook een drukkracht uit oefenen (tezamen met het gewicht van tenminste de betonnen paal) op de boorvoet teneinde grond verdringend de betonnen paal in de grond te drijven. Het heeft hier « · 6 voorkeur dat borgstuk en ook de opening zijn voorzien van drukvlakken waardoor de krachten ook over relatief grote oppervlakken kunnen worden verdeeld en locaal relatief kleine krachten optreden.
5 Volgens een andere voorkeur uitvoeringsvorm is de holle betonnen paal aan zijn ondereinde niet vast verbonden met een paalvoet maar rust onder eigen gewicht op de boorvoet. Een verzekerd in de grond drijven van deze holle paal die daarbij doorstoken is door de doorn, 10 wordt bereikt indien de doorn is voorzien van middelen voor het tegen verschuiving borgen van de holle paal aan de doorn. Aldus is de holle paal geklemd tussen enerzijds de boorvoet en anderzijds de klemmiddelen van de doorn zodat een verschuiving relatief ten opzichte van de doorn 15 wordt vermeden en de holle betonnen paal gelijktijdig met boorvoet en doorn in de grond wordt gedreven. Aldus bestaat de holle betonnen paal in hoofdzaak uit een holle cilinder die met voorkeur kan worden vervaardigd in een extrusieproces.
20 In dit verband wordt opgemerkt dat ook de holle betonnen paal volgens de uitvinding die is voorzien van een paalvoet eveneens door extrusie kan worden vervaardigd en na op maat brengen van de geextrudeerde paal kan de paalvoet al of niet voorzien van een 25 inwendige en / of uitwendige opstaande rand aangevormd worden aan de holle paal, bijvoorbeeld door bevestigingsmiddelen dan wel door lassen aan de in de paal aanwezige wapening danwel door lijmen aan de paal. Anderzijds is het mogelijk dat de holle paal een gesloten 30 kopseinde bezit, waarin de koppelmiddelen zijn opgenomen.
Indien de holle paal zonder tussenkomst van een paalvoet afsteunt op de boorvoet en eventueel met voorkeur niet gedwongen in rotatie wordt gebracht, heeft het verder voorkeur dat tussen het vrije paaleinde en de
♦ I
7 middelen aan de doorn tegen verschuiving (bovenzijde) en / of vrije paaleinde en boorvoet anti-wrijvingsmiddelen zijn opgenomen. Deze anti-wrijvingsmiddelen tussen vrije paaleind en middelen tegen verschuiven (bovenzijde) en 5 vrije paaleind en boorvoet bevorderen een rotatie van de ingeklemde betonnen paal. Deze anti-wrijvingsmiddel kunnen omvatten een glijmiddel dat is aangebracht tussen boorvoet en betonnen paal. Anderzijds is het mogelijk om bijvoorbeeld glijring(en) of lagers aan te brengen op het 10 contactvlak van de middelen tegen verschuiving en / of de boorvoet, het kopseinde van de betonnen paal dan wel op beide.
In een bouwwerk is het niet altijd noodzakelijk dat de betonnen palen een gelijke lengte bezitten.
15 Volgens de uitvinding is het mogelijk hierop in te spelen door dat de holle paal gesegmenteerd kan zijn. Dit betekent dat paalsegmenten van een bepaalde lengte kunnen worden aangevoerd en ter plaatse kunnen benodigde paallengten samengesteld worden uit een aantal van deze 20 paalsegmenten. Daarnaast biedt dit voordelen als productie van standaard eenheden, als ook bij het transport van het geprefabriceerde betonnen palen naar het bouwwerk. Volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld kunnen de paalsegmenten worden gekoppeld door middel van 25 koppelmiddelen. Deze koppelmiddelen kunnen bestaan uit losse koppelstukken die tussen verticaal geschakelde paalsegmenten worden geplaatst. De koppelstukken kunnen aan de binnenzijde van de holle betonnen paal insluiten en/of aan de buitenzijde omsluiten. Van belang is slechts 30 dat de koppelmiddelen de werking van de doorn niet hinderen.
Voor een verzekerde werking van een uit paalsegmenten opgebouwde betonnen paal heeft het voorkeur dat de paal segmenten vast met elkaar gekoppeld worden.
8
