NL1034391C2 - Verpakking. - Google Patents

Description

Titel: Verpakking

De uitvinding betreft een verpakking, in het bijzonder een folieverpakking voor chips.

US 2006/0140514 beschrijft een folieverpakking voor chips met een ingevouwen bodem. De ingevouwen bodem maakt het mogelijk de chipszak 5 vertikaal neer te zetten waarbij de geopende zijde naar boven is gericht. Een nadeel van deze verpakking is dat het moeizaam is om de inhoud er uit te halen daar de zak zich aan de geopende zijde dichtvouwt. De gebruiker dient met zijn ene hand de verpakking open te houden om met de andere hand de inhoud of een deel daarvan eruit te nemen. Hierdoor kan de 10 gebruiker slechts met twee handen de inhoud of een deel daarvan uit de verpakking halen.

FR2 760 723 beschrijft een soortgelijke verpakking, waarbij er in de ingevouwen bodem twee extra lassen zijn aangebracht om de verpakking nog stabieler te laten staan. Ook hier treedt het probleem op dat de inhoud 15 of een deel daarvan slechts moeizaam en met gebruik van beide handen uit de verpakking kan worden genomen.

De uitvinding beoogt te voorzien in een verpakking die de bovenvermelde nadelen niet heeft of althans ten dele opheft. Voorts beoogt de uitvinding te voorzien in een verpakking die eenvoudig te vervaardigen 20 is, die tijdens het gebruik, na het openen recht op kan staan zodat de opening naar boven is gericht, waardoor de inhoud niet uit de verpakking kan raken. Daarnaast beoogt de uitvinding een dergelijke verpakking te verschaffen die aan de openingszijde open wordt gehouden, zodanig dat het daarin verpakte product op een elegante wijze aan zijn gebruikers kan 25 worden gepresenteerd.

Ten minste één van deze en andere doelen wordt bereikt met een verpakking die in het bereik van de geopende zijde ten minste één 1034391 2 openhouder omvat voor het opensperren van de geopende zijde van de verpakking.

In de volgconclusies zijn verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding beschreven.

5 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in de tekening is weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Opgemerkt wordt dat de tekening slechts een schematische 10 weergave is van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. In de figuur zijn gelijke of overeenkomstige onderdelen met corresponderende verwijzingscijfers aangegeven.

In het perspectivisch aanzicht van figuur 1 wordt een verpakking 1 getoond die tenminste in hoofdzaak uit een dunwandige folie bestaat. De 15 folie is in een zakvorm 1 gebracht waarbij een voor* 7A en een achterzijde 7B worden begrensd door de randen 11 en 12, een bovenrand 6 en een onderrand 8. Aan de onderzijde van de verpakking is een inzetstuk 5 aangebracht dat zich van de rand 8A naar binnen toe in de richting van rand 6 uitstrekt tot een gedeelte van de diepte van de zak 1 zich vervolgens 20 omvouwt en terugloopt naar de tweede rand 8B van de verpakking 1. Het inzetstuk 5 is afdichtend verbonden met het voorste en het achterste deel 7 van de zak 1 via de randen 8A en 8B. Hierbij kan het materiaal van wand 7 naar binnen toe zijn omgevouwen waarbij de rand 8 een vouw vormt. Eveneens kan het materiaal van het inzetstuk 5 uit een afzonderlijk stuk 25 foliemateriaal bestaan waarbij het inzetstuk 5 met de voor en achterzijde 7 van de verpakking 1 afsluitend is bevestigd. Voorts is het inzetstuk aan zijn zijkanten met de randen 9 en 10 aan elkaar verbonden. Hierdoor vormt het inzetstuk 5 een naar binnen gestulpte zakvorm. De randen 9 en 10 kunnen eveneens met randen 11 en 12 verbonden zijn. De voor- en achterzijde 7 van 30 de folieverpakking 1 staan met elkaar in verbinding via de randen 11 en 12.

3

Hierbij kan het materiaal zijn omgevouwen, zodanig dat de randen 11 en 12 een vouw vormen of de voor- en de achterkant bestaan uit twee delen die door middel van de lassen 13 en 14 met elkaar verbonden zijn. Voorts zijn de voor- en achterzijde 7 van de bovenrand 6 via las 15 met elkaar 5 verbonden. Langs de las 15 is een scheurrand 3 aangebracht waarlangs de verpakking is te openen.

In de nabijheid van de scheurrand 3 is in of op het voor- en/of het achtervlak 7 een openhouder 2 aangebracht. Deze openhouder 2 kan uit een verend materiaal worden vervaardigd zodanig dat nadat de scheurrand 3 10 van de verpakking 1 is opengemaakt, de verpakking 1 aan de zijde van de scheurrand 3 door de openhouder 2 wordt opengesperd. Hierbij kan het materiaal en/of de vorm van de openhouder 2 stugger zijn dan de folie van de verpakking 1, zodat de openhouder de folie in een open vorm dwingt. De openhouder kan bijvoorbeeld uit een ander materiaal dan het materiaal van 15 de folie van de verpakking zijn vervaardigd. Ook kan de openhouder 2 zijn vervaardigd uit een aantal vouwen van de folie van de verpakking 1. Het materiaal van de openhouder 2 kan uit een kunststof materiaal bestaan zoals eén in de verpakking bevestigde kunststof strip. Deze strip 2 kan op het voor- en/of het achterdeel 7 zijn gelijmd of in of op het materiaal zijn 20 (in)gesmolten. Ook kan de strip los zijn aangebracht waarbij het alleen in de randen 13 en 14 van de verpakking 1 is bevestigd. Hierbij kunnen de randen 13 en 14 zijn verlijmd of zijn gelast.