Daartoe heeft het voorkeur dat de paalsegmenten elk zijn voorzien van een vast daarmee verbonden koppelstuk dat vervolgens bij het opbouwen van de gesegmenteerde betonnen paal aan elkaar vast worden bevestigd met 5 bijvoorbeeld bevestigingsmiddelen of bijvoorbeeld door lassen of lijmen.
Voor het bevorderen van het grondverdringend in de grond drijven van de geprefabriceerde, holle, betonnen paal volgens de uitvinding heeft het verder voorkeur dat 10 de boorvoet is voorzien van grond verdringende middelen. Deze middelen drijven onder invloed van de rotatie van de boorvoet onderliggende grond in zijdelings richting. Hierdoor wordt een boorgat gevormd alwaar tegelijkertijd zijdelings van het boorgat de grond wordt verdicht door 15 de verdrongen grond. Grondverdrijvende middelen omvatten bijvoorbeeld een schroefgang dan wel zijdelings gerichte elementen.
Een ander additionele mogelijkheid voor het bevorderen van het in de grond drijven van de betonnen 20 paal omvat het gebruik van boorspoeling die via de boorvoet en eventueel via zijdelinks openingen in de hollepaal in het boorgat uitstromen. Een andere mogelijkheid is om via de boorvoet en eventueel openingen in de holle paal zogenaamde grout tot in het boorgat te 25 laten doordringen. Hierdoor wordt een naar verharding van de grout goede hechting verkregen tussen de betonnen paal enerzijds en de omgevende grond anderzijds. Hierdoor kunnen de betonnen palen ook verbeterd onder trekbelasting worden toegepast.
30 Bij een andere uitvoeringsvorm kan in de holle ruimte van de holle paal een trekstang aangebracht worden al of niet verbonden aan de boorvoet waardoor de betonnen palen ook verbeterd onder trekbelasting worden toegepast.
9
De holle paal biedt anderzijds de mogelijkheid om tijdens of na het in de grond dringen tot het aanbrengen van een warmtewisselaar. Aldus kan gebruik worden gemaakt van het temperatuur verschil dat heerst tussen het 5 grondoppervlak en onderzijde van het boorgat.
Klimatisering vormt hier door een toepassing. Het temperatuur verschil kan ook worden gebruikt voor warmtekracht koppeling ondanks het relatief geringe temperatuur verschil.
10 Een ander aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op het hiervoor beschreven samenstel als ook op de gefabriceerde holle betonnen paal zoals hiervoor is gedefinieerd.
Genoemde in andere kenmerken van de inrichting, 15 samenstel en geprefabriceerde holle betonnen paal volgens de uitvinding zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, die slechts bewijs van voorbeeld worden gegeven zonder dat daartoe wordt geacht de uitvinding beperkt te zijn.
20 Hierbij wordt verwezen naar de bij gevoegd tekeningen, waarin:
Figuur 1 en 2 elk schematisch het werkingsprincipe van de inrichting volgens de uitvinding;
Figuur 3, 7,10,12 en 13 elk verschillende stadia 25 van het gebruik van de inrichting volgens de uitvinding voor het in de grond drijven van de geprefabriceerde holle betonnen paal volgens de uitvinding;
Figuur 4 op grotere schaal in perspectief detail IV uit figuur 3; 30 Figuur 5 in perspectief op grotere schaal detail V uit figuur 3;
Figuur 6 in perspectief op grotere schaal detail VI uit figuur 3; » · 10
Figuur 8 in perspectief op grotere schaal detail VIII uit figuur 7;
Figuur 9 een doorsnede over de lijn IX-IX uit figuur 8.
5 Figuur 11 op grotere schaal en in perspectief detail XI uit figuur 10;
Figuur 14 in perspectief op grotere schaal detail XIV uit figuur 13;
Figuur 15-18 in bovenaanzicht en in doorsnede 10 varianten in de koppelmiddelen tussen holle betonnen paal en doorn uit het samenstel volgens de uitvinding;
Figuur 19-23 in doorsnede de koppeling tussen doorn, holle paal en boorvoet in verschillende uitvoeringsvoorbeelden.
15 Figuur 23 een aanzicht van een gesegmenteerde holle betonnen paal volgens de uitvinding;
Figuur 24-26 varianten van verschillende koppelingen van de gesegmenteerde paaldelen uit figuur 23; 20 Figuur 27 op een andere schaal in doorsnede het aanbrengen van boorspoeling of grout; en
Figuur 28 op een zelfde schaal als figuur 27 het gebruik van een warmtewisselaar in een in de grond gebrachte holle betonnen paal volgens de onderhavige 25 uitvinding.
Figuur 1 en 2 beschrijven elk een inrichting volgens de uitvinding. Inrichting 1 omvat een samenstel 3 dat omvat een geprefabriceerde holle betonnen paal 4, een door deze paal 4 zich uitstrekkende doorn 5 die 30 losmaakbaar is gekoppeld met een boorvoet 6 en met een paalvoet die vast is verbonden met de paal 4. De doorn 5 werkt hierbij als aandrijfas voor het roteerbaar aandrijven van enerzijds de boorvoet 6 en anderzijds via de paalvoet van de holle betonnen paal 4. De doorn is 11 verbonden met middelen 8 voor het in de grond dringen van het samenstel 3. De middelen 8 omvatten daartoe rotatiemiddelen voor rotatie in de richting van de pijl 9 en/of een axiale drukkracht in de richting van de pijl 10 5 uit.
De inrichting 2 omvat een soortgelijk samenstel 11. Het samenstel omvat in dit geval een holle paal 12 en een daardoorheen zich uitstrekkende doorn 13 die loskoppelbaar is verbonden met de boorvoet 14 waarop de 10 holle paal 12 rust. De holle paal 12 is met behulp van klemmiddelen 14 tegen verschuiving geklemd en geborgd aan de doorn 13 en/of middelen 8.
Figuur 3 toont in detail een eerste fase van het in de grond drijven van een geprefabriceerde holle 15 betonnen paal 15 volgens de uitvinding.
Een huis 18 is verschuifbaar geleid aan een stelling 19 en bevat de rotatie en drijfmiddelen 8. Een doorn 16 is roteerbaar met de middelen 8 verbonden. Ter plaatse van de aan te brengen betonnen paal 15 is een 20 boorvoet 17 op de grond aangebracht. De paal 15 wordt opgehesen en op de doorn 16 geschoven (zie figuur 7). De doorn 16 kan eventueel voor het ophijsen van de holle paal 15 in de holle ruimte worden aangebracht. Tevens kan boorvoet 17 voorafgaande aan het ophijsen al aan paal 15 25 worden opgenomen.
Figuur 4 toont meer in detail de holle betonnen paal 15 volgens de uitvinding. De paal 15 is aan zijn einde 20 voorzien van koppelmiddelen 21. De koppelmiddelen 21 omvatten twee aanslagen 22 elk voorzien 30 van een oplooprand 23 die elk een deel van een holle cilinder vormen. De koppelmiddelen omvatten tevens een in de koppelmiddelen aangebrachte onronde, zeshoekige opening 24. De koppelmiddelen 21 zijn gelast aan de wapening 25 van de paal 15.
• » 12
Figuur 4A is paalvoetschoen 104 die voorzien is van de opening 24, met een opstaande rand welke inwendig in de holle paal 105 strak is bevestigd middels bijvoorbeeld lijmen.
5 Figuur 4B is een paalvoetschoen 106 die voorzien is van de opening 24, met een opstaande rand welke uitwendig om de holle paal 107 strak is bevestigd middels bijvoorbeeld lijmen, (zie ook figuur 9A en 9B).
Figuur 5 toont meer in detail de boorvoet 17. Deze 10 omvat een cilindrisch lichaam 26 met daarin aanslagen 27 en oploopranden 28 die complementair zijn aan en samenwerken met de aanslagen 22 en de oploopranden 23 van de koppelmiddelen 21 uit figuur 4. Bij toepassing van figuur 4A en 4B wordt de boorvoet hierop aangepast.
15 Het lichaam 26 is tevens voorzien van een schroefgang 29 en grondverdrijvingsmiddelen 30.
Figuur 6 toont meer in detail en op grotere schaal de doorn of drijfstang 16. Deze is aan zijn vrije einde 31 voorzien van een borgstuk 32 dat een in 20 hoofdzaak zeshoekige vorm bezit en is voorzien van drukvlakken 33 en inloopranden 34.
De volgende fase van het in de grond brengen van de holle paal 15 volgens de uitvinding is getoond in figuur 7, waarbij de holle paal 15 is geschoven op de 25 doorn 16 die zich door de holle paal 15 heen uitstrekt tot voorbij de koppelmiddelen 21 en wel door de opening 24 heen.
De volgende fase is getoond in figuur 10. Hierbij is de paal 15 geplaatst in de borgvoet 17 waarbij het 30 einde 32 zich uitstrekt tot in het lichaam 26 en de aanslagen 22 samenwerken met de aanslagen 27 nadat om de rotatie de aanslagen tegen elkaar aan slaan na het omlopen van de oploopranden 23 en 28. Een nauwkeurige oriëntatie ten opzichte van de borgvoet 17 kan worden 13 verkregen met behulp van de geleidingscilinder 35 die de holle paal ruim omvat.