De productie van de verpakking 1 kan verder op gebruikelijke wijze plaatsvinden zoals gedetailleerd is beschreven in de Amerikaanse 25 octrooiaanvrage US2006/0 140 514. Het materiaal of de folie van de verpakking omvat uit in de verpakkingsindustrie bekende materialen. Bijvoorbeeld zijn dit (eventueel middels warmte) verlasbare folies die uit één of meer lagen bestaan. De folie van de verpakking kan bedrukbaar zijn en de lagen kunnen zo worden gekozen dat de folie de inhoud optimaal 30 beschermt tegen het binnendringen en/of het uittreden van onder andere 4 lucht, vocht en/of smaakstoffen. Eveneens kunnen de lagen dusdanig zijn ingericht dat er geen licht kan binnendringen. Daartoe kan er in of op de folie een aluminium laag zijn aangebracht.

Op gemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier 5 besproken uitvoeringsvoorbeelden. Zo kan de verpakking 1 uiteenlopende vormen hebben, zoals bijvoorbeeld rechthoekig, vierkant, taps toelopend of een andere vorm. De verpakking 1 kan hierdoor, nadat deze is geopend door de openhouder 2 een schaal vormen waarbij de inhoud aan de gebruiker op elegante wijze kan worden gepresenteerd. Hierbij kan de opening met de 10 scheurrand 3 en de openhouder 2 zowel aan de lange zijde alsook aan de korte zijde zijn aangebracht. In het eerste geval kan de zak na opening bijvoorbeeld meer een koektrommelvorm hebben, dat wil zeggen een cilindervorm met een in verhouding tot zijn lengte grote diameter. Indien de scheurrand 3 aan de korte zijde is aangebracht kan de zak bijvoorbeeld 15 meer een beschuittrommelvorm hebben, dat wil zeggen een cilindervorm met een in verhouding tot zijn lengte kleine diameter.

Als alternatief kunnen ook twee verpakkingen bijvoorbeeld met de randen 6 met elkaar verbonden zijn, waardoor na het openen van de scheurrand 3 twee aparte schalen ontstaan. Hierbij kunnen de twee 20 verpakkingen bijvoorbeeld in de lengterichting verbonden zijn zodat zij voor het openen in eikaars verlengde liggen. Alternatief kunnen de twee verpakkingen zodanig met elkaar verbonden zijn dat de verpakkingen zich naast elkaar bevinden en dat bijvoorbeeld de rand 6 en las 15 van de twee verpakkingen op elkaar liggen. Hierbij kan door het openscheuren van de 25 scheurrand 3 beide verpakkingen in een keer geopend worden.

In plaats van één openhouder 2 kan de verpakking 1 meerdere openhouders 2 hebben, waarbij de openhouders 2 zich bijvoorbeeld ook in het bereik van rand 8 kunnen bevinden of waarbij de meerdere openhouders 2 over de lengte of de breedte van de verpakking 1 verdeeld kunnen zijn. De 30 openhouder 2 kan ook zo gevormd zijn dat hij in het midden van de vlakken 5 7 een of meerdere hoeken omvat. Hierdoor kan de door de openhouder 2 opengesperde opening, nadat de scheurrand 3 van de verpakking 1 is verwijderd een (meer)hoekige vorm omvatten. Indien de openhouder 2 alleen met de randen 13 en 14 is verbonden kan de openhouder 2 eveneens 5 worden gebruikt als hengsel.

Onder een openhouder kunnen alle middelen worden verstaan die de opening van de verpakking openhouden, zodanig dat de inhoud daarvan eenvoudig uit de verpakking te nemen is. Daartoe kan de openhouder bijvoorbeeld een serie strips, ribbels, verdikkingen, vouwen of andere 10 elementen omvatten die op enige wijze op en/of in de verpakking zijn aangebracht. Zo kan de scheur- en/of openingsrand bijvoorbeeld met de openhouder geïntegreerd zijn en/of eventueel een hersluitsysteem omvatten.

De verpakking volgens de uitvinding is bij voorkeur geschikt voor brosse, breekbare voedingsmiddelen zoals bijvoorbeeld chips, borrelnoten, 15 koekjes, crackers of andere soortgelijke voedingsmiddelen.

Dergelijke en andere varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.

1 03439 1

Claims (10)

1. Verpakking (1) met in het bereik van de geopende zijde (6) ten minste één openhouder (2) voor het opensperren van de geopende zijde (6) van de verpakking.

2. Verpakking (1) volgens conclusie 1 waarbij het 5 verpakkingsmateriaal een dunwandige folie omvat.

3. Verpakking (1) volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de openhouder (2) een in of op de verpakking (1) aangebrachte kunststof strip omvat.

4. Verpakking (1) volgens conclusies 3 waarbij de kunststof strip 10 één of meer hoeken omvat.

5. Verpakking (1) volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de verpakking (1) bestemd is voor voedingsmiddelen zoals bijvoorbeeld chips, borrelnoten, koekjes, crackers of andere soortgelijke voedingsmiddelen.

6. Verpakking (1) volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de openhouder (2) op of in de folie van de verpakking is aangebracht.

7. Verpakking (1) volgens één van de voorgaande conclusies waarbij er aan de te openen zijde (6) een scheurrand (3) is aangebracht.

8. Verpakking (1) volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de openhouder één of meer vouwen van de dunwandige folie omvat.

9. Verpakking (1) volgens een van de voorgaande conclusies die na te zijn geopend een schaal vormt.

10. Verpakking (1) waarbij twee verpakkingen volgens één van de 25 voorgaande conclusies althans met de randen (6) met elkaar verbonden zijn, waarbij na het openen van de scheurrand (3), twee aparte schalen ontstaan. 1034391