Figuur 11 laat duidelijk zien hoe de boorvoet 17 is gekoppeld met de paal 15 op het moment dat deze met 5 behulp van de schroefgang 29 de grond in wordt geschroefd.
Figuur 12 laat zien het in de grond drijven van de paal 15 onder druk en rotatie met behulp van de middelen 8, waarbij deze middelen zijdelings naar beneden 10 toe worden verplaatst en geleid aan de stelling 19.
Figuur 13 laat de fase zien waarbij de paal 15 op de juiste diepte in de grond is gebracht en de doorn 16 wordt verwijderd.
Zoals getoond in figuur 14 resteert de al of niet 15 verdiept in de grond aangebrachte paal 15.
Aldus is het mogelijk trillingvrij en geluidsarm zonder gebruik te maken van boorspoeling een geprefabriceerde betonnen paal in de grond te plaatsen.
De betonnen paal door zijn zes- tot achthoekige vorm 20 bezit een relatief geringe wrijving tegen rotatie en kon derhalve gemakkelijk met bestaande middelen tot in de grond worden aangebracht. Verloren is slechts de aan de voorzijde van de betonnen paal nog steeds aanwezige boorvoet.
25 De navolgende figuren 15-22, 22A, 22B tonen een aantal varianten van de koppeling tussen enerzijds de doorn of aandrijfstang en anderzijds de holle betonnen paal en/of de boorvoet.
In figuur 15 toont een ronde paal 39 het wapening 30 40 die is voorzien van een paalvoet 41 die is verbonden met de wapening 40 en voorzien van een zeshoekige opening 42 tot waarin een zeshoekig einde van de doorn of aandrijfstang is te steken.
14
Figuur 16 toont een afrond vierkantige paal 43 en een met zijn wapening 40 verbonden paalvoet 44 die is voorzien van een onronde, ovalen opening 45 waarin een onrond, bijvoorkeur complementair einde van de doorn is 5 te steken.
Figuur 17 toont een achthoekige paal 46 en een met zijn wapening 40 verbonden paalvoet 47 die is voorzien van een kruisvormige opening 48 waarin een kruisvormig einde van de doorn of aandrijfstang is te 10 steken.
Figuur 18 toont een zeshoekige paal 49 die is voorzien van een paalvoet 50 met een driehoekige opening 51 en daarop aansluitende inloopranden 52 die tevens dienst kunnen doen als drukvlakken. Koppeling is mogelijk 15 met een driehoekig einde van een doorn of aandrijfstang.
Figuur 18A toont een holle paal 108 die is voorzien van een koppelmiddel 109 dat in het inwendige van de holle paal 108 is bevestigd en voorzien van een opening 110 voor koppeling aan de doorn 16 in de schacht 20 verbonden met de paal. In het meeneem middel zit een opening 55 met de vorm van de doorn en is voorzien van drukvlakken.
In geval van figuur 19 is een holle paal 53 die is voorzien van een paalvoet 54 met een zeshoekige 25 opening 55 doorstoken door een doorn 56 met zijn kegelvormige, in doorsnede zeshoekig einde 57 tot in een opening of holte 58 van een boorvoet 59. De opening 55 en de opening 58 die elk zeshoekig zijn, zijn tevens voorzien van schuine inloopvlakken.
30 Figuur 20 toont een doorn 60 die is voorzien van een in doorsnede vierkantig einde 61 die aangrijpt in een vierkantige opening 62 van de boorvoet 63 waarop de paal 64 afsteunt. Tussen de paal 64 en de boorvoet 63 zijn bij 15 voorkeur anti-wrijvingsmiddelen, in de vorm van een anti-wrijvingslaag 74 aangebracht.
Figuur 21 toont deels in doorsnede de doorn 65 die is voorzien van een inwendige zeskantige opening 66 5 die dient voor koppeling aan de boorvoet 67 op een daarop aangebrachte zeskantige stomp 68. Aldus vormen de zeskantige doornopening 66 en de stomp 68 de koppelmiddelen tussen de doorn 65 en de boorvoet 67. Tussen de paal en de boorvoet 67 zijn bij voorkeur anti-10 wrijvingsmiddelen, in de vorm van een anti-wrijvingslaag 74 aangebracht.
Figuur 22 toont een doorn 69 die is voorzien van een in doorsnede vierkant einde 70 dat is geplaatst tussen pennen 71 van een boorvoet 72. De koppeling en 15 borging tegen rotatie is verzekerd doordat de pennen aanslaan tegen de vlakken van het in doorsnede rechthoekige einde 70. Tussen de paal 73 en de boorvoet 72 zijn bij voorkeur anti-wrijvingsmiddelen, in de vorm van een anti-wrijvingslaag 74 aangebracht.
20 Figuur 22A toont een doorn 111 die losmaakbaar en tegen rotatie geborgd is gekoppeld in een betonnen koppelmiddel 112 dat is aangebracht in een gesloten kopseinde 113 van de holle betonnen paal 114. De paal 114 is bij voorkeur vast verbonden met de boorvoet 115.
25 Figuur 22B toont een holle betonnen paal 116 die een 6-hoekige doorsnede bezit en aan zijn vrije einde 117 is voorzien van een boorvoet 118 die met een opstaande rand 119 de holle betonnen paal 116 omgeeft en vormsluitend, tegen rotatie daarmee is verbonden doordat 30 de rand 119 inwendig een 6-hoekige doorsnede bezit complementair aan de doorsnede van de paal 116.
Op soortgelijke wijze is de boorvoet 118 eveneens in zijn bodem 120 voorzien van een koppelstuk 121 met een inwendige 6-hoekige doorsnede die complementair is aan de 16 6-hoekige doorsnede van een koppeleinde 122 van een doorn 123 die zich uitstrekt door de holle betonnen paal 116 heen.
Via een axiaal lager 124 wordt met behulp van een 5 boormotor 125 een drukkracht in richting van de pijl 126 op het bovenste einde 127 van de betonnen paal 116 uitgeoefend. Door middel van een koppeling 128 wordt de doorn 123 roteerbaar aangedreven en daarmee de boorvoet 118.
10 Figuur 23 toont een gesegmenteerde, geprefabriceerde, holle betonnen paal 75 volgens de uitvinding. De paal 75 is opgebouwd uit de paalsegmenten 76, 77, 78 die door middel van koppelstukken 79 met elkaar zijn verbonden.
15 Figuur 23 toont het koppelstuk 79 uit figuur 23 meer in detail. Het koppelstuk 79 omvat twee koppelringen 80 en 81 die elk met een paalsegment 76 respectievelijk 77 zijn verbonden en onderling verbonden met losmaakbare bevestigingsmiddelen 82, zoals een bout en een moer.
20 Een variant is getoond in figuur 25 waarbij de paalsegmenten 76 en 77 zijn verbonden door de koppelstukken 83 en 84 die met behulp van een lasapparaat 85 aan elkaar zijn vastgelast.
Figuur 26 toont een andere variant voor de 25 koppeling van de buissegmenten 76 en 77. In dit geval zijn beide buizen voorzien van een koppelstuk 86 en 87 die met behulp van een pennen zijn verbonden. De onderlinge verklemming aangetoond met de pijlen 89 wordt verkregen met de klemmiddelen zoals klemmiddelen 14 zoals 30 getoond in figuur 2.
Figuur 27 toont het in de grond brengen van een holle, geprefabriceerde, betonnen paal 90 volgens de uitvinding met behulp van een geroteerde doorn 91 die gekoppeld is met de boorvoet 92. De doorn 91 is al of 17 niet voorzien van openingen 93 en de paal 91 is voorzien van openingen 94. De boorvoet 92 is voorzien van een opening 95. Aldus is het mogelijk via de doorn 91 boorspoeling 96 te brengen tot in de boorholte 97.
5 Opgemerkt wordt dat op dezelfde wijze grout in de boorholte 97 kan worden gebracht. Een andere mogelijkheid is na het verwijderen van de doorn 91 om via de holle paalruimte en via de openingen 94 grout tot in de boorholte 97 te brengen. Een andere mogelijkheid is om de 10 holle ruimte boven en onder opening 94 af te sluiten middels bijvoorbeeld een ballon en daarmee plaatselijk grout in de holle paal en door opening 94 in de boorholte aan te brengen.
Tenslotte toont figuur 28 een in de grond 15 gebrachte paal 98 volgens de uitvinding die is voorzien van een daarmee gekoppelde boorvoet 99. In de holte 100 van de paal 98 is een warmtewisselaar 101 aangebracht. Aldus is het mogelijk een temperatuurverschil teweeg te brengen tussen enerzijds een ingaande stroom 102 en 20 anderzijds een uitgaande stroom 103. Aldus is klimaatbeheersing dan wel warmtekoppeling een mogelijkheid voor benutting van dit temperatuurverschil.
25 1034622

Claims (24)

1. Inrichting voor het grondverdringend in de grond brengen van een geprefabriceerde, holle, betonnen paal, 5 omvattende: - een samenstel, omvattende: de geprefabriceerde holle, betonnen paal; - een in de holle paal zich uitstrekkende doorn; - een met het in de grond te brengen einde van de 10 holle paal aanwezige boor voet; en - middelen voor het tegen rotatie geborgd, losmaakbaar koppelen van de doorn aan de boorvoet en/of aan de holle paal; en - middelen voor het in de grond verdringend drijven 15 van het samenstel door het roteren van de doorn, met het kenmerk dat de doorn is voorzien van middelen voor het tegen verschuiving borgen van de holle paal aan de doorn, waarbij de holle betonnen paal aan zijn ondereinde niet vast is verbonden met de boorvoet. 20
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de koppelmiddelen tegen rotatie borgende, losmaakbare aanslagen omvatten.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin de 25 koppelmiddelen omvatten een onronde opening en een in de onronde opening zich uitstrekkend borgstuk met een aan de opening tenminste ten dele complementaire vorm.
4. Inrichting volgens conclusie 1-3, waarin de 30 koppelmiddelen vormsluitend zijn.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarin de opening en het borgstuk meer-hoekig zijn, bijvoorbeeld 4-,5-,6-, 7- of 8-hoekig.
6. Inrichting volgens conclusie 1-5, waarin de holle paal is voorzien van een paalvoet die is voorzien van 5 koppelmiddelen voor het tegen rotatie geborgd, losmaakbaar koppelen van de doorn aan de paalvoet.
7. Inrichting volgens conclusie 1-6, waarin de paalvoet en paalvoetschoen vormt, die bij voorkeur vast is bevestigd 10 aan het holle paal einde.
8. Inrichting volgens conclusie 1-7, waarin de holle paal inwendig is voorzien van koppelmiddelen voor het tegen rotatie geborgd losmaakbaar koppelen van de doorn aan de 15 holle paal.
9. Inrichting volgens conclusie 1-8, waarin de opening is aangebracht in de boorvoet en/of de paalvoet en het borgstuk is aangebracht aan het vrije doorneinde. 20
10. Inrichting volgens conclusie 1-9, waarin het borgstuk en/of de opening zijn voorzien van inloopranden.
11. Inrichting volgens conclusie 1-10, waarin het borgstuk 25 en/of de opening zijn voorzien van drukvlakken.
12. Inrichting volgens conclusie 1-11, waarin de holle paal een gesloten kopseinde bezit, waarin de koppelmiddelen zijn opgenomen. 30
13. Inrichting volgens conclusie 1-12, waarin tussen het vrije paaleinde en de boorvoet anti-wrijvingsmiddelen zijn opgenomen.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarin de anti- wrijfmiddelen, glijmiddel en/of een glijring omvatten.
15. Inrichting volgens conclusie 1-14, waarin de holle paal 5 is gesegmenteerd.
16. Inrichting volgens conclusie 15, waarin de paalsegmenten zijn gekoppeld door middel van koppelmiddelen.
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarin de koppelmiddelen omvatten omsluitende en/of insluitende koppelstukken.
18. Inrichting volgens conclusie 15-17, waarbij de 15 paalsegmenten vast zijn gekoppeld door middel van aan de paalsegmenten bevestigde koppelstukken.
19. Inrichting volgens conclusie 1-18, waarin de boorvoet is voorzien van grondverdringende middelen, zoals een 20 schroefgang.
20. Inrichting volgens conclusie 1-19 waarin de boorvoet en/of de holle paal is voorzien van middelen voor het in de grond brengen van boorspoeling, zoals grout. 25
21. Inrichting volgens conclusie 1-20 waarin de holle paal na verwijderen van de doorn wordt voorzien van een trekstang die eventueel is bevestigd aan de boorvoet.
22. Inrichting volgens conclusie 1-21, waarin de holle paal is of wordt voorzien van een warmtewisselaar.
23. Samenstel zoals gedefinieerd in conclusie 1-22.
24. Geprefabriceerde, holle betonnen paal zoals gedefinieerd in conclusie 1-22 voor gebruik in een samenstel volgens conclusie 23. 5
NL1034622A 2007-11-02 2007-11-02 Inrichting voor het grondverdringend in de grond aanbrengen van een betonnen paal, en een samenstel en betonnen paal daarvoor. NL1034622C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034622A NL1034622C2 (nl) 2007-11-02 2007-11-02 Inrichting voor het grondverdringend in de grond aanbrengen van een betonnen paal, en een samenstel en betonnen paal daarvoor.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034622 2007-11-02
NL1034622A NL1034622C2 (nl) 2007-11-02 2007-11-02 Inrichting voor het grondverdringend in de grond aanbrengen van een betonnen paal, en een samenstel en betonnen paal daarvoor.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034622C2 true NL1034622C2 (nl) 2009-02-11

Family

ID=39529352

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034622A NL1034622C2 (nl) 2007-11-02 2007-11-02 Inrichting voor het grondverdringend in de grond aanbrengen van een betonnen paal, en een samenstel en betonnen paal daarvoor.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1034622C2 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR843499A (fr) * 1938-09-15 1939-07-04 Pieu-taraud tubulaire en béton armé à pointe indépendante amovible et dispositifpar rotation et frappe combinées
EP0127221A1 (en) * 1983-05-03 1984-12-05 Pieter Faber Concrete foundation pile and device for driving the same into the ground

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR843499A (fr) * 1938-09-15 1939-07-04 Pieu-taraud tubulaire en béton armé à pointe indépendante amovible et dispositifpar rotation et frappe combinées
EP0127221A1 (en) * 1983-05-03 1984-12-05 Pieter Faber Concrete foundation pile and device for driving the same into the ground

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2003257241B2 (en) A pier
US6814525B1 (en) Piling apparatus and method of installation
US7731454B1 (en) Method for placing reinforced concrete piling without utilizing a pile driver or an auger
US20090116910A1 (en) Piling apparatus and method of installation
US20170254039A1 (en) Systems and methods for coupling a drill rig to a screw pile
CA2682816C (en) Spiral steel pile
US6514012B2 (en) System and method for raising and supporting a building and connecting elongated piling sections
EP3263773B1 (en) Piling construction management method
US4711603A (en) Slab jacking process and apparatus
US9469959B2 (en) Full displacement pile tip and method for use
NL1034622C2 (nl) Inrichting voor het grondverdringend in de grond aanbrengen van een betonnen paal, en een samenstel en betonnen paal daarvoor.
US5460231A (en) Device and method for augering a conical hole in solid media
US7857549B1 (en) Underpinning pile assembly for supporting a structure upon the earth and process for installing such underpinning pile assembly
US20030049079A1 (en) Method of forming enlarged pile heads
JP3989224B2 (ja) 杭の埋設装置
JP3827710B1 (ja) 既製杭及びアンカーの施工方法
US20030082012A1 (en) Method and apparatus for forming foundations
NL2005298C2 (nl) Samenstel van buis en boorkop en werkwijze voor het vormen van een lichaam van materiaal in een bodem.
CN218624103U (zh) 一种用于廊道钻机的夹持机构
GB2363133A (en) Forming foundation, e.g. for a post
US44751A (en) Improved mode of sinking piles
US20220049556A1 (en) Post Hole Belling Auger
CA2031041C (en) Device for raising and supporting the foundations of a building
US1869744A (en) Fence post anchor
JP3325550B2 (ja) 杭建込装置及び杭建込工法

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Effective date: 20150526

HC Change of name(s) of proprietor(s)

Owner name: VAN NIEUWPOORT PREFAB BETON B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: TERRACON FUNDERINGSTECHNIEK B.V.

Effective date: 20210909

PD Change of ownership

Owner name: IJB GROEP B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: VAN NIEUWPOORT PREFAB BETON B.V.

Effective date: 20210